V terie eindelijk een besluit hebben genomen in zake de peruaansche kwestie. Men zou namelijk hebben besloten om aan de regering te Lima den oorlog te verklaren. In hoeverre deze bewering juist is bleek echter tot dus- j verre niet. De opstand in Ecuador, waarvan wij dezer dagen mei- ding maakten, veroorzaakt door de houding der regering, j welke niet geneigd schijnt om Peru bij eventuelen oorlog tegen Spanje te ondersteunen, is voor het oogenblik ge dempt. De leider der beweging, de generaal Maldonado, 1 is gefusilleerd. Berigten van 15 oktober uit New-York melden dat vol gens de dagbladen der zuidelijken de generaal Hood de belangrijke vesting Atlanta op de noordelijken heeft heroverd, waarbij lig vier regementcn des vijands krijgs- j gevangen maakte. Wanneer dit werkelijk heeft plaats gehad dan zouden de zuidelijken daardoor een hoogst belangrijk voordeel hebben behaald. De romeinsclie kwestie. In de vergadering van de italiaansche kamer van afge vaardigden, op maandag gehouden, heeft de minister Lanza, nadat hij verschillende stukken had gedeponeerd waarvan wij straks een resumé zullen geven, drie voor stellen voorgelezen, waarbij op eene enquête weril aan gedrongen omtrent de te Turijn plaats gehad hebbende ongeregeldheden. De minister verklaarde in beginsel zich niet te verzetten togen eene enquête, maar zich te opponeren tegen alle diskussie over een zoo irriterend onderwerp, vóór de beraadslaging omtrent het ingediend wetsvoorstel en het traktaat. Deze beraadslaging toch moest met kalmte en waardigheid worden gevoerd, omdat daarbij Italië's grootste belangen op het spel staan. Met algemeene stemmen werd hierop tot de enquête besloten na eene zeer korte diskussie waarvan behalve de minister van justitie dc beeren Mordini, Brofferio, Chiaves en Mellana deelnamen en waarbij de grootste bedaardheid in acht werd genomen. Het wetsvoorstel betrekkelijk de overbrenging van den hoofdzetel des bestuurs naar Florence, werd voorts urgent verklaard. Gedurende de vergadering waren de tribunes door eene talrijke menigte bezet, welke echter de meest mo gelijke kalmte bewaarde. Ook de turijnsche bevolking bleef gedurende dien dag rustig. De stukken, welke ter kennisse zijn gebragt van het parlement, willen wij thans zoo uitvoerig als onze plaats ruimte dit toelaat, resumeren. Wij beginuen met het wetsontwerp ter overbrenging van den hoofdzetel des bestuurs. Victor Emmanuel enz. Art. 1. De hoofdstad des rijks zal naar Florence wor den overgebragt binneu zes maanden .na de dagteeke- ning dezer wet. Art. 2. Voor de kosten dier overbrenging is in het buitengewoon deel van het budget van binuenlandsche zaken in een bijzonder hoofdstuk een krediet van zeven raillioen lire geopend, verdeeld als volgt: dienst 1864, twee millioen; dienst 1865, vijf miliioen. memorie van toelichting van het wetsontwerp betrekkelijk de overbrenging van den hoofdzetel des bestuurs. Mijne heeren! Het protokol, geannexeerd aan de overeenkomst op 15 september door de regering des konings met Frank rijk gesloten ter ontruiming van het pausselijk grondge bied door de fransche troepen, bevat de klausule dat die overeenkomst geene exekutoire kracht zal hebben dan van den dag waarop het dekreet betrekkelijk dc over brenging van den hoofdzetel des bestuurs naar eene andere stad des koningrijks geteekend zal zijn. De redenen welke geleid hebben tot het aanbod en de aanneming van deze voorwaarde zijn ontwikkeld in de diplomatieke stukken door den minister van buiten- landsche zaken overgelegd. Bij de aanvaarding van liet bestuur heeft het kabinet verklaard de overeenkomst met de daarvan onafscheidelijke klausule van de over brenging der hoofdstad aan te nemen, liet heeft dit niet alleen gedaan omdat het overtuigd is dat het eene poli tieke noodzakelijkheid is geworden om deze te bekrach tigen en dat de verwerping rampzalige gevolgen kon hebben, maar ook omdat de daaraan verbondene voor deden de nadeden verre overtreffen. De overbrenging van den hoofdzetel des bestuurs naar elders,benadeelt niet alleen vele private en lokale