~ST00M300faiEHSf~ waarom in zeker opzigt het tegenwoordig ministerie van den morgen der elektorale overwinning reeds, geen duimbreed van zijn val verwijderd was, diene men zich rekenschap te geven van zekere omstandigheden, die alleen kunnen verklaren en begrijpelijk maken, wat in eene min of meer nabijzijnde toekomst voor het kabinet Eogier-Fréve is weggelegd. België verkeert in zeker opzigt in den zelfden toestand als Engeland. Even als aan de overzijde van het kanaal de oude partijen der Torys en Whigs willens zijn in hunne wederzijdsche verhouding eenige wijzigingen te brengen, zoo doet zich ook in België het verschijnsel voor dat de „liberale" en „katholieke" partijen beide slechts met moeite hun oud vaandel omhoog heffen, hun oud devies geheel en in elk opzigt getrouw blijven. Indien men de zaken wat van nabij beziet, dan zijn de liberalen en de katholieken van 't heden, niet meer de liberalen en de katholieken van 't weleer. Eene nieuwe fraktie, met de beide thans bestaande partijen zamengesteld,moet noodwendig te voorschijn treden. Tegenstanders van gisteren zullen zich aansluiten, omdat zij werkelijk niet zooverre meer van elkander verwijderd zijn, als zij wel vermoedden, onder den indruk vandenzooonvruchtbaren strijd, dien zij geregeld tegen elka&r voeren. Ik zou de mogelijkheid van dit altijd zonderlinge schouwspel niet zoo zeker stellen, ware het niet dat reeds eenige jaren geleden wij waren toen nog zoo heel ver van de om wenteling van 1830 niet af iets dergelijks reeds plaats greep. Toen reeds zag men de onvermijdelijke noodza kelijkheid in om den te dier dage tusschen de liberalen en katholieken bestaanden bastaardband, die even onna tuurlijk als onhoudbaar was, te ontbinden, ten gevolge van welk inzigt op een gegeven oogenblik het hoofd der katholieke partij, de graaf de Theux en Charles llogier, de vlagvoerder der liberalen, die den vorigen dag nog van het zelfde ministerie deel uitmaakten, zich op de banken tegenover elkaar zagen geplaatst, de een ter regter-, de ander ter linkerzijde. Ook thans bewijzen sommige omstandigheden weder, dat liberaal-gezinden zich bevinden in de rijen der klerikalen en onder de liberalen ook deznlken, die niet altijd de klerikalen in 't ongelijk kunnen stellen. Uit dien hoofde zullen nieuwe partijen zich vormen. De doktriuairen, de ministeriëlen pur sang, hebben tot heden dit wel tegen kunnen houden, hun prestige, hun invloed en hun talent hebben deze hervorming wel kunnen verdagen, maar niet langer meer zal dit hun mogelijk zijn. Reeds in deu boe zem der natie greep zij plaats. De mededeeling van een paar feiten zal voldoende zijn om dit mijn beweren te staven. Kort na de vóórlaatste verkiezingen te Brugge,waar toen slechts katholieken ter kamer waren afgevaardigd, vroe gen de hoofden der liberale partij, die in 't wetgevend ligchaam zigtbaar in getalsterkte verloren had, zich af, of 't met het oog op de onverschilligheid en de flaauwheid hunner vrienden, die noodig hadden ietwat geëlektriseerd te worden, niet nuttig, ja, noodzakelijk zou wezen, het initiatief te nemen tot een nieuw liberaal kongres, a l'instar van dat van 1846. Het voorstel werd lang en breed besproken, maar opgegeven omdat de meerderheid het ontijdig achtte. Men hield zich over tuigd dat een op dat oogenblik zaamgeroepen kongres, in plaats dat. het strekken zou om de liberalen te ver eenigen, veeleer aanleiding zou geven tot meerdere ver deeldheid dan reeds bestond en tot dadelijk gevolg hebben zou dat de niet te miskennen scheuring voor aller oog zigtbaar werd. De oude liberalen hadden 't op de jonge niet voorzien. En zij hadden er goede reden voor ook. In