geb. Janson, d. S. A. de Hond, geb. Glcrum,z. S.M.Klaas-
sen, geb. Versprille, z. II. Blom, geb. Dodmond, d. T. M.
Bakker, geb. Goossen, z. P. Koekkoek, geb. Schog, 2 z.
Overleden: E. Bannet, d. 6 \v. J. Bannet, z 6 w.
Zierikzkk. GehuwdS. Alburg, jm. 23j.met J. Ooster
ling, jd. 25 j.B. Schoenmaker, jm. 25j. met J.van't Klooster,
jd. 28 j. H. A. Buth, wednwn. 49 j. mot J. Walkier, wed.
40 jaar.
Bevallen: W. de Braai, geb. Schaap, d. C. Nardten,
geb. Gerritsen, d. A. Kalb, geb. Huf, d. O. Schilling, geb.
Reynhout, d. W. D. Spetters, geb. Schoenmaker, z.
Ct. Hoose, geb. Spee, d. M. A. Herstein. geb. Vos, z.
Overleden: M. C. de Grar.ff, man van M. van Sas, circa
38 j. Z. F. Verhuist, weduwn. 72 j. J. M. Douw, d. 19 m.
A. C. Schoenmaker, d. 3 j. M. G. Posthuraa, jd. 77 j.
W. D. Schoenmaker, vrouw van F. Spellers, 32 j.
Tlïtrniobetcrstand
5 nov. 's av. II u. 43 gr.
6 'smorg. 7 u. 38 gr.'s midd. 1 u. 41 gr. 's av. t L u. 34 gr.
7 's morg. 7 u. 29 's midd. 1 u. 35 gr.
blaten generaal.
TVVEKDK KAM EU.
Hoofdstuk III A der begrooting voor 18S5. (Buit6nlandsche zaken.)
rie van beantwoording.
De regering kan niet voldoen aan den wensch om bij
de memorie van toelichting uit eigen beweging meer
mededeelingente doen dan tot staving der cijfers noodig
zijn. De memorie zou anders een verslag over onze bui-
tenlandscheaangelegenheden worden, dat öf oppervlakkig
en niets beteekenend zou zijn öf gevaarlijk zou kunnen
worden.
De vermindering der lasten, die op de Rijnvaart druk
ken, wordt door de regering in 't oog gehouden en zij
laat gecne gelegenheid voorbijgaan om de duitsche
oeverstaten daartoe te bewegen.
De definitieve sluiting van het handelsverdrag met
Frankrijk zal eerst kunnen volgen wanneer de plaatse
lijke akcijnscn zijn afgeschaft en het wetsontwerp tot
regeling der indische tarieven zal zijn aangenomen.
De regering treedt in eene breedvoerige uiteenzetting
van ons geschil met België over de beurzenstichtingeu,
waaruit blijkt dat de belgische regering verlangt dat de
nederlandsche beursgenieters in België zullen studeren,
terwijl het nederlandsche goevernement verlangt dat zij
dit in Nederland zullen doen.
In Japan werken de nederlandsche oorlogsschepen in
overeenstemming met die der andere zeemogendheden.
Gezamenlijk hebben zij dan ook volgens telegram de
passage door d^ engte van Simonoseki geforceerd zonder
belangrijk verlies te lijden, waarna de japanners, die
eerst weder de zaak op de lange baan hadden willen
schuiven, om den vrede verzocht hebben. Er zijn thans
vier uitmuntend bemande en gewapende nederlandsche
oorlogsstoombooten in Japan.
Met China is den 6 oktober 1363 een traktaat van
handel en vriendschap gesloten, waarbij ons gelijke reg-
ten en voordeden worden verzekerd als aan andere
natiën zijn of zullen worden toegekend.
'Auitc nUuiii
Algemeen overzigt.
De onzen lezers bekende depêche van den italiaanschen
vertegenwoordiger bij het franschc hof, den heer Nigra,
over het traktaat van 15 september, heelt ten gevolge
gehad dat de, regering van keizer Napoleon een tweetal
depeches aan haren vertegenwoordiger te Turijn hééft
gerigt, welke thans door den Moniteur worden medege
deeld. Het officieel orgaan laat aan die mededeeling
bovendien het volgende voorafgaan: „De aan het itali-
aan3ch parlement medegedeelde stukken zijn door de J
fransche en bnitenlandsche dagbladpers gekommenta- i
rieerd op eene wijze waardoor men den zin der konventie j
van 15 september trachtte te vervalscben. De regering i
des keizers en die des kon inga van Italië hebben zich I
daarom door eene nieuwe gedachtenwisseling moeten ver
gewissen van de overeenkomst hunner inzigten. De hier
volgende stukken geven blijk van de volkomen loyaliteit
der van weerszijden gegeven inlichtingen omtrent dit
punt en de overeenstemming, welke daarvan het gevolg
is geweest."
