1 r IS Üuitrnlcmö. presidentschap in Amerika ten snelste naar Europa over te brengen. Dit zal geschieden door een paar harer snelstvarende stoomschepen, die door opzettelijk hiertoe vastgestelde signalen, in verband met de telegraafdienst op zee het berigt zullen ontvangen, om alsdan onverwijld met alle kracht op te stoomen. In Engeland zijn op het resultaat der verkiezingen een aantal weddenschappen aangegaan. De gevallen regen heeft in Toskane ernstige over stroomingen veroorzaakt. Het water heeft den spoorweg van Toskane beschadigd en op verschillende punten zijn zelfs doorbraken ontstaan. In sommige streken zijn de dijken doorgebroken, telegraafpalen omvergeworpen en in aanbouw zijnde werken vernield. Volgens de laatste dépêches waren de lagere gedeelten van Florence onder- geloopen. De waterspiegel van den Arno stond gelijk met de borstweringen. Het slechte weder hield nog aan en er heerschte in de stad groote ontsteltenis. De bewoners van het beneden-gedeelte der gebouwen in de overstroomde straten hebben bijna al hunne bezit tingen verloren en onderscheidene gebouwen werden met instorting bedreigd. Het strooraende water heeft velden en wegen verwoest. Men onderstelt echter dat het aantal slagtoffers niet groot zal zijn. Betrekkelijk het regtsgeding van Muller komen voortdurend nog vele zaken aan het licht die een nieuw onderzoek en het uitstellen der excelcutie wenschelijk maken. De bekende vereeniging van duitschers heeft op nieuw in een adres aan de regering, waarbij zij de vol trekking van het vonnis tracht te voorkomen, onder scheidene bijzonderheden medegedeeld. Men weet dat bet vinden van den hoed van Muller in den wagen waarin de heer Briggs gezeten was zeer tegen hem getuigde. Dit bewijs wordt evenwel aanmerkelijk geschokt, door dien dingsdag voor den magistraat in Worschipstreet, de persoon Blyth en diens vrouw, bij wien Muller had gewoond, en die als getuigen a charge waren verschenen, eene beëedigde verklaring hebben afgelegd dat Muller des zondags den zelfden hoed droeg, dien hij den vorigen avond op had, toen de moord werd gepleegd. Een ander belangrijk feit is, dat een fransch baron, te Londen woon achtig, André Masséna genaamd, ook voor den zelfden magistraat bij eede heeft verklaard, dat hij in den avond toen de moord plaats had, te Mile-End een vriend ging bezoeken en dat hij op weg naar het Hackney Wick- station verdwaald zijnde, teregt kwam bij een dijk, tus- schen genoemd station en dat van Bow, en dat terwijl hij aan een arbeider naar den weg vroeg, een man voorbij kwam, van het hoofd tot de voeten bebloed en wagge lende op zijne beenen; dat die man hem en den arbeider ontweek en den weg van het kanaal insloeg. De heer Masséna konstateert in zijne verklaring tevens, dat hij van hetgeen hij gezien had aan den inspekteur Clarke had kennis gegeven, die daarnaar, zonderling genoeg, geen verder onderzoek heeft ingesteld. De duitsche maatschappij is zoo als men weet er ook in geslaagd, den kramer op te sporen, van wien Muller beweert het horolo- gie en den ketting gekocht te hebben. Die kramer nu erkent destijds een ketting en een horologie aan iemand in de docks verkocht te hebben, ofschoou hij beweert dat het horologie van zilver was. Voorts blijkt nu ook dat Muller, om te bewijzen dat hij den avond, toen de moord werd gepleegd, ineen omnibus van Camberwell Gate had gereden, als een opmerkelijk incident