MIDDELBURGSCHE
C O R A N T.
N°' 167.
Donderdag
1864.
20 Oktober.
öintmünnix
Bij deze courant behoort een bijvoegsel,
bevattende
Vervolg van het in dit nommer voorkomende verslag
van liet verhandelde ii^ de zitting van den gemeenteraad
van Vlissingen van 15 dezer.
Editie van woensdag avond 8 ure.
AAABESTEöïNCJ.
Op vrijdag den 4 november 1864, des voormiddags ten
10 ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den commis
saris des konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne
afwezigheid, door een der leden van de gedeputeerde
staten, en in bijzijn van den hoofdingenieur van den
waterstaat, in het 11de district, aan het lokaal van het
provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed
Het herstellen en onderhouden van 's rijks
zeeweringen te Vlissingen en Veere, ge
durende de jaren 1865, 1866 en 1867.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij
ving, per onderhoudsjaar.
Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het minis
terie van binnenlandsche zaken, aan dat van het provin
ciaal bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is voorts
op franco aanvrage, tegen betaling der kosten, te beko-
bij den boekhandelaar M. Nijhoff, Raamstraat no. 49, te
's Gravenhage, en door zijne tusschenkomst in de voor
naamste gemeenten des rijks.
Zullende den 7en en 4en dag vóór de besteding de
noodige aanwijzing in loco worden gedaan, iïn voorts
nadere inlichtingen te bekomen zijn aan het bureau van
den hoofdingenieur van den waterstaat te Middelburg
en bij den ingenieur van Dorth aldaar.
's Gravenhage, den 3 October 1864.
Van wege den minister,
De secretaris-generaal,
J. SCHRODER.
Middelburg 19 oktober.
De lijst van de te behandelen zaken in de najaars-ver-
gadering der provinciale staten van Zeeland, welke
dingsdag 1 november zal worden geopend, is door gede
puteerde staten vastgesteld en rondgedeeld.
Behalve verschillende koninklijke besluiten tot goed
keuring van door de provinciale staten genomen beslui
ten, komen daarop voor twee koninklijke besluiten, hou
dende, het eersteverdaging der beslissing op het dooi
de stateu in de zomervergadering vastgesteld reglement
van policie voor de polders in Zeeland; en het tweede
onthouding van goedkeuring aan het besluit der staten
van 22 mei 1863, waarbij eeuige wijzigingen van het
reglement van administratie der polders in Zeeland zijn
vastgesteld.
Voorts trefFen wij o. a. op die lijst aan een brief van
den minister van binnenlandsche zaken, ten geleide van
het koninklijk besluit tot goedkeuring van de begrooting
der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en
uitgaven voor 1865, en mededeeling bevattende omtrent
de opcenten op de direkte belastingen ten behoeve der
kalamiteuse polders, met het daarop door gedeputeerde
staten gegeven antwoord.
Nog vinden wij daarop vermeld een brief van het be
stuur van het 19e nederlandsch landhuishoudkundig
kongres, ter zake van het oprigten van plaatselijke land
bouwscholen.
Slechts een voorstel van gedeputeerde staten komt op
de lijst voor, nl. tot het verstrekken van rentelooze voor
schotten tot verbetering van wegen.
De gemeenteraad alhier heeft in de heden middag
gehouden zitting o. a. vastgesteld de begrooting van
inkomsten en uitgaven voor 1865, tot een bedrag van
255.278,73 in ontvang en ƒ251.609,85 in uitgaaf, ter
wijl het hoofdstuk der onvoorziene uitgaven bedraagt
3.668,88.
Mede zijn, in verband met de gemeentebegroting,
gearresteerd: de begrooting der stedelijke schutterij tot
een bedrag van ƒ2.997,23, met een subsidie uit de ge
meentekas van ƒ2.860; die van het bestuur der gods
huizen, ten bedrage van 51.908,80 idie van het bur
gerlijk armbestuur, waaraan een subsidie van ƒ33.097,10
uit de kas der gemeente is toegestaan, tot een bedrag
van ƒ47.700,51.
