Ouitmlcwü.
men het alweder al te mooi had willen maken, duurde
het zoo vreesseïijk lang, dat men het bepaald eene red
ding noemde, toen het scherm viel. De heer mr. J. van
Lennep had toepasselijke aardigheden, koepletten op het
kongres enz. er in gelascht. Sommigen daarvan troffen
doelonder anderen was het gansch niet onaardig een
franschen, een engelschen en een duitschen boer op te
voeren, waardoor de vreemdelingen althans eenige rege
len in hunne moedertaal hoorden. Daarentegen was het
zeer slecht gezien om de voorstelling te doen eindigen
met eenige ernstige koepletten, terwijl de heer Peters
alle mogelijke moeite scheen aan te wenden om die rege
len regt pathetisch en galmend op te zeggen. Overigens
had de zaal een uitmuntend aspekt. Alle balkons, loges
en zelfs het parterre waren gevuld met prachtige dames
toiletten. Toepasselijke versieringen worden in den
regel niet zeer doelmatig aangebragt, en zoo ook hier
weder. Onze schouwburg kan, wat comfort en elegance
betreft, niet wedijveren met wat men gewoonlijk in het
buitenland vindtmaar toen ze opgerigt werd, en nog
lang daarna, roemde men met regt de architektonische
schoonheid der zaal, en nog zijn er détails die bewonde
ring afvergen. Vooral de fraaije omlijsting van het
tooneel, met de beelden van Melpomene en Thalia, behoort
daartoe, en juist die wordt door wat klatergoud en lap-
penboel, bij dergelijke gelegenheden, overdekt.
Den volgenden avond, dus woensdag, had er een feest
plaats in het paleis van industrie. De muziek was goed,
en de zalen waren allen zeer vol en toch niet overvol.
De vreemdelingen hebben het paleis opregt bewonderd.
Vooral de overheerlijke verlichting heeft hen in verruk
king gebragt. Bij dit feest was het amsterdamsche pu
bliek moyennant payant niet uitgesloten. De toi
letten waren ook hier prachtig, en het gansche feest was
zeer schoon.
Meer goeds nog kan ik melden van het nationale kon-
cert in het lokaal van het Park. De ouvertures werden
met aplomb en genuanceerd uitgevoerd. Ze waren bei
den van nederlandsche komponisten. De mannenkoren
met muziek, solo's en kwartetten voldeden, op een en
kel nommer na, bijzonder. De komposities van Verhulst
(voornamelijk het muziekstuk: Rembrandt) deden eene
hoogst voortrelfelijke uitwerking. Mevrouw Oftermans
van Hove was als altijd de begaafde eu smaakvolle zan
geres, de lieer Lubeck heeft met virtuositeit de piano
bespeeld, maar boven alles en allen heeft het kind de
Graan het gansche publiek met zijn viool geëlektviseerd.
En nu eindelijk het belangrijkste en tevens het laatste
feest, dat van gisteren middag, het banket in het
nijverheidspaleis.
De schilderijenzaal werd gebruikt als receptiekamer,
en was nog ruim genoeg, hoewel men taxeert dat er
ongeveer zeven honderd personen bijeen zijn geweest,
en dan nog welke personen? Vele, zeer vele dames
men weet wat het zeggen wil: gekleede dames uit onzen
tijd! Ik heb japonnen met slepeu gezien van 6 voet
lengteDe kostumes waren allerprachtigst. Ik heb nim
mer zoo veel kostbare zijde bij elkander gezien. Het was
een verrukkelijk rezigt. Bij het binnentreden werd men
tevens verrast. Geheel onverwacht was de prins van
Oranje overgekomen 0111 mede aan te zitten. Het doet
mij veel genoegen dat dit blijk van belangstelling dooi
de vorstelijke famielje gegeven is. Er was eene groote
tafel voor de autoriteiten, de andere plaatsen waren ge
heel vrij. De tafels waren fraai georneerd, de spijzen
smaakten zeer goed en de vele wijnen, die werden gepre
senteerd, lieten niets te wenschen over. Het geheel was
werkelijk splendide. Ook waren de vreemdelingen bij uit
stek te vreden. Het korps der grenadiers maakte muziek.
