Ccmeiigde berigfen.
Zondag ochtend is te Hontenisse een schuurtje
afgebrand, tocbehoorende aan den landbouwer Josephus
Bogaart. De oogst en de gereedschappen welke zich
daarin bevonden zijn vernield. De schade wordt op/1200
berekend. Het gebouw was tot 800 tegen brandschade
verzekerd. De oorzaak van den brand is niet bekend.
Zaturdag namiddag zijn twee paarden van de rail
route te Scheveningen, terwijl zij los stonden, aan het
hollen geraakt, waardoor drie menschen omver geworpen
werden en eene dame belangrijke kneuzingen bekwam.
Uit Breslau schrijft men dat den 5 dezer aldaar
sneeuw is gevallen, nadat het twee nachten te voren
sterk gerijpt had. Uit Görlitz wordt gemeld, dat uit
de weerkundige waarnemingen bleek, dat de afgeloopen
zomer de koudste sedert twintig jaren geweest was.
Zijne gemiddelde temperatuur van 12,55 gr. R. is nog
1,05 gr. beneden het middencijfer van die twintig jaren
geweest. Uit llirschberg wordt van den 2 dezer berigt,
dat de kruin van het gebergte toen gebeel met sneeuw
bedekt was, en op de koppen van het gebergte lag dc
sneeuw zes duim hoog: er had den 3 een zware storm
met sneenwjagt gewoed.
De luchtreiziger Nadar is te 's Gravenhage aan het
Hotel Paulez afgestapt.
Uit Petersburg wordt gemeld, dat de keizer heeft
bevolen, dat alle personen, gegijzeld voor eene schuld, i
welke niet van hooger bedrag is dan 1000 zilveren roeb.,
op vrije voeten zullen worden gesteld en hunne schuld
zal worden aangezuiverd. Dit geschiedt naar men zegt
in navolging van hetgeen keizer Nicolaas deed bij gele
genheid van de plegtige verloving van zijn oudsten zoon
en opvolger, den tegenwoordigen keizer, en dit voorbeeld
volgt de keizer thans bij eene dergelijke heugelijke
gebeurtenis, namelijk ter gelegenheid van de verloving
van zijn oudsten zoon met prinses Dagmar, de dochter
van koning Christiaan van Denemarken.
De toondichter Mermet, komponist van de dezer
dagen met grooten bijval te Parijs opgevoerde opera
Poland a Roncevaux, heeft zijn eigendomsregt op dat
werk verkocht voor 20.000 fr. Daarvan zullen 12.000 fr.
hem onmiddellijk uitgekeerd worden; 4000 fr. bij de 25e
en 4000 fr. bij de 40e voorstelling.
In de te Leipzig uitkomende Illustrirte Zeitung
werd dezer dagen eene afbeelding van het Paleis voor
volksvlijt te Amsterdam gegeven. In de daarbij gevoegde
beschrijving zegt de schrijver onder anderen: „Men kan
met zekerheid verklaren dat niet een der tot heden
gebouwde nijverheids-paleizen zulke groote bouwkun
dige schoonheden, met eene zoo voortreffelijke en doel
matige inrigting verbonden, vertoont als het Paleis voor
volksvlijt te Amsterdam."
SuitmlmtD.
Aïgemeen ovcry.igt.
In ons vorig nommer resumeerden wij het o'ordeel van
cenige fransche dagbladen over het fransch-italiaansch
traktaat. Die dagbladen gingen min of meer van een
eigen standpunt uit, zoodat daaruit nog niet viel op te
maken hoe de fransche regering zelve voor het oogen-
blik de overeenkomst van 15 september wenscht
beschouwd te zien. Daartoe moeten wij haar officieus
orgaan, Le constitutionnel, ter hand nemen.