Bij de behandeling der gemeentebegroting is onder
meerder een post van ƒ800 vastgesteld tot aankoop van
een muziektent.
Het verzoek der agenten van policie om verhooging
hunner bezoldiging is van de hand gewezen.
Nog is goedgekeurd een staat van te roeijen en te ver-
koopen olmen en andere hoornen, waarvan de waarde is
geschat op ƒ796,50.
Aan den heer Joh. Luteijn is op zijn verzoek eervol
ontslag verleend als kommissaris over de wisselbank.
De voorwaarden van verpachting der tollen op den
rijweg van Middelburg naar Ylissingen zijn voorde leden
ter inzage gelegd.
In een volgend nommer geven wij van een en ander
nader verslag.
Aan het voorloopig verslag der tweede kamer omtrent
het wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk V der
staatsbegrooting voor het loopende jaar 1864 ontleenen
wij het volgende
In twee der afdeelingen viel de aandacht op hetgeen in
de memorie van toelichting over de kalamiteuse polders in
Zeeland wordt medegedeeld. Men moet daaruit opmaken,
dat tot herstel van stormschade aan dio polders eene som
van 100.000 zal worden besteed, die, zoo deze schade
niet had plaats gehad, tot gewoon onderhoud der dijk
werken van die polders zou zijn gebezigd, en dat dit
gewone onderhoud derhalve achterwege blijft. Verschei
dene leden zagen daarin wezenlijk bezwaar. Wanneer
de toestand dezer polders zoodanig is, als hij in het voor
eenigen tijcl aan de kamer medegedeelde verslag van
ingenieurs is voorgesteld, zou het niet behoorlijk onder
houd der daartoe behoorende zeewerende werken nood
lottige gevolgen kunnen hebben en later tot uitgaven
kunnen noodzaken, drie of vier maal zoo groot als die
men thans voor dat gewoon onderhoud zou moeten doen.
Andere leden lazen echter uit de bedoelde zinsnede niets
meer dan dat het gewoon onderhoud der zeewerken ia
geschorst, tot dat regeling van het beheer der kalami
teuse polders heeft plaats gehadeene regeling, die men,
te oordeelen naar hetgeen op den toelichtenden staat
van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1865 bij
art. 81 is aangeteekend, binnen weinige weken of maan
den te gemoet kan zien. De schorsing van het gewoon
onderhoud ware dus als eene soort van dwangmaatregel
te beschouwen om de provinciale staten van Zeeland tot
medewerking aan eene spoedige en billijke eindregeling
dezer aangelegenheid te nopen. Men antwoordde niet in
te zien, dat het terughouden der gelden, voor gewoon
onderhoud benoodigd, veel invloed op het tot stand
komen der bedoelde eindregeling hebben zou.
De Staatscourant van gisteren bevat de ministeriële
beschikking van 15 dezer, waarbij aan M. Baan te 'sllerto-
genbosch tot wederopzegging vergunning is verleend voor
eene schroefstoombootdienst tot vervoer van reizigers,
goederen en vee tusschen 's Hertogenbosch en Middelburg.
Uit Vlissingen schrijft men ons:
„Volgens een alhier verspreid gerucht zou Zr, Ms.
stoomfregat Adolf Hertog van Nassau met averij in Enge
land binnen zijn. De Adolf moet gezien zijn met gebro
ken kluiverboom en voorbramsteng, hebbende een ander
vaartuig met gebroken mast op sleeptouw. Men zou hier
uit moeten afleiden dat de bedoelde averij door aanva
ring veroorzaakt zal zijn.
„De Sacramento is van deze reede naar zee vertrok
ken."
Bij de verkiezing te Bath, is in de plaats van den heer
J. Strooband, tot raadslid verkozen de heer P. W. Steen-
kamp, met 10 van de 19 uitgebragte geldige stemmen.
