voor ƒ1356. III. Een huis en erf, staande op den Zuid wal
aldaar, wijk C no. 4 en 5. IV. Een dito, mede aldaar, wijk
C no. 9 en 6, en V. Een dito, mede aldaar, wijk C no. 7
en 8, (zijnde alle drie verdeeld in twee woningen). Te
zamen verkocht voor ƒ632. VI. Een huis en erve, mede
aldaar, staande in de Langstraat, wijk A. no. 91. Ver
kocht voor ƒ826. VII. Een huis en erf met tuin, (verdeeld
in twee woningen) mede aldaar in de Nieuwstraat, wijk
B no. 62 en 63, en VIII. Een huis en erve met tuin,
mede aldaar in de Nieuwstraat, wijk B no. 61. Te zamen
verkocht voor 630.
Thermometerstand
24 sept.'s av. 11 u. 54 gr.
25 'smorg. 7u. 54 'smidd. lu.64gr. 'sav. 11 u. 53 gr.
26 's morg. 7 u. 52 's midd. 1 u. 63 gr.
Staten generaal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van vrijdag 23 september.
In deze zitting is het koncept-adres van antwoord op
de troonrede ter tafel gebragt en naar de afdeelingen
verzonden.
Tot leden van de huishoudelijke kommissie der kamer
zijn herbenoemd de heeren: Wintgens en Heemskerk;
en tot leden der kommissie voor de stenografie de hee
ren: Wintgens en van Heukelom, terwijl in de plaats
van den heer de Brauw is benoemd de heer van Eek.
Zitting van zaturdag 24 september.
De minister van financiën heeft in deze zitting de
begrootingswetten voor 1865 ingediend.
Voorts is de beraadslaging over het adres van ant
woord op de troonrede bepaald op maandag ten 11 ure.
In deze zitting is ingekomen 1. een wetsontwerp tot
verhooging van hoofdstuk VI der staatsbegrooting voor
1864, en 2. tot vaststelling der tarieven van in-, uit- en
doorvoer in Nederlandsch-Indië.
öuitmlttnD.
Algemeen overzlgt.
In Italië heeft de generaal de la Marmora het volgend
ministerie zamengesteld, waarin hij het voorzitterschap
bekleeden zal en hemde portefeuille van buitenlandsche
zaken is opgedragen: Lanza, binnenlandsche zaken;
Sella, financiën; Petitti, oorlog; Mateucci, onderwijs;
Morandini, openbare werken; Conforti, justitie; Lonzo,
marine; en Natoli, landbouw. Te Turyn was het gerucht
verspreid dat de president-minister de la Marmora zich
naar Parijs had begeven.
Wanneer de fransch-italiaansche overeenkomst haar
ontstaan niet te danken heeft aan een oogenblik van
wrevel en toorn tegen het pausselijk bestuur te Rome,
dan is de vraag, welke de engelsche dagbladen thans be
spreken, van zeer veel gewigt: waarom gaat keizer Napo
leon zich den onverzoenlijken haat berokkenen van de
klerikale partij, door zijne bescherming binnen zekeren
termijn aan de wereldlijke kroon van den paus te ont
trekken? Deze vraag moet, gelooven wij, bij allen opko
men, die niet meenen dat keizer Napoleon uit zuivere
liefde voor het „Italië vrij van de alpen tot aan de adria-
tische zee," tot de aanstaande ontruiming van Rome heeft
besloten. Of is die misschien nog niet zoo aanstaande?
Heeft welligt de keizerlijke regering in Frankrijk door
eene overeenkomst met Italië, wier bepalingen zij nimmer
ten uitvoer zal brengen, aan het deensch-duitsch drama
alle belangrijkheid willen ontnemen en eene kwestie ter
sprake-willen brengen, waarin het zelve de belangrijkste
rol speelt? Wij bezitten in den doolhof der fransche staat
kunde de draad van Ariadne nieten weten derhalve niet
of, en in hoeverre, het der fransche regering ernst is met
hare ontruimingsplannen der pausselijke residentie-stad.
