MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 180. Zaturdag 12 November. 1864. Editie van vrijdag avond 8 ure. Middelburg 11 november. Bij de tweede kamer der staten generaal is ingekomen bet wetsontwerp tot. bekrachtiging der heffing ten behoeve dezer provincie: avan 7 opcenten op de hoofdsom van de grondbelasting over 1865, en b. van 7 opcenten op de hoofdsom van de belasting op het personeel over de dienst 1865/66. Uit het antwoord der regering op het voorloopig verslag der tsveede kamer nopens de begrooting-voor binnenJand- sehe zaken wordt o. a. gezegd dat, hoewel het denkbeeld orn vrouwen voor de telegraafdienst op te leiden aanlok kelijk moge wezen, de bezwaren daartegeu van dien aard zijn, dat voor 's hands aan de verwezenlijking van dat denkbeeld niet te denken valt. Door de provinciale kommissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in Zeeland, is geëxamineerd en bevorderd tot stedelijk heelmeester de heer J. J. de Bats. Uit Aardenburg schrijft men ons van 10 dezer „De klagten over het postwezen die ik u laatst mede deelde verminderen niet, ja worden zelfs meer algemeen, voornamelijk is dit het geval met de brieven die vau Amsterdam komen, de vorige week is van daar een brief met een zeer duidelijk adres, en waarbij nog wel vermeld was, dat onze plaats in Zeeland lag, verzonden naar ïïar- denberg. Na eene vruchtelooze reis naar Zwolle kwam hij hier eendag to laat; hetergsfe was dat hierdoor financieel nadeel geleden werd. In junij 11. ontving iemand die zich ten gevolge der herhaalde misslagen tot den minister gewend had, van dezen de verzekering dat ten gevolge der gegeven voorschriften, het niet weder zou gebeu ren; thans heeft hij weder zes bewijzen in handen, dat brieven en drukwerken van verschillende plaatsen ver zonden óf een dag te lang onderweg óf naar geheel ver keerde plaatsen verzonden geweest zijn." Te Nieuwvliet werd dezer dagen afgekondigd dat, ter vervulling der vakature ontstaan door het overlijden van den heer M. Contant, tot waarnemend ontvanger-griffier van de Groote Siut-Auna- en Nieuwenhovenpolders is benoemd de heer H. G. Hammacher jr., te Groede. Op den staat van nalatenschappen van militairen, be hoord hebbende tot de landmagt in Nederlandsch Indië, invorderbaar bij het departement van koloniën in Neder land, komen onder anderen voor de namen van Abraham Anemaet, laatste woonplaats Goes, den 8 junij 1858 met het schip Grondwet als fourrier vertrokken en den 6 januarij 1863 als sergeant te Barabei-ie overleden, nalatende een geldelijk bedrag van ƒ25,844; Johannes Beheijdt, geboren den 11 mei 1827 te Middelburg en aldaar laatst gewoond hebbende, den 11 november 1852 als fourrier met liet schip Nijverheid vertrokken en den 15 februarij 1863 als korporaal schrijver te Banjermasin overleden, nalatende een geldelijk bedrag van ƒ21,31; 1 Desiderius Toelen, geboren en laatst wonende te West-' dorpe, den 19 jnlij 1857 met de Admiraal Piet Hein als soldaat vertrokken en den 10 november 1862 als zooda nig te Padang overleden, nalatende 50,72.|; Jacobus Verhage, den 7 december 1817 alhier geboren, den 3 sep tember 1852 met het schip Delft als kavallerist vertrok ken en den 4 november 1862 als zoodanig te Salatiga overleden, nalatende ƒ7,46; Jan Tramper, geboren en laatst wonende te Wolfaartsdijk, den 10 december 1848 als sergeant met het schip Flendrika vertrokken en den 12 mei 1861 als adjudaut-onclerofficier te Moeara Kompeh overleden, nalatende een geldelijk bedrag van ƒ62,264. Wij vernemen dat te Rotterdam de firma Huding en Pieters hare betalingen gestaakt heeft, naar men verze kert met een passief van 11 inillioen. Z. K. H. de prins van Oranje, die voornemens was eenige dagen van het jagtvermaak in de omstreken van Tilburg gebruik te maken, heeft dingsdag onverwachts, op het ontvangen van een telegram, die stad verlaten en is des avonds in de residentie teruggekeerd. Gisteren morgen is Z. K. II. naar Compiegne vertrokken. Men schrijft ons uit 's Graveuhage vau 9 november: „De gezondheidstoestand van prinses Marie, dochter van prins Frederik, had in den afgeloopen zomer aanlei ding tot ernstige bezorgdheid gegeven. Eene zware borstaandoening, van bedenkelijke verschijnselen verge zeld, maakte verandering van lucht, als beste genees middel, wenschelijk. De prinses heeft zich daarop naar Zwitserland begeven en verscheidene maanden in de omstreken van Vevay doorgebragt, met zulk een gunstig gevolg, dat zij hier gisteren - geheel hersteld, naar men verzekert is teruggekeerd. Het berigt van deze her