De keer van Kerkwijk vestigde de aandacht op de noodzakelijkheid van eene nieuwe wet tot afkoopbaar- stelling der tienden. Zitting van donderdag 1 december. Beraadslaging over de staatsbegrooting voor 1865. In de eerste plaats werden de beraadslagingen over hoofdstuk IV A (departement van justitie) voortgezet. Sommige artikelen gaven nog aanleiding tot diskussie. De heer Beyma had bezwaar tegen de verhooging van het traktement van den sekretaris-generaal met ƒ1000, om de onevenredigheid tusschen dat traktement en dat der andere sekretarissen-generaal te doen ophouden. De heer Godefroi daarentegen verdedigde de verhooging, die eveneens door den minister werd ondersteund. De heer van Lijnden wees op het niet vervullen van bet vice- praesidium bij de meeste provinciale hoven, eveu als de heer en Dumbar, van Goltstein en Beyma. De minister ant woordde dat de niet-vervulling geene stremming in de dienst veroorzaakte en ook daarom niet plaats had, omdat het onzeker is, of bij de toekomstige organisatie allen zou den kunnen worden geplaatst. De heer van Heemstra drong aan op het verleenen eener billijke tegemoetkoming aan de ambtenaren van het openbaar ministerie bij de kanton- geregten. De minister meende, dat voor het 'oogenblik in dien toestand geene verandering kon komen. De heer Beyma stelde een amendement voor, waarvan de strek king was, om het door den heer van Heemstra beoogde doel eenigzins te kunnen bereiken en de som voor kleine onkosten, aan de ambtenaren van het openbaar ministerie toegekend, te verhoogen. De heer Godefroi vroeg, of de kleine onkosten, toegekend, aan de ambtenaren van het openbaar ministerie bij de kantongeregten, voldoende waren? De minister antwoordde dat daarover geene klagfcen waren ingekomen. De heer Reinestein stelde van zijne zijde eene wijziging voor, strekkende om aan de ambtenaren eene schadeloosstelling te. verleenen. Na eenige diskussie wei d het amendement van den heer Reinestcin aangenomen met 39 tegen 29 stemmen, waardoor dat van den heer Beyma is vervallen. Bij de 5e afdeeling (rijkspolicie) bragt de heer Poort man het besluit op de zalmvisscherijen ter sprake en verzocht bij het verleenen van vergunningen meer te willen letten op den geest van het besluit. De heer Beyma beweerde, dat de som van 1000 voor premiën voor het vangen van schadelijk gedierte onvoldoende was. Bij de zesde afdeeling (kosten der gevangenissen) be handelde de heer Godefroi het onderwijs in de gevange nissen, en hoopte dat konflikten over de vraag,.óf dé wet op het lager onderwijs op dat in de gevangenissen toe passelijk is, niet meer zouden plaats hebben, na het besluit van de ministers van binnenlaudsche zaken en justitie, waarbij die wet niet toepasselijk is verklaard. Hij wees voorts op overdreven vervolging jegens kinde ren, met hot oog op de jongste teregtstelling van twee knapen van zeven cn acht jaar wegens brandstichting, voor de regtbank te Breda. De heer van Nispen ver klaarde zich integendeel tegen te groote toegevendheid jegens kinderen, omdat zfj dikwijls door de ouders tot misdrijven worden aangespoord. Het hoofdstuk IV A (justitie) werd daarop aangeno men met 51 tegen 18 steramen. Tegen stemden de beeren: Hoekwater, van Eek, van Foreest, Begram, Rochusson, Kien, van Asch van Wijck, Schimmclpcnmuck,van Lijnden, Lycklama, Simons, Taets van Amerongen, van Goltstein, Wintgens, van Heemstra, van Zuylen Hoffman en Mij er. Daarna is de algemeene beraadslaging over hoofd stuk V (binnenlaudsche zaken) aangevangen. De heer Simons had bezwaar tegen de te groote cen tralisatiegeest en bemoeizucht des ministers, blijkbaar uit een tal aangeboden wetten en ook uit deze begroo ting zelve, waarin de subsidiën zeer waren toegenomen, met liet doel om den invloed des ministers allengskens te doen vermeerderen. De heer van Asch van Wijck wees op de steeds toenemende uitzetting der uitgaven, vooral met het oog op