venetiaanache kwestie op vredelievende wijze op te lossen. Omtrent de wijze waarop dit zou kunnen plaats hebben wordt niets gemeldmen weet echter dat de heer de la Marmora niet onduidelijk te kennen gaf dat liij aan de mogelijkheid daarvan niet wanhoopte. In de zitting van de italiaansche kamer van afgevaar digden op maandag gehouden heeft de heer Pepoli het woord gevoerd. Deze staatsman ziet in de konventie eeno politieke daad, welke de alliantie van geheel het vrijzin nig Europa ten gevolge moet hebben, hetwelk door hem in zijne rede vrij scherp tegen Rusland en Duitschland wordt gesteld. Indien de onderteekenaar van de septem- ber-overeenkomst, tevens de vriend van keizer Napoleon, hier de politieke bedoelingen des keizers beeft medege deeld, dan mag zijne redevoering belangrijker worden geacht dan alle depeclies ter interpretatie der konventie tusschen Parijs en Turijn gewisseld. Op het in dit nom- mcr voorkomend per telegraaf overgeseind en daardoor hier en daar onduidelijk resumé der rede van den heer Pepoli, komen wij nader terug. De bemagtiging van het kaperschip der zuidelijke staten van Noord-Ameri ka, Florida door een noordel ij k oor logschip in de haven van Bahia schijnt aanleiding te zullen geven, volgens het fransch dagblad La patrie, tot vertoo. gen der europesche mogendheden bij de regering van den president Lincoln. Dc uitnoodiging om daartoe over te gaan zou, volgens bovengenoemd dagblad, door dc engel- sche regering aan de verschillende hoven gerigt worden. De laatste berigten van het amerikaansch oorlogstoo- neel melden dat de generaal Rood met eeue legerafdce- ling van drie duizend man naar Midden-Tennessee is opgerukt. Men heeft hier waarschijnlijk weder te denken aan een „raid"', gelijk noordelijken en zuidelijken zoo dikwijls ondernemen. Uit New-York wordt gemeld dat op 4 november de goud-agio 132^ en op 5 november des.avonds .bedroeg... Eomeinsclie kwestie. In dc zitting der italiaansche kamer van afgevaardig den heeft de markies Pepoli, een der onderteekenaars der konventie, eene redevoering uitgesproken, welke door. den telegraaf aldus wordt overgebragfc. De heer Pepoli kent zich het regt niet toe om de pole miek weder te openen, welke door de laatste depeche van den generaal do 'Ja Marmora gesloten is. Jlet voor- stol om den hoofdzetel des bestuurs naar elders over te brengen is gedaan door de italiaansche regering, welke daarbij de ondersteuning' der publieke opinie verwachtte. De tegenstanders der konventie, die de depeche van den generaal de la Marmora goedkeuren, moeten voor het wetsontwerp stemmen. De heer Pepoli vestigt voorts de aandacht der vergadering op liet verband hetwelk tus schen de fransch-italiaansche overeenkomst en andere europesche kwéstiën bestaat. De nationale partij, welke na den Krim-oorlog zegepraalde, is in Polen en in de her- togdommen vernietigd omdat men geweigerd heeft om ccn kou gres te doen houden. De zamenstelling eener lcoalitie was geene ijdele bedreiging. De italiaansche regering heeft dan ook de noodzakelijkheid begrepen om zich naauwer bü Frankrijk aan te sluiten en eene nieuwe toenadering in het westen van Europa voor te bereiden. De roraeinsche kwestie kon echter een hinderpaal vormen voor het tot stand komen eener alliantie van het vrijzinnig Europa. Frankrijk wilde de kwestie niet op- lossen dan met, bevrediging der katholieke geloofsover- 1 tuiging. De paus moest voor geweld gevrijwaard worden. Een gevoel van eer noopt den keizer om den paus niet .aan zijn lot over te laten, die als beschermd wordt door de herinneringen van zijne vrijzinnigheid gedurende de eerste jaren zijner regering. De konventie heeft in Europa een ontzaggelijken indruk gemaakt. Zij heeft Italië een hooger standpunt doen innemen, daar dc bezetting van Rome in de oogen van den vreemdeling j steeds eene vernedering; was. Zij verzekert de voortdu ring der eenheid, omdat de overbrenging der hoofdstad een ernstige waarborg is dat Frankrijk bet denkbeeld van een italiaanschen bond vaarwel zegt. Het overbren gen der hoofdstad in het centrum van Italië zal een lig- chaam 'geven aan hetgeen tot dusverre slechts dc ziel was. De spreker verwerpt geheel de vrees voor een af stand van grondgebied. De konventie ontheft de fraosche regering van de verantwoordelijkheid der reaktionaire politiek te Rome. Zij doet de nationale partij een verhe vener standpunt innemen. Men kan zoo