zaak van Johannes Nicolaas van der Halen van welke zaak wij in ons nommer van gisteren de bijzonderheden mededeelden voortgezet en zijn al de oorspronkelijk gedagvaarde getuigen, ten getale van 14, benevens de 3 beëedigde deskundigen gehoord, waarna aan eenigen hunner verlof is gegeven zich te verwijderen. Van het getuigenverhoor hebben wij eene menigte aanteekeningen voor ons liggen, doch wij wensclien onzen lezers geen proces-verbaal maar alleen een beknopt overzigt van het ter teregtzitting verhandelde mede te deelen, zoo dat wij ten aanzien van de verklaringen der getuigen ons van een afzonderlijke opgave van elk liarer onthouden, te meer daar zij meerendeels overeenstemmen met hetgeen wij reeds hebben gemeld en zeker in den verderen loop der zitting nader zal gereleveerd worden. Tusschen den landbouwer Jacob Kooijman, die in december 1862 te Zierikzee is overleden, en den beschul digde heeft in vroegere jaren de eerste kennismaking plaats gehad toen eerstgenoemde als schutter bij den laatste, die officier bij de schutterij was, de dienst var« oppasser vervulde. In 'latere jkrert is <die keimismaking voortgezet en kwam de beschuldigde bij Kooijman wel aan huis, waar hij soms ook aan huisselijke feesten deel nam, hoewel de vrouw van Kooijman met den beschul digde nimmer bijzonder schijnt te zijn ingenomen geweest. Herhaaldelijk moeten nu geldleeningen door van der Halen van Kooijman hebben plaats gehad, doch van eenige leening door Kooijman van van der Halen is niets met zekerheid bekend. In de teruggave van het geleende schijnt de beschuldigde steeds achterlijk te zijn gebleven: zelfs werd 6 of 8 jaren geleden eene schuld bekentenis van 200 door van der Halen afgegeven aan Kooijman. welke nimmer werd betaald en door de vrouw van Kooijman ter teregtzitting bij vertoon werd herkend. Op een ander tijdstip moet de beschuldigde ook eene schuldbekentenis van 200 aan Kooijman hebben ter hand gesteld; toen hij op den vervaldag Kooijman op de straat ontmoette, verzocht hij hem de assignatie eens te mogen zien, nam haar in handen en scheurde haar ver volgens in stukken. Deze en andere in de processtukken genoemde en door ons medegedeelde omstandigheden werden door den beschuldigde ten stelligste ontkend. Een der getuigen zeide dat de beschuldigde in heel Zierikzee als een opligter bekend stond. De verdediger verzocht hot hof dien getuige de vraag voor te leggen of hij niet vroeger, in tegenwoordigheid van anderen, aan den beschuldigde heeft verweten, dat deze zijn ont slag als agent van politie zou hebben bewerkt, en of niet hierdoor vijandschap is ontstaan. Het hof heeft echter beslist dat deze vraag niet zou gedaan worden. Omtrent de handteekeningen op de verschillende .schuldbekentenissen bij vergelijking met die van echte stukken waren vele getuigen het oneens: Sommigen zagen de echte voor valsch aan en omgekeerd. De beschuldigde schijnt ook effekten te hebben beleend en in de loterij gespeeld ten name van Kooijman. Onder anderen heeft hij volgens de verklaring van den splitter der staatsloterij J. Ochtman te Zierikzee op den 11 februarij 1863 een gedeelte van het lot gekocht, waarop een niet is gevallen. De beschuldigde heeft dit lot be taald doch betuigde zijn leedwezen dat er een niet op gevallen was, daar Kooijman niet met hem had afgere kend en hij dit niet bij zijne vrouw in rekening kon brengen. De voorzitter merkte hierbij op dat Kooijman reeds in december 1862 was overleden en de beschuldigde eerst iu februarij 1863 een gedeelte van een lot voor Kooijman kocht. Op de namens den