iïuitenlanö. teit eerbiedig te verzoeken, wel te willen bevorderen, dat zoodanige schikking worde tot stand gebragt en bij de wet bekrachtigd, als leiden kan tot eene even ge- wenschte als noodige regeling van de zaken der kalami- tense polders." Nadat der kommissie dank is gebragt voor den ijver en den spoed waarmede zij zich van hare taak heeft gekwe ten, wordt de beraadslaging geopend over de aigemeene strekking van het door haar ontworpen adres. De heer Verhagen brengt in de eerste plaats hulde aan de beknoptheid en duidelijkheid vau het ontvverp-adres; hij merkt evenwel op dat de wensch welke is geuit in de afdecling waarvan hij deel uitmaakte, niet daarin is opgenomen, nl. de verklaring der staten dat zij geheel en al instemmen met hetgeen door het gedeputeerd kollegie is verrigt tegenover de harde eisclien welke door de regering zijn gedaan. De leden dier afdeeling toch verklaarden eenstemmig hulde te brengen aan gede puteerde staten voor hetgeen zij in de onderwerpelijke zaak hebben gedaan in het belang van dit gewest.'Eerst was sprekerzoo als hij o. a. in den verderen loop zijner uitgebreide beschouwing mededeelde voornemens ge weest een amendement op het ontwerp in te dienen, ten einde van de gewenschtc verklaring te doen blijken, doch hij is van dit plan teruggekomen uit hoofde van de moeijelijkheid om iets in dit „meesterstuk" te verande ren. Ilij brengt dafirom hulde aan de kommissie, maar herhaalt den wensch dat de geheele vergadering even als in de afdeelingen is geschied, eenparig blijk geve van adhaesie aan het. kollegie van gedeputeerde staten. De heer Hammacher betuigt dit, uaal hetgeen hij reeds over de kalamiteuse polders gezegd en geschreven heeft, hetgeen geen andere strekking had dan om te geraken uit een abnormalen toestand, hij zich verheugt dat de stateu van Zeeland een besluit genomen hebben om zich tot Z. M. te wenden met een verzoek gelijk het thans voorgedragene, hetwelk tot eene gewenschte regeling leiden kan. Te aangenamer is hem zulks ouidat hij on langs reeds persoonlijk aan den minister heeft gezegd dat de staten niet zouden kunnen besluiten tot eene regeling, waarbij de eigenlijk belanghebbenden op den achtergrond zouden worden gesteld. Daarom is het voor hem verblijdend dat de staten zijne overtuiging hebben gedeeld. (Vervolgens wil spreker een amendement in dienen om ook afschrift vau het adres te zenden aan de tweede kamer der staten generaal, doch wordt door den voorzitter uitgenoodigd zulks te doen n^ de beraadsla ging over het adres.) Op den heer F. van Deinse heeft de lezing van het adres, naar hij te kennen gaf, een anderen indruk gemaakt dan op den afgevaardigde uit Goes. Betreurde laatst genoemde het dat in het ontwerp geen melding was gemaakt van de aigemeene adhaesie aan hetgeen door gedeputeerde staten is verrigt, spreker verheugt zich in tegendeel daarover. Z. i. is die afzonderlijke vermelding niet noodig, daar het geheele stuk een bewijs van adhae sie is en gedeputeerde staten daarin genoeg redenen zullen vinden tot zelfvoldoening over hetgeen zij hebben verrigt. Wordt in liet adres melding gemaakt vau zekere spanning welke er sedert het begin dezer eeuw tusschen bet hooger bestuur en cle staten heeft bestaan, liet komt spreker voor dat al het mogelijke moet worden gedaan om die spanning te vermijden, en hij verheugt zich dat het lid uit Goes geen amendement heeft ingediend tot opname der verlangde verklaring, waarvan thans geen melding is gemaakt. De heer Vader zegt dat de vorige spreker het heeft doen voorkomen als of de staten het gedeputeerd kolle gie op een geïsoleerd standpunt zouden moeten plaatsen. Hij acht de opname van een blijk van goedkeuring in bet adres wenschelijk en zou daarom bet eerste plan tot het doen van een voorstel daartoe kunnen beamen; doch waar dit minder wenschelijk te achten is in een adres aan den koning, is het z. i. te meer pligtmatig om hier in de vergadering openlijk hulde aan gedeputeerde staten te