gaat de heer Pepoli voort geene toenadering tot stand brengen door geweld, intrige, of schending eener overeenkomst, maar wel door zedelijke kracht. Eene gewelddadige oplossing zou voor langen tijd zelfs de vrijheid in gevaar breugen. Na de konventie blijft in Italië slechts de oostenrijksehe kwestie meer over. De toestand thans door de konventie in het leven geroepen dwingt de italiaansche regering om met de vrijheid voort te schrijden. De roraeinsche kwestie moet worden opgelost door de vernietiging van het feodaal ltome in de binnenlandsche aangelegenbeden en in de italiaansche wetten. De spreker dringt krachtig bij cle vergadering aan om alle verklaringen omtrent beginselen '■na'te laten, welke steeds de waardigheid des rijks kren ken. De verwerping der overeenkomst zou de alliantie i van het'vrijzinnig Europa vernietigen. Omdat Rusland en Duitschland de kwestie van Polen en de hertogdom- men zonder medewerking van andere mogendheden hebben opgelost, heeft Frankrijk in Italië aan de kwestie der bezetting van Rome eene oplossing gegeven. De lieer Pepoli hoopt dat de konventie het wederzijdsch vertrouwen zal herstellen tusschen Engeland en Frank- 1 rijk, geschokt door de weigering der eerste mogendheid om aan het kongres deel te nemen. De taak van Italië bestaat in het vergemakkelijken der verwezenlijking dier alliantie, waardoor alleen de zegepraal der liberale i denkbeelden mogelijk is. Ilij verwacht dat de vrijheid i in den strijd tegen de rcaktie''de.zege zal behalen. Hij herinnert aan de woorden des keizers: dat het doel der fransche politiek is de verzoening der kerk met de vrij- I beid. De formule van den graaf di Cavourde vrije kerk I in den vrijen staat, zal dit resultaat te weeg brengen. De i roraeinsche kwestie staat in verband met de vrijheid der i wereld. Dc toekomst der liberale partij in Europa is ver- i bonden met het bestaan van Italië. Rome en Oostenrijk hebben lnin gevoelen nog niet te I kennen gegeven; zij stellen hunne hoop nog op de on- I voorzigtigheid van het italiaansche parlement. Die hoop zal echter verijdeld worden, hetgeen reeds blijkt uit de groote kalmte welke te Turijn lieerscht. j In de zitting van gisteren heeft de president-minis- I ter de la Marmora ter toelichting van zijne redevoering, op zaturdag uitgesproken, medegedeeld dat hij ten op- 1 zigte der venetiaansche kwestie geenerlei bedreiging willen uiten of pressie uitoefenen. Hij zag in het behoud van Venetic voor den keizer van Oostenrijk noch belang noen eer, maar betreurde het dat er thans eene beweging aldaar is uitgelokt. Voorts verklaarde de minis ter nader dat ervan geen afstand van italiaansch grondge bied aan Frankrijk sprake kon zijn, hetwelk daardoor de rust van Europa ook niet zou willen verstoren. De lieer Mordini hield vervolgens eene redevoering ten voordeele van de verplaatsing der hoofdstad, maar ten nadeele der konventie. Exekuiie yan Erans Muller. Zondag avond ten 11 uur begon zich reeds eene tal rijke menigte te verzamelen op het gevangenispJein van Newgate, welke bij het aanbreken van den dag, toen liet schavot ten 31 uur werd opgeslagen, eene onafzienbare menschenmassa was geworden. Ten zeven uur verscheen de scherpregter op het schavot om de noodige toebe reidselen te maken, terwijl een korps kavallerie zich met geweld een doortogt baande om al to groote opeen- hooping van volk te verijdelen en zicli alzoo tegen alle pogingen om de exekutie te verhinderen, te kunnen ver zetten, "Weinige minuten voor S uur verkondigde vervol gens het luiden eener klok demabijzijn dekerkdat de ver oordeelde weldra op Me exckutic-plaats zou verschijnen. Inmiddels was de hoer Walbanm, een duitsch predi kant, die Muller herhaaldelijk in <le gevangenis bezocht had, omstreeks ten zes ure weer bij hem gekomen. Mul ler was vroegtijdig opgestaan en reeds geheel gekleed toen de goeverneur van Newgate met den predikant bij hem kwam. Hij scheen op dat oogeublik zeer kalm en volko men bereid, om zijn noodlottig uiteinde tegemoet te gaan. Ten half acht kwamen daarop de sheriffs en onder-sheriffs in de gevangenis en begaven zich naar het gewone lokaal, waar zij vroeger bij zulke gelegenheden hun ambtsgewaad aantrokken. Thans kwamen evenwel de sheriffs alleen met den gouden ketting en dc onder-she riffs met de andere insigniën van hunnen rang te voor schijn. Op het zelfde oogünblik werd Muller door twee geregtsdienaars uit