verdediger gedane vragen antwoordde de getuige, dat hij toen wel wist dat Kooijman dood was doch, daar van der Halen betaalde, daaraan niet gedacht had. Ook zeid e de beschuldigde altijd dat hij voor anderen speelde zo ader daarbij echter namen te noemen. De beschuldigde maakte op deze ge tuigenis de aanmerking dat hij altijd voor Kooijman speelde, maar met dezen was overeengekomen tegen Ochtman te zullen zeggen dat hij altijd voor anderen speelde, en wel omdat Kooijman een aanbod van den be schuldigde zou hebben afgewezen om hem daarvan een bewijs te geven. Omtrent het bezwarende van den datum van aankoop van liet lot kan de beschuldigde geen op heldering geven en beweerde hij de waarheid te hebben gezegd. Ten aanzien van de schuldbekentenis met de ondertee- kening van C. Hocke ten behoeve van mr. J. Eerman hoeft een der getuigen eene omstandigheid gereleveerd welke nog niet in de instruktie bekend was, namelijk dat de burgemeester en dijkgraaf van Bommenede C. Hocke is geboren in mei 1759 en overledeu in oktober 1840. Daar die schuldbekentenis de dagteekening draagt van 7 maart 1835 en betaalbaar is gesteld den 3 mei 1855 zou dus Hocke zich op 76 jarigen ouderdom hebben verbonden om 20 jaren later eene som van/700 te beta len. De voorzitter merkte het bijzonder vreemde hier van op; de beschuldigde zou hierover echter nader I gehoord worden. Hoewel er van geldleeningen door Kooijman van den beschuldigde niets bekend is, schijnt eerstgenoemde echter wel eens geld noodig te hebben gehad, zoo als I door sommige getuigen is verklaard. Een der getuigen gaf op dat hij in januarij 1860, op een zaturdag middag, namens van der Halen/300 bij Kooijman heeft gebragt. Daartoe had hij als klerk van den beschuldigde last gekregen om zich precies ten 3 ure te vervoegen aan de achterdeur van de woning van Kooijman, die hem daar reeds opwachtte, vervolgens de hem gegeven schuldbe kentenis goedgekeurd en geteekend en daarna aan den brenger een kwartje gegeven heeft. De wijze waarop Kooijman dat stuk geteekend heeft kan de getuige niet juist opgeven. Daar de deskundigen echter volhielden dat Kooijman zijne goedkeuring niet onder dat stuk gezet heeft, behield het openbaar ministerie zich voor dien getuige nog nader te hooren. Een der getuigen verklaarde dat de beschuldigde in het openbaar gezegd t^Tt dat Kooijman hem gekt schul dig was, en zulks terwijl Kooijman nog leefde, op welke verklaring de verdediger 's hofs aandacht vestigde. Zoo als reeds bekend is hebben de door den regter te Zierikzee benoemde deskundigen een rapport omtrent de van valschheid verdachte stukken uitgebragt. Alvo rens tot het onder eede hooren dier deskundigen door het hof werd overgegaan, droeg de verdediger van den beschuldigde eene konklusie voor, strekkende om de verslagen der deskundigen omtrent hun onderzoek be treffende de vier eerste stukken buiten het geding te stellen, daar die verslagen afkomstig zijn van een civiel geding voor de arrondissements regtbank te Zierikzee, alleen in die civiele procedure bewijskracht hebben en in dit geding geen deel der stukken uitmaken kunnen. Het openbaar ministerie bestreed deze zienswijze. Al de stukken der civiele procedure zijn in handen gesteld van den regter-komraissaris, die na ze gebruikt te hebben ze alle heeft opgezonden aan den prokureur-generaal, door wien ze alle aan het hof, in rade vergaderd, zijn overgelegd. Op al die stukken heeft het hof bevel tot teregtstelling gegeven, zoo dat zij volgens de zienswijze van den prokureur-generaal ten volle deel van dit pro ces uitmaken. Ook heeft