r 152.
MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
Zaturdag
1864.
24 September.
Editie van vrijdag avond 4 ure.
Middelburg 23 september.
De Staatcourant van woensdag bevat bet koninklijk
besluit van den 8 september 1864, houdende nadere
wijziging van het koninklijk besluit van 1 augustus 1861
(Staatsblad no.62) tot uitvoering van art. 24 der wet van
1 junij 1861 (Staatsblad no. 53) bevattende bepalingen
omtrent den doortogt en het vervoer van landverhuizers.
In het nommer van gisteren is andermaal opgenomen
het koninklijk besluit van den 10 september 1864, hou
dende vaststelling der verordening op het benoemen van
ambtenaren bij de burgerlijke dienst in Nederlandsch-
Indië.
De kolonel graaf van Limburg Stirum, inspekteur
van het wapen der genie, vertoeft te Ylissingen om de
vestingwerken te inspekteren.
Op den 20 dezer is door Z. M. ten gehoore ontvangen
don Juan Antonio de Rascon, buitengewoon gezant en
gevolmagtigd minister van H. M. de koningin van Spanje,
ter overhandiging van de kennisgeving van het huwe
lijk van Z. K. H. den graaf van Parijs met H. K. H. de
infante donna Maria van Spanje.
In een brief uit den Haag aan L'echo du parlement
van gisteren komt o. a. het volgende voor
„Onze koningin reist thans in Duitschland. Het bezoek
dat zij aan de keizerin Eugénie te Schwalbach gebragt
heeft, valt hier niet zeer in den smaak. Echter neemt
men de napoleontische sympathiën in aanmerking welke
zij aan haar afkomst te danken heeft en men stelt zich
gerust met de gedachte, dat in Nederland de afkeer tegen
het bonapartisme zoo levendig en zoo blijkbaar is, dat
nooit eenigerlei toenadering tusschen Holland en het
tweede keizerrijk mogelijk is."
Vrijdag is te Amsterdam de jaarlijksche vergadering
der Maatschappij van fraaije kunsten en wetenschappen
gehouden. De voorzitter, de heer A. Beeloo, opende haar
met een rede, welke de vraag tot onderwerp hadwat is
de bedeeling der letteren bij de groote vorderingen der
wetenschappen in onzen tijd? Daar de hoogleeraar
van der Wijck, uit hoofde van liet groninger jubilé, uiet
tegenwoordig was, werd de hem toegekende gouden
medalje voor zijn verhandeling over Kinker als wijsgeer
aan den sekretaris ter hand gesteld. Uit het verslag
bleek dat de maatschappij thans 600 leden telt. Als
prijsstof voor een volgend jaar werd gekozen: Een oor
spronkelijk blijspel. Op de prijsvraag: „Hebben kunsten
regt op den steun der regering? was geen voldoend ant
woord ingekomen.
dit artikel staakten, is het in een tweede met de meer
derheid van ééne stem aangenomen. De voorstanders
van dat genomen besluit beriepen zich te regt op het
gebeurde te Santiago, en meenden dat het beter was de
put te dempen voor dat het kalf er in viel. De tegenstan
ders, hoewel het beginsel toejuichende, wilden het artikel
geen terugwerkende kracht gevun vogens de vele raoei-
jelijkheden welke het vooral voor de kerken in onze stad,
die alle verscheidene uitgangen hebben en dus gelegen
heid genoeg geven tot verwijdering, zou na zich slepen.
De voorsteller van het tweede deel was echter van meening
dat dit geen bezwaar moest geven, daar geen ligchaam
beter betalen kan dan de kerk, welke appreciatie natuur
lijk geheel voor rekening blijft van dat lid en wel niet op
de stemming zal hebben geïnfluenceerd, daar zij niet ge
heel juist is. Hoe het zij, het artikel is, gelijk ik zeide,
aangenomen; en voorzeker verdienen in mijn oog de
mannen hoogen lof, die in het belang van het publiek,
ter voorkoming van mogelijke ongelukken, bij opeenhoo-
ping der menigte voor de uitgangen, over alle bezwaren
van partikulieren aard hebben durven heen stappen, hoe
wel zij ongetwijfeld daarmede zich aan de miskenning
en verguizing van velen, die zich in hun bijzonder belang
benadeeld zullen zien, blootgesteld hebben. Had ik op
het artikel iets aan te merken, dan zou het op de redaktie
zijn: uit het oogpunt van taal en stijl beschouwd, is deze
afschuwelijk."