Gesteld echter dat er ditmaal een traktaat tusschen Italië
en keizer Napoleon is gesloten, waarbij de laatste werke
lijk plan heeft om de daarin opgenomene bepalingen ten'
uitvoer te brengen, welk doel beoogt hij dan daarmede?
Sommige dagbladen meenen in 's keizers laatste hande
lingen het doel te zien om Italië naamver aan zich te
verbinden en door eene vingerwijzing naar Venetië Oos
tenrijk te straffen voor zijne tegen Frankrijk gerigte
alliantie-plannen met Pruissen en Rusland, welke laatste
mogendheid keizer Napoleon op eene andere wijze uit het
drieledig verbond tracht te verwijderen. Andere dag
bladen doen op het gebied van veronderstellingen nog
eene belangrijker schrede. Zij beweren dat niet alleen
Rusland in zeer goede verstandhouding met de fransche
regeringstaat, maar dat ook koning Wilhelm van Pruissen
in hoogst vriendschappelijke betrekking is gekomen met
keizer Napoleon en menalzoo de vrij zonderlinge alliantie
mag verwachten van Frankrjjk, Rusland, Pruissen en
Italië, welke tevens eene min ofmeeraan Engeland vijan
delijke kleur zou dragen.
De basis van al deze redeneringen en bespiegelingen
is eene onderstelling, rustende op een feit, hetwelk nog
geenszins volkomen bekend mag geacht worden: de
fransch-italiaansche overeenkomst. Wij zullen al deze
politieke fantasiën dan ook niet verder bespreken en
deelen deze onzen lezers alleen mede,om hun den toestand
van het oogenblik te doen kennen.
De artikelen door het officieus orgaan der fransche rege
ring, Le constitutionnel, aan de gerucht makende over
eenkomst van 15 september gewijd, melden ons daarom-
treut niets nieuws. Het laatste artikel strekte ten betooge
dat keizer Napoleon in zijne italiaansche politiek konse-
kwent is geweest en ook thans niet in strijd heeft gehan
deld met zijne „beginselen", daar hij noch de wereldlijke
magt van den paus aan de onafhankelijkheid van Italië,
noch de onafhankelijkheid van Italië aan de wereldlijke
magt van den paus ten offer heeft gebragt.
Op de reede van Villa franca werd heden de admiraal
Bouët Willanmez verwacht met het fransch eskader, het
welk eenigen tijd, gelijk men weet, voor Tunis heeft ver
toefd en thans de afrikaansche kusten even als de engel
sche, italiaansche en turksche eskaders heeft verlaten.
Volgens een dagorder van den pruissischen bevelheb
ber van het bezettingsleger in Jutland, zal dit de winter
kwartieren betrekken in het oostelijk gedeelte van het
schiereiland tusschen Friedrichshafen en Horsens.
Daaruit blijkt dat men zich te Berlijn nog niet vleit met
eene spoedige regeling der nog hangende kwestiën te
Weenen.
De grootvorst-troonopvolger Nikolaas Alexandrowitch
Cesarowitch van Rusland heeft zich van Berlijn naar
Koppenhage begevenom een bezoek te brengen aan het
deensche hof.
Uit Madrid wordt gemeld dat het ministerie Narvaez,
gelijk men verwachtte, de Cortes ontbonden heeft. De
kiezers zijn opgeroepen tegen 22 november. Tevens
heeft men eene amnestie uitgevaardigd voor alle begane
drukpers-delikten.
In Wurtemberg heeft eene verandering van ministerie
plaats gehad. De ministers van buitenlandsche zaken,
eeredienst, binnenlandsche zaken en financiën zijn ver
vangen door de heeren Varinbuhler, Goltsher, Gessier
en Renner; de laatste is echter slechts voorloopig met
de portefeuilje van financiën belast.
