MIDDELBURGSCHE
COÜRA JV T.
N°- 155.
Donderdag
1864.
29 September.
Editie van woensdag avond 4 ure.
Niddclbiiiii 28 september.
Op de nil ingediende staatsbegrooting wordt weder
47.000 meer aangevraagd tot verdere uitbreiding van
het postwezen. Wij kunnen dit berigt niet mededeelen
zonder tevens den wensch uit te spreken dat ook een
gedeelte daarvan tot verbetering van het postverkeer in
deze provincie zal worden aangewend. Uit het antwoord
hetwelk de kamer van koophandel op haar in de maand
julij ingediend adres zeker eerlang wel zal mogen te ge-
moet zien, zal daaromtrent welligt iets blijken.
De volgende mcdedeelingeu welke in het bijzonder op
Zeeland betrekking hebben, ontleenen wij aan de memo
rie van toelichting der staatsbegrooting voor 1865.
De uitgaven voor het provinciaal bestuur van Zeeland
zijn geraamd op:
Jaarwedden van den komraissaris des
konings, van de leden der gedeputeerde
staten, van den griffier, de ambtenaren en
bedienden der provinciale griffie, als
mede schrijfloonenƒ38.100
Bureau- en lokaalbehoeften, drukwerk, on
derhoud, lasten en huur van gebouwen 7.200
Reis- en verblijfkosten van den koramissaris
des konings, van de leden der gedepu
teerde staten, van den griffier, de amb
tenaren en bedienden der provinciale
griffie800
Reis- en verblijfkosten van de leden der
staten3,000
Te zamen ƒ49.100, zijnde 100 minder dan ten
vorigen jare voor bureau- en lokaal-behoeften.
Voor het te kort op de gewone werken der kalami-
teuse polders in Zeeland en de noodige buitengewone
voorzieningen is weder ƒ350.000 uitgetrokken.
Voorts worden als snbsidiën aangevraagd:
bijdrage voor de groote wegen der tweede klasse in
Zeeland ƒ2000
bijdrage voor eene verbeterde gemeeuschap tusschen
Vlissingen, Breskens en Neuzen door middel van stoom-
booten ƒ3000;
subsidie voor de uitwatering van Schouwen ƒ1.500;
bijdrage in de kosten van verbetering der haven van
Brouwershaven ƒ8.668 (laatste gedeelte cener bijdrage
van ƒ26.000, over drie jaren, 1863—1865 verdeeld);
bijdrage tot verbetering der uitwatering in het voor
malig vierde distrikt van Zeeland ƒ51.500 (derde eener
bijdrage van ƒ206.000, over vier jaren, 1863 -1866
verdeeld);
bijdrage in de kosten van verbetering der haven van
Veere ƒ3.750 (tweede gedeelte eener bi jdrage van ƒ7.500,
over twee jaren, 1864 en 1865, verdeeld)
bijdrage in de kosten van aanleg van een grindweg
van Sluis naar Nieuwvliet 10.500 (tweede gedeelte
eener bijdrage van/21.000, over 1864en 1865 verdeeld);
bijdrage in de kosten van wegen-verbetering op het
eiland Schouwenƒ5906 (eerste gedeelte vaneen subsidie
van ƒ23.625, over vier jaren te verdeelen)
bijdrage in de kosten voor de verbetering van den
grindweg van Axel in de rigting van Moerbeke over
Zuiddorpe en Overslag naar den steenweg naar Wachte-
beke ƒ1.500, eerste helft van een subsidie van ƒ3.000,
over twee jaren te verdeelen)
bijdrage in de kosten van verbetering van den weg
tusschen de gemeenten Koewacht en Zuiddorpe ƒ2.500
(eerste helft van een subsidie van ƒ5.000, over twee jaren
te verdeelen)
De minister heeft voor alsnog geen gevolg kunnen
geven aan de aanvraag om een subsidie voor de dringend
noodzakelijke herstelling der havenwerken te Breskens,
waarvan de kosten op 100.000 geschat zijn. Deminis-
ter wilde 46.000 toekennen, indien de provincie
de overige ƒ54.000 voor hare rekening nam. De staten
van Zeeland besloten deze laatste som te verstrekken,
doch bepaalden dat de gelden tot rentebetaling der
daarvoor aan te $ane geldleening zouden worden gevon
den door verhooging van het havengeld en de heffing
van een los- en laadgeld. De minister achtte dit in strijd
met de gestelde voorwaarde, dat de provincie op eigen
kosten in het ontbrekende zou voorzien. In stede daar
van toch zou door de provincie ter gedeeltelijke tenig-
bekoming der uitgeschoten g^den een '/ast op den handel
en de scheepvaart worden gelegd, en zou de provincie
iu zekeren zin slechts een voorschot geven, terwijl het
rijk subsidie verleende. Daartoe, zegt de minister, kon
hij niet medewerken. Komen de staten op hun besluit
terug, dan zal het eerste gedeelte van het bovengenoemde
subsidie, over vijf jaren te verdeelen, nader nog op de
begrooting worden gebragt.
