.repliceert dat bet kcmfcrakt eerst in 1872 expireert;
waarop de heer de Kanter dit punt ter overweging aan
burgemeester en wethouders aanbeveelt. Afd. 2 art. 1
lett. b. Haven en kauaahverken aan het Sas: o. a.
een paar nieuwe dennenhouten vloeddeuren aan het
binnensas ƒ1600; een paar windwerken 500; vernieu
wing der vleugelmuren ƒ1650.
Bij den eersten post vraagt de heer Saaymans Vader
of het noodzakelijk is dat die post op deze begrooting
komt. De heer van Kerkwijk zegt dat de tegenwoordige
deuren er in geen jaren uit zijn geweest en de verwisse
ling van tijd tot tijd noodzakelijk is. De heer de Kanter
acht deze' en de volgende post in de memorie van toe
lichting niet genoeg gemotiveerd en zou deze beide pos
ten tot een volgend jaar willen uitstellen. De heer van
der Meulen vraagt of de tegenwoordige deuren reparatie
vereischen, hetgeen door den heer van Kerkwijk toe
stemmend wordt beantwoord. De heer de Kanter ver
trouwt dat de noodzakelijkheid bij het dagelijksch
bestuur zal zijn gebleken, doch meende, naar de uitdruk
king in de memorie van toelichting, dat die posten wel
gewensoht en doelmatig, doch niet zoo urgent waren.
De voorzitter wijst op het moeijelijke om de dadelijke
noodzakelijkheid van zulke werken uit te sprekenhij
herinnert dat deze werken reeds sedert twee jaren als
noodzakelijk zijn beschouwd. De heer van Kerkwijk zou
liever, wanneer men op dit art. wilde bezuinigen, de
derde post uitstellen. De heer de Kanter wil, na het
gehoorde van den heer van Kerkwijk, de 2de en 3de post
laten vervallen. In stemming gebragt worden deze drie
posten aangenomen: de ie met algemeene stemmen;
de 2e met G tegen 3, die van de heeren de Kanter,
Saaymans Vader en van der Meulen en de derde met
7 tegen 2, die van de heeren de Kantcr en Pilaar.
c Bruggen. Voor een plaatijzeren draaibrug, ƒ8769,
waarvan in 1865 zou moeten betaald worden of
ƒ5846 met metselwerk enz. uitgetrokken op 6846. De
'heer Saaymans Vader meent dat deze post zou kunnen
verminderen, daar de tegenwoordige brug naar het oor
deel van een deskundige, dien hij daarover gesproken
heeft, wel zou kunnen gerepareerd worden. De voorzitter
repliceert dat de brug herhaaldelijk door den opzigter
en andere deskundigen is onderzocht, die allen overeen
kwamen dat de brug zeer slecht cn voor reparatie niet
vatbaar is. Dc heer Saaymans Vader erkent dat de wip
pen slecht zijn, maar beweert dat het overige niet zoo
slecht is. Deheer Smallegange zegt ook een deskundige
gehoord te hebben, die dc brug ook voor zeer slecht hield.
Deze post wordt goedgekeurd; alléén de heer Saaymans
Vader stemde er tegen.
d. riolen en waterleidingen: vervangen door een viool
van de goot in de korte Kerkstraat 526; idem aan den
Zuid-oostclijken hoek der beestenmarkt 354; van de
sloot aan den Agnesgang 1097.
De lieer de Kanter zou de voorkeur geven aan de dem
ping van do sloot tusschen de sociëteit en het manhnis,
daar men den wal in de nabijheid daarvan wil afvlakken.
De heer van Kerkwijk kan zich daarmede niet vereeni
gen, daar dc rocijing der boomen daaraau moet vooraf
gaan en het werk dus eerst ver in den winter zou kunnen
ondernomen worden. De heer Saaymans Vader wil deze
posten verwerpen, als posten van luxe; hij beschouwt
het resultaat van het rioolstelsel zeer twijfelachtig, daar
ook daaraan inkonveniënten zijn verbonden. De voor
zitter zegt dat, na aanneming der verordening in het
belang der openbare gezondheid, het bestuur verpligt is
objekten, die voorde openbare gezondheid nadeelig zijn
zoo als met de sloot aan den Agnesgang het geval is,
op te ruimen. Op voorstel van den heer de Kantcr wordt
de demping der sloot aan den Agnesgang met algemeene
stemmen voor memorie uitgetrokken, om door burge
meester en wethouders nader te worden overwogen. De
beide andere posten worden goedgekeurd, alleen de heer
Saaymans Vader stemde er tegen.
e. wegen, straten cn pleinenbeklinkering der Nieuw-
straat, 1230.
