MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N° 193.
Zondag
1864.
4 December.
Editie van zaturdag avond 8 ure.
Niddelburg 3 december.
Uit het westelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen
schrijft men ons:
„Door den kantonregter te Oostburg worden bij voort
during nog getuigen gehoord in voorloopige instruktie
in zake tegen zekeren B. die voorgaf tê zijn agent eener
Brandwaarborgmaatschappij.
„Met belangstelling ziet men het einde dezer zaak te
gemoet omdat vele der verzekerden niet weten wat zij
hiervan denken moeten. Intusschen is het eene goede
les om zich voortaan door onbekenden niet zoo spoedig
tot eene of andere zaak te laten overhalen vóórdat men
daaromtrent zekerheid hebbe verkregen."
Uit Goes schrijft men ons
„Het berigt in de Nieuwe rotterdamsche courant van
gisteren uit Kappelleals zou de dader van den dief
stal van épauletten enz. te Yerseke voorl. dingsdag
alhier zijn gearresteerd, is geheel bezijden de waarheid.
De justitie schijnt hem nog niet op het spoor te zijn.
„Het gerucht loopt hier dat het lijk van den landbou
wer C. van Kattendijke,wiens vermissing op de jagt ik u
den 20 november schreef, in het Thoolsche gat zou zijn
gevonden."
De minister van financiën heeft ter kennis van belang
hebbenden gebragt, dat bij koninklijk besluit op zijn
departement de noodige magtiging is verstrekt om, ten
aanzien der in het jaar 1865 te houden examens voor de
betrekking van surnumerair der posterijen, buiten wer
king te stellen het bepaalde bij art. 3, sub a, van het
koninklijk besluit van 21 oktober 1861, no. 74, dat name
lijk de kandidaten, die zich aan het gemelde examen
wensehen te onderwerpen, ten minste gedurende een jaar
op een der postkantoren als geagreëerd klerk moeten zijn
werkzaam geweest. «Ten gevolge der vorenstaande mag
tiging zal er mitsdien in eene der maanden februarij of
maart 1865 een examen voor de boven gemelde betrek
king worden gehouden, waaraan ook zal kunnen worden
deel genomen door hen die vooraf niet op een postkan
toor zijn werkzaam geweest. Er zullen minstens 8 a 10
plaatsen ter vervulling worden opengesteld.
In bet verslag der kommissie over de inlichtingen van
den minister van financiën, nopens het verslag omtrent
den toestand van het kroondomein in 1863, zegt de kom
missie, die voorstelt de inlichtingen van den minister
voor kennisgeving aan te nemen en afschrift van haar
verslag te zenden aan den minister van financiën, dat zij
wel de hoop, maar geenszins het vertrouwen voedt, dat
binnen een niet te lang tijdsverloop dealgemeeneafkoop-
baarstelling der tienden zal plaats hebben, welke, vol
gens de regering, afkoop van tienden van het kroon
domein alleen mogelijk maakt.
In eene te Hoorn gehouden vergadering van eenige
belangstellende burgers, is in de op te rigten maatschappij
tot aanleg van den Noord-Hollandsch-Frieschen spoor
weg door ben ingeschreven voor een gezamenlijk bedrag
van10.500; van die inschrijvingen is bij de plaatse
lijke spoorwegkommissie aldaar opgave gedaan.
Naar wij van goederhand vernemen, zegt de Nieuwe
Winsclioter courant, is het verdrag met Hannover, over
de aansluiting van den noordelijken spoorweg aan de
Westbaan, thans voor goed vastgesteld. De spoorweg zal,
naar wij verder van de zelfde zijde vernemen, van de
Nieuwe Schans loopen langs Boude, hij zal ten zuiden
van en aan Weener over de Eems gaan en bij Ihrhove
aan de Westbaan aansluiten. Hannover en Nederland
zijn overeengekomen om onder voorwaarden, in het ver
drag omschreven, koncessie aan eene maatschappij voor
het aanleggen en exploiteren van het bovengenoemd deel
van den spoorweg te verleenen. Men hoopt, dat de
nederlandsche maatschappij van exploitatie der rijn
spoorwegen koncessie tot den aanleg van dit deel van
den spoorweg zal aanvragen.
Benociuinscu ea besluiten.
ridderorden. Agreatie verleend aan A. F. graaf von
Kielmansegge, als kommandeur, en aan L. baron van
Pallandt van Eerde, als tweeden kapittelridder der duit-
sche orde Balye van Utrecht.