de overdrijving in het verleenen van subsidiën en in het gelijktijdig ondernemen van te veel werken van publiek nut. Hij had ook bezwaar tegeu de wijze van uitvoering der wet op het middelbaar onderwijs, die naar zijn oordeel, niet van matiging getuigde, en waardoor te veel van onze financiën werd gevergd. De heer van Goltstein opperde bedenkingen tegen het rege ringsbeleid van den minister. Die bedenkingen betroffen hoofdzakelijk de neiging der regering om zich zoo veel mogelijk te onttrekken aan de medewerking der wet gevende magt, cn hare zucht om de mindere besturen aan banden te leggen. Hij drong insgelijks aan op de wet opdekonccssiën, waardoor ieder gunstbetoon van de zijde der regering in het verleenen van koncessiën moest ophouden en toonde aan, dat het door de regering gehuldigd centralisatiestelsel verderfelijk werkte voor iedcren volksinvloed en dat het de lagere besturen aan den leiband van bet opperbestuur doet loopeu. De verdere diskussie is daarna tot den volgenden dag verdaagd. isuitcnltmö. Algemeen overligt. Het belangrijk wetsontwerp betrekkelijk de geestelijke goederen door de italiaansche regering bij het parlement ingediend, waarvan wij dezer dagen spraken, wordt thans behandeld in de bureaux der kamer van afgevaardigden. Sommigen beschouwen dit wetsontwerp, cn zeer teregt, als geheel in verband staande cn in overeenstemming zijnde met cle in cn door do september-konventie aauge- nomene politiek en eene nieuwe verhouding vaststellende tusschen kerk en staat. In het algemeen worden tegen het wetsontwerp weinig bedenkingen aangevoerd,- alleen bestaat er verschil van opinie omtrent de wijze waarmede met de opbrengst der geestelijke goederen zal worden gehandeld. Sommigen toch zien bezwaar in het doen salariëren der geestelijkheid door den staat. Het italiaansche dagblad Opinione berigt dat de hoof den der beweging in Friuli zich allen door de vlugt hebben weten te redden,- alzoo zou men deze beweging voor hot oogenblik als geëindigd moeten beschouwen. Intusschèn leest men in eene mededeeling uit Turijn aan Le temps dat weinige dagen geleden te Milaan, onder voorzitterschap van het lid der kamer van afgevaardigden de Boni, eene meeting ten gunste der beweging in Venetië zou gehouden worden, welke echter door de autoriteiten op last van den minister van binnenlandschezaken is belet. Het gebouw, alwaar de vergadering moest worden gehou den, vond men door troepen bezet en toen daarop de heer de' Boni zich naar de bureaux van redaktie der Unita italiana had begeven om in dit dagblad een protest tegen deze handelwijze der regering te doen opnemen, werd dat nomraer der Unita italiana in beslag genomen. Eene interpellatie in de kamer zou volgens den berigtgever van Le temps hiervan liet gevolg zijn. Men heeft dit echter als eene wanhopige poging te beschouwen daar het officiëel dagblad van Venetië gis teren een kennisgeving van den oosterijkschen generaal Krismanie bevatte dat ten gevolge van de verdediging der opstandelingen uit Fruili de staat van beleg aldaar was opgeheven. In den italiaansclien senaat worden de debatten over de verplaatsing der residentie voortgezet. Na de uitvoe rige behandeling van dit wetsontwerp in de kamer van afgevaardigden, leveren de diskussiën thans weinig be langrijks meer op. De aanneming valt niet te betwijfelen en het berigt daarvan kan spoedig worden te gemoct gezieD. De toestand in Duitscbland is voor hot oogenblik weder zoo verward mogelijk. Hier waant men zich aan het begin van een burgeroorlog, daar voorspelt men dat de staten van den tweeden rang spoedig weder voor verderen tegenstand zullen terug schrikken en aller nederigst zich zullen buigen voor den man, wiens wil thans alom geëer biedigd wordt, gehandhaafd als zij zou worden door de bajonnet eu bet kanon. Elders zijn er nog eenige weini gen, die beweren dat Oostenrijk zich krachtig zal ver zetten tegen de willekeur