De heer Saaymans Vader wil, bij het hooge cijfer van
deze begrooting, alleen werken, 'die noodzakelijk zijn,
toelaten, maar acht dezen toestand niet zoo dringend. De
heer de Kanter blijft volharden bij zijn vroeger te kennen
gegeven gevoelen, dat het niet doelmatig is, straten die
bereden worden te beklinkerenhij zon het midden ge
deelte der Nieuwst raat met kcijen willen behouden. De
voorzitter zegt het in principe eens te zijn met den keer
de Kanter, doch men wordt tot beklinkering gedrongen
door de hooge prijzen der keïjen.
Met 6 tegen 3 stemmen, die van de heeren Saaymans
Vader, van der Meulen en dc Kan ter wordt deze post
goedgekeurd.
Bij hoofdstuk VI art. 5, bijdrage afkoop tollen, vraagt
de beer de Kantcr of er bij burgemeester en wethouders
eenige nadere mededeeling is ontvaugen ten opzigte van
het plan, door het middel van straat- en zandwegen ont
worpen. Dc voorzitter antwoordt dat burgemeester en
wethouders daaromtrent niets meer vernomen hebben,
maar hom als mede-direkteur van dat middel bekend is,
dat het plan op verre na nog niet is verwezenlijkt.
Hoofdstuk VIII afd. 1 art. I lett. d. vernieuwing dei-
tafels en banken in dc openbare school der le klasse,
volgens het stelsel van Barnard /400.
Het komt den heer Saaymans Vader voor dat het stel
sel van onderwijs in deze gemeente te hoog wordt opge
voerd: hij herinnert dat vroeger met inbegrip van eene
latijnsche- cn teekeuschool, die nu niet eens bestaan, dc
kosten van het onderwijs nog geen 3000 bedroegen,
terwijl het tegenwoordige cijfer van 8000 nog ieder
jaar wordt opgevoerd. Iïij zóu dc ingezetenen, die voor
hunne kinderen van het onderwijs profiteren, meer
willen laten bijdragen en de heffing van het schoolgeld
in dien geest willen wijzigen. De voorzitter wijstop den
veranderden toestand van het onderwijs als een gevolg
van de wet, waaraan men zich moet onderwerpen. De
heer de Kanter spreekt den wensch uit dat burgemeester
en wethouders toch niet uit het oog verliezen de verbete
ring die deze school behoeft. Ook deze post word goed
gekeurd; alleen de heer Saaymans Vader stemde er tegen.
Afd. 2 art. 1 subsidie aan het gasthuis 2366.
De heer de Kanter vindt dezen post eene ontzettende
uitgaaf: de kommissie voor het financiewezen erkent dat
hij 1200 hooger geraamd is dan een vorig jaar en advi
seert niettemin tot goedkeuring, uithoofde van het rig-
tig beheer van deze instelling. Hij acht zulks in strijd
met de armenwet, welke vordert dat de rekening van het
afgeloopen jaar en de begrooting voor het loopende de
noodzakelijkheid van de subsidie bewijzen. Het komt
spreker bevreemdend voor, dat de uitgaven niet afnemen
in verhouding tot de mindere bevolking van dit gesticht.
De lieer Pilaar, als lid van liet bestuur over het gasthuis,
repliceert dat de hoogere subsidie is veroorzaakt door de
minder uitgetrokken alimentatiegeldea met cirlca ƒ1000;
dat de meerdere of mindere bevolking op verscheidene
posten niet van invloed is; en dat de begiooting voor
het gasthuis in den raad is vastgesteld, zonder dat
eeii lid eenige aanmerking heeft gemaakt op de posten
van ontvang, noch op die van uitgaaf. Do heer de Kanter
verklaart te persisteren bij zijn gevoelen dat deze post
niet voldoende geregtvaardigd is. Ook deze post wordt
aangenomen met 7 tegen 2 stemmen, die van de heeren
de Kanter en van der Meulen.
De onder art. 4 van de zelfde afdeeling uitgetrokken
verplegingskosten in de gestichten te Ommerschans en
Veenhuizenad ƒ905 worden geroijeerd, daar het burger
lijk armbestuur die voor zijne rekening beeft genomen.
Van de inkomstenhoofdstuk III afd. 2 art. I, hoofde
lijke omslag 21.000.
Volgens de memorie van toelichting zal het kohier
met 6 pet. worden vermeerderd, ter bestrijding der
afschrijvingen en oninbare posten. De heer Saaymans
Vader beschouwde deze verhooging als niet geoorloofd,
daar men op die wijze zelfs boven het gestelde maximum
zou kunnen heften. De voorzitter ontkent het ongeoor
loofde daarvan en zegt dat algemeen, waar hoofdelijke
omslagen geheven worden, die vermeerdering plaats
heeft en door gedeputeerde staten goedgekeurd wordt,
waarna deze post zonder hoofdelijke stemming wordt
goedgekeurd.