Wij vinden in dit dagblad een artikel, hetwelk in
zeer vele woorden ongeveer het volgende zegt. Na
een zucht te hebben geslaakt over den weinigen eer
bied, waarmede sommige dagbladen naar aanleiding van
het traktaat over paus Plus IX hebben gesproken, be
weert Le constitutionnel dat de beide uiterste partijen
in Frankrijk overeenstemmen om in de overeenkomst
van 15 september te ontdekken dat de wereldlijke magt
haren val nabij is en dat Rome door de fransche rege
ring aan zijn lot wordt overgelaten.
Deze opvatting nu is geheel onjuist. Wat! roept Le
constitutionnel uit Frankrijk neemt alle voorzorgen
om de pausselijke regering tot een onafhankelijk goe-
vernement te maken, om-daaraan een leger en financiën
te verschaffen, en dit noemt men Rome aan zijn lot over
laten!? Na eene loyale en belanglooze bezetting van het
pausselijk gebied, maakt men een einde aan dezen steeds
tijdelijk verklaarden toestand en geeft aan de regering
te Rome alle mogelijke middelen om onafhankelijk en
niet onder vreemde bescherming te leven, en dit noemt
men Rome aan zijn lot overlaten!?
Na nog eenige dergelijke oratorische figuren te hebben
gebezigd, zegt het officieus orgaan het volgende„Als
de klerikale dagbladpers beweert dat de aan den heiligen
stoel aangeboden waarborgen illusoir zijn, dan geeft zij
te kennendat de paus zijn gezag niet zal kunnen hand
haven zoodra hij zich alleen met zijne onderdanen be
vinden zal, dat hij geene pogingen zal aanwenden om
zich hunne genegenheid te verzekeren, dat hij niet aan
de cischen van zijn tijd zal voldoen, dat hij geenerlei
hervorming wil en dat hij alle misbruiken zal laten be-
staau. Door dergelijke bewering miskent de klerikale
pers de goedheid en talenten van Pius IX."
Met deze woorden, welke eene vrij duidelijke bedrei
ging tegen het hof van Rome bevatteu, neemt Le consti
tutionnel van de eene uiterste partij afscheid om zich
thans te wenden tot de ultra-italiaansche dagbladen. De
bewering door deze voorgestaan dat Victor Emmanuel
wel de grenzen van het pausselijk gebied zal eerbiedigen,
maar eene binnenlandsche omwenteling zal bevorderen,
is, volgens het officieus orgaan, in strijd met de bekende
loyaliteit van dien soeverein. Door eene valsche uitleg
ging van het traktaat beleedigt alzoo de klerikale
dagbladpers den paus en dc ultra-italiaansche Victor
Emmanuel.
De publieke opinie beert, volgens Le constitutionnel,
eene betere opvatting van het traktaat. Zij heeft niet de
talrijke blijken van hartelijke genegenheid vergeten,
door Frankrijk aan den heiligen stoel bewezen en gelooft
dan ook niet dat Rome thans door Frankrijk aan zijn lot
is overgelaten. Zij gelooft evenmin dat de pausselijke
regering niet onafhankelijk kan bestaan, omdat zij niet
aanneemt dat deze impopulair is, gelijk eenige verblinde
aanhangers van den paus dit willen doen voorkomen.
Op de vraag: indien deze verblinde aanhangers eens
gelijk hadden, zal Frankrijk dan op nieuw troepen naar
Rome zenden geeft Le constitutionnel geen antwoord.
Dit antwoord wij bespraken het in ons vorig nom
mer kan dan ook slechts door de toekomst worden
gegeven.
Eergisteren is te Milaan aan den markies Pepoli, die
vooral heeft medegewerkt tot het sluiten van het fransch-
italiaansche traktaat een banket aangeboden. Volgens
een telegram heeft hij daarbij ook die overeenkomst be-
besproken en als zijne meening te kennen gegeven dat
het traktaat niet alleen een weldaad voor Italië, maar eene
zegepraal voor den vooruitgang en de beschaving was.
Het traktaat brengt geen nadeel toe aan een der belang
hebbende partijen en was een nationaal programma,
waardoor de laatste band werd verbroken, welke Frankrijk
hechtte aan Italië's vijanden. De geruchten van min eer
volle koncessiën, welke door Italië gedaan zouden zijn
werden door den heer Pepoli tegeugesproken en bespot
telijk verklaard.