stelling is hier met algemeene blijdschap vernomen. „Een treffend staaltje hoe ver de partijzucht in som mige landen gedreven wordt, r ert het gebeurde met den spaauschen gezant bij het nederlandsehe hof, don J. Rascon. Deze had pas zeer kort geleden zijne geloofs brieven aan onzen koning overhandigd en hier ter stede een groot hotel gehuurd, waar hij nog niet eens geëtablis- seerd was, en nu is hij, ten gevolge van de verandering van ministerie in Spanje, reeds weder terug geroepen, om vervangen te worden door den heer Alvaredo, die nog niet aangekomen is, doch zich wel baasten mag, daar het schijnt dat het politieke leven van een spaansclien ambassadeur zeer kort van duur is. „De verkiezing voor onzen gemeenteraad van gisteren heeft een praktisch bewijs opgeleverd voor de waarheid van het spreekwoord: „twee honden vechten om een been, de derde loopt er snel mee heen." De verschillende partijen wilden ieder hun kandidaat doordrijven, de katholieken den heer Weve, de liberalen den heer Jolles. Daarom vereenigde alles wat niet liberaal en niet katho liek is, zich op den heer Schuurbeque Boeije, oud-lid der tweede kamer vau 1853, die dan ook met meerderheid yan stemmen gekozen is." Men schrijft ons uit Amsterdam van 9 november „Toen uw scliiedamsche korrespondent in de eerste helft dezes jaars het faljissement van den makelaar Rijnbende berigtte, sprak hij eenige scherpe woorden van afkeu- riug uit over de partijdige houding der hollandsche bladen, die niet snel genoeg de bijzonderheden van een faljisse ment of opligterij weten mede te deelen wanneer de faljiet een man uit den kleinen- of den middenstand is, doch als het graf zwijgen wanneer het een zoogenaamd voornaam heer betreft. Dan heet het in partikuliere ge sprekken met de redakteürs, dat men de eer der famiclje wil sparen; maar de famielje van den minderen man schijnt nooit eenige eer te bezitten, die het bewaren waardig is. Het zelfde verschijnsel doet zich nu weder voor, ten aanzien van de faljissementen (of, gelijk voor zulke groote zaken het groote woord is: „stakingen van betaling"), waarvan thans onze hoofdstad het tooneel is. Om van de kleinere niet te spreken, zal ik drie groote noemen: 1. Wijthoff, suikerraffinadeur, naar men wil 2 millioen passief; 2. Mendel, bankier der maatschappij tot exploitatie der staatsspoorwegen, direkteur van het crédit foncier van Oostenrijk, laatstelijk konsul-generaal van Oostenrijk en thans voor zijne gezondheid op reis naar Amerika, eene zaak zóó verward, dat het passief nog op geen half millioen na te begrooten is; 3. Posno, konsul-generaal van Tui-kije, een passief van 2£ millioen, waaraan de ongelukkige omstandigheid verbonden is, dat meer dan duizend famieljes, die hunne gelden aan dat huis toevertrouwd hadden, in meerdere of mindere mate geruïneerd zijn. „De uitslag der laatste verkiezing voor de staten generaal alhier, waarbij de heer Rochussen de overwin ning heeft behaald, moet menigeen verwonderd hebben. Terwijl de liberale kandidaten hier in junij met 1200 stemmen zegevierden, vereenigde thans de heer Heems kerk Veeckens er slechts ruim 550 op zich. Ingewijden geven echter eene explikatie, die het raadsel oplost: in junij hielpen katholieken en Israëlieten de liberale kan didaten ondersteunen; den 3 november daarentegen bleven beide kategoriën thuis: de katholieken, omdat hun door den bisschop (om welke reden is mij onbekend) bevolen was zich vau deelneming te onthouden, deisraë- lieten, omdat de heer Godefroi zijn invloed, die onder zijne geloofsgenooten te Amsterdam groot is, ten behoeve van den heer Rochussen had aangewend; de israëlieten, die niet op dezen laatsten wilde stemmen, bleven nu althans welstaanshalve thuis. In (lien stand van zaken hadden de konservatieven vrij spel," benoemingen en heslniien. ministkriëcr departs mbnten, Pensioen verleend ten laste van den staat aan C. H. Susan, gewezen kom mies, en aan J. F. Sclilosser, gewezen adjunkt-kommies bij het ministerie van binnenlandsche zaken, respekti- velijk ten bedrage vau ƒ1233 eu van 1000 's jaars. Öp verzoek eervol ontslagen de kommies bij het depar tement van binnenlandsche zaken C. L. Schmit. onderwijs. Benoemd tot leeraar in bet schoonschrij ven aan de rijks hoogere burgerschool met öjarigen kursus te Groningen,de heer H. L. Limborgh, onderwijzer aldaar, üerknieuws. In de avondgodsdienstoefening der hervormde ge meente te Koudekerke, eergisteren gehouden, maak t c de predikant J. E. Steenbakker Morilyon Loysen de gemeente bekend, dat hij eene beroeping naar de gemeente