Vergunning verleend aan den kapitein van het wapen
der maréchaussée J. F. Meyer, tot het aannemen eu dra
gen der versierselen van ridder der Koninklijke kroon
orde 4e klasse, hem door den koning van Pruissen ge
schonken.
nationale SCHULD. Op verzoek eervol ontslag ver
leend, met 1 januarij 1865, aan den heer J. H. van West,
uit zijne betrekking van. betaalmeester der nationale
schuld, behoudens aanspraak op pensioen, en met dank
betuiging voor de vele diensten door hem aan den lande
bewezen; en tot betaalmeester der nationale schuld
benoemd de heer E. W. van West, thans hoofdkommies
bij de administratie van de rentebetaling dier schuld.
MiNiSTERiëLE departementen. Pensioen ten laste
van den staat verleend, ten bedrage van 630, aan den
gewezen kommies bij het departement van oorlog J. L.
Bron.
Koloniën.
Volgens een telegram, in de Rotterdamsche courant
voorkomende, is te Suez per engelsche mail het volgende
berigt aangebragt
„Batavia 1 november. Er hebben te Tagal ongeregeld
heden plaats gehad, naar het schijnt zonder politieke
beteelcenis. Zestig javanen hebben bet huis van den
regent aangevallen. De aanvallers zijn uiteengejaagd."
Rcgtszakeu.
Voor het provinciaal geregtshof in Zeeland stonden
heden teregt Cornelis de Jonge, oud 33 jaren, geboren te
Nisse, arbeider, en Marinus Hoffius,pud 24 jaren, geboren
te Oudelande, arbeider en koopman, beide wonende te
Nisse, thans alhier gedetineerd, beschuldigd van diefstal
van vee uit de weide.
In den avond van 1 september jl., omstreeks acht ure,
begaven beide beschuldigden zich te zaraen naar den
Batschen polder, gemeente Rilland, waar zij in gemeen
overleg uit eene met een hek afgesloten weide, ten
nadeele van de wed. Jan Blok aldaar, hebben ontvreemd
twee jonge vaalboute runderen van en jaar, waar
van de waarde wordt geschat op 140. In den zelfden
nacht hebben zij die beesten naar de Schelde gevoerd
om ze bij Elbe over de droogte naar den brabandschen
wal te brengen; zij zijn evenwel verpligt geweest zich
door den veerschipper van Bath J. Üirks te doen over
zetten. Vervolgeus hebben zij het vee gebragt naar Hoo-
gerheide, waarna zij het hebben verkocht voor eene som
van ƒ120aan L.S.Frank, vleeschhouwer te Woensdrecht.
Den volgenden morgen werden de beesten gemist, doch
men meende dat zij, zoo als wel eens meer gebeurde, zich
uit de weide in den polder hadden begeven. Het hek
was gesloten; men wist evenwel niet met zekerheid of
dit den vorigen avond ook gesloten was geweest. De
handelingen der beschuldigden hadden intusschen arg
waan gewekt; de burgemeester van Hoogerheide deed
de beschuldigden voor zich brengen, die toen opgaven te
te zijn Willem de Witte van Zierikzee on Jan Logier
van Kruiningen en die runderen in Zuid-Beveland te
hebben gekocht. Hiervan is dadelijk berigt gegeven aan
de maréchaussées te Bergen op Zoom, die een onderzoek
hebben ingesteld. Door dezen aangesproken, hebben de
beschuldigden aanvankelijk ontkend dat zij beesten had
den aangevoerd en verkocht, doch later bekenden zij en
werden zij aangehouden. Op dat oogenblik waren zij nog
in het bezit van den koopprijs, die alstoen in beslag is
genomen. Na een ingesteld onderzoek van waar de
beesten ontstolen konden zijn, is A. Bruynzeels, die
toezigt heeft op de hofdstede van de wed. Jan Blok,
waar Jan de Back kastelein is, de beesten gaan zien en
heeft hij ze herkend als het eigendom van genoemde
weduwe. Daarop heeft hij, tegen betaling van f 120, de
beesten van Frank teruggenomen en naar de hofstede
teruggevoerd.
Bovenstaande bijzonderheden vormden den hoofdza-
kelijken irftioud van de processtukken en de verklaringen
van zes on^eïieede gehoorde getuigen, alsmede de voorge
lezen verklaring van een wegens ziekte afwezigen getuige.