Van de toasten kon men, mits men zeer nabij de sprekers
zat, niets verstaan. De heer Demarets, die reeds vroeger,
bij de séances, een groot sukces heeft gehad, sprak zeer,
zeer lang volgens sommigen zelfs te lang.
Ziedaar mijn verslag der festiviteiten ten einde. Ik
zon u nog het een en ander nopens de vergadering
kunnen mededeelen, maar uw verslaggever heeft die taak
reeds volbragt en ik mag nu over geen groote ruimte
meer beschikken.
Algemeen oversigt.
Het belangrijkste, of laat ons liever zeggen het eenige
belangrijke nieuws is de openbaarmaking van twee ge-
wigtige diplomatieke stukken. Het eene is de depeche,
waardoor Frankrijks minister van buitenlandsche zaken
aan het pauselijke hof kennis geeft van de onderhande
lingen die tot het sluiten der fransch-italiaansche over
eenkomst hebben geleid, het andere een rapport van het
nu afgetreden italiaansche ministerie.aan den koniug.
•Eerstgenoemd stuk, hetwelk vooral voor het tegen
woordige oogenblik waarde heeft, omdat de tekst dei
overeenkomst zelve nog verborgen wordt gebonden en
men er eenigermate de inzigten van Frankrijk voor de
toekomst door kan leeren kennen, draagt de dagtee.
kening van 12 september en gaat dus aan de overeen
komst. zelve slechts drie dagen vooraf. Daar plaatsgebrek
ons verhindert het vrij uitgebreide stuk in zijn geheel
op te nemen, zien wij ons genoodzaakt de mededeeling
er van tot een hort resumé te beperken, waarbij wij ech
ter zorgvuldig hebben getracht de hoofddenkbeelden dei-
nota zuiver weêr te geven.
De positie, welke Frankrijk te Rome innam zoo
wordt in den aanvang gezegd maakt sedert lang een
onderwerp van ernstige overweging uit bij de keizerlyke
regering. Van het resultaat dezer overweging acht zij
het noodig den heiligen stoel kennis te geven. Na te heb
ben herinnerd hoe zij altijd den tegenwoordigen toestand
te Rome als slechts tijdelijk heeft beschouwd, wordt er
op gewezen hoe zij steeds verklaard heeft naar het oogen
blik te verlangen, waarop de fransche troepen Rome
zouden kunnen- ontruimen, zonder gevaarvoor de binnen-
landsche rust en het gezag van het pausselijk goever-
nement. In 1859 heeft de heilige vader van zijne zijde
het voorstel gedaan om de ontruiming van het door de
fransche troepen bezet grondgebied nog voor het einde
van dat jaar te doen plaats hebben. Hoewel de oorlog?
welke toen uitbarstte, keizer Napoleon dit plan tot terug
roeping deed opgeven, scheen een latere toestand even
wel de hoop te wettigen dat de pansselijke regering
met eigen kracht hare veiligheid zou kunnen hand
haven. Van daar de overeenkomst van I860, volgens
welke de ontruiming in augustus van dat jaar zou
plaats hebben. De ongeregeldheden van dat tijdvak
verhinderden toen nogmaals een maatregel, welke de
heilige stoel evenzeer wensebte als de fransche regering.
Steeds bleef echter de keizerlijke regering de bezetting
van Rome door de fransche troepen als een exceptionele
en tijdelijke toestand beschouwen, waaraan zoo spoedig
mogelijk een einde moest worden gemaakt.
Nu wordt gewezen op de vele redenen voor dit laatste.