belan gen, maar zij schokt ook door de verplaatsing van het zwaartepunt in den staat het gehcele staatsgebouw en evenzeer de handelsrelatiën van verschillende provinciën. Zij vereischt bovendien eene belangrijke uitgave, welke, in den tegenwoordigen financiëlen toestand de opoffe ring te grooter maakt. Deze opoffering zal echter de ontruiming van een gedeelte van het paussclijk grond gebied ten gevolge hebben en de voorbereiding eener geschikte en definitieve oplossing der nationale kwestie; liet is dan ook uit naam van de nationale waardigheid, onafhankelijkheid en eenheid dat wij u die komen vragen. Indien men nu de verplaatsing van den hoofdzetel des bestuurs uit dit oogpunt beschouwt, dan zal niemand zich daartegen verzetten, wieu de toekomst des vaderlands en de vervulling van Italics bestemming ter liarte gaan, van welken aard ook de belangrijke gevolgen zijn, die uit deze verplaatsing kunnen voortvlocijen. Het ministerie is verzekerd dat ook Turijn met zelfopofferende liefde voor het vaderland de nadeelen welke deze verplaatsing zal veroorzaken, zal dragen. Die stad weet dat de geheele natie haar daarvoor eene eeuwige dankbaarheid zal toe dragen. Het parlement en de regering zullen bovendien alles in het werk stellen om de zware opoffering, in het belang van geheel Italië gedaan, zooveel mogelijk te verlichten. Daartoe zullen u na de aanneming van het tegenwoordig wetsontwerp voorstellen worden gedaan. De kwestie der verplaatsing van den hoofdzetel des bestuurs aldus gesteld zijnde, blijft nog over om te raid den der steden op ons schiereiland van groote beroemd heid en rijk aan schitterende historische herinneringen eene aan te wijzen, welke met het oog op verschillende omstandigheden als nieuwe zetel voor parlement en rege ring moet worden aangewezen. liet vorig ministerie had daartoe al zijne keuze gevestigd op Florence, een der meest in het raidden des lands gelegene steden, aan de eene zijde door de Apennijnen beveiligd, en op voldoenden afstand van de zee gelegen. Het tegenwoordig ministerie heeft gemeend dat eene dergelij ke teedere kwestie door een parleraentsvotum moest worden uitgemaakt en het heeft gemeend met het oog op de voordeelen, welke Florence voor eene centrale administratie, voor krijgskundige verdediging en voor den handel, boven andere steden aanbood, u deze stad te moeten voorstelleu. Hoe spoedig de regering na de aanneming van haar wetsvoorstel met de overbrenging zal te werk gaan, zoo zijn daaaraan toch wegens lokale omstandigheden zeer veel moeijelijkheden verbonden. De regering verlangt te dien einde ten barer beschikking te zien gesteld 7 millioen lire (onge veer 3.800.000 gulden) waarvan zij na de installatie van den nieuwen zetel der regering rekening en verant woording doen zal. Mijne heeren, zelden hebben de vertegenwoordigers van een land een kwestie van dit belang te behandelen gehad. Vervuld met de groote beginselen en edele ge voelens, welke de uwe waren gedurende de moeijelijkste oogenblikken der tegenwoordige regering, raogt gij deze kwestie onderzoeken en oplossen met eene waardigheid en wijsheid, welke steeds der beschaafde wereld meer en meer de overtuiging zullen schenken van ons onwrikbaar besluit om onze eenheid ten volle te verwezenlijken, onze geheele onafhankelijkheid te erlangen en den schat onzer vrij lieden ongeschonden te bewaren. Het eerste stuk door het ministerie van buitenland- sclie zaken overgelegd is de volgende nota: de ridder v1sconti-ven0sta, minister van buitenland- sche zaken aan den ridder nigra, gevolmagt1gd minister van italië te parijs. Turijn 9 julij 1863. De laatste debatten in de kamer van afgevaardigden hebben ons in de gelegenheid gesteld om de meening der regering omtrent de romeinsclie kwestie te ontwikkelen. In die debatten zijn zoo wel door de talentvolste rede naars der verschillende partijen als door liet ministerie verklaringen geuit, waarop het niet nutteloos zou zijn de aandacht des keizers te vestigen. Wij hebben ons in de eerste plaats te verdedigen tegen de beschuldiging dat wij met opzet