brengen.De toejuiching der vergadering vergezelde i de laatsto woordon van den spreker, die vervolgens in ncue beschouwing treedt over eene zinsnede in het adres en daarop een amendement wil voorstellen, doch door den voorzitter wordt uitgenoodigd daarmede te wachten tot bij de beraadslaging over die zinsnede. De heer Cau antwoordt op het aangevoerde betreffende het niet brengen van hulde in het adres aan gedepu teerde staten, dat dit niet door de kommissie in overwe ging kon worden genomen, daar zij meende dat zoodanige verklaring in een adres aan den koning niet goed ge plaatst zou zijn. Nadat de aigemeene beraadslaging vervolgens is gesloten, worden de 54 zinsneden van het adres achter eenvolgens behandeld. Behoudens eenige gevraagde en gegeven inlichtingen, de opmerking ecner drukfout en ééue wijziging in de redaktie, [t. w. de vervanging van liet woord „provincie" in het derde punt van bewijs, hier boven medegedeeld, door de woorden „Zeelandals soeve reinen staat," en zulks op voorstel der kommissie naar aanleiding eener opmerking van den heer Vader] hebben zij geene verandering ondergaan. Het bovenbedoelde amendement van den beer Vader was wegens verschil van zienswijze door den voorsteller ingetrokken. Ilct adres aan den koning ïs daarop in stemming ge bragt en met aigemeene stemmen aangenomen Alsnu stelde de heer Hammacher voor eon afschrift daarvan te zenden aan de tweede kamer der staten-gene- raal, met verzoek om waar mogelijk eene regeling der zaak te bevorderen. De heer Cau stelde evenwel namens de kommissie een sub-amendemeut voor, strekkende om niet alleen aan de tweede kamer, maar aan de leden der beide kamers van de stateu generaal, benevens aan den minister van binnenlandsche zaken een afdruk daarvan toe te zenden. De heer Hammacher verklaart hiermede genoegen te nemen. Ilct sub-amendement wordt bij akklamatie ondersteund, doch de lieer Vader heeft bezwaar tegen de toezending van een afdruk aan de leden der kamers, daar men zich daardoor z. i. op een niet delicaat standpunt plaatst en het den schijn heeft als of men de leden der staten generaal opmerkzaam wilde maken op het zenden van een adres aan den koning en den minister en hen de gelegenheid wilden openen om den minister te interpelleren. Het sub-amendement wordt vervolgens in stemming gebragt en aangenomen met 34 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren Vader en van der Bilt; de heer Kake- beeke bleek zich verwijderd te hebben. Daar alsnu al de aan de orde gestelde werkzaamheden waren afgeloopen en geen der leden het verlangen te kennen geeft om de sluiting der vergadering te verdagen, wordt deze najaarsvergadering door den voorzitter iu naam des konings gesloten, nadat vooraf de resumtie der notulen en de uitvoering der genomen besluiten aan g edeputeerde staten is opgedragen. Algemeen overzigt. Donderdag heeft de italiaansche kamer van afgevaar digden hare zitting hervat. De heer Boggio maakte dadelijk van de gelegenheid gebruik om meer inlichting te vragen, daar hij de mededeeling der diplomatieke stukken onvoldoende achtte. Hij drong dan ook aan op de overlegging van al de notas die sedert de eerste nota van den minister Visconti-Venosta tusschen de itali aansche en fransche regeringen gewisseld waren. De minister de La Marmora antwoordde echter dat de regering dit punt reeds in overweging had genomen, doch van oordeel was geene andere stukken dan de reeds overgelegde te moeten mededeelen. De heer Petruccelli vroeg daarop of het verhaal van den loop der zaken zoo als het in de nota van den heer Nigra (zie ons nommer van 29 oktober) geleverd wordt met de stipte waarheid overeenkomt, daar de dagbladen zaken hadden gerele veerd die daarmede in strijd waren. De heer Lanza bragt hem hierop het ongepaste onder het oog van de waar heid eener diplomatieke verklaring op zulke gronden in twijfel te trekken, en gaf de verzekering dat de nota in allen deele naauwkeurig was en de volle waarheid be helsde, terwijl