De bezetting van Rome is in strijd met een cler eerste
beginselen door Frankrijk voorgestaan, die namelijk der
non-interventie, tc minder te regtvaardigen omdat juist
aan Piemont gewapende hulp was verleend met het doel om
Italië van vreemde interventie te bevrijden. De bezetting
van Rome bragt op hetzelfde grondgebied twee verschil
lende soevereiniteiten, waardoor ernstige moeijelijkheden
ontstonden. Verschillende veranderingen hebben plaats
gehad in het opperbevelhebberschap over het fransche
bezettingsleger, maar hetzelfde verschil van gevoelen en
dezelfde jurisdictie-geschillen deden zich voor tusschen
de fransche opperbevelhebbers en de vertegenwoordigers
der pansselijke autoriteiten die in cle administratie de
onafhankelijkheid van den soeverein van dat grondge
bied wilden handhaven.
Bovendien gaan deze twee regeringen niet te werk
volgens dezelfde beginselen. Frankrijk meent zich dik
wijls verpligt te zien om raadgevingen te doen, welke
het hof van Rome meent te moeten afwijzen. Had eerst
genoemde mogendheid die raadgevingen met meer aan
drang gedaan dan had zij den schijn op zich geladen van
misbruik te maken harer positie. Van den anderen kant
daarentegen maakte zij zich, door niet aan te dringen,
schijnbaar schuldig aan goedkeuring eener staatkunde,
welke toch niet goedgekeurd kan worden. „De heilige
stoel heeft, ten gevolge van haar eigenaardig karakter,
hare bijzondere wetboeken en haar bijzonder regt, welke,
bij zeer vele gelegenheden, ongelukkiglijk in strijd zijn
met de denkbeelden onzer dagen."
Hoe vele bezwaren de bezetting van Rome dus ook
voor Frankrijk had, het meende niet tot de ontruiming
te moeten overgaan, zoo lang de revolutionaire partij te
Rome plannen beraamde tegen het gezag van den hei
ligen vader, en zoo lang, bovendien in het italiaansch
parlement uit den mond der ministers van de italiaansche
regering de verklaring werd gehoord dat men Rome tot'
hoofdstad eischtc. Thans is de toestand in het schier
eiland geheel veranderd. De italiaansche regering be
ijvert zich sedert twee jaren om de laatste overblijfselen
dier vreesverwekkende vereenigi ngeu te doen verdwy nen,
welke steeds hare plannen rigtten tegen Rome. Boven
dien heeft de italiaansche regering niet langer in het parle
ment het absoluut programma gehandhaafd, waarbij Rome
als hoofdstad van Italië werd op den voorgrond geplaatst.
Andere denkbeelden hebben daarvoor plaats gemaakt.
Niet langer door geweld een plan willende verwezenlijken,
waartegen wij ons zouden hebben verzet, en toch niet
langer te Turijn den zetel des bestuurs kunnende geves
tigd houden, omdat daarvoor een punt in het midden
des rijks geëischt wordt, schijnt het kabinet van Turijn
zelf het plan hebben om eene andere stad tot hoofdstad
te maken.
Daardoor toch zou eene nieuwe toestand geboren wor
den, welke én voor den heiligen stoel èn voor dc keizer
lijke regering niet meer de zelfde bezwaren van voorheen
zou opleveren. Na voorts van Italië de waarborgen te
hebben ontvangen, welke wij met het oog op aanvallen
vau buiten voor den heiligen stoel meenden te moeten
vorderen, bleef ons slechts over om het pausselijk goe-
vernement behulpzaam te zijn in het zamenstellen van
een leger om zijn gezag in het binnenland te handhaven.
Hij zal Frankrijk bereid vinden om hem daarin bij te
staan, terwijl ook omtrent de schuld, waarvan hij tot
dusverre de interest meende te moeten blijven betalen,
eene schikking zal worden aangegaan. Op deze wijze
zou de pansselijke regering zich weder in een onafhan-
kelijken toestand bevinden en kon de fransche regering-
een termijn stellen, binneu welken de ontruiming der
pansselijke staten kon plaats vinden.
Aan het slot der depeche wordt er op gewezen dat op
deze wijze de woorden bewaarheid worden welke de kei
zer van Frankrijk den 12 julij 1861 tot den koning van
Italic rigtte: „Ik zal mijne troepen te Rome laten zoo
lang uwe majesteit niet met den paus zal verzoend zijn
of dat de heilige vader bedreigd wordt de staten welke
hem zijn overgebleven door eene geregelde of ongere
gelde raagt te zien overrompeld."