Behalve een aantal uitdrukkingen, waarin, gelijk men
zal kunnen opmerken, op dc aan Rome toegebragte won
den eenigen balsera wordt gelegd, blijkt ons uit de
depeche van 80 oktober, dat de fransche regering bij
eene binnenlandsche revolutie te Rome „zich hare vrij
heid van handelen voorbehoudt."
Heeft derhalve de heer Nigra getransigeerd met zijne
verzekeringen in zijne depeche geuit, waarin werd
gezegd „dat deze konventie de konsequer.tie was van
het beginsel van non-interventie, zoo dat de politiek, in
het vervolg door Italië ten opzigte van Rome in acht te
nemen, bestaan zal in het handhaven en doen handha
ven van dit beginsel." Had de heer Nigra dus volgens
zijne vroegere verklaring niet moeten toegeven dat
Frankrijk voor het geval eener revolutie te Rome zich
zijne vrijheid van handelen kon voorbehouden van de
zijde der fransche regering kon moegelijk, nu dit punt
ter sprake werd gebragt, iets anders worden gezegd al
is dit niet de handhaving van het onlangs zoo luide ver
kondigd beginsel van non-interventie.
Te verklaren dat eene binnenlandsche revolutie onge
stoord Rome tot Italics hoofdstad zou kunnen maken,
kon toch niemand verwachten. Daartoe heeft keizer
Napoleon een der steunpilaren van zijn troon te zeer te
ontzien: die welke hem de ondersteuning der roomsch-
katholieke geestelijkheid heeft gebouwd. Want men ver-
gete toch niet dat ;deze-geestelijkheid wel onder de
tegenwoordige omstandigheden weder een eenmaal ver
vloekten Bonaparte wil ondersteunen omdat zij on
gaarne eene onzekere toekomst te gemoet gaat
maar op een gegeven oogenblik haren magtigen arm
weder tegen haren „van God gegeven gebieder" zouden
kunnen rigten. Van daar dus de groote voorzigtigheid
welke de:keizer van Frankrijk in de romeinsche kwestie
moet in acht nemen.
Zaturdag heeft te Koppenhnge de opening der zittin-
i gen van den Rigsraad zonder troonrede plaats gehad.
Behalve de bekrachtiging van het, in Uit noramer voor
komend definitief vredestraktaat met Oostenrijk en
Pr nissen, zal .aan de beraadslagingen van dit staatslig-
chaam worden onderworpen een wetsontwerp tot wijzi
ging der grondwet, -noodig met het oog op den afstand
der hertogdommen.
De kommissie uit dc deensche Folkething, belast met
het uitbrengen van advies omtrent het verleenen van
autorisatie ter vervolging van den heer Bille, lioofd-
redakteur van Dagbladet en lid van bovenbedoeld
deensch staats-ligchaam wegens hetonzen lezers bekende
artikel, waarin werd betoogd dat koning Christiaan
i geene regten meer bezit op de deensche kroon heeft
geadviseeid om de gevraagde magtiging aan den minis
ter -van justitie te verleenen.
Volgens berigteu uit New-York van 26 oktober was
den generaal Price der zuidelijken eene belangrijke
nederlaag toegebragt.
Romeinsche kwestie.
DE .MINISTER VAM BUITEMLAMDSCI1E ZAKEN DES KEIZERS
AAM DEM BARON DE MALARET, VERTEGENWOORDIGER
VAM FRANKRIJK TE TURIJN.
Parijs 30 oktober 1864.
Mijnheer de baron, gisteren had ik den heer ridder
Nigra uitgenoodigd tot een onderhoud over zijne depeche
van 15 september. Ik ben begonnen met hem voorlezirig
te geven van de depeche door mij aan u gerigt, waarvan
gij mededeeling hebt gedaan aan den generaal de la Mar
mora en aan den heer Minghetti, welke een eenvoudig
resumé bevatte van een onderhoud, hetwelk ik eenige
dagen te voren met den heer vertegenwoordiger van
Italië had gehad.