Verder zijn nog overwegingen aanhangig over het
verleenen van snbsidiënvoor het maken van een grind
weg van Westkapelle over Zoutelande naar Biggekerke;
dc begrinding van den weg tusschen Hulst naar de
haven de Paalden weg van Nieuwvliet naar Sluis met
een zijtak naar Retranchement; de oeververdediging van
den Nieuw Neuzenpolder, en de verbetering der gemeen
schap tusschen het voormalig vierde en vijfde distrikt
van Zeeland. In volgende jaren zal welligt ook nog ge
rekend 'moeten worden op eene verhooging van het
toegekend subsidie voor de haven te Brouwershaven.
De nieuwe gevangenis te Goes zal in den aanvang
van 1865 in dienst gesteld kunnen worden.
De verkiezing van een lid voor de eerste kamer der
staten generaal, in de plaats van wijlen den heer
L. Rijsterborgh, zal den 10 oktober a. plaats hebben.
Do provinciale staten van Noord-Brabant- zijn ten dien
einde tegen dat tijdstip bijeen geroepen.
Uit Amsterdam schrijft men ons onder dagteeke-
ning van 26 dezer:
„Heden is het internationale kongres voor het eerst
bij elkander gekomen. De receptie had plaats in de
groote zaal van Frascati. Ik gis dat er ongeveer duizend
menschen bijeen waren en daaronder ook verscheidene
dames. Bij steeds voortdurende ontstentenis van onzen
burgemeester, heeft de wethouder Berg van Dassen
Muilkerk gepresideerd en de leden eene welkomstgroet
gebragt. Vervolgens nam de heer Vervoort, president
der belgischc kamer van afgevaardigden, het woord, om
zijne gastheeren te komplimenteren. Zijne taal was
krachtig eu hartelijk, en hij noemde ons volkskarakter:
wijs en voorzigtig. Nu bragt de lieer Couvreur een ver
slag uit van hetgeen de hoofdkommissie, in Brussel ge
vestigd, sedert het laatste kongres bad verrigt. Eindelijk
nam professor Asser het woord, om te vermelden wat de
plaatselijke kommissie alhier had gedaan om het de
gasten aangenaam te maken. Toen foi meerden zich de
sektiën.
„De groote zaal in het paleis is gebleken voor derge
lijke diskussiën ongeschikt te zijn, daar men, waar
schijnlijk door de enorme hoogtenagenoeg niets verstaan
kan. Het Collegie Zeemansbóop, zijnde door de ligging
daartoe het meest geschikt, is ingerigt voor kollations en
ververschingen van allerlei aard. Heden avond: bijeen
komst in de fraai versierde zaalFrascati."
de lijn naar Suez als vervallen te beschouwen; de gere
gelde kommnnikatie per telegraaf naar Indië, Japan enz.,
is sedert 26 september dus weder hersteld.
De ontwerpen tot het ontmantelen van Bergen op
Zoom schijnen thans werkelijk in behandeling te zijn.
Voor het personeel bij de telegraafdienst wordt op de
tegenwoordige begrooting ƒ80.000 meer aangevraagd,
ten gevolge van de uitbreiding van het telegraafnet en
de sterke toeneming van het verkeer. In 1863 is de
lengte der lijnen van 1651 tot 1834 mijlen en die der
draden van 3912 tot, 4605 mijlen vermeerderd. Het aan
tal ontvangen en verzonden berigten steeg van 526.486
tot 653.261. Over 1865 wordt eene uitbreiding in de
zelfde evenredigheid verwacht.