Omtrent een verplaatsing cler hoofdstad naar Florence
leert de nota ons niets, en dit zon wel eenige waar
schijnlijkheid geven aan dc reeds geuite bewering dat
Florence in de overeenkomst niet bepaald is aangewezen
en dat bij de italiaansche regering het voornemen zou
bestaan tot het bouwen eener nieuwe hoofdstad zeer in
de nabijheid van Rome. Maar dit gerucht strookt weder
weinig met het voornemen der regeriug, waarvan thans
melding gemaakt wordt, om van Bologna een vesting van
den eersten rang te maken, waarvan de batterijen onmid
dellijk zouden gewapend worden en waartoe aanvanke
lijk eene som van 20 millioen zou worden besteed.
Buitendien krijgen wij heden in handen en dit is
het tweede der diplomatieke stukken waarvan wij in
den aanvang van dit overzigt spraken een afdruk
van het rapport door het afgetreden ministerie, den
19 september, te gelijk met het besluit tot bijeenroeping
van de kamer, den koning aangeboden, en door het
officiële dagblad van Turijn 11. zondag openbaar gemaakt.
Hierin wordt meer nadrukkelijk Florence als toekom
stige hoofdstad aangewezen en wel met het oog op moge
lijke handelingen van Oostenrijk. „Oostenrijk zoo
lezen we toch in het rapport kan zoo lang het in
Venetië gevestigd blijft, bij de gebeurtenissen welke te
voorzien zijn, dreigend worden voor Italië. Het hoofd
denkbeeld des konings is steeds geweest dat de inrig-
ting van het verdedigingsstelscl de overbrenging van
den zetel des bestuurs naar elders vorderde. Overwe
gingen van militairen aard hebben de keuze daarvoor
op Florence gevestigd.
Opmerkelijk is overigens dat gedeelte van het rapport
waarin dc ministers na de gronden te hebben opgege
ven welke Napoleon tot het terugroepen der fransche
troepen hebben geleid, en welke met het hierboven ver
melde in hoofdzaak overeenkomen over het karakter
der verbindtenis voor Italië zich uitlaten: „Om het ge
voelen der katholieken te bevredigen zoo lezen we
daar kon de regering slechts beloven het pauselijk
grondgebied niet aan te vallen en er zich tegen te ver
zetten dat het door ongeregelde benden aangevallen zou
worden. Maar deze raet opregtheid gegeven en krachtig
gehandhaafde belofte, vernietigt noch vermindert, de
regten en neigingen der italiaansche bevolking, maar
doet te meer de noodzakelijkheid gevoelen om door het
aanwenden van bloot zedelijke middelen de overwin
ning der nationale denkbeelden te bewerken."
Rome zal dus dit blijkt uit de beide hierboven mede
gedeelde stukken ten duidelijkste eerlang geheel aan
zijn eigen krachten worden overgelaten, het zal evenmin
meer op vreemden bijstand kunnen rekenen als het van
vreemde aanvallen zal te duchten hebben, en daardoor
welligt op de minst eervolle wijze bezwijken.
De erkenning der nieuwe grieksche dynastie door
Oostenrijk behoort thans ook tot. cle feiten, zonder dat
dit de vervulling ten gevolge heeft gehad der bedreiging,
welke men aanBeijeren toeschrijft, dat deze mogendheid
als wraakneming clan onverwijld tot de erkenning van
het koningrijk Italië zou overgaan.
Keizerin Eugénie is gistereu middag te Baden aange
komen en cloor den koning van Pruissen die haar tege
moet was gegaan gokomplimenteerd.
BRIEVEN UIT BELGTÈ.
Brussel30 september.
Waar ten uwent, mijnheer de redakteur! de leider cler
anti-revolutionnaire partij bewijst geen rust te zullen
houden voor de wet op het lager onderwijs gewijzigd is