Omtrent het resultaat van de zitting der konferentie
te Weenen, op zaturdag gehouden, ter regeling der
deenseh-duitsche kwestie, verneemt men niets. DeGener.
Correspondenz berigt ten opzigte dezer zitting dat de
thans met ijver gevoerd wordende onderhandelingen
een gunstigeu loop nemen. De Berlin-sche Tidende be
weert dat de vrede reeds definitief zou gesloten zijn,
indien de duitsche mogendheden niet nog eene nieuwe
bepaling in het vredes-traktaat. wilden gebragt zien.Wat
hiervan zijn moge, wij bespraken reeds meermalen het
vrij duidelyk voornemen van den vrijheer von Bismarck
om de onderhandelingen slepende te houden. „De deen-
sche regering zoo beweert intusschen een dagblad te
Weenen is vol berusting in haar lot." Wij willen dit
waarlijk wel gelooven; het is de berusting van iemand, die
een kwartier uurs op de pijnbank heeft doorgebragt.
Uit Kiel wordt de bewering, dat de heeren Samwer
en Francke als raadslieden van den hertog van Augus-
tenburg eerlang hun ontslag zouden erlangen, op de
meest bepaalde wijze tegengesproken.
Volgens een telegram uit New-York op 1 oktober, des
avonds, afgezonden bevond de kolonne van Grant's leger,
welke onder den generaal Birney tegen Richmond was
opgerukt, zich thans op slechts vijf mijlen afstands van
de hoofdstad der zuidelijken.
Een telegram uit Suez van 6 augustus bevestigt het
berigt dat tusschen de inboorlingen en de op Nieuw
Zeeland gevestigde eng'elsche koloniën vrede is gesloten.
De stammen der inboorlingen hebben verschillende
waarborgen gegeven om van hunne vredelievende
gezindheid te doen blijken.
BRIEVEN UIT BELGIË.
Brussel, 6 October.
Na gedurende eene week afwezig te zijn geweest, vat
ik de pen weder op. Hoewel een ander in mijne plaats u
de laatste maal schreef, en ik dus voor uwe lezers gerus-
tel ijk mijn uitstapje kon geheim houden, wilde ik toch
met een enkel woord daarvan reppen, te meer omdat ik
heden u eenige indrukken heb meê te deelen, die ik
ontving op het door mij bijgewoonde internationaal kon
gres te Amsterdam.
Wij bollanders zijn vóór alle dingen „praktische men
schen." Dit bleek ook uit de kalmte waarmee gedurende
de eerste zittingen de redevoeringen der vreemdelingen
werden aangehoord. Lang duurde echter die reserve
niet. Men werd allengs warmer. Zoo welligt eenigzins
mistrouwend men sommigen als geavanceerden bekende
redenaars had zien optreden, spoedig werd men door
't vuur waarmee deze spraken meegesleept en opgewekt
heid verving de kalmte, waarmeè men bij den aanvang
had geluisterd. In de laatste zitting, die waarin de
koloniale kwestie zon worden behandeld, was alles wat
Amsterdam voornaams, aanzienlijks, vermogends en edels
heeft, in de balzaal van 't koninklijk paleis te vinden.
Het amsterdarascb kongres verdient in elk opzigt
ernstig besproken en ernstig opgevat te worden. Een
der merkwaardigste karaktertrekken, daaraan eigen, is
toch deze dat het eene sterk geprononceerde anti-napo
leontische rigting bewees te hebbeu cn met kracht is
opgetreden voor het beginsel, 't welk de afschaffing dei-
staande legers beoogt.