De voorgenomen wijziging in het korps van den water
staat, waarvan de troonrede heeft gesproken, zal bestaan
in de afscheiding van de rijks en provinciale dienst, die
nu door de ingenieurs gelijktijdig wordt waargenomen.
Doch met het oog op de aanzienlijke verhooging van uit
gaven, die deze nieuwe regeling ten gevolge zal hebben,
heeft de minister van binnenlandsche zaken zich tot zijn
leedwezen verpligt gezien haar voor alsnog te verschui
ven en den tegenwoordigen toestand gedurende het vol
gende jaar te laten bestaan.
Volgens telegram, ontvangen bij de heeren G. P. Itt-
mann zoon te Rotterdam, agenten voor Nederland
van de indische telegraaf-maatschappij, is de storing op
De gemeenteraad van Vledder heeft thans besloten de
scholen der maatschappij van weldadigheid voor zijne
rekening te nemen. Hiermede is deze kwestie dus einde
lijk ten gunste van genoemde instelling beslist.
Onderwijs.
De traktementen der docenten aan de rijksinrigting,
voor onderwijs in de indische land-, taal- en volkenkunde
te Leiden zijn bepaald op ƒ7.000 voor één der hoog
leeraren en op ƒ5.000 voor elk der drie anderen.
De kosten van personeel aan de polytechnische school
te Delft zijn op 69.100 en de verdere kosten van onder
houd vuur en licht, hulpmiddelen voor het onderwijs enz.
bij die inrigting, zijn op 14.000 geraamd.
ülarine en leger.
Ten gevolge van een door de regering genomen be
sluit, om de schepen, die naar Japan worden gezonden,
niet meer uit de koloniale kas maar uit de nederlandsche
begrooting te bekostigen, is de thans ingediende be
grooting voor marine met 150.000 boven het cijfer van
het loopende dienstjaar verhoogd. Voor pantserplaten,
kanon neer booten enz. is niets uitgetrokken, en de som
van ƒ500.000 die daar door vrij valt, wenscht de minister
te besteden als eersten termijn van betaling voor eene
drijvende batterij, bestemd om tevens als ramschip te
dienen; men acht dit vaartuig, dat vermoedelijk een
millioen gulden zal kosten, voor kust- en rivierverdedi
ging noodzakelijk.
In 1864 zal de „Watergeus," en in 1865 de „Valk"
en „Java" gereed komen. Een stoomschip eerste klasse,
de „van Galen", is te Amsterdam op stapel gezet. Het
voornemen bestaat, in 1865 voor een tweede schip van
dat charter de kiel te leggen en nog een schip volgens
het model van de „Watergeus" te bouwen. Het in 1861
op stapel gezette schip „Willem" en de flottiljevaartuigen
„Schouwen," „Maas en Waal" en „Kijkduin" zullen eer
lang voltooid zijn.
De sterkte van bet personeel der marine is voor
1865 geraamd op 6373 koppen, waaronder ook de zee
miliciens begrepen zijn. De sterkte van het eskader in
Oost-Indië zal bestaan uit drie wachtschepen, één opne-
mingsvaartuig en 25 stoomschepen. In West-Indië blijft
de gewone scheepsmagt gestationeerd.
Volgens raming van den minister van oorlog zal
men in 1865 onder de wapenen hebben 15.525 man kader
eu vrijwillige soldaten, 3140 miliciens tot aanvulling van
het inkompleet aan vrijwilligers en 7740 miliciens die,
naar gelang van het wapen waarbij zij geplaatst worden,
drie, vijf of twaalf maanden zullen worden geoefend.
Men zal 2300 paarden hebben bij de kavallerie en 815
bij de artillerie.
Op het oogenblik zijn wij in bet bezit van 542 getrok
ken kanonnen met een groot deel der daarbij behoorende
uitrustingen, een getal dat spoedig vermeerderd zal
worden met 94 getrokken twaalfponders als vesting
vuurmonden. Daar de krachtige uitwerking van stalen
projektielen tegen gepantserde schepen gebleken is,
heeft de minister van oorlog thans gelden aangevraagd
om zich een aantal van die kogels aan te schaffen.