Men weet dat er in de laatste jaren in brochures en
tijdschriften op allerlei wijze en met miu of meer regt
beweerd wordt dat het notariaat hier te lande in een
staat van verval verkeert. Onlangs heeft de heer W. A.
van Bijlert, notaris te Rotterdam, een anderen weg
gekozen om herstel vau grieven te dien. opzigte te erlan
gen. In een adres aan de tweede kamer der staten gene
raal heeft hij op nieuw betoogd dat de wet op het notaris
ambt geene voldoende waarborgen voor de zedelijkheid
en kunde van den notaris en voor een voldoend middel
van bestaan in zijne betrekking aaubiedt. Gebrek aan op
leiding van de aspirant-notarissen, de onvoldoende wijze,
waarop de noodige kunde van deze is gewaarborgd
alsmede gebrek aan toezigt op het gedrag van aspirant
notarissen en notarissen noemt de adressant de oorzaken
van het beweerd verval van het notariaat. Hij dringt
daarom aan bij de tweede kamer op eene uitnoodiging
aan de regering om een wetsvoorstel in te dienen tot
eene „nieuwe inrigting van het notariaat", voorts om tot
geene vermeerdering van het aantal notarissen over te
gaan en in elk geval geene notarissen te benoemen,
tenzij de behoefte hieraan gebleken is.
Uit Dordrecht schrijft men ons
„In de laatste bijeenkomst van den gemeenteraad, die
eenige zittingen gewijd heeft aan het bespreken en vast
stellen van eene verordoning op het bouwen, is o. a. het
volgende artikel aangenomen
„Gebouwen of lokalen, bestemd of gebruikt om aan
het publiek met of zonder betaling toegang te verleenen,
moeten voorzien zijn van deuren die naar buiten opengaan,
en in genoegzaam getal, ter beoordeeling van burgemees
ter en wethouders. Al hetgeen strijdig met dit voorschrift
bestaan mogt, moet binnen zes maanden na de afkondi
ging dezer verordening dienovereenkomstig zijn daar
gesteld."
„Op dat artikel is nog al wat afgedongen geworden,
doch gelukkig zonder vrucht. Hoogst bezwarend werd
het tweede deel er van geacht door verschillende leden,
met het oog op alle publieke gebouwen, kerken, plaatsen
van zamenkomst enz. enz. Alle die gebouwen moeten
dus binnen een half jaar voorzien worden van andere
deuren-, ongetwijfeld voor vele individus en ligchamen
eene buitengewone uitgave. Dit valt niet te ontkennen,
en dit hebben dan ook vele leden van den raad gevoeld
en erkend. Nadat in eene eerste zitting de stemmen over
Het examen van aspiranten voor het surnumerairschap
bij de registratie enz., dat in oktober zou plaats hebben,
is uitgesteld tot 24 november e. k. Er zullen ongeveer
20 sollicitanten zijn en daarvan kunnen 7 a 8 worden
geplaatst; eene verhouding die gunstig mag worden
Op den 9 augustus 1864 heeft te Londen de uitwisse
ling plaats gehad der akten van bekrachtiging op het
traktaat van vriendschap, handel en scheepvaart, den 16
oktober 1862 tusschen Nederland en de Hawaii-eilanden
gesloten. Staatscourant
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan den heer
W. J. C. ridder Huijssen van Katten dij ke, minister van
marine, tot het aannemen en dragen der versierselen
van ridder der orde van de IJzeren kroon le klasse, hem
door Z. M. den keizer van Oostenrijk geschonken.
dbg er. Toegekend de rang van len luitenant aan den
heer F. Dunkier, direkteur van de muziek bij het rege-
ment grenadiers en jagers.
posterijen. Benoemd tot direkteur van het postkan
toor te Schiedam de heer R. van Ruyven, thans kommies
der posterijen le klasse; tot direkteur van het postkan
toor te Almelo de heer W. F. K. Gouwe j thans kommies
der posterijen le klasse; tot kommiesen der posterijen
le klasse, de heeren J. AlbardaenH. van Yssel Groothuis,
thans kommiesen 2e klasse2e klasse, de heeren G. F.