de beschuldigde ten behoorlij ken tijde kennis gekregen van de opzending der stukken. Daar er geen informaliteiten bestaan en, al bestonden die ook, ze toch volkomen gedekt zijn, rekwireerde de 'prokureur-generaal tie 4rer zijde legging van de voorge dragen konklusie. Nadat èn de verdediger èn het openbaar ministerie nader hadden verklaard bij hunne meeniug te persis teren, heeft het hof na beraadslaging beslist dat de dooi den verdediger bedoelde stukken tot dit geding behooren en daarbij behooren te blijven. De verslagen der drie deskundigen, de heeren L. Kar- reraan, J. Rensen en J. T. Oosterman, alle onderwijzers te Zierikzee, zijn niet voorgelezen, doch omtrent ieder stuk werden die deskundigen onder eede nader gehoord. Het schrift van het ligchaam van ieder stuk, van de goedkeuring en de onderteelcening werd op de naauw- keurigste wijze nagegaan en aan verschillende stukkeu van vergelijking getoetst. Menig punt waaromtrent de deskundigen bij bun verslag geen bepaalde zekerheid hadden werd thans, daar zij de verschilleude stukken sedert dien tijd herhaaldelijk hebben bestudeerd, door hen tot zekerheid gebragt, doch omtrent sommige punten verklaarden zij ook die zekerheid thans niet te kuunen geven. De beschuldigde zeide dat hij geene aanmerkingen had op de verklaringen der deskundigen, omdat deze dwalen kunnen. Heden morgen ten 10 ure is de behandeling der zaak voortgezet. Het-geheele getuigenverhoor is thans geëindigd. Ook het verhoor van den beschuldigde is afgeloopcn. Hij bleef in zijne ontkentenis volharden. C-emeïïSïle berjgtcn. Te Brouwershaven had vrijdag morgen eene vreesselijke misdaad plaats, die de gemoederen met afschuw en deernis vervult. Een fatsoenlijk burger meisje, zijnde tevens eenige dochter, is door een pistool schot vermoord en wel, zoo als men vermoedt, door hem tot wien zij in liefdesbetrekking had gestaan en met wien zij nog twee dagen te voren de zierikzeesche ker mis heeft bezocht. De justitie heeft zich uit Zierikzee terstond naar Brouwershaven begeven om een onderzoek in loco te doen. Zijn wij wel onderrigt zoo schrijft men ons dan heeft haar moordenaar onmiddellijk na den moord zich zeiven van het leven willen berooven, eerst door een pistoolschot, hetwelk hem niet gelukken mogt, daar de pistool niet afging en daarna door in het water te springen. Nog tijdig werd hij uit het water ge- I haald en zag zich toen spoedig omringd door eene volks- menigte, die hare verbittering op den onverlaat duidelijk I te kennen gaf. De kantonregter heeft hem in verzekerde j bewaring doen nemen. De radelooze droefheid der ouders is niet te beschrijven. De moordenaar is vrijdag avond naar het huis van arrest te Zierikzee getransporteerd. In navolging van Engeland is thans ook te 's Hage opgerigt een genootschap tot beteugeling, zoo veel mo gelijk, der mishandeling van dieren. De beruchte Muller is zaturdag'middag ten 3 ure te Londen aan het policiebureau van Bowstreet aange komen. Zijn verhoor zou heden aanvangen. De in België gevormde kommissie, belast met het brengen van eenheid in de spelling van het vlaamsch, heeft hare taak volbragt, na het rapport van professor neremans, dat zeer goede uitkomsten zijner werkzaam heden behelst, te hebben aangehoord en goedgekeurd. De kommissie adviseert tot het aannemen der spelling van het groot nederlandsch Woordenboek, hetwelk thans in 'bewerking js, In den nacht van den 14- dezer heeft te Joxtfeïd ïW Wurtemberg onder den vrijen hemel eene vergadering plaats gehad van de heidens, die in Duitschland rond dwalen. Volgens den berigtgever, die