Hoofdstuk V afd. 1: geldleening van ƒ14000 a 4.1- pet.
uit het fonds der voormalige gilden.
De aflossing was door burgemeester en wethouders
voorgedragen jaarlijks met 500. De kommissie voor het
financiewezen heeft echter voorgesteld die op 200 jaar
lijks te bepalen, hetgeen zonder hoofdelijke soemming is
goedgekeurd.
Afd. 2verkoop van olmen boomen op den wal achter de
sociëteit en in de zoogenaamde hooge boomen ƒ1680.
De heer Saaymans Vader verklaart zich bepaald tegen
dezen post: hij meent dat er niet één boom onder is,
die rijp voor roeijing is en daarbij zal het eene groote
ontsiering voor dc stad zijn. De voorzitter bestrijdt het
gevoelen van den heer Saaymans Vader dat de boomen
niet roeibaar zouden zijn, en wijst er op dat de voorge
stelde roeijng in verband staat met het plan om den wal
te aplaneren en aan te leggen. De heer de Kantcr is het
met den heer Saaymans Vader eens, dat eene menigte
boomen nog niet roeibaar zijn, het eenige motief is het
voornemen tot het aplaneren van don wal, waarvoor do
kosten in het volgende jaar zullen uitgetrokken worden.
In het onzekere of dat denkbeeld wel verwezenlijkt zal
worden, kan hij in de roeijing niet toestemmen, maar
stelt voor, dezen post voor memorie uit te trekken; het
geen zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Ten slotte wordt dc gewijzigde begrooting in ontvang
en uitgaaf vastgesteld op eene som van 68,715,05
Gemeenteraad van Zlcrlkzee.
Zitting van 25 oktober. Mededeeling ingekomen
stukkenremissie hoofdelijkeu omslagverzoek toe
lage school meisjes-handwerken; benoeming keur
meester visch kasopneming gemeente-ontvanger
af- en overschrijvingen enz.; verliooging jaarwedde
hulponderwijzer; benoeming idem vurhooging
toelage kweckeling; benoeming plaatselijke kom
missie toezigt middelbaar onderwijsbeperking
getal arbeiders kalikotsfabrick; gasleiding houten
binnenbrug; kohier hoofclehjken omslag; rapport
en behandeling gcincentcbegrooting 1865 en daartoe
betrekkelijke stukken.
Voorzitter de heer Cau. Afwezig de heeren de Crane
en van der Vliet, beide uitlandig.
Namens burgemeester en wethouders deelt de voorzit
ter mede en wordt voor kennisgeving aangenomen dat
door gedeputeerde staten zijn goedgekeurd de raadsbe
sluiten: tot beschikking op onvoorziene uitgaven 1861,
ad 165 voor vrachten kosten van een schip met water;
b. tot onderhandsche aanbesteding van het onderhoud der
klokken, uur- cn speelwerken; c. tot onderhandsche ver
huring van den zolder der kazerne; en d. tot wijziging
der begrooting van de schutterij over 1864.
Op daartoe gedaan verzoek wordt aan mejufvrouw
Oomkens, gcb. Edens, remissie van hoofdelijke» omslag
verleend voor vijf maanden, ad ƒ2,06.
In handen der schoolkommissie wordt gesteld een ver
zoek van mejufvrouw J. P. Stokkink, 'geb. Phaff, tot
verdubbeling der toelage van ƒ50 aan hare school voor
meisjes haudwerken.
Tot keurmeester der visch wordt, op voordragt van
kommissarissen voor de vischmarkt, benoemd de afslager
op de vischmarkt G-.'C. Betke.
Het proces-verbaal van de jongste opname der kas van
den gemeente-ontvanger wordt overgelegd en voor ken
nisgeving aangenomen.
De voorzitter geeft te kennen dat, wegens urgentie,
burgemeester en wethouders zijn verpligt geweest zeven
stuks nieuwe landvasten aan de beschoeijing van den
Yisscbersdijk te doen maken, waarvan de kosten bedra
gen 451,23, waarvoor af- en overschrijving op de be
grooting worclt gevraagd, hetgeen wordt goedgekeurd.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders wordt besloten de priembalans der tweede
houten binnenbrug te vernieuwen, waarvan de kosten
zijn begroot op 134,65, en die te vinden bij af- en over
schrijving uit onvoorziene uitgaven, waartoe door gede
puteerde staten bij de begrooting casu quo magtiging is
verleend.
Aan de Onderlinge waarborg-vereeniging voor arbei
ders wordt, op daartoe gedaan verzoek, weder eene toelage
van ƒ100 verleend, te vinden uit den post van onvoor
ziene uitgaven.
De jaarwedde van den derden hulponderwijzer aan de
armenschool wordt verhoogd met 50 en alzoo gebragt
op ƒ250.
Tot derden hulponderwijzer aan die school wordt be
noemd A. van Schelven.