In het tegenwoordig oogenblik heeft het ministerie
te Turijn alleen het woord. Terwijl dit aan het parlement
zijne diplomatieke stukken overlegde, hebben wij ons
van spreken onthouden, zoo als opgemerkt zal wezen;
wij wilden niet door een openbaar kontradiktoir debat
over de beteekenis der konventie verwikkelingen te
weeg brengen, noch het ministerie borooven van de
gelegenheid om loyale verklaringen te uiteu, van welke
dit kon verlangen het initiatief te nemen. Onze reserve
en kieschheid legden ons echter den duren pligt op om
zonder terughouding met de italiaansche regering in
gedachtenwisseling te treden ten einde alle dubbel
zinnigheid weg te nemen, misverstand te voorkomen en I
aan de akten van 15 septcunber eene uitlegging te ver-
zekeren, welke door beide kontrakterende partijen werd
aangenomen.
Als oorzaak van de verschillende uitlegging der kon-
ventie noemt de heer Drouyn de Lhuys de algemeenheid
van sommige daarbij gebezigde woorden. In uitdrukkin
gen als: „de regten der natie", „de nationale verlangens"
leest ieder hetgeen hij wenscht of vreest. Het is voorts
toch ook eenigzins moeijelijk te verklaren hoe het itali
aansch koningschap zich eenmaal te Rome zou kunnen
bevinden, terwijl liet zich zeiven de verpligting schijnt
op te leggen van niet daarheen te gaan. Immers men
kan iets dergelijks niet voorzien met het oog op eene
overeenkomst, waarbij de overbrenging van de hoofd
stad des rijks naar Florence wordt gestipuleerd en de
waarborg van het pausselijk gebied tegen eiken gewa-
penden aanval. Dergelijke moeijelijke vragen houden
toch dc gemoederen bezig. Het is echter aan den loop
der gebeurtenissen om deze kwestiön op te werpen.
Loyauteit zoowel als voorzigtigheid verbieden om
voorbarig de oplossing daarvan te zoeken in ijdele
onderstellingen.
De inlichtingen noodig tot wel begrip der bepalingen
van de konventie resumeert de fransche minister onder
de zeven volgende punten, welke wij hier woordelijk
vertalen.
1. Onderdo gewelddadige middelen,waarvan Italië zich
het gebruik heeft ontzegd, moet men ook begrijpen de
opruijingen van revolutionaire agenten op het pausselijk
grondgebied en tevens alle ophitsing om insurrektionelo
bewegingenuit te lokkeu.
2. Wat de morele middelen aangaat, waarvan het zich
het gebruik heeft voorbehouden, deze bestaan uitsluitend
in de kracht der beschaving en van den vooruitgang.
3. De eeuige verlangens welke het hof van Turijn als
regtmatig beschouwt zijn clie, welke strekken tot eene
toenadering tusschcu Italië en het pausdom.
4. Het overbrengen van den zetel des bestuurs is een
belangrijke waarborg van Frankrijk gegevendit. is noch
een voorloopig redmiddel, noch een stap op den weg
naar Rome. Het weguemen van den waarborg zou de
vernietiging zijn der overeenkomst.
5. De voorstellen van den graaf di Cavour in 1861
bevatten geene klausule betrekkelijk eene overbrenging
van den hoofdzetel des bestuurs; bovendien werd daarbij
het getal manschappen voor een pausselijk leger bepaal
delijk omgegeven en was yoor, het vertrek onzer troepen
een termijn gesteld van veertien dagen. Men kan der
halve niet ontkennen dat er belangrijk verschil bestaat
tusschen die voorstellen en de scliikkiugen der maand
september.
6. Het geval eener revolutie, welke zonder aanzetting
van buiten ontstaan zou, is bij de konventie niet voor
zien. Voor dergelijke eventualiteit behoudt Frankrijk
zich zijne vrijheid van handelen voor.
7. Het kabinet te Turijn handhaaft de politiek van
den graaf di Cavour. Welnu, deze beroemde man ver
klaarde dat Rome met Italië niet vereenigd en daarvan
de hoofdstad kan worden clan met de toestemming van
Frankrijk.