zegt deze zamen- komst te hebben bijgewoond, heeft zij om de drie of vier jaar in de zelfde streek plaats. Er werd een gemeen schappelijke maaltijd gehouden en verscheidene rede voeringen door heidenen uitgesproken. Waarover wist de berigtgever echter niet, daar hij de taal des sprekers niet magtig was. Op last van den pruissischen minister van eere- dienst is dezer dagen openbaar gemaakt het driejarig verslag omtrent den toestand van het lager onderwijs, loopende van IS59 tot 1S6T. Op het einde van laatstge meld jaar bestonden 24.763 openbare lagere scholen met 33.617 onderwijzers en 1755 onderwijzeressen. De platte landsbevolking is 12.865.368, die der steden 5.611.132 en ondanks de verhouding tusschen die beide getallen is als 1:2 ongeveer, treft men op het platteland aan 21.828, in de steden slechts 2935 lagere scholen, zijnde eene verhouding als 1:7 in het voordeel der landelijke bevol king. Het schoolbezoek is uiterst gunstig, want op eene bevolking van 18.476.500 zielen is het aantal schoolplig- tige kinderen ongeveer 17 pet. of 3.090.294, terwijl het aantal werkelijk de lagere scholen bezoekende kinderen is 2,959.857. Het overige gedeelte zijnde 130.437 kinde ren, bezoekt meerendeels de hoogere burgerscholen^ terwijl de resterende huisonderrigt ontvangen. Het gezamenlijk bedrag der bezoldigingen is op liet platte- lond 4.573.028 thaler, in de steden 2.867.19G thaler, totaal 7.449.224 thaler. Volgens de Figaro-Programme is in de vorige week de bank te Spa gesprongen. Donderdag zou op de nieuwe in aanbouw zijnde roomsch katholieke kerk te Franekcr do spits geplaatst worden in tegenwoordigheid van vele belangstellenden en de geestelijken, die zich op den omgang des torens bevonden; doch de takelaadje brak en het ganscbe ge vaarte, ruim 600 pond zwaar, viel naar beneden. Geluk kig zijn bij dit ongeval geen rampen te betreuren. In de vorige week werd te Weenen een proces wegens hoog verraad behandeld tegen een 15jarig jon geling, den eenigen zoon van den boekhandelaar Ivober te Praag. Van dezen jongeling, leerling der derde klasse van het gymnasium, was eene portefeuilje gevonden, onderscheidene briefjes bevattende, waarin hij zich als lid van een geheim genootschap voorstelde, en op een waarvan o. a. stond„Ik zweer den keizer eeuwige wraak" en „ik zweer den keizer te vermoorden, zoodra zich eene gelegenheid daartoe voordoetDe jongeling verklaarde, dat alles slechts scherts en spel was; evenwel werd hij aan hoog verraad schuldig verklaard en tot vijfjaren zware gevangenis veroordeeld. De processtukken werden echter aan het hoog geregtshof toegezonden, met voorstel, om eene verligting van strat, naar men zegt tot driejaren uit te spreken. Van wege den veroordeelde is mede hooger beroep aangeteekend. De hertog van Norfolk heeft onlangs zijn huis te Londen doen verkoopen, omdat hij, als de armste der engelsche hertogen, met een jaarlijks inkomen van slechts 80.000 p. st. (/960.000) geene twee huizen kon ophouden en zich dus met zijn slot van Arundel moest vergenoegen. Volgens een berigt in den Belfast Whig bevinden zich thans tusschen de 70 eu 80 deelnemers aan liet jong ste oproer te Belfast in de gevangenis. De storm van 11. vrijdag heeft in Yorkshire veel schade aan het te veld staande koren toegebragt; geheel e velden gerst, zijn nedergeslagen, andere hebben het voor komen alsof het graan gedorscht is cn wil men de landen omploegen in de hoop dat de uitgeslagen korrels een gewas voor het volgende jaar zullen opleveren. Op een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2