had verklaard, dat juist bij het instappen in den omnibus een groote bruine hond een jongen aanvloog, hetgeen een oploop van men- schen veroorzaakte. Tot bevestiging heeft de maatschappij nu een mededeeling van zekeren W. Greaterex ontvan gen. die zegt ooggetuige te zijn geweest van dat incident, terwijl hij er bijvoegt, dat het precies 9 uren 8 minuten was, toen dit gebeurde. Men berekent dat wanneer dit nu waar is, Muller onmogelijk bij tijds aan het Fenchurch station kan zijn geweest om van daar nog met den trein van 9 ure 50minuten, waarin de heer Briggs was geweest, te vertrekken. Al die omstandigheden te zamen trekken zeer de aandacht en worden zoowel door onze dagbladen als het publiek druk besproken. De bibliophile Julien heeft ontdekt dat de kreet: „Hé Lambert" of liever het lied van dien naam, over welks oorsprong reeds zoo veel is geschreven, ontleend is aan een lied, getiteld„Mevrouw Lambert, die haren in de kruistogten overleden man betreurt," hetwelk sedert onheugelijke tijden in de omstreken van Villelambert Vaulambert en Gué-Lambert van het oude Armorica (Bretagne) wordt gezongen. De schrij ver haalt een koepiet daarvan aan, waaruit blijkt dat geheele strofen van het oude lied in het nieuwe zijn overgenomen. Als een bewijs dat Lambert nog altijd in de mode en niet gevonden is, verhaalt men het volgende: Een belang stellend reiziger op den sneltrein van Parijs naar Marseille is dit ten zijnen koste gewaar geworden. Toen de trein eenige oogenblikken te Magon ophield, stak hij het hoofd door het portier, en vroeg aan den stationschef aldaar „He, mijnheer, hebt gij Lambert ook gezien?" „Jawel," antwoordde deze terstondheel kalm. „Wees dan zoo goed en toon mij hem eens," hernam de reiziger. „Dat is eene kleine moeite," zeide de chef, en noodigde hem uit, hem te willen volgen. De medereizigers zagen den chef voor oen onnoozel mensch aan, die beet genomen werd; maar deze brengt den grappenmaker in eene wachtkamer, sluit de deur af, gaat heen en laat den trein vertrekken. Of de reiziger al schreeuwde en razend was, het baatte hem niets. Na verloop van een minuut of vijf komt de stationschef terug, doet de deur open en zegt: „Mijnheer Lambert was niet op dezen trein, maar hij komt met den eerstvolgenden." Onze reiziger zal zich voortaan wel wachten te vragen: „Waar is Lambert?" De berigten uit Bahia melden nog aangaande de bemagtiging van het kaperschip Florida der zuidelijken, dat de kónsul der vereenigde staten die stad heeft ver laten aan boord van de Wachuset, die eerstgenoemd schip de haven uitsleepte. Het gepeupel heeft den vol genden dag de woning van den konsul geschonden. Men verneemt, dat de new-yorkscbe handelsstand 500.000 dollars als belooning op het onschadelijk maken van de Florida had gesteld. Het huisgezin van Abd-el-Kader, 20 personen sterk, is dezer dagen te Marseille gearriveerd. Het komt van Philippeville en scheept zich in naar Damaskus, waar de emir gevestigd is. Maandag 11. heeft er weder een hevige buskruid- ontploffing plaats gehad en wel in de fabriek der firma Hall, te Davington nabij Fakersham. Het ongeluk ge beurde des namiddags ten 3 ure; een gedeelte van een tot de fabriek behoorend gebouw vloog in de lucht; twee arbeiders die daar aan het werk waren, werden een heel eind weggeslingerd en eerst geruimen tijd later werden hunne misvormde lijken uit de puinhoopen opgedolven. Er was geen groote