over de romeinsclie kwestie het stilzwijgen hebben bewaard. Nadat eene smartelijke krisis Italië in beweging had gebragt, kwam het tegenwoordig ministe rie aan het bestuur en meende zich, op gevaar af van zijne populariteit in de waagschaal te brengen, te moeten onthouden van verwachtingen te kennen te geven, waar van mende verwezenlijking als nietgenoeg nabij kon be schouwen. Het wenschte liever de aandacht der natie te rigten op de binnenlandsclie aangelegenheden en in kalmte de belangrijke problemen, welke de positie van liome tegenover Italië aanbieden tot rijpheid te doen komen. Men heeft te Parijs kunnen zeggen dat men te Turijn niet meer over llome sprak, maar men zou zeker lijk niet, ter goeder trouw zijnde, daarbij hebben kunnen voegen dat Home niet meer eene der onderwerpen was, waarmede de koning en zijne ministers zich in de eerste plaats bezig hielden. Na de gebeurtenissen van Ficuzza en Aspromonte had Europa kunnen gelooven dat de kalmte in Italië eer was toe te schrijven aan eene wegsterving van krachten, het gevolg eener belangrijke krisis, dan aan bet bewonderens waardig instinkt der bevolkingen, hetwelk de ware oor zaak is geweest van de italiaansche eenheid en, steeds met het doel voor oogen, de middelen weet te kiezen om dat doel te bereiken. Wij meenden dat eenige maanden niet te veel waren om dit laatste aan Europa te doen zien. De diskussien in de kamer over de kwestie hebben den heer Buoncom- pagni geleid tot de verklaring dat liet votum van 27 april 1861, waarbij Home tot hoofdstad van Italië werd ver klaard, slechts gestrekt had om de algemcene opinie om trent de kwestie te konstateren, maar dat daarbij, geheel volgens de formule van den graaf di Cavour, de meeuiug was uitgesloten om de moeijelijkheden, welke het vraag stuk aanbood, met geweld uit deu weg te ruimen. Italië heeft sedert het overlijden van den grooten staatsman steeds het beginsel aangenomen waarbij dc vrije kerk in den vrijen staat werd gehuldigd en met handhaving der foudainentele verklaring omtrent Home, bepaalt het zich thans tot den eischdathet beginsel van non-interventie ook ten opzigte van het pausselijk grondgebied worde geëerbiedigd. Terwijl Italië steeds de vrijheid in alles en voor allen haudhaafde, heeft het bovendien genoeg blij ken van wijsheid en gematigdheid gegeven om voortaan zich het vertrouwen te zien fcchenken, hetwelk de graaf di Cavour zich in Europa bad weten te verwerven. Met liet oog op de woorden vaiy'keizer Napoleon aan den heer de Thouvenel gerigt, waarbij op dc noodzakelijkheid werd gewezen eener definitieve oplossing der romeinsclie kwestiën met bet oog op de houding van het pausselijk hof, verklaart Italië zipk bereid om de voorwaarde aan te nemen, welke de keizer voor de ontruiming stelde, namelijk de verzekering dat de thans nog aan den paus behoorende staten door geene geregelde of ongeregelde krijgsmagt zal worden overweldigd. visconti-V enost a. Het tweede stuk bij het parlement overgelegd, resume ren wij aldus: de ridder visconti- venostaminister van buiten- landsciie zaken, aan den ridder nigra, geyol- magï1gd minister van italië te parijs. Turijn 17 junij 1864. De baron de Malaret heeft mij eene depeche voorgele zen, waarbij de heer Drouyn de Lhuys de verschillende mededeelingen beantwoordt, welke gij hem uit mijn naam omtrent de romeitische kwestie hebt overgebragt, In deze depeche verklaart de minister te erkennen dat de regering des konings alle moeite in het werk stelt om de gemoederen tot kalmte te brengen en de bestaande moeijelijkheden uit den weg te ruimen. Ook van hare zijde zegt de heer Drouyn de Lhuys, verlangt de keizer lijke regering naar eene toenadering tusschen de rege ring des konings en Home naar het oogenblik waarop de ontruiming van het pausselijk grondgebied mogelijk wordt, zonder inbreuk te maken op de belangen wier verdediging Frankrijk ten doel heeft gehad. Hij voegt daarbij dat de eer der fransche regering haar noopt om zoo lang Rome te bezetten als de heilige vader geene voldoende waarborgen zal hebben ontvangen voor