Deze, mijnheer de baron, zijn de verschillende punten
welke ik in mijne gesprekken met den heer Nigra heb
besproken en waaromtreut onze eenstemmigheid mij is
gebleken.
In eene tweede zeer korte 'depeche van den minister
van bnitenlandsche zaken te Parijs, van 2 november,
wordt aan den lieer Malaret medegedeeld dat de heer
Drouyn de Lhuys en de heer Nigra in tegenwoordigheid
des keizers op dien dag de verschillende punten in de
vorige depeche vervat nogmaals hebben besproken, aan
al hetgeen keizer Napoleon zijne goedkeuring heeft ge
geven en waaromtrent op nieuw de eenstemmigheid van
bovengenoemde heeren gebleken is.
La Presse geeft omtrent het sluiten der konventie
tusschen Italië en Frankrijk nog de volgende niet onbe
langrijke inlichting. In de ontwerp-overcenkomst. van
15 september luidde art. 1, volgens dit dagblad, aldus:
„Italië verbindt zich om het tegenwoordig grondgebied
van den heiligen vader te „eerbiedigen" (respecter). De
heeren Nigra en Pepoli verklaarden echter de konventie
niet te willen aannemen zonder verandering van deze
uitdrukking, in „Italië verbindt zich om het tegenwoor
dig grondgebied van den heiligen vader niet aan te
vallen" (ne pas attaqner). Nadat per telegraaf keizör
Napoleon te St. Cloud was geraadpleegd, wercl deze ver
andering toegestaan.
In de laatste vergadering van het italiaansch parle
ment heeft dc minister van binnenlandsche zaken ver
klaard dat de depeche van den heer Nigra „tot in dc
bijzonderheden geheel met de waarheid overeenkomstig
is." Zonder nu nog sommige uitdrukkingen te willen
aanhalen van dubbelzinnige beteekenis, welke door den
heer Drouyn de Lhuys anders worden uitgelegd, als
zulks uit den zin waarin zij voorkwamen in de bedoelde
depeche scheen voort te vloeijen, verdient toch o. a. het
volgende punt de aandacht. Men zal zich herinneren
dat"in de depeche van den heer Nigra (1e in der tijd door
graaf di Cavour gedane voorstellen voorkwamen. Daarbij
werd volstrekt niet gerept van liet belangrijkst .puilt dier
voorstellen dat cle fransche troepen „binnen veertien
dagen" Rome zoiulön hebben te verlaten. Nu zal het wel
geen betoog behoeven dat de „veertien dagen" van
graaf di Cavour een karakter gaven aan ziine regeling,
geheel verschillend van die der overeenkomst op 25 sep
tember gesloten, gelijk de heer Drouyn dc Lhuys dan
ook zeer te regt opmerkt.
Het italiaansch dagblad Italia bevat een brief van
den oud-minister Ricasoli, waarin wij eene bevestiging
vinden van het onlangs door ons medegedeeld berigt
dat deze staatsman het gevoelen is toegedaan, volgens
hetwelk Rome langzamerhand door liet italiaansch
element zal worden geabsorbeerd. Wij ontlcenen aan
dezen brief het volgende:
De ontruiming van Rome door de fransche troepen
en de aanneming daardoor van het beginsel van non-in
terventie zijn reeds niet onbelangrijk; wat men thans
nog niet kan opmerken, maar hetgeen uit den loop der
gebeurtenissen zal blijken, zal nog belangrijker zijn.
Wat zou men overigens ivinnen door het niet-bestaan
der konventie'? Wat verliest men heden door het bestaan
daarvan
De voorwaarde van het overbrengen van den hoofd
zetel des bestuurs maakt op mij den indruk als van een
donderslag bij eene heldere lucht. Maar wie zal niet wel
dra kunnen opmerken de daaruit voortvloeijende gevol
gen? Deze nu, geloof ik, zullen alle in het voordeel
onzer konstitutic wezen. De moeijclijkheden om Romo
te verkrijgen zijn na de konventie niet vermeerderd.
Het is zeker dat de italianen onder hunne kleinoodiën,
het edelste en het grootste zullen kunnen tellen Rome.
Wanneer zal dit geschieden? Dit weet ik niet;
maar ik weet dat het zal geschieden. Telken dage doen
wij eene schrede verder naar Rome en ik zeg meer:
telken dage doet Rome eene schrede verder naar ons.