weerwil van de uitstekende discipline die in het klerikale kamp beerscht, heeft toch het afgeloopen mechelsche kongres het bewijs geleverd, dat ook in hunne rijen dergelijk verschijnsel zich opdoet. Alleen door op fijne systematische wijze al de groote redenaren te écarteren, die aan 't kongres van 1863 zulk een gemar keerd eu opmerkelijk karakter hadden bijgezet, heeft men ditmaal de zaak tot een goed eind kunnen brengen. Ten vorigen jare werden daar in de zalen van het klein seminarie, door mannen als de Montalembert, Deschamps, kardinaal Wiseman en Schollaert woorden gesproken, die van gloeijende en innige liefde, van een onweer staanbare zucht voor de vrijheid getuigden, woorden die door cle verzamelde menigte luide werden toegejuicht en met donderende bravo's begroet. En geen wonder! Toch zoo liefelijk om aan te hooreti is de taal, die van de menschheid eischt, wat 'tregt der menschheid is, 't zonlicht der vrijheid voor 't innerlijke leven zoo onmis baar, als dat van de zonne des hemels voor 't ligchame- Jijk oog! Maar toep weinig tijds nadat het kongres was uiteen gegaan,de steunpilaren der kerkelijke orthodoxie, de kardinalen van den heiligen stoel, 't oog lieten gaan over 't verslag" der debatten, lazen wat daar door som_ migen als hunne geloofsbelijdenis was verkondigd,riepen deze 't uit: „Wie dat, wie zóó spraken; zij zijn ketters en niets anders!" Indien de banbliksem des pausen toen al niet de Montalembert en de zijnen trof, 'twas omdat men de noodlottige gevolgen vreesde, die zulk eene daad, welke men zoo gaarne gepleegd had, zon kunnen na zich slepen. Want nog altijd betreurt men het te Rome dat men bij deu aanvang van zijn optreden den grooten Luther zich tegen over stelde in plaats van hem tot zich te trekken door eenige schijnbare koncessiën. Maar al hield het vatikaan ditmaal zijn banbliksem terug, toch moesten zij, die den moed hadden gehad voor de vrijheid, zelfs op een meehelseh kongres, in 't strijdpeik. te treden, zij, die zonder te vragen wat men te Rome liefst hooren zou, gesproken hadden wat daar niet gaarne werd vernomen, en de stelling hadden verdedigd dat het verbond tus schen geloof en vrijheid mogelijk was, niet voor de tweede maal daar komen, en zoo men 't hun al niet ge bood, men verzocht het hun zich iu 1864 van Mecheleu verwijderd te bonden. Uit dien hoofde zal het verslag van het in de vorige week, gehouden kongres, u geene enkele redevoering te lezen geven, die zelfs in de verste verte de vergelijking zou kunnen doorstaan met die op 't vorige gesproken. Ditmaal is er volkomen homogeniteit tusschen 't begin en het einde. De openingsrede van den woesten ultra- montaan, den baron deGerlacbe, sluit uitnemend met de kreet: „Leve dejezuitcn," die men bij 't- scheiden aanhief. Maar deze vijandige houding tegenover het beginsel der vrijheid zal de mannen van 't kongres van 1864 niet veel baten. Tal van katholieken zullen weldra zich aan kanten tegen de tyrannie van het ultraraontanisme, en velen van hen, die een wijle geloofd hebben dat Mon- talembevt's ideaal „de vereeuiging van het geloof met de vrijheid" verwezenlijkt zou kunnen worden in de kerk van den huidigen dag, zullen 't weldra ervaren, dat meer zijne verbeelding en zijn gevoel hem dwingen tot deze lucht spiegelingen, dan zijn verstand, dat het onmogelijke dier vereeniging had moeten inzien. Wel moge er ter regter-en ter linkerzijde ten onzent dus vrij eenige discipline heerschen, wel mag men meestal nog willen gehoorzamen aan een mot d'ordre, toch is het in beide kampen reeds blijkbaar dat nog velen strijden uit pligtbesef, maar weinigen meer voor en uit overtuiging. Eene nieuwe politieke