zijne veiligheid. Intusschen, zegt de heer Drouyn de Lhuys, heeft hij geene formele voorstellen ontvangen, waar toe echter de fransche regering zich steeds bereid verklaart. Ik betuig mijn dank aan den heer de Malaret en maak gebruik van het verblijf van den markies de Pepoli te Parijs om hem te verzoeken zijne pogingenmet de uwe te vereenigen en mondeling de voorstellen, welke de regering des konïngsaan de keizer lijke regering verlangt te doen toekomen, aan te vullen. In mijne depeche van 9 julij 1863 heb ik als grondslag voor de te maken overeenkomst aangegevende toepas singvan het beginsel van non-interventie op het romeinsch grondgebied zoowel als op het overig deel van Italië. Italië ziet steeds in eene toenadering tot de heilige stoel het beste middel om de verlangens der natie te ver wezenlijken. Deze toenadering, het verheven doel van de politiek des keizers, zullen wij trachten tot stand te brengen. Wij zijn daarom geneigd om aan den heiligen stoel de nooclige waarborgen te geven opdat deze, zich weder geplaatst ziende in een toestaud van rust en kalmte, welke onmisbaar zijn voor zijne waardigheid en de onafhankelijkheid zijner beraadslagingen, na verloop van tijd,meer toegankelijk kunne worden voor die denk beelden van toenadering, welke wij nooit uit bet oog hebben verloren. Deze waarborgen nu, moeten naar mijne meening bestaan in de toezegging dat de regering des konings zich verbindt om het romeinsch grondgebied niet aan te vallen of te doen aanvallen door eene geregelde of ongeregelde krijgsmagt, voorts in de belofte van zich niet te verzetten tegen de zanienstelling van eene gere gelde krijgsmagt te Home, mits deze een uitsluitend defensief doel beoogt. Eindelijk zou het italiaausch goe- vernement zich verbinden om in onderhandeling te treden ten einde een evenredig deel der schuld van de oude kerkelijke staten ten zijnen laste te nemen. Visconti-V enosta. Het derde stuk resumeren wij aldus: df. bidder nigra, gevolmagt1gd minister van italië te parijs aan den ridder visconti-vfinosta, minis ter van bu1tenlandsche zaken. Parijs 15 september 1864. Ik heb de eer u toe te zenden het origineel der over eenkomst betrekkelijk de ontruiming van liet pausselijk grondgebied door de fransche troepen, heden ten drie uur op het departement van buitenlandsche zaken door den heer Drouyn de Lhuys, door den markies Pepoli en door mij geteekend. Ik zal kortelijk de onderhande lingen, welke aan deze onderteekening vooraf gingen, nagaan. Weinige dagen voor het overlijden van graaf di Cavour was er sprake geweest van eeue overeenkomst tusschen Italië en Frankrijk, waarbij voornamelijk was bepaald dat Frankrijk zijne troepen uit Home zou terugtrekken; dat Italië zich verbond om het tegen woordig jjausselijk gebied niet aan te vallenen zelfs eiken aanval van buiten met geweld tegen te gaan; dat de italiaansche regering op geenerlei wijze de zaraenstelling van een pausselijk leger, uit een bepaald aantal manschappen bestaande, zou verhinderen, welk leger zelfs uit katholieke vrijwilligers uit dcii vreemde zou kunnen bestaan; dat Italië zich zou bereid verklaren om in onderhandeling te treden ten einde een evenredig deel der schulden vau de vroegere kerkelijke staten ten zijnen laste te nemen. De dood van den graaf di Cavour maakte aan deze onderhandelingen een einde. De kabinetten, welke dezen beroemden staatsman opvolgden, trachteu in dien zelfden zin onderhandelingen te openen, doch de keizerlijke regering meende dat het geschikt oogenblik daartoe nog niet was gekomen. De depeche van uwe excellentie, gedagteekend 9 ju lij 1863, was het punt van aanvang der onderhandelingen, welke thans tot een resultaat hebben geleid. Wel erkende echter na die depeche de fransche regering dat de poli tieke toestand gunstiger was geworden, maar zij achtte dien nog niet tpfrTTii^infCsmdei 1 iaude 1 iugen geschikt. Men moest dus opnieuw; wacWn. Eerst in jun'ij rigtte de lieer depeche aan den baron de Malaret, \y ólk&aa if, dsn e n t i e is medegedeeld.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3