zijne cel gehaald. Bedaard en met een vasten tred stapte hij tusschen ben beiden voort naar een ander lokaal, waar hij op de gebruikelijke wijze gebonden werd, terwijl de lntbersche predikant Lodewijk Cappell hem toesprak, en na afloop waarvan de lieer Davis, predikant der gevangenis, liet gebed voor den stervende opzeide en de verdere bij zulk eene -gelegenheid gebruikelijke plegtighedcn verrigtte. Onmiddellijk daarop begon de klok der gevangenis te luiden en begaf zich de stoet uit bet gebouw naar de plaats der teregtstclling. Aan het hoofd van den stoet zag men den predikant Davis, gevolgd door den veroor deelde met den genoemden luthersehen leeraar Cappell, die gestadig biddende met hem voortstapte. Muller toonde zich bij dit alles steeds nog bedaard; alleen werd het algemeen opgemerkt dat zicligpcuc doodeliike bleek heid over zijn gelaat verspreidde, terwijl men nu en dan duidelijk zag, dat hij zich met de predikanten tot een gebed vereenigde. Inzonderheid was dit het geval toen hij, met vasten tred de trappen van het schavot beklom men hebbende, zich aan de blikken der onoverzienbare menigte zag blootgesteld. Zij die niet te ver van de plaats verwijderd stonden, zagen alstoen dat de predikant Cappell met hem sprak. Naar men later vernam had deze hem op plcgtigen toon gevraagd„Ik vraag u nu voor het laatstzijt gij on schuldig?" Daarop had Muller geantwoord: „Ja, ik ben onschuldig!" Met meer klem rigtte Cappell thans andermaal tot hem de zelfde vraag: „Zijt gij onschuldig?" En weder was het antwoord: „God weet wat ik gedaan heb!" „Dus weet God ook dat gij dit gedaan hebt?" vroeg de predikant weer. Op die vraag zweeg hij. Daarop zeide Cappell„Ik vraag bet u nogmaals, plegtig en voor bet laatst: Hebt gij die misdaad begaan?" En nu volgde bet antwoord: „Ja, ik heb het gedaan!" Dit gesprek met den predikant had in het duitsch plaats gehad. Bij dit J laatste woord riep de laatste: „Goddank! Goddank!" en terwijl alsnu de beul zijn vreesselijk werk moest j aanvangen, verliet Cappell in diepe ontroering het j schavot en gaf aan de sheriffs op de vraag naar Mnller's laatste woorden ten antwoord, dat de veroordeelde zijne I misdaad beleden had. j Onmiddellijk daarna bedekte de beul Mullers hoofd met een witten kap en na hem deu strop om den hals gelegen te hebben, viel dadelijk het valluik. Het 1 hoofd van den schuldige viel op zij en hij scheen weinig I te worstelen. Ten acht ure was alles afgeloopen. Nog was de menigte niet verstrooid, toen het lijk I afgenomen werd. De geneesheer der gevangenis ver- I klaarde dat aan de wet was voldaan, waarna hetligchaam op de gewone wijze werd begraven. J Velen twijfelen intiisschen of Muller wel bekend heeft y I omdat de enkele uitdrukking van Muller: „ich habe es I getlian", door den predikant alleen gehoord, met. onver- j staanbare stem, in doodsangst uitgesproken, en in strijd met alle vroegere opgaven, niet genoeg zekerheid op- levert. I Muller heeft een verzegeld dokument achtergelaten, j hetwelk in handen der sheriffs is gesteld. Gisteren is eene beslissing genomen omtrent dc wijze waarop met dat stuk zal worden gehandeld; zij is ons echter nog niet bekend. 41 a nöfls b c r i a ten. (anraaaïïBiai'klesï esaa. Amstkkdam 16 november. Raapolie op zes weken 41. Lijnolie op zes weken 36J. fiViJy.ea van elFeüitca. Amsterdam 16 november. Nederland. België. Rusland. Italië. Spanje. Portugal. Griekenl. Turkije. Vereen.St? Illinois. Mexiko. Grenada. Certifik. Werkelijke schuld 2.1- pet. 604 dito dito dito 3 m dito dito dito 4 951 Aand. Handelmaatschappij 4-i Certifikaten bij Rothschild 2!,. 52 J" Obligation 1798/1816 5 94§ Certifik. Hope co 4 66 j'q- Oblig. dito 1855, 6e serie 5 81 dito dito Leening 1860 4£ 82* 6 Aand. spoorweg 184 S chat kist obilgat i n 4 56 i dito 1347/1852 2,i. 29 dito rente Amsterdam 5 79* dito nationale 5 63 Bank aktien 3 -- Leening 1861 5 Obligation (binnenlandsche) 3 441- 9 1 -ï 41,V Amortisable schuld Obligatiën 1853 3 45* dito 1856 -1862 3 dito (blaauwc) 5 Obligatiën (binnenl.) 6 45 ,V 43 fV 7 49 i dito 3 27 i dito afgestempeld dito 9 17if irei-raü Dejt-^nö'\-ec.ibei' gearriveerd tc Frederiksvern het bayKScbifli.Noorc&sfco', gezagv. P. Tobiassen, na een storm ')?ii ekipage waren in goeden toestand Gisteren is-ltc Vlissingen in de haven gekomen di^j^^e\iicis6^kc[^Jrier Francesgezagv. Stanley, van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3