voorraad buskruid aanwezig; toch was de ontploffing zoo hevig dat, hoezeer de steenen muren van het gebouw grootendeels zijn blijven staan, niet alleen alle raachineriën totaal vernield zijn, maar ook een aantal voor het huis staande boomen bij de tak ken zijn afgeknakt. Omtrent de oorzaak der ontploffing is nog niets bekend. Voor eenige dagen, bij gelegenheid der opening van de geneeskundige school te Parijs, is de minister van onderwijs op hevige wijze uitgefloten. De zaal was namelijk stampvol, zoodat eenige studenten, die bij de deur stonden, gedwongen waren hunne hoeden op het hoofd te houden. Toen de minister het woord opnam om zijne redevoering uit te spreken, begon hij met de opmer king dat de studenten blootshoofd moeten staan, wanneer zij zich in bijzijn van zulke achtenswaardige hoogleer aren met grijze haren bevinden. Daarop ving een hevig gefluit aan. De minister was eenigzins ontroerd door die manifestatie, maar zette zijne redevoering voort, hij geraakte echter in de war en rigtte eenige raadgevingen omtrent hun volgend leven tot de studenten, waardoor het gesis en gefluit algemeen werd en de minister ge dwongen was zijne redevoering zoo spoedig mogelijk af te breken. Meteorologische waarnemingen, gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 2 ure. Oktober november 1864. 5 P =J 1 p e E? «i P s Aanmerkingen. Ui |ÊH 5 CO 30 No.t.O 7 731.8 9.0 0.80 7.30 0.0 bewolkt helder. 310. NO. 10 768.4 8.6 0.70 6.24 0.0 ligt bewolkt held. Ij O. NO. 11 768.1 8.0 0.66 5 70 0.0 ligt bew. held. heij. 2 No.t.N. 6.5 765.2 6 6 0.82 6.64 00 bewolkt helder. 3 Not.N. 3 769.1 8.4 0.79 7.00 00 helder. 4 W.N W 6 773.4 10.8 0.86 8.78 0.0 mist helder. N. t. O. N. 1S7Ü0. 12 763.5 10.4 0.71 7.10 0.1 betr.regen bewolkt. De grootste wind kracht is geweest den 20 oktober 's middags of 769,1 li,73 0,76 8,G 1 1,63 ten 6 ure, Z. t. W. NO. t. O. Gemiddelde druk 27 p. op de vierkante el, zwaarste druk 48 p. op de vierkante el. Dc onderste regel bevat de opgaaf der gemiddelde meteorologische waarnemingen gedurende de maand oktober, des middags ten 2 ure. Verknopingen en aanbestedingen. Eergisteren zijn te Oostburg ten verkoop aangeboden de volgende perceelen I. Eene hofstede met 14 bund. 79 roed. erf, tuin boomgaard, wei- en bouwlanden in den Oranjepolder te IJzendijke, 7 bund. 16 roed. 60 ellen bouwland in den Zachariaspolder aldaar en 5 bund. 43 roed. 30 ellen bouw land in den Prins Willempolder te Schoondijke; ver kocht voor 30.300. II. Een arbeidersplekje met 33 roed. 20 ellen in den Jonkvrouwpolder te IJzendijke; verkocht voor ƒ935. III. 1 bund. 31 roed. 70 ellen bouwland, ge legen alsvoren; verkocht voor 2.450. IV.Een hofstedeke met 4 bund. 3 roed. 60 ellen wei- en bouwland in den Ameliapolder teBiervliet; verkocht voorƒ6.400. V. 1 bund; 82 roed. 40 ellen bouwland en erfpacht-grond, alsvoren verkocht voor ƒ1.800. VI. 3 bund. 58 roed 20 ellen, alsvoren; verkocht voor 3.900. VII. 2 bund. 48 roed. 10 ellen bouwland, alsvoren; verkocht voor ƒ4.060. VIII. 2 bund. 20 roed. 20 ellen idem, in den Oranjepolder te Biervliet; verkocht voor ƒ4.120. IX. 4 bund. 50 roed. 60 ellen idem, in den Elizabethpolder te Breskens; ver kocht voor ƒ6.000. X. 3 bund. 9 roed. 80 ellen idem, alsvoren; verkocht voor ƒ4.000. XI. 3 bund. 5 roed. 70 ellen idem, alsvoren; verkocht voor 4.300. Alles behalve de taxatiën der boomen en onkosteu. Thcrmoiuete rstaud 11 noy. 