De laatste berigten uit New-York van 16 september
berigten, dat de bevelhebber der Unie-bezetting te Atlanta,
de generaal Sherman, aan de inwoners last heeft gegeven
om die stad met al hunne roerende goederen te verlaten
en zich naar de noordelijke of zuidelijke staten te be
geven.
De generaal Grant handhaafde zich steeds in zijne
stelling nabij Richmond en had de noodige maatregelen
genomen om een verwachten aanval van den generaal-
opperbevelhebber Lee te kunnen afslaan.
Ten gevolge der verklaring van den generaal Mac
Clellan dat hij in de eerste plaats het herstel der Unie tot
allen prijs wenscht en vervolgens den vrede zal trachten
te sluiten, hebben de hoofden der demokratische vrede-
partij dien generaal vervallen verklaard van het kandi
daatschap voor president der Vereenigde Staten.
De fransch-italiaansche oyereenkomst,
Allerlei geruchten en verhalen zijn in omloop omtrent
de plotselinge verandering, welke in de fransche staat
kunde is gekomen. Een dier verhalen, welke voor het
waarschijnlijkste wordt gehouden, willen wij hier mede-
deelen, zonder ons intusscben voor de juistheid daarvan
verantwoordelijk te willen stellen.
De onderhandelingen tusschen Turijn en Parijs over
de oplossing der italiaansche kwestie waren bijna geheel
afgebroken en de heer Pepoli kon zich van zijne laatste
pogingen geen bijzonder gunstig resultaat beloven. In-
tusschen was prins Humbert te Parijs gekomen, die met
zijne zuster, prinses Clothilde, bij haren echtgenoot prins
Napoleon aandrong om zijn oudsten zoon te doen doopen,
hetgeen gelijk men weet nog altijd ten gevolge van den
pausselijken banvloek was nagelaten. Prins Napoleon
wendde zich tot den aartsbisschop van Parijs, mgr. Dar-
boy, met verzoek om aan zijne beide kinderen den doop
toe te dienen, bij welke plegtigheid prins Humbert het
oudste in naam van koning Victor Emmanuel ten doop
zou houden.
Mgr. Darboy beantwoordde het verzoek van prins
Napoleon met de verklaring dat hij de stelligste bevelen
uit Rome had ontvangen om dien doop te weigeren.
Prins Napoleon begaf zich hierop, in vrij hevige drift
ontstoken, naar den keizer, die mgr. Darboy liet ontbie
den en hem bevel gaf om onmiddellijk uit naam van
Napoleon III aan den paus autorisatie te vragen tot het
voltrekken der doopplegtigheid.
Het antwoord van paus Pius IX bleef niet lang uit.
Hij verklaarde zich bereid om de autorisatie te verleenen,
onder eene voorwaarde evenwel, welke in een bijzonder
stuk was vervat, hetwelk door mgr. Darboy aan den
keizer moest worden ter hand gesteld. Die voorwaarde
nu was niets meer of minder dan de teruggave der Ro-
magna aan de pausselijke kroon. Keizer Napoleon was
bij het lezen van dit stuk zoo woedend dat hij een woord
uitsprak, hetwelk Napoleon I plagt te uiten bij eene
laatste kavallerie-charge op het slagveld„il faut en finir
avec ces gens-la!" Hij gaf onmiddellijk bevel om den
heer Pepoli te ontbieden en onder den invloed der laatste
handelingen van paus Pius werd de thans zoo veel ge
ruchtmakende fransch-italiaansche overeenkomst ge
sloten.
Te Parijs is het berigt ontvangen dat de heer de
Sartiges aan den paus en aan den kardinaal Antonelli
de depeche betrekkelijk de tusschen Italië en Frankrijk
geslotene overeenkomst heeft voorgelezen. Volgens dit
berigt zou paus Pius met zeer veel welwillendheid dit
stuk hebben aangehoord en daarvan kopie hebben ver
zocht om het met ernstige naauwgezetheid te kunnen
onderzoeken.