van den heer von Bismarck. Wat hiervan waar moge zijn, dit is zeker dat de rege ring te Weenen onmiddellijk na het berigt der aan het pruissische leger uitgevaardigde orders, aan de regering te Berlijn inlichtingen heeft gevraagd omtrent deze han delwijze. Misschien was dit trouwens niets dan eene bloote formaliteit, om niet den schijn op zich te laten geheel het werktuig van Pruissen te zijn en zich ten minste niet alles te laten welgevallen wat de vrijheer von Bis marck verkiest te doen. Do hannoversche regering heeft zich reeds onderwor pen aan den wil van den heer von Bismarck. Zij verklaart in haar officiëel orgaan dat de met de bondsexekutie belaste staten hunne troepen uit de hertogdommen moeten terugroepen, zonder ecu besluit van de bonds vergadering af te wachten. Volgens de hannoversche regering is dit het onmiddellijk gevolg van het tusschen Denemarken en de geallieerden gesloten vredestraktaat. Zij verklaart aan bare lastgeefster, de bondsvergadering, slechts eene eenvoudige kennisgeving verschuldigd te wezen dat de exekutie-troepen zijn teruggeroepen. Men zal zich herinneren dat Pruissen aan de sleeswijk- holsteinsehe schepen vergunning heeft verleend om onder pruissische vlag te varen en deze schepen gelijk gesteld met de pruissische. Oostenrijk heeft thans het zelfde gedaan, nadat het voorstel om eene sleeswijk-holsteinsche vlag te creëren door de pruissische regering was afge wezen. Dit kan weder eene bron van oneenigbeid tus schen Pruissen en Oostenrijk opleveren. De sleeswijk- holsteiners echter zijn thans in het bezit hunner zoo zeer begeerde vrijheid. In de zitting der bondsvergadering van gisteren heb ben Pruissen en Oostenrijk bet voorstel gedaan dat door die vergadering de cxekutie in Holstein geëindigd ^ou worden verklaard, eu door haar voorts aan de regeringen van Hannover en Saksen het verzoek zou worden gerigt om have troepen en burgerlijke bomraissarisscii terug te roepen. De gealliëerde mogendheden hebben den wensch te kennen gegeven dat omtrent dit voorstel spoedig eene stemming zal plaats bobben en dit niet naar eene kom missie zal worden verzonden. Zoo heerscht derhalve in geheel Duitscbland eene aller hevigste spanning, waarbij allerlei verschillende kwestiën tot ééne chaotische zamenloopen. Ons komt echter deze toestand voor bet oogenblik nog geenszins beangstigend voor. Duitscbland toch is het vaderland dier traditionele twisten en oneenigheden, welke tot een spreekwoord zijn geworden. De overige natiën zijn dikwijls niet in staat zich daarvan een afgerond denkbeeld te maken en geven zich daartoe ook veelal geene moeite omdat zij die oneenigheden reeds zoo dikwijls hebben zien eindigen gelijk zij waren begonnen, zonder dat men weet waardoor eu hoe. Men beweert echter dat liet twistvuur tusschen Oosten rijk en Pruissen op allerlei wijze door de fransche diplo matie wordt aangeblazen om alzoo Oostenrijk te isoleren en met het oog op Venetië en de italiaansche aange legenheden vrij spel le hebben. Het te Berlijn gevoerde proces tegen de polen die, van deelneming aan dén opstand beschuldigd, voor liet hoog geregtsbof teregt stonden, is thans geëindigd. De tien beschuldigden zijn ter dood 'veroordeeld. Slechts een hunner, een zeventigjarig groudbezitter uit Posen, die niet in de gelegenheid was te vlugten noch zijne papie ren in veiligheid të bréngen, zal de straf ondergaan. De overige zijn de vervolging ontkomen en zwerven in den vreemde. De fransche Moniteur bevat weder de aller gunstigste berigten omtrent den toestand in Mexiko. Het officiëel orgaan meldt voorts dat keizer Maximiliaan op 30 oktober in zijne hoof dstad'zóu terngkeeren. De keizerin had op 23 te voren Mexikö verlaten om hem, onder eskorte van een eskadron jagers, waarover de maarschalk Bazaine zelf' het opperbevel op zich had genomen, tot Toluca te gemoet te reizen. Wij hebben onlangs de depeche-cirkulaire medegedeeld der