Gouderak, klassis Gouda, heefc ontvangen. Tot predikant bij de hervormde gemeente te Re- tranchement is beroepen de heer H. G. Wittebol, kandi daat te Amsterdam, die het beroep heeft aangenomen. liet onlangs door ons medegedeelde berigt, volgens hetwelk drie predikanten hunne betrekking zouden hebben.nejlergeiegd, wordt, voor zoo veel den heer W. C. Groenevelt te Monnikendam betreft, door de Purmerender courant tegengesproken, die dit berigt een bepaalde leugen noemt. Marine en leger. Met den 16 dezer wordt de luitenant ter zee le klasse jhr. A. Meijer, thans non-akfcief, geplaatst op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord. De adelborst le klasse J. D. A. Nederburgh, tlians bekooreude tot de rol van Zr. Ms. korvet Prins Maurits der Nederlanden, wordt met den 11 dezer overgeplaatst in de rol van het wachtschip te Willemsoord. Bij het departement van marine is uit Porto Grande (St. Vincent, Kaap-Verdische eilanden) van den kapi tein ter zee J. van der Meersch, kommanderende Zr. Ms. schroefstoomschip Zoutman, het berigt ontvangen van de aankomst aldaar van dien bodem op den 15 oktober jongstleden. Genoemde kommanderende officier deelt mede dat alles wel aan boord was en dat hij den 18 oktober daaraanvolgende zijne reis naar Batavia zou voortzetten. Slaats-courant Koloniën. De met de fransehe mail uit Oost-Indië ovevgebragte tijdingen van Batavia loopen ze tot 26 september luiden over het algemeen gunstig. De cholera-epidemie is nagenoeg verdwenen, hoewel zich nu en clan nog gevallen voordoen welker uitslag veelal doodelijk is. De berigten van Borneo's westkust blij ven geruststellend. Etegtszakeii. In ons nommer van 20 junij des vorigen iaars wezen wij er in ons berigt omtrent eene vervolging voor de arrondissements regtbank alhier op, dat regterlijke ver volgingen ter zake van verstoring der godsdienstoefe ning, bij de vele hier behandeld wordende zaken, tot de zeldzaamheden behooren. Thans moeten wij echter weder op een geval daarvan wijzen. De bewering destijds van de zijde der verdediging aangevoerd, dat in kleine gemeen ten zoo dikwijls onaangenaamheden voorvallen, die niet zelden in kerkeraads-vergaderingen en zelfs bij de gods dienstoefeningen worden weergevondenen dat zulks bij de israëlitische gemeente te Vlissingen meermalen plaats heeft," is dezer dagen gebleken niet van grond ontbloot te zijn. De arrondissements regtbank heeft namelijk gisteren andermaal Mozes Hacker te Vlissingen schuldig verklaard aan het op den 17 september jl. afbreken der godsdiensoefening door het verwekken van beroering of wanorde in het kerkgebouw der israëlitische gemeente aldaar, daar de voorzanger door eenige luide uitroepen van den beklaagde verhinderd werd de dienst voort te zetten. De beklaagde is mitsdien, oj> grond van art. 261 van het wetboek van strafregt en art. 1 der wet van 22 april 1864, veroordeeld tot een geldboete van ƒ10 en eene gevangenisstraf van zes dagen, alsmede in de kostende boete, zoo noodig, te verhalen bij ljfsdwang. In den nacht van 15 op 16 oktober jl. had op den Kinderdijk alhier, zoo als wij destijds mededeelden, straat- rnmoer plaats, daar de glasruiten en de houtjes dei- ramen in de tapperij van D. J. de Vos, wed. de Buk, werden stuk geslagen. De dader van dit feit, Adriaan Verbeek, 31 jaren oud, koopman in varkens alhier, stond gisteren dien ten gevolge voor de arrondissements regt bank teregt. Een viertal getuigen waven gedagvaard, wier verklaringen in hoofdzaak inhielden dat de be klaagde de ramen en glasruiten had stuk geslagen uit wrevel dat hij uit de genoemde tapperij verwijderd werd gehouden. De beklaagde zelf gaf voorbeschonkeu te zijn geweest bij het plegen der daad en eerst den volgenden dag daarvan kennis te hebben gedragen toen hij zijne han- j1 den gewond zag. Omtrent clen graad zijner dronkenschap waren de verklaringen der getuigen verschillend. Vol gens het openbaar ministerie deed het er echter niets toe i of de beklaagde al of niet beschonken geweest zij, daar hij in allen gevalle „met opzet" zich aan het hem ten laste gelegde feit heeft schuldig gemaakt, liet rekwireerde mitsdien de schuldig verklaring van den beklaagde en veroordeeling tot gevangenisstraf van eene maand tot een jaar en eene geldboete van ƒ25onder opmerking dat de beklaagde reeds vroeger herhaaldelijk is veroordeeld. De regtbank heeft den beklaagde schuldig verklaard aan het moedwillig verbreken van afsluiting, doch bij haar vonnis in aanmerking genomen de geringe toege-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1