De bescliledigden bekenden ter teregtzitting wel den
diefstal te hebben gepleegd, doch beweerden dat het hek
der weide openstond en een der beesten zich buiten de
weide op den weg bevond. De eerste zeide door den
tweede, die ook het veergeld beeft betaald, verleid te
zijn, terwijl beide als de reden van hun misdrijf opgaven:
geldelijke verlegenheid. Zij hadden namelijk onder Kloe-
tinge van den notaris BJaaubeen een paard gekocht,
waarvan de betaling binnen kort moest plaats hebben,
doch waartoe zij buiten magte waren. Een der beschul
digden trachtte de bewering dat het hek tijdens den dief
stal geopend was en later wel door een voorbijganger
kon gesloten zijn, te staven door de opmerking dat hij
zelf meermalen een hek, wanneer het openstond, in het
voorbijgaan had digt getrokken.
De prokurenr-generaal achtte het feit zoo als het is ge
kwalificeerd wettig en overtuigend bewezen en eischtede
schuldig verklaring der beschuldigden, overeenkomstig
art. 388 van het wetboek van strafregt, en hunne veroor
deeling tot eene tuchthuisstraf van vijf tot tien jaren,
alsmede in de kosten.
De verdediger rar. A. J. vanDeinsejr. bestreed de kwali-
fikatie van het feit, als zijnde door het openbaar minis
terie z. i. niet regtens bewezen dat diefstal van vee uit
de weide heeft plaats gehad. Volgens hem gold het hier
slechts een wanbedrijf, waartegen een korrektionele straf
is bedreigd. Hij deelde nog mede dat de beschuldigden,
blijkens door hem ingewonnen information, de waarheid
hebben gesproken in hetgeen zij hebben gezegd ten aan
zien der aanleiding tot de daad, daar de eerste beschul
digde, zijnde iemand van zeer onvolkomen begrippen,
zoo veel prijs stelde op zijn goeden naam dat hij niet in
gebreke wilde blijven in de voldoening van het aan den
notaris voor bedoeld paard verschuldigde eu in het ver
volg niet gaarne als kooper of borg geweigerd zou wor
den. Hij wees hierop als eene verzachtende omstandig,
beid (welke bij de repliek door het openbaar ministerie
werd bestreden) en konkludeerde voor beide beschul
digden tot eene zeer zachte toepassing van straf, bij
welke konklusie hij volhardde na zijn dupliek even als
het openbaar ministerie bij zijn rekwisitoir na de repliek.
Het hof heeft beide beschuldigden schuldig verklaard
aan diefstal van vee uit de weide en hen veroordeeld tot
eene tuchthuisstraf van vijfjaren, alsmede ieder solidair
in de kosten van het geding, des noodig te verhalen bij
lijfsdwang, met last dat een extrakt van 's bofs veroor-
deelend arrest zal worden gedrukt en aangeplakt te
Nisse, Rilland en Middelburg op de gebruikelijke plaat
sen en met teruggave der overtuigingsstukken (de geld
speciën) aan de eigenaren of regtkebbende.
Het provinciaal geregtshof van Gelderland beeft
donderdag uitspraak gedaan iu de zaak van H. Lehman,
B. Duivelshof en H. J. Hulsbeek. Het hof heeft zich
geheel vereenigd met de beschouwingen van den proku-
reur-generaalde beschuldigden schuldig verklaard aan:
diefstal gepleegd bij nacht in een bewoond huis, door
meer dan een persoon, voorzien van wapenen, door
middel van buitenbraak en inklimming, en met geweld
pleging, opgevolgd door moedwilligen manslag op den
oud-pastoor J. Lens, te Neede, strekkende om de ontdek
king van de vorige misdaad te voorkomenzulks wat
ieder betreft, na reeds te voren tot gevangenisstraf van
langer dan een jaar te zijn veroordeeld geweest; en hen
veroordeeld tot de straffe des doods, uit te voeren op een
der openbare pleinen te Arnhem.
Alleen de derde beschuldigde toonde tijdens het uit
spreken van het arrest en de daarop gevolgde toespraak
van den president, sporen van gemoedsaandoening; de
beide anderen bewaarden de zelfde uiterste onverschillig
heid, gedurende de behandeling der zaak betoond.
Gemengde berlgten.
Naar men verneemt, worden te Nieuwediep eerst
daags twee japannezen verwacht, ten einde aan 's rijks
marine-hospitaal tot gencesheeren te worden opgeleid.