gemagtigden van de Zuidelijke staten in Amerika aan verschillende europesche hoven gerigt. Thans is het antwoord van de engelsche regering aan de heeren Slidell, Mas on enz. bekend geworden. Zij verklaart daarin de afscheiding te betreuren, maar nooit te hebben gewaagd de oorzaken daarvan te beoordeclen. Zij heeft dan ook zoowel voor het Noorden als voor het Zuiden steeds vriendschappelijke gevoelens gekoesterd en zich overi gens neutraal gehouden, welke neutraliteit zij steeds zal haudhaven. Volgens nadere berigten uit New-York was de mede deeling van liet dagblad The world, als zou de fransche vertegenwoordiger aan den heer Seward mediatie-voor- stellen hebben gedaan, ten eenenuyjle ongegrond. Èjanöcisbcrigtt'n. Graanmarkten enz. Amsterdam 2 december. Tarwe en gerst onveranderd. Raapolie op zes weken 41. Lijnolie op zes weken 35 Oostburg 30 november. Bij zeer ruimen aanvoer van granen was de stemming der koopers weder lager, en werd door houders meestal daaraan toegegeven, zoo dat een groote omzet in de voornaamste artikelen plaats vond. De prijsvermindering is op tarwe en rogge 20 cent, gerst 10, haver en paardeuboonen 25 cent aan te nemen. Erwten meestal te hoog gehouden. Men kocht jarige en tweejarige tarwe 8a ƒ8,25, puike nieuwe en gemeenere 6,75 a 7,50. Nieuwe rogge 5,40 a ƒ5,10. Nieuwe wintergerst 4,60 a ƒ4,90. Dito zomergerst 4,50 a 4,70. Haver 2,35 a 3,25. Paardenboonen ƒ5,40 a ƒ5,75. Groene erwten 6,25 a 7. Middelburg 1 december. De aanvoer uit onze nabu rige eilanden als ook uit Walcheren was heden van tarwe matig, en daar er niet dan aan lager prijzen koo pers waren, ging daarin zeer weinig om. Rogge bleef bij kleinen handel in een doen. Zeeuwsche gerst ruimer ter veil en daar er bijna geene kooporders dan tot veel lager prijs waren, zoo was die einde beurs nagenoeg nog al onverkocht over. Walchersche wittebooneu ruim 25 cent lager met minder vraag. Dito bruincboonen zijn weder aan 25 cent lager gekocht. Dito paardenboonen nog wei nig ter veil en algemeen gevraagd. Dito groene erwten hadden aan 20 en 25 cent lager genegen koopers. Zeeuw- sche dito zijn bij partij aan vorigen weekprijs verkocht. Koolzaad zonder handel. Puike nieuwe zeeuwsche tarwe hield men op 7,50 doch meer dan 7 is daar niet voor geboden. Tweejarige walchersche tarwe wordt steeds vruchteloos voor 8,50 verlaten. Puike jarige walcher sche dito ƒ9, mindere ƒ8,75. Dito nieuwe dito ƒ7,50 a ƒ7. Zeeuwsche wintergerst verliet men aan 5,25. Dito zomergerst 4,25 a 4 de mud. Walchersche dito hield men op vorige prijzen. Dito wittebooneu f 11,75 a ƒ12,25. Dito bruineboouen 11 a 11,25. Dito paardenboonen niet beneden de 6 te koop. Dito groene erwten begin beurs 7,50, doch later kocht men die tot ƒ7,30 a 7,25 de mud. Zeeuwsche groene erwten zijn bij partij tot ƒ7,50 de mud gekocht. Jarig win ter-koolzaad zonder vraag, men hield op 14 a 14,50. Nieuwe dito 13 a 11 naar deugd. Zoiuer-koolzaad niet getoond. Raapolie f 40,50. Patentolie 42,50. Lijnolie 40 per vat op 6 weken, op kontant 1 lager. Harde lijnkoeken 11 per 104 stuks. gemiddelde marktprijzen. Middenprijzen van bakbare tarwe ƒ8,20 en rogge ƒ6, Aardappelen 1,50 ƒ1,70 per ned. mud. Versche boter 1,00 a 1,20 per ned. pond. Prijzen vani effekten. Amsterdam 2 december. Nederland. Certifik. Werkelijke schuld 2^ pet. 601 clito dito dito 3" 72" dito dito dito 4 „95 Aand. Handelmaatschappij 4.J- België. Certifikaten bij Rothschild 21 Rusland. Obligation 1798/1816 5 9 3| Certifik. Hope co4 Oblig. dito 1855, 6e serie 5 S0| dito dito Leening 1860 41 82^ Certifikateno" Aand. spoorweg183 Polen. Schatkistobligatiën4 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 501 dito 1847/1852 21 28f- dito rente Amsterdam5 80l 'dito nationale5 82$ Bank..aktiën3 Italië. Leaning ÏS&l5 Spanje. ObLigatiëir'(bi«nenlandschc) 3 42$ /--dito3 thans 21 40$ I Amortisable schuld

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3