Wordt voorgesteld de toelage voor een kweckeling aan
den hoofdonderwijzer der burgerschool te verkoogen tot
ƒ50. Nadat dit voorstel door deu heer Fokker is toege
licht wordt daartoe besloten.
Tot leden der plaatselijke kommissie van toezigt voor
het middelbaar oudenvijs worden benoemd, allen bij
eerste stemming, de heeren jhr. mr. M. J. S. Boeije,
mr. J. J. Ermerins, mr. C. J. Fokker, mr. J. Moolenburgh
en dr. J. K. de Bruijne.
Wordt medegedeeld dat de direktieder kalikotsfabriek
heeft kennis gegeven, dat de fabriek gedurende den
winter met een beperkt getal arbeiders zal werken. Men
heeft daaraan de voorkeur gegeven boven het werken
met het geheele personeel gedurende slechts korten tijd.
Voor kennisgeving aangenomen.
Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt
besloten eene gasleiding bij de eerste houten binnen
brug te maken en de kosten'te vinden uit het vermoede
lijke batig saldo van de exploitatie der gasfabriek.
De deuren worden alsnu gesloten. Heropend zijnde
wordt het supplementair kohier van den hoofdelijken
omslag vastgesteld op ƒ68,47.],- hetwelk alsnog gedu
rende acht dagen ter inzage zal worden gelegd en daarna
aan gedeputeerde staten ter goedkeuring zal worden
opgezonden.
Alsnu wordt de vergadering voor eenige minuten
gesehorst en brengt de heer Moolenburgh vervolgens
namens de kommissie ad hoe verslag uit betrekkelijk de
geraeentebegrooting. Hieruit blijkt dat zij gcene beden
kingen had tegen de begrooting in het algemeen, doch
wel dat sommige posten in uitgaaf aanleiding tot eenige
Opmerkingen hebben gegeven, die zij bij liet in behan
deling komen dier posten zal mededeefen.
Daarna wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behan
deling der gemeentebcgrooting en wel bet eerst de uit
gaven en daarna de ontvangsten, welke behoudens
enkele wijzigingen worden vastgesteld overeenkomstig
de voordragt en daarna de begiooting in haar geheel
zoo in ontvang als uitgaaf op ƒ92.566,30.
De opmerkiugen der kommissie betroffen de jaarwedde
van vijf poortiers. Zij gaf den wensch te kennen, dat in
deze gemeente, in navolging van hetgeen elders geschiedt,
de poorten ook des nachts open zouden zijn, als zullende
dit allezins strekken tot gerief der ingezetenen.
Dc voorzitter zou zonder aarzeling hieraan gevolg
geven, indien de plaatselijke akcijus ware opgeheven,
maar acht dit nu voor de financiën niet wenschelijk. Na
eenige diskussie wordt dit artikel overeenkomstig de
voordragt vastgesteld.
Bij den post jaarwedde van onderwijzers zegt de kom
missie met belangstelling te hebben nagegaan het aan
zienlijk bedrag voor de behoeften van het onderwijs
uitgetrokken. Zij oordeelt echter dat nog niet behoorlijk
in alle behoeften is voorzien en acht het zeer wenschelijk,
dat alhier een hooge burgerschool hetzij roet vijf- hetzij
met driejarigen kursus kon worden opgerigt. Daaren
tegen was de meerderheid der kommissie van oordeel
dat hier mindere behoefte bestond aan bet gymnasium,
zoo als het tliaus is ingerigt, omdat in verhouding vooral
tot de kosten slechts een gering aantal ingezetenen van
dc hoogere afdeeling voor hunne kinderen gebruik ma
ken, zoo dat, bijaldien het oprigten eeuer hoogere burger
school te bezwarend voor de financiën der gemeente was,
de opheffing van die afdeeling, uitsluitend bestemd voor
het onderwijs in de doodc talen, zonder veel ongerief,
daarin voor een groot deel zou te gernoct komen.
Ook achtte de kommissie het wenschelijk,dat liet
schoollokaal voor liet instituut voor meisjes werd uit
gebreid, als bestaande daaraan behoefte.
Wat liet eerste betreft stelde de voorzitter voor, dat de
raad daarin voorloopig zou berusten, daar de kommissie
van toezigt op liet middelbaar onderwijs later met het
bestuur in onderhandeling zal treden, wat te dieu aan
zien in het belang van het onderwijs zal worden geregeld.
Hierop is het artikel goedgekeurd.
Betrekkelijk het tweede punt geeft de lieer Moolen
burgh nadere inlichting, waaruit volgt dat de vergroo
ting dier school voor alsnog niet raadzaam is, met welk
gevoelen de voorzitter zich gehrêeTveyeemgde.
Bij den post gewoon ondjWfp&ud yajn^ncubare werken,