O U R A IV T.
IV0- 148.
Zaturdag
1864.
17 September.
Editie van vrijdag avond 4 ure.
Middelburg 16 september.
Men verzekert dat de wetsontwerpen regelende liet
geneeskundig staatstoezigt en houdende vaststelling van
de reglementen op het beleid onzer west-indische koloniën
het eerste bij de staten generaal tot afdoening zullen
worden gebragt.
Door den koning der belgeu is, volgens het Dagblad
van 'sGravenhage, koncessie verleend voor den aanleg
van een spoorweg van St. Nicolaas naar de nederlandsche
grenzen, in de rigting van Hulst, provincie Zeeland.
Onder het opschrift „Belgisch-Zeeuwsch-Vlaamsche
spoorweg" leest men in het Sluisch Weekblad:
„De Eecloonaer van 11 september bevat eenige be
schouwingen over ecnen spoorweg van Rouselaere over
Eecloo naar Selzate, met eeue vertakking van Caprijk
en Bassevelde over Watervliet, IJzendijke en Schoondijke
naar Breskens, welke wij tot dusverre wel kunnen dee-
Ien. De ontwerper, de heer Hovoïs, i3 voornemens deze
lijn uit te voeren. Wat wij meermalen zeiden, de zaak
der zeeuvvsch-vlaarasche spoorwegen is slechts eene
kwestie van tijd: België heeft er belang bij, om langs
(lezen weg zich op vreedzame en vriendnabuurlijke wijze
tot aan den linkeroever der Schelde uit te breiden.
Oorlog tusschen België en Nederland, hoe ondenkbaar
overigens in menig opzicht, is af te bidden. Beide lan
den moeten oorlog voeren op het gebied van nijverheid
en handel, van stoftelijken vooruitgang. De uitkomsten
van dezen strijd kunnen, geene anderen zijn, dan heil
zame vruchten voor beide volken. Daarom juichen wij
vooral dit spoorwegplan toe. De lijn Neuzen is, met
betrekking tot Breskens, fout. De toestand van den
Braakman gedoogt ze nieten ze nu reeds toe te staan,
zou van bet nederlandsche gouvernement eene onver
geeflijke clwalvjng zijn, daar men achter den spoorwegdam,
tusschen heb vasteland wederzijdsch den Braakman en
ten zuiden van dien dam, óf een moeras, óf eene woestijn
zou scheppen, en dus afbreuk doen aan het stille, maar
zekere werk der natuur, die langzaam, maar zeker! bezig
is met den Braakman in heerlijke bouw- en weilanden te
hervormen. Daarom bevalt ons de hierboven besproken
lijn; te meer, daar zij uitzicht geeft om door middel eener
nagenoeg rechte lijn van Maldegem over Eede, Aarden
burg (langs de westzijde, ten einde zoo cligt mogelijk
Sluis te naderen) door de Diomede- en achterliggende pol
ders naar Oostburg en Schoondijke, de gewenschtc ver
binding te voltooijen dit is in 't belang van de lijn
Brugge-Gent over Eecloo en in 't belang der Vlaande-
rens. Ook wij komen later op dit onderwerp wel terug."
Uit het Oostelijk deel van Zuid-Beveland schrijft
men ons:
„Het hooijen had onder gunstig weder plaats. De
weiden gaven echter veelal minder dan men aanvankelijk
verwachtte, waardoor men voor hooge prijzen nog geen
hooi weet te verkrijgen. De kwaliteit is goed.
„De opbrengst van het koolzaad heeft hier de
verwachting overtroffen, ginds teleurgesteld. In 'talge
meen is zij beneden het middelmatige.
„Het vlas dat meestal kort was en te dun stond, liet
ook in hoedanigheid te wenschen over, en velen die hun
land op St. Jansberaad verhuurd hadden, hebben van
de bij de verhuring overeengekomen som moeten laten
vallen.
„De erwten en rogge werden ouder gunstige omstan
digheden gehuurd en leveren een goed beschot.
„De tarweoogst is zoo goed als geëindigd. Een groot
gedeelte was voor den regen binnengebragt, en geeft,
hoewel geen overvloedig stroo, een goed beschot. Ook
na den regen is nog veel droog gemend. Thans staan er
hier en daar nog kleine partijtjes buiten. Dat deze dooi
de gedurige vochtigheid achteruitgaan, is te begrijpen.