's av. 11 u. 30 gr. 12 's rnorg. 7 u. 29 's midd. 1 u. 36 gr. Staten generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van donderdag, 10 november. Hervatting der werkzaamheden. De heer Rochussen, nieuw benoemd lid in het kiesdis- trikt Amsterdam, heeft zijne geloofsbrieven ingezonden, die gesteld zijn in handen der heerenDullert, Kappeijne van de Copello en Luyben. Voorts zijn ingekomen de navolgende wetsontwerpen 1. tot onteigening van perceelen voor den spoorweg van Meppel naar neereveen; 2. tot regeling der ontvangsten en uitgaven van het pensioenfonds voor burgerlijke amb tenaren óver 1865 en 3. 16 ontwerpen tot bekrachtiging van provinciale belastingen. Nog zijn ingekomen eenige regeringsverslagen, die in handeu van kommissiën zijn gesteld, petitiën en boekwerken. De eindverslagen ziju gereed over de wetsontwerpen tot regeling van het geneeskundig staatstoezigt en tot vaststelling van het beleid der regering in West-Indië. De dag der beraadslaging zal later bepaald worden. Zatnrdag ten 11 ure zal beraadslaagd worden over het wetsontwerp houdende goedkeuring der overeenkomst betrekkelijk de goederen van St. Agatha. Vaststelling van de reglementen op het beleid der regering in de koloniën Suriname en Curagao. E indoerslag. Verscheidene leden verklaarden zich nog geenszins geneigd tot eene bevestigende beantwoording der vraag, of de invoering van konstitutionele instellingen in Suri name geoorloofd en wenschelijk is. Zij betwijfelden of hierdoor geen afbreuk werd gedaan aan het opperbestuur des konings over de koloniën. Doch zelfs afgescheiden daarvan en alleen met het oog op de wenschelijkheid, konden zij geen bevestigend antwoord op die vraag gevende surinaamsche maatschappij is voor den kon- stitutionelen regeringsvorm nog niet genoegzaam ont wikkeld. De meeste leden bleven echter bij de reeds vroeger geuite meening, dat de proef zonder gevaar te wagen is en eenige zagen daarin zelfs het middel om nieuwe levenskracht in dat kwijnend en toch zoo vruchtbaar gewest te wekken. Van verkorting van 's konings prero gatiefkan geen sprake ziju, daar het bestuur in 's konings naam uitgeoefend blijft door een goeverneur, door hem benoemd, en die het regt heeft om, al is het dan ook tijdelijk, wetten en verordeningen te schorsen of buiten werking te stellen terwijl een veto aan de kroon blijft voorbehouden. Bij hernieuwing drukte men op de wenschelijkheid van de bevordering der immigratie naar dc kolonie Suriname, al ware het door de emancipatiewet te veran deren en den staat zeiven met den aanvoer van arbeiders te belasten. Algemeen overxlgt. De opening van den oostenrijkschen Reichsrath is op maandag bepaald, en met des te meer belangstelling wordt zij ditmaal te gemoet gezien daar men verwacht dat de regering nu weldra in de noodzakelijkheid zal zijn zich omtrent verschillende staatkundige aangelegen heden te verklaren, waarbij het dan blij keu zal wat men van deu nieuwen minister van buitenlandsche zaken zal mogen verwachten. Zeer waarschijnlijk echter maakt men zich omtrent Oostenrijk's gewijzigde staatkunde illusies. De heer von Mensdorff zal toch vermoedelijk, in plaats van een nieuw stelsel te doen aannemen, zich naar het bestaande schikken, even als de heeren von Schmerling en von Rechberg zich daarnaar geschikt hebben, want niets laat verwachten dat men in Oosten-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2