Verschillende konfidentiële zendingen schijnen
thans met het oog op de nieuwe fase, welke de italiaan
sche kwestie is ingetreden, te zullen plaats hebben. De
bisschop van Nancy, de heer de la Vigerie, zon naar
Rome vertrekken om uit naam van keizer Napoleon aan
de pausselijke regering omtrent de overeenkomst van
15 september eeuige inlichtingen te geven. De schout bij
nacht la Roncière le Nowry zou door den keizer naar
Turijn worden gezonden.
Volgens sommige dagbladen zouden in Italië noch
de republikeinen noch de liberalen, noch de klerikalen
met de fransch-italiaansche overeenkomst tevreden zijn.
Mededeelingen uit Turijn berigten echter dat men inte
gendeel in alle gedeelten van Italië daarmede zeer
tevreden is.
Te Weenen moet de tijding der overeenkomst in de
officiële kringen een verpletterenden indruk gemaakt
en een groote ontmoediging teweeg gebragt hebben,
terwijl zij in het kamp der liberalen met geestdrift was
vernomen. Uit Berlijn verneemt men dat al de par
tijen aldaar er een groote beteekenis aan toekennen,
uithoofde van de naauwere verbindtenis die daardoor
tusschen Frankrijk en Italië geboren wordt en van de
toenadering waartoe zij ook Engeland jegens Frankrijk
nopen kan.
Ongeregeldheden te Turijn.
Uit verschillende dagbladen deelen wij daaromtrent de
volgende bijzonderheden mede.
Nadat het fransch-italiaansch traktaat definitief was
onderteekend en de italiaansche regering tot de daar
mede in verband staande verandering van hoofdstad had
besloten, wei;d dit besluit medegedeeld aan de turijnsche
municipaliteit. Deze deed daarop den gemeenteraad bij
elkander roepen om dit belangrijk voornemen der rege
ring, hetwelk door de municipaliteit met zeer weinig
genoegen vernomen was, te bespreken.
Dingsdag middag ten 2 uur, terwijl de gemeenteraad
op het stadhuis vergaderd was, trokken een vijftigtal
heethoofden de stad door onder de kreten: Weg met het
ministerie! Leve Turijn als hoofdstad van Italië! Leve
Garibaldi! Nadat de policie een dertigtal personen in
hechtenis had genomen zonder eenigen tegenstand te
ondervinden, verstrooiden zich de overigen. Eenigen tijd
later verzamelde zich echter eene vrij talrijke menigte
voor het policiebureau, welke onder allerlei bedreigingen
de in vrijheid stelling eischten der gearresteerde per
sonen. Toen aan dit verlangen niet dadelijk voldaan
werd, begon de verzamelde volksmassa de glazen in te
werpen van het policie-burean. Vooreen ernstigenaanval
der woedende menigte beducht deed de prefekt van
policie de dertig in hechtenis genomene personen, die
tot dealier laagste volksklasse behoorden, ontslaan, waarop
de menigte uiteen ging. Des avonds hadden er echter
op nieuw zaraenscholingen plaats op verschillende plei
nen en trokken eenige troepen werklieden en andere
personen, van stokken voorzien, met vaandels en onder
trommelslag de straten door, onder de kreet: Leve Gari
baldi! Dit alles begon zulk een dreigend aanzien te ver
krijgen dat ongeveer ten 8 uur verschillende markten en
pleinen door troepenafdeelingen werden bezet, om aldua
op alle aanvallen der menigte te zijn voorbereid.
Op het plein San Carlo, alwaar zich de bureaux en
werkplaatsen van het Dagblad van Turijn bevinden,
drong een gedeelte der menigte deze lokaliteiten binnen
en vernielde alles wat zij vinden kon.