„De gerst cn haver kwamen vrij goed binnen.
„De paardenboonen staan, hoewel gesneden, overal nog
op het land. Deze zullen aan de gunstige verwachting
beantwoorden.
„De aardappelen geven bij eene goede kwaliteit eene
ruime opbrengst. De prijs is l,f»0 de mud.
„Appelen en peren zijn er veel, doch in evenredigheid
van andere plaatsen duur; althans weet ik ze wel boven
maar niet beneden de/2 de mud te koop.
„De paard enpeën en mangel wortels verzekeren eene
ruime opbrengst, en kunnen eene goede aanvulling voor
het weinige veevoeder zijn.
„Het koolzaad, dat zich weder alom vertoont, en bij
velen goed staat, werd door den jongstleden zondagavond
gevallen hagel nog al geteisterd."
De Staatscourant van woensdag bevat het koninklijk
besluit van den 10 september 1864, houdende vaststel
ling der verordening op het benoemen van ambtenaren
bij de burgerlijke dienst in Nederlandsch Indië.
Men schrijft uit Bergen op Zoom 11 september:
Het maken der aardenbaan voor de spoorweglij n Ber
gen op ZoomWoensdrecht wordt met kracht voortge
zet; het gcheele terrein van de ijzeren brug op den
straatweg naar Antwerpen tot aan de plaats, waar in het
aanstaande voorjaar de dam in de Schelde gelegd zal
worden, is reeds gelijk gemaakt en van hulp-rails voor
zien, alsmede de hooge duinen tot op de bepaalde diepte
ingegravende grond dien men hierdoor verkrijgt wordt
per lokoraotief naar de Schelde vervoerd, en in betrek
kelijk korten tijd zijn 30.000 kubieke ellen grond door
dit versnelde middel vervoerd.
Den 28 dezer zal te Utrecht eene buitengewone alge-
meene vergadering van deelhebbers in de Nederlandsche
rijn-spoorweg-maatschappij plaats hebben, in welke zal
worden voorgesteld de onmiddellijke aanleg van een ver
bind ings-spoonveg van den Rijn- met den Hollandschen-
spoorweg te Rotterdam, het vragen van koncessie voor
den aanleg en de bediening van een spoorweg van Gouda
naar 's Gravenhage en Scheveningen, en van den aanleg
eu de bediening van een verkorten spoorweg van Breu-
kelen naar Harmeien.
Volgens de Shipping and mercantille gazette zijn de
onderhandelingen tusschen Engeland, Frankrijk, Neder
land en België tot het aannemen van uniforme bepalin
gen voor de restitutie bij den uitvoer van geraffineerde
suiker, reeds zoo ver gevorderd, dat de overeenkomst op
het punt is van gesloten te worden, terwijl de prelimi
naire punten reeds zijn vastgesteld en geteekend. Er
moet voorts voorgesteld zijn, om het duitsche tolverbond
uit te noodigen tot de overeenkomst toe te treden als
deze aangenomen zal zijn.
Het Weekblad voor het onderwijs meldt uit Enschedé
het volgende:
Alhier is eene kommissie werkzaam met het onderzoek
naar den toestand der kinderen, die in de fabrieken
arbeiden, ^ij zoekt daartoe een tabellarisch overzigt te
erlangen van de grootte, het gewigt, de spierkracht en
kapaciteit der longen van die kinderen, en heeft dan
ook reeds een begin gemaakt met wegen en meten. Nog
te weinig is evenwel daarvan bekend, om er resultaten
uit af te leiden, weshalve later op veel grooter schaal
opnemingen zullen gedaan worden.
Xekrologle.
Eergisteren nacht is te 's Bosch overleden de heer
L. Rijsterborgh, lid van de eerste kamer der staten-gene-
raal en van den gemeenteraad, hoofd-ingenieur le klasse
van den waterstaat, ridder der orde van den nederland-
schen leeuw.
Kerknieuws.