Toen de fransche balling Madier Monjeau de nog
bijna overal bestaande vreemdelingenwetten op talent
volle en hoogst welsprekende wijze besprak en bestreed,
en als middel om ook dit maatschappelijk kwaad in den
wortel aan te tasten en voor 't vervolg deze met den
geest der eeuw en de humaniteit zoo strijdige wetsbepa
lingen krachteloos te maken, het denkbeeld van eene
algeheele opheffing der staaude legers aan de hand deed,
werd die zoo uitstekende improvisatie met toejuichingen
begroet, derwijze dat die uitbundige en bijna niet ein
digende ovatie al 't karakter van eene demonstratie, in
't belang van het voorstel, begon te krijgen. Op Hollands
vrijen grond hoorde men met zigtbaar welgevallen, met
blijkbaar algemeene sympathie dc ontwikkeling eener
gedachte, die in vroeger of later tijd te algemeen zal ge
deeld worden, dan dat de toestand langer houdbaar zal
wezen, tegen welken zij zich met kracht aaukant.
Overigens acht ik liet kongres in zijn geheel, met
het oog op de zoo wijd uiteenloopende en talrijke
kwesties daar besproken, vfln nog vrij wat meer gewigt,
dan over 't algemeen daaraan wordt toegekend. Het
schijnt in mijn oog bestemd om Europa te plaatsen
op een nieuwen weg, om zachtkens en als ongemerkt
de maatschappij heen te leiden naar eene orde der dingen,
naar een toestand, zoo als eens een der beroemdste, maar
tevens een der heftigst bestredene en meest geduchte
publicisten van onzen tyd, zoo als Proudhon zich die
droomde. Toen toch deze talentvolle auteur voor de
eerste maal zijne beginselen voor de beschaafde wereld
uiteen zette en er rondweg en openlijk voor uit kwam
dat hij het „anarchismus" huldigde en verdedigde, ging
er als een koude rilling door elk land, waar zijne krach
tige stem werd vernomen. Men deinsde terug voor dat
woord. De zwakken en zij die dadelijk het ergste geloo
ven, zagen aan den horizont reeds 't bloedig morgenrood
van een nieuw schrikbewind dagen. De ontwikkelden,
de bekwamen en de behendigen, die zeer goed wisten
dat bet met Proudhon's stelsel zoo'n vaart niet loopen
zou, exploiteerden echter die ontsteltenis en riepen luid
keels mede dat met dit systeem het bezit en de bescha
ving de meest donkere toekomst te gemoet gingen.
Deze, en zij maakten de meerderheid uit, wilden zich,
om voor hen geldige redenen, vergissen in de beteekenis
van bet door Proudhon gebezigde woord. Eenige jaren,
zijn thans daarover heengegaan en 't was reeds bijna
vergetenwaar ik heden het nogmaals in het geheugen
uwer lezers terugriep, deed ik dit alleen omdat ik daar
aan toe wilde voegen de mededeeling dat in zekeren zin
op het amsterdamsch kongres het „anarchismus", in de
ruimste beteekenis van het woord, is gehuldigd. En
toch heerschte daar eene voorbeeldige orde, toch greep
er in die dagen in de goede stad aan Amstel en IJ geen
enkel tooneel plaats, 't welk de daar immer heerschende
rust stoorde, en geen wonder! die hulde aan het
anarchismus, zij werd dan ook niet alleen gebragt in
tegenwoordigheid van, maar ook aan uwe meest behou
dende staatslieden, wat meer zegt in tegenwoordigheid
van uwen prins van Oranje, den vermoedelijken erfge
naam der nederlandsche kroon
Maar wat is dan ook het „anarchismus?" In zijne ware
beteekenis niets anders dan het streven om zoo veel moge
lijk het stelsel van „gouvernement" terug te brengen tot
zijne oorspronkelijke eenvoudigheid, dat wil zeggen tot
zijne primitive roeping om de regering der gekoaliseerde
groepen te leiden. Het kongres ter bevordering der so
ciale wetenschappen heeft geen ander doel. Het stelt aan
de orde, bespreekt, huldigt of spreekt zijne afkeuring
uit over alle groote politieke, sociale en staathuis
houdkundige vraagstukken van den dag, die in vroeger
tijd alleen door de regeringen, door het goeverue-
ment en de wetgevende kamers werden behandeld en
opgelost. Wel hebben de uitspraken van het kongres