Penning en H. A. Thoonsen, thans kommiesen 3e klasse;
3e klasse, de heeren M. G. Engelhart en J. F. W. van
Veeren, thans surnumerairen bij het zelfde vak van
administratie.
Onderwijs.
De Staatscourant van gisteren bevat het verslag der
kommissie, belast met het afnemen van het examen A
volgens art. 59 van de wet op het middelbaar onderwijs,
uitgebragt aan zijne excellentie den minister van bin-
nenlandsche zaken.
Gemengde berigtcn.
Door de heeren Shand Mason Co. te Londen, die op
de alhier gehoudene tentoonstelling van brandspuiten
den eersten prijs en gouden medalje hebben behaald,
zijn ƒ50 geschonken aan de armen van Middelburg en
ƒ50 aan den verst afwonenden inzender uit Nederland.
Dingsdag middag is aan boord van Zr. Ms. stoom-
fregat Adolf hertog van Nassau, liggende ter reede van
Vlissingen, een bootsmans leerling uit den mast gevallen
en met het hoofd op een kanon nedergekoraen. Reeds
den volgenden morgen is hij aan de gevolgen daarvan
overleden.
Dingsdag morgen heeft boven de gemeente Groede
een hevig onweder gewoed, waarbij de bliksem sloeg in
het huis vau eeu metselaar in de Bleekerstraat en wel
door den schoorsteen, vervolgens door den gemetselden
schoorsteenmuur in het woonvertrek langs den wand tot
tegen de zoldering, waarin een gaatje werd geslagen,
waardoor hij een kist met in hooi gepakte glazen pannen
ontvlammen deed; daarna keerde hij weder langs den
wand, achter eeu kastje, sloeg een gat in het schoorsteen
stuk en verliet zoo weder door den schoorsteen het ver
trek. De vrouw van den metselaar, die in het vertrek
aanwezig was, is ongedeerd gebleven. Te St. Laurens
(België) is de bliksem zoodanig door den steenen molen
gegaan dat daarin een geheele poort geslagen is; een
tweede straal verbrijzelde gedeeltelijk de molenkap, alles
echter zonder brand te veroorzaken.
Aanstaanden donderdag zal te Sluis een feest
plaats hebben, waaraan negen verschillende muziek- en
zanggenootschappen zullen deel nemen. De programma's
dezer feestviering zullen weldra verkrijgbaar worden
gesteld.
De opera l'Africaine geeft tot een niet onaardig inci
dent aanleiding. In de Figaro Programme is namelijk plot
seling eene zeer gedetailleerde kritiek over die beruchte
opera verschenen, waarbij elk nummer der partituur ter
sprake wordt gebragt, om tot de konklusie te komen dat
de eerste akte schitterend fraai is, dat de tweede en
derde akten zich door de hoogste mate van onbeduidend
heid kenmerken en dat de vierde en vijfde akten er nog
ai mede door kunnen. Men zal zich ligtelijk een denk
beeld kunnen vormen van de woede en de wanhoop van
den heer Perrin, den direkteur der opera, die zoo onver
wacht het geheim ontsluijerd ziet dat de grootste aan
trekkingskracht moest wezen om te eeniger tijd de eerste
voorstellingen der Africaine te bezoeken. Hij heeft zich
gehaast om in de dagbladen bekend te maken dat al wat
de Figaro Programme geschreven heeft een louter ver
zinsel is, want dat niemand ter wereld de partituur
i gezien heeft dan hij, Perrin, en de heer Fétis, executeur
I testamentaire.
I Hoewel het boksen in Engeland verboden is, blijft
het daar toch eene lievelingsuitspanning bij uitnemend
heid. The times, die herhaalde malen tegen het onzede
lijke schouwspel, daardoor veroorzaakt, is opgekomen,
bevat een berigt, dat den 4 oktober e. k. tusschen James
Mace en Joe Coburn, twee beroemde boksers, eene boks-
partij zal plaats hebben en dat de overwinnaar daarbij
500 p. st. of 6000 zal winnen. Zij zal in Ierland worden
gehouden, in de omstreken van Dublin.
Het Paleis voor volksvlijt te Amsterdam is gedu
rende de afgeloopen week door cirka 20.000 personen
bezocht.
Van 12 tot 20 dezer zijn te Scheveningen slechts
12 haringschuiten aangekomen, die gezamenlijk geleverd