MfDDELBUftGSCHE Zondag 1804. r 149. 18 September. Editie van zalurdag avond 4 ure. Proviatcialc (Seldleening van ƒ525.000. (Tw f.bde gederlte). De gedeputeerde staten van Zeeland, gelet op liet be sluit der staten van den <8 november 1862, no. 5, en op liet bij dat besluit, vastgesteld plan eenèr geldleeping van ƒ525.000, tegen eene jaarlij ksche rente van vier en een half ten honderd, ten laste der provincie Zeeland besluit, en plan goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 13 februari) 1863, no. 51 en geplaatst in het Provin ciaal blad no. 24 van 1863; Gelet op het besluit der staten van denSjtilij 1864, no. 17, goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 22 augustus daaraanvolgende no. 42 en geplaatst in het Provinciaal blad van 1864, onder no. 70; Besluiten: ln voldoening aan art. 4 van bovengenoemd plan dei- provinciale geldleening van 525,000, ter kennis te brengen van belanghebbenden 1. dat op genoemde geldleening, in na te melden tijd vak, kan worden ingeschreven voor een honderd en tien aandeelen, elk aandeel van duizend gulden; 2. dat de termijn voor het inleveren van de inschrij- vingsbilletten is vastgesteld op vrijdag den 11 no vember 1864 tot en met vrijdag den 18 daaraanvol gende (de zondag uitgezonderd) des voormiddags van negen tot twaalf en des namiddags van een tot drie ure; en dat de bedoelde inschrijvingsbilletten, ingerigt overeenkomstig art. 5 van genoemd plan, na vertoon aan den daarvoor gestelden ambtenaar, moeten gestort worden in de op de vierde afdeeling der provinciale griffie geplaatste inschrijvingsbns; 3. dat de bovenbedoelde inschrijvingsbus en billetten in het openbaar zullen worden geopend op donder dag den 24en november 1864, des namiddags ten twee ure, in de raadzaal van gedeputeerde staten, en de uitslag der toewijzing door den griffier der staten aan de inschrijvers zoodra mogelijk zal wor den medegedeeld; 4. dat het bedrag der ingeschreven aandeelen (voor zoo veel die zijn aangenomen) moet overgestort worden ten kantore van den betaalmeester te Mid delburg in het tijdvak vau vrijdag den 16en decem ber 1864 tot en met vrijdag den 23en dier maand op de gewone kantooruren 5. dat exemplaren van het plan der onderwerpelijkc geldleening kosteloos kunnen verkregen wordenop franco aanvragen, aan den hierboven onder 2. bedoel den ambtenaarden heer D. Jkras, commies ter provinciale griffie, belast met de comptabiliteit. Dit besluit zal in het Provinciaal blad van Zeeland, en buitendien bij wijze van openbare aankondiging worden geplaatst in de Staats-, Middelburgsche, Gocssche en Zierikzeesche courantenin het Sluissche weekblad en in het Alg. Nieuws- en Advert, blad voor Z. Vlaanderen. Middelburg, den 16 september 1864. De gedeputeerde staten voornoemd, B, W. VAN LIJDEN, voorzitter, S. VAN DER SWALME, griffier. fHnncnlanïi, JiDDloJhuig l? september. Het Vlissingscli weekblad wijdt iu zijn noramer van heden nagenoeg drie vierden van zijn inhoud aan ons artikel van 11. maandag. Wat ons betreft, wij hebben ter naauwernood zoo veel woorden noodig voor ons antwoord als de redaktie van het Vlissingscli weekblad voor hare wederlegging, die tevens een vernieuwden aanval in houdt, daarvoor regels behoeft. Wij willen niet met haar blijven strijden, en de laatste woorden die wij voor het tegenwoordige tot haar rigten, kunnen te minder zijn in aantal, te. eenvoudiger in strekking naar mate zij even min als die van 11. maandag door hartstogt worden iu de pen gegeven. Dat de redaktie van het Vlissingscli week blad niet met die kalmte het woord kan voeren is zeer verklaarbaar, daar zij nog altijd in ons een aanrander blijft zien van het katholieke geloof en dit haar tot hevige verbittering leidt. En zie, juist de zucht om het katholisisme aan te randen waar liet geloofsovertuiging is, de zuclit om andersdenkenden te honen is zoo verre van ons dat het ons hoogst welkom zou zijn geweest in dien hfil Vlissingscli wcek],j,a Uit '/job ter onzer bestrij ding zoo veel moeite geeft, ons haclde opgesomd wat wij alzoo hebben gezegd waardoor de katholieken in hun geloof gekrenkt worden. Wij hadden dan welligt het middel loeren kennen om ons uit te drukken op eene wijze waardoor zulks in het vervolg te voorkomen ware, want waar wij zonder te kort te doen aan de waarheid, waar wij zonder onze overtuiging te wringen in gematigde woorden ons duidelijk kunnen uitdrukken, zijn we daar toe ten volle bereid. Eenigermatc geeft echter de redaktie van het Vlis- singsch weekblad te kennen wat haar eigenlijk het móest, hindert, liet zijn de uitdrukkingen van onzen brnsselsehen korrespondent. Zoo als de zaken door ons worden opgevat en naar de voorstellingen die wij er aan geven, vindt zij ze nog al zoo heel erg niet. Maar toch irjoet, waar zij dit te kennen geeft, er weer eene beschuldiging bijgevoegd worden; het is deze, dat wij, waar wij de be doeling van onzen korrespondent resumeren, zijne woor den verdraaijen en vaischelijk voorstellen. Als of wij juist elke uitdrukking van onzen korrespondent zouden moeten beamen, of liever als of wij alleen met een kor respondent vrede zouden mogen hebben die de kunst verstond juist die uitdrukkingen te bezigen welke ook door ons zouden gekozen worden Overigens bepaalt de redaktie zich tot algemeenheden, waaruit wij even weinig kunnen leeren als ook de ove rige lezers daaruit nut zullen trekken. Wanneer de redaktie ons bijv. naar het bool'd werpt dat wij ova ge plaatst hebben onder een 'partij die jagt maakt op alles waarheid of onwaarheid, rijp of onrijp, wat den katho lieken honen kan en blaam kan werpen op de R. K. geestelijkheid," daar zegt ze iets wat zij zelve, als zij er eens bedaard over uadenkt, óf als niets beteekenend óf als eene dwaasheid zal beschouwen. Zij zal immers niet willen beweren dat zelfs door „waarheid" en „rijp" het katholicisme kan gehoond worden Arm Vlissingsch weekblad! ge zult nog menig onge vallig woord hooren moeten. Want, hoewel wij u plegtig verklaren dat hij ons niet de minste zucht bestaat om andersdenkenden te kwetsen, zoo zullen we toch niet altijd kunnen vermijden dat ge werkelijk gekwetst wordt, want we wenschen voort, te gaan in verhouding van de krachten en de kennis Waarover wij beschikken kunnen, al zijn zij ook gering, met het. opwekkeu tot onderzoek en het voorstaan van wat wij voor waarheid houden. Niet gelukkiger dan in zijn aanvallen is het Vlis singsch weekblad in zijne antwoorden op een paar vragen welke wij aan de ïedaktie deden. Van het kon- gres tc Mechelen heeft zij niet gesproken omdat zij, des zaturdags verschijnende, vele gebeurtenissen die in het begin der week in vele couranten verbreid worden, niet meer opneemt. Meent zij dan dat een weekblad genoeg zaam aan zijne roeping beantwoordt indien het slechts vermeldt wat op den dag der verschijning en den daar aan voorafgaauden is voorgevallen, en acht zij het niet noodig over een zoo belangrijke zaak, die duur sommige couranten zeker ook wel vaischelijk zal zijn voorgesteld, voor hare lezers een zuiverder licht te doen opgaau, omdat zij alleen des zaturdags verschijnt? -— Van de verkiezingen in België heeft het Vlissingsch weekblad geen woord gerept omdat het niet wil mede wer ken om deu hartstogtelyken en verderfelijkcn geest die bij de verkiezingen in België lieerscht in ons vaderland over te planten. Maar als nu alle andere couranten daar van spreken, en dus volgens hot Vlissingsch weekblad 1 wel tot de overplanting medewerkeu, is het dan niet vei- i liger door daartegen te waarschuwen, het dreigende ge- I vaar te trachten af tc wenden, dan er eenvoudig van te zwijgen? I Waarlijk de redaktie van het Vlissingsch weekblad begrijpt ons ganschelijk verkeert wanneer het denkt dat wij haar ongaarne zien polemiseren, al mogt zij zelfs nu en dan eens met ons een lans willen breken; wij wenschen alleen dat zij over de vraagstukken die ook, en zelfs niet het minst, voor hare lezers van belang zijn, zich nitspreke met vrijmoedigheid en openhartigheid, waaruit haar streven naar het zoeken van licht en waar heid blijken zou. Nog een enkel woord. Volgens uwe voorstelling, mijnheer de redaktenr van het Vlissingsch weekblad! plaatst ge u tegen over de redaktie van de Middelburg sche courant als een eerlijk raan tegen over een schelm. Behalve de beschuldiging van de verdraaijing waarvan wij hierboven reeds gesproken hebben, werpt ge op ons den blaam, zoowel nu als acht dagen g- leden, dat we ons schuldig maken in verdraaijing, valsche voorstellingen en hij voegingen in de brieven van onzen korrespon dent. Wij laten geheel in het midden in hoeverre eene redaktie bevoegd kan geacht, worden de brieven van hare korrespondenten te wijzigen, maar in uw oog is zulks althans een gruwel. Welnu.' wanneer een eerlijk man zich vervoeren laat tot eene valsche aanteigingj vindt hij het niet alleen zijn pligt, maar neht hij het zelfs een eer en een genoegen om, beter ingelicht, openlijk zijn onregt te herstellen. Daarom doen wij u een voorstel Wees zoo goed en breng ons een bezoek op ous bureau; wij zullen u al de brieven voorleggen van onzen korres pondent uit Brussel en zoo ge ons op eene enkele ver draaijing, valsche voorstelling of bijvoeging betrappen kunt. zullen wij dit luide den volke verkondigen; in het tegenovergestelde geval zult gij eene uitmuntende gele genheid hebben om uwe lezers een blijk te geven uwer goede trouw door openlijk uw onregt te erkennen. Doet ge dit, dan zullen wij u begroeten als een eerlijk en edel moedig man. Men schrijtt ons uit Dordrecht 15 dezer: „Ik kan u een tijding mededepien, van belang voor do ontwikkeling van den kunstzin bij mijne stadgenooten en die ik vertrouw dat ook door alle voorstanders van het goede en schoone met vreugde en deelneming zal worden vernomen. Mevrouw Marjolin, de dochter van den beroemden Ary Schetter, heeft eenige weken gele den haar voornemen te kennen gegeven oiu aan ons dordrechtsch museum een hoogst belangrijke verzameling schilderijen en portretten, alsmede eene kollektie teeke- ningen, alles van de hand van wijlen haren vader, te lega teren, op voorwaarde dat daarvoor bij uitsluiting vau stukken van alle andere meesters een tweetal zalen zal worden ingerigt. De gemeenteraad heeft in zijne jongste bijeenkomst het besluit genomen om aan die voorwaarde te voldoen en een waardige en geschikte ruimte aan te wijzen tot het bewaren van dien kunstschat, mits het bezit en geüot daarvan ten allen tijde aan Dordreclits ingezeteneu werd verzekerd. Aldus bestaat er gegrond vuoruitzigt om verscheidene stukken van den onster- felijken schilder in zijue geboortestad vereenigd te zien, daar enkele andere vruchten van zijn genie reeds in het bezit zijn van ons stedelijk museum. Hopen wij nu maar, dat er geen beperkende maatregelen genomen zullen worden door de regering die een ieder, van welke maatschappelijke positie, verhinderen het genot van zoo veel schoons, al is het ook maar op een vasten dag der week, te hebben en zijn kunstgevoel en schoonheidszin te ontwikkelen, zoo als het geval is met het dordtsch museum, waartoe vreemdelingen alleen toegang heb ben, ot stadgenooten die eene jaarlij ksche kontri - butie betalen van 5. Dengene, wien het niet kon- j veniëert jaarlijks die som te storten, zijn de deuren j des museums onherroepelijk gesloten. Het wordt waarlijk j tijd, dat die illiberale en tegen alle bevordering van smaak en kunstzin bij het publiek aandruischende maatregel worde opgeheven. Dit zal echter wel ge- ruimen tijd blijven belmoren tot de vrome wenschen!" J De Staatscourant van gisteren bevat het koninklijk besluit, waarbij bewilliging wordt verleend op het bij verzoekschrift overgelegd afschrift der akte van oprig-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1