Door den gemeenteraad te Oortgene is in plaats van
wijlen den beer K. J. van den Bussche, tot ambtenaar
van den burgerlijkun avand benoemd, de heer J.- van de
Linde.
Een bij het departement van koloniën ontvangen rege
ringstelegram, gedagteekend Batavia 14 september jl.,
luidt als volgt: 25000 pifcols koffij en 75000 pikols suiker
verkocht tegen 38,79 en 17,20. De korvet prinses
Amalia aangekomen. Goede berigten van Sintang."
HH. KK. HH. prins en prinses Hendrik, zijn van HD.
buitenlandsche reis in de residentie teruggekeerd.
De russische generaal Tottleben, bekend door de
verdediging van Sebastopol, bevindt zich in de residentie,
en is bij Z. M. den koning in audiëntie toegelaten.
Uit Madrid wordt gemeld dat de hoofdredakteur van
het dagblad El Contomporaneo, de heer Alvaredo, be
noemd is tot gevolmagtigd minister van Spanje bij de
nederlandsche regering.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den
Ncderlandschen leeuw de heer P. A. Bourclalouë, direc
teur des travaux du nivellement général de la France.
polderbesturen. Benoemd tot gezworen van den
Wilhelminapolder (Zeeland) de heer P. A. R. van Vloten.
Indische dienst. Bevorderd tot resident de heer
A. Magnin, assisteut voor de dienst dér nederlandsche
bezittingen ter kuste van Guinea.
Kerknieuws.
Door het provinciaal kerkbestuur van Zeeland is eervol
emeritaat verleend aan den heer C. M. van der Weijde Cz.,
predikant te Vrouwenpolder, ingaande 23 oktober 1864,
en aan den heer J. H. Dumans, predikant te Zierikzee,
ingaande 1 januarij 1865.
De heer R. Veldman, predikant der gereformeerde
gemeente te 's Gravenhage, is beroepen bij die gemeente
te Zwolle.
Marine en leger.
Naar wij vernemen, is voor rekening van ons goever-
neinent in Engeland besteld een gepantserd schip, model
Monitor. NCt.v. d. H.)
Koloniën.
De thans met de engelsche mail ontvangen berigten
uit Oost-Indië bevatten meer uitvoerige opgaven omtrent
de gebeurtenissen op Borneo. Iu de Java bode lezen we
daaromtrent o. a. het volgende
„In den nacht van den 17 op den lSjunij is door een
15 a lGtal kwaadwilligen een aanval op een onzer veld-
wachten bij Sintang gewaagd, waarhij twee militairen
ligt zijn verwond. Volgens geruchten hadden de opstan
delingen, aan wie zich de bevolking der geheele Boven-
Melawi, der Pinoh en der Plembing had aangesloten, het
voornemen opgevat, om den 10 julij daaraanvolgende,
onder de persoonlijke leiding van pangeran mas Nata
Widjaja, Sintang zelf aan te tasten. Hoewel van dezen
aanval op het daartoe aangegeven tijdstip niets kwam en
volgens mededeeling van het militair departement, de
militaire kommandant op elke vijandelijke handeling der
opstandelingen was voorbereid, en alzoo de gebeurte
nissen voor alsnog met gerustheid konden worden te
gemoet gezien, heerschte er echter te Sintang zoo onder
de europesche als de inheemsche bevolking eene zekere
spauning, welke nog werd verhoogd toen, kort na de
aankomst ter plaatse op den 24 julij jl. van den nieuw
benoemden resident der Wester-afdeeling van Borneo
R. Wijnen, het berigt werd ontvangen dat pangeran mas
Nata Widjaja en pangeran Perba, hoofd van de Pinoh-
rivier, zich met eene raagt van p. m. 3000 tamelijk goed
gewapende, overmoedige en fanatieke lieden in de
onmiddellijke nabijheid onzer vestiging bevonden. Ver
mits elk oogenblik een aanval van de zijde des vijands
kon worden verwacht, en volgens zekere tijdingen de