zij ook door beide partijen als echt er kend was. 1 Voorts werd door den heer Mosca het rapport uitge- bragt betrekkelijk de overbrenging van den zetel des bestuurs; het strekt, zoo als zich ligtelijk liet onderstel len, tot aanneming van liet wetsontwerp. In het verslag wordt voorts beweerd dat het overbrengen van den zetel des bestuurs als eene daad van binnenlandsche staat kunde moet beschouwd worden en wel als in verband staande met het traktaat, hetwelk tot het volbrengen dier daad gelegenheid gaf, maar niet als daarmede een geheel uitmakende, terwijl het dan ook geen onderwerp uitmaakt der bepalingen dier overeenkomst. Eindelijk verklaart ook de kommissie, belast met het uitbrengen van verslag, dat alle nadere verklaring omtrent staat kundige beginselen aan de zijde van beide kontrakte rende partijen gevaarlijk en nutteloos zou wezen. De beraadslagingen hierover zullen maandag aanvan gen. Een voorstel an den heer Ferraris betrekkelijk de vraag of voor de goedkeuring der konventie een afzonderlijk wetsontwerp vereischt wordt, zal echter aan de behandeling van bovengenoemd wetsontwerp vooraf gaan. Uit Madrid wordt gemeld dat de heer Pareja overbren ger is van het ultimatum der spaansche regering, waarbij Peru met de inbezitneming vau de voornaamste punten des lands en met de vernieling van zijne vloot wordt bedreigd, indien de regering te Lima niet onverwijld aan de haar vroeger gestelde eischcn voldoet. Onze lezers zullen zich herinneren wcarin deze eischen be- j stonden, met het oog waarop de spaansche vloot nog 1 altijd de Chincha-eilanden als „waarborg" bezet houdt. Omtrent de bepalingen van het te Weenen gesloten traktaat tusschen Oostenrijk, Pruissen en Denemarken verkeert men steeds in het onzekere. Al hetgeen dooi de dagbladen daaromtrent wordt medegedeeld berust slechts op gissingen en onderstellingen, daar de onder teekenaars der overeenkomst nog steeds hunne belofte moeten gestand doen om de bepalingen daarvan geheim te houden. Spoedig mag men intusscheu de openbaar making van het stuk te gemoet zien, daar dit tot het wisselen der ratifikatiën aan de kamers van afgevaardig den te Koppenhage en te Weenen zal onderworpen worden. In Pruissen is iets dergelijks onder de tegen woordige regering bij de gratie Gods, onnoodig. De wil van den vrijheer von Bismarck is daar voldoende. Hij heeft den oorlog tegen den wil der volks ver tégen woo r- diging aangevangen, en zal thans ook den vrede sluiten; wanneer en op welke voorwaarden hij goedvindt. Waar lijk, het geduld der pruissische natie is onuitputtelijk. Uit Southampton wordt gemeld dat de spaansche bat terijen van Centa het engelsche vaartuig Mermaid in den grond hebben geschoten, daar het zijne vlag niet heesch. De bemanning van bet schip werd echter gered. Met belangstelling ziet men in Engeland nadere berigten omtrent deze handelwijze, der spaansche autoriteiten te gemoet. BKIEVEN UIT BELGIË. Brussel, 3 november Aanstaanden vrijdag en zaturdag zal in het hótel van den graaf de Mérode, te dezer stede, een grooten kleri- kalen krijgsraad gehouden worden. Al de tot de katholieke partij behoorende afgevaar digden zijn door den graaf uitgenoodigd geworden om die bij te wonen. Ook de heer Dechamps ontving een invitatiekaart, hoewel hij voor den oogenbiik niets meer is dan een afgevaardigde op zigt. De klerikalen kunnen blijkbaar buiten hem en zijne adviezen niet. 