rigting zal dus wel eenmaal, zij 't ook ten gevolge van menigen krisis te voorschijn treden. Reeds nu is het oogenblik barer geboorte nabij Ik eindig met u iets mede te deelen aangaande de ant- werpsche tentoonstelling van schilderijen en kunstwerken van levende meesters. Deze expositie levert een nieuw bewijs van den vooruitgang die bij uwe nederlandschc schilders merkbaar is. „Het eerste zeebad" o.a., een doek van Israels, is aller liefst, alles oorspronkelijk gedacht, en vooral 'tlichteffekt verraadt de meesterhand. S. Verveer zond twee schilde rijen, die op nieuw getuigen van zijne uitstekende pen seelbehandeling en zijne consciencieuse natuurstudie. En 'r landschap, onnavolgbaar trouw weergegeven, voch tig, zou men haast zeggen, zoo als de natuur eenervlakte bijna immer is, èn de figuren waarmeê hij 't stoffeert, wedijveren om den palm van 'tgeacheveerde. De beide Weissenbruch's, zoowel de stads- als de landschapschil der, gaven in hunne schilderijen 't bewijs van hun degelijk talent. Gaarne heb ik een welgemeend woord van lof over voor Joseph Ilartogensis, die ditmaal ons uit Holland naar Tyrol verplaatst en ons een „ondergaande zon" te aanschouwen geeft, zoo betooverend schoon als dit in de werkelijkheid maar wezen kan. Geestig gedacht en goed geschilderd is „de oude vrijer" van Martens, en een juweeltje, Meisonnier waardig, noem ik Bakker KorfFs „Afscheidstoast". Nog vele namen van „guter Klang" zou ik u kunnen noemen, die flinke bewijzen hebben gegeven van waar diglijk dien te handhaven, maar ik mag de mij gestelde ruimte niet overschrijden. Ik meen dus te moeten eindi gen met de herhaalde verzekering dat de hollandsche schilderschool op de antwerpsche tentoonstelling waar diglijk is vertegenwoordigd. £)anödshcritjtnt. ^raanmailUen enz. Amsterdam 9 september. Raapolie op zes weken 43.1. Lijnolie op zes weken 39. Prijzen van eiüekten. Arasterdam 9 september. Nederland. Certilik. Werkelijke schuld 24 pet. 60f$ dito dito dito 3 72$ dito dito dito 4 96$ Aand. Handelmaatschappij 44 België. Certifikaten bij Rothschild 24 54$ Rusland. Obligation 1798/1816 5 n 96} Cert iff k. Hope co4 n Oblig. dito 1855, 6e serie 5 82} dito dito Leening 1860 4} 82} Certifikaten6 Aand. spoorweg184 Polen. Sehatkistobligatiën4 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 57,^ dito 1847/1852 2} 28$ dito rente Amsterdam5 79$ dito nationale5 64,9ff Bank aktien3 Italië. Leening 18615 Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) .3 46 J dito3 thans 2} 43$ Amortisable schuld Portugal. Obligatiën 1853 3 46tV dito 1856—1862 3 Griekenl. dito (blaauwe) 5 Turkije. Obligatiën (binnenl.)6 46$ Vereen.Stat, dito (1882) 6 43$ Illinois. dito7 n 45} Mexiko. dito3 v 26$ Grenada, dito afgestempeld4$ Venezuela, dito2 2115(r Coupons cn losbare obligatiën. Amsterdam 8 september. Mctalliek/24,70; Napelsche ƒ- -,Diverse engelsche in .€/H,82$; 3 pet. Eng. Port. /II,82$; Franscheƒ55,874; Belgische ƒ56,Pruissische ƒ34,50; Spaansche piasters Spaansche coupons per fr. ;Hamb. Russ. metal, ƒ29,75; Russische in zilveren roebels 30,37$; Poolsche in fl. 25,874; Nationale metalliek 28,20; Dollars 233; Turksche Tiöurrtcnticn. Bevallen van eene welgeschapene Dochter, H. J. VERWER, Echtgenoot van Middelburg, J. A. BIL. 9 September 1864. Eenige kennisgeving. Heden overleedtot diepe droefheid van mij cn hare beide andere Kinderen en Behuwdkinderenonze dier bare Moeder SARA MANHAVE, in den ouderdom van 71 jaren. Uit aller naam Breskens, P. VAN HOUTE, 7 September 1864. Hoofdonderwijzer te Westkapelle. Met hartelijken dank vermelden de ondergeteekenden dat hun voor de noodlijdenden door hagelslag enz. be zorgd isdoor den