Naar wij vernemen, bestaat bij den algemeenen kerke-
raacl en bij de gekommitteerden der nederduitsch her
vormde gemeente te Rotterdam het voornemen, zich tot
de leden der nederduitsch hervormde gemeente aldaar
te wenden met een dringend beroep op hunne christe
lijke mildheid, overeenkomstig den staat van groote
behoefte, waarin de gemeente zich bevindt. Tot dat
einde is eene memorie opgesteld, waarin, om die be
hoefte duidelijk voor oogen te stellen, de volgende cijfers
worden medegedeeldde gemeente telde 27,000 zielen
met 12 predikanten in 1717, dat is 1 op de 2350, en zij
telt 64,000 zielen met 13 predikanten in 1864, dat is 1 op
de 5000 zielen. „Geen wonder," dus wordt gezegd, „dat
de vereischte zorg niet kan worden besteed, noch aan
huisbezoek, noch aan ki-ankenbezoek, noch aan kateche-
tisch ouderwijs. Het beperkt getal kraukbezoekers en
godsdienstonderwijzers en onderwijzeressen moge eenige
hulp aanbieden, het blijft evenwel onmogelijk oui te voor
zien in de bestaande behoefte aan vermeerdering van het
getal predikanten, voorloopig met twee, en aan een getal
godsdienstonderwijzers, gelijkstaande aan dat der predi
kanten."
Verder wordt gezegd dat de gemeente in 1717 had
27,000 zielen en 4 kerken, terwijl zij in 1864 heeft 64,000
zielen, zoo dat, wanneer in onzen tijd de verhouding
gelijk zou staan aan die van 1717, de gemeente zou tel
len 9 kerken, doch zij heeft er slechts 4; welke cijfers
gevolgd worden door liet betoog der noodzakelijkheid
van de oprigting van minstens nog ééne kerk in het
midden van eene der zoo digt bevolkte en zich steeds
meer uitbreidende buitenwijken der stad.
Tot de uitvoering dezer plannen wordt gerekend be-
noodigd te zijn de aanzienlijke som van ƒ202.000, te
wetenvoor den aankoop van grond en den aanbouw
eener met 1400 zitplaatsen, ameublement, enz. 137.000,
en voor het kapitaal noodig voor de toelage aan twee
predikanten, uit te keeren door de gemeente,/65.000.
Tot het verkrijgen dezer som zal een beroep geschieden
op de milde liefde van de leden der gemeente.
(A. rotterd. cour.)
Onderwijs.
Ten gevolge der wet tot regeling van het middelbaar
onderwijs zullen waarschijnlijk de teekenscholen, opge-
rigt krachtens het koninklijk besluit van 13 april 1817,
no. 22, geheel onder de toepassing van cle bepalingen
dier wet moeten vallen, althans voor zoo veel het onder
wijs dat aldaar wordt gegeven, zich niet uitsluitend be
paald tot de schoone kunsten, maar zich ook uitstrekt
tot het praktisch gedeelte, zoo als het voor den ambachts
man uuttig werd geacht. Op vele dier scholen toch wordt
niet alleen in handteekenen, maar ook in regtlijnig en
bouwkundig teekenen, in wiskunde, werktuigkunde en
natuurwetenschappen onderwijs gegeven.
Onder mededeeling van het bovenstaande en alvorens
daarover te besluiten, heeft de minister van binnenland-
sche zaken dezer dagen aan keeren kommissarissen des
konings verzocht, hem een naauwkeurig verslag in te zen
den aangaande de inrigtiugen van dien aard, welke zich
in de verschillende provinciën bevinden, waaruit onder
anderen kan blijken of het gegeven onderwijs zich uit
sluitend bepaalt tot schooue teekenkunst, dan wel of het
zich ook tot voorbereiding voor industrie uitstrekt,
voorts welke vakken bovendien worden onderwezen, en
door wie, alsmede welke akten of diploma's de leeraars
bezitten; eindelijk hoeveel leerlingen in den regel van
het onderwijs gebruik maken.
De opgaven zullen niet alleen zich uitstrekken tot de
eigenlijke teekenscholen in bovengemeld koninklijk be
sluit bedoeld, maar ook tot alle andere, openbare of
bijzondere inrigtingen, alwaar, hetzij onder den naam
van teekenscholen, hetzij onder dien van industrie- of
ambachtsscholen, onderwijs in een of meer der boven
genoemde vakken wordt gegeven.
Miarine en leger.
De miliciens der ligting 1861, die aan de oefeningen
in het kamp te Millingen hebben deel genomenzijn
thans weder in het genot van onbepaald verlof gesteld.
De le luitenant H. F. C. A. van der Plas van het
instruktie-bataljon te Kampen, is daarbij tot adjudant
benoemd, terwijl de le luitenant G. L. Langgnth van het
le regement infanterie in rang daarbij is overgeplaatst.