't Zal stormachtig toegaan in die vergadering. Overi gens weet ik wantindiskrete en babbelzieke overbren gers vindt men in alle vergaderingen uit zeer goede bronnen, dat de christelijke lankmoedigheid en de liefde tot den naasten niet altijd voorbeeldelijk betracht en gehuldigd worden in de zamenkomsteu der klerikalen. De te vele en te wijd uiteenloopende elementen die daar by- eenkomen maken in zoo'n kring de zuivere praktijk van die deugden dan ook nog al moeijelijk. Daar komen bv. de graven de Liedekerke en de Mérode, pur sang aristokra- ten, koel, wrevelig over verloren invloed, immer geleid door nooit weg te nemen grieven, bijeen met den woesten en onstuimigen roturier Barthelemy Dumortier. Daar vindt men ook den graaf de Then::, den emeritus-staats mannen grijsaard, die oogenschijnlijk bloedeloos en koud, uithoofde van zijn hooggeklommen leeftijd, toch nog in 't volle, jonge en krachtige bezit is van zijne klerikale konviktiën, die nog steeds den scepter van partijhoofd met sterken arm vasthoudt en slechts noode en met blijkbaren weerzin luistert naar de demagogische ver- toogen van den antwerpschen bakker-afgevaardigde de Laet en den heer d'IIane van Steenhuyse, den man dieeens de godheid van Christus in openbaar geschrift loo chende, noode aan zijne zijde duldt, nu deze door de klerikalen aangehaakt, met hem in 't zelfde kamp zich bevindt. Het doel van deze parlementaire bijeenkomst is twee derlei. Allereerst wil men het strategisch plan vaststellen naar 't welk men in de aanstaande kampanje handelen zal. De rollen zullen verdeeld en de kleine vuurwerken ver vaardigd worden, bestemd om, wanneer zij al het liberaal kabinet niet dadelijk kunnen doen springen, toch den moed der géloovigen en de hoop op de mogelijkheid der komst van hunne uitverkorenen aan het bewind, levendig te houden. Het groote onderwerp van bet debat zal echter de be staande scheuring iu het kamp zelve zijn. De oude katho- lijken toch hebben niet zonder groote moeite en steeds met de mentale restrikties, die al hunne handelingen kenmerken, voor eene wijle carte blanche gegeven aan de jonge neo-katholieken, die zich voorstelden de kracht hunner partij te versterken, door het vaandel te tooijen met de phrygische muts. Nu echter die poging van De champs en de schipbreuk leed, nu zelfs het beruchte programma de natie niet heeft kunnen bewegen, de zorg voor hare belangen op te dragen aan wie 't opstelden, nu willen de ouden het roer der partij weer in handen nemen en... de jongen willen het niet loslaten. De lieer Coomans, afgevaardigde van Turnhout en hoofdredakteur van het weekblad La paix, staat er op, en dat wel met alle kracht, dat men geheel breke met de oude traditïën eu volhoude het liberaal kabinet op de kwetsbare plaats aan te .vallen de begrooting van oorlog en de autwerpsche vesting kwestie. De ouden deinzen hiervoor echter terug. Zij aarzelen, want zij vreezen zich nog verder te zullen kompromitte- ren en verbergen 't niet dat zij reeds genoeg zich gekom- promitteerd achten, waar zij voor eene wijle meêgespeeld hebben in eene demokratische komedie. Voeg bij deze verdeeldheid nog het niet uit te blijven feit, dat er harde en bittere verwijtingen zullen uitge sproken worden tegen de drijvers der desertie van den aveutijnschen berg, eene handeling, die tijdens dejongste verkiezingen zooveel bijdroeg tot de nederlaag der katho lieken, en gij zult u een denkbeeld kunnen maken van den aard van 't debat, 't welk in 't hotel de Mérode staat, gehouden te worden. Gelukkig, met het oog op de mogelijke gevolgen, en voor 't krediet van vreedzaamheid der klerikale vergade ring, dat de geïnviteerden niets dan thee a la Beige, dat wil zeggenslappe en waterachtigeen wat beschuitjes zullen aangeboden worden. Schonk men er wijn, dan zou ik waarachtig voor de gevolgen niet willen instaan. De liberalen geven tot heden geen enkel teeken van leven. De ministers haasten zich niet al te hard om hunne vrienden bijeen te roepen eu schijnen dat liefst uit te stellen, tot na dingsdag of woensdag, als wanneer zij door tal van aangeboden wetsontwerpen van hunne plannen voor de toekomst zullen hebben doen blijken. Koning Leopold zal spoedig tc Brussel temgkeeren. Z. M. zal de opening der kamers laten voorbijgaan en dan 'zuü"p:\teis te Laekcn betrekken, opdat de hertog van Brabant danjj^ zijne beurt de zwoele lucht van liet zui- 'jTen:zal kunêeWgaan opzoeken. De hertog heeft daaraan,;' meer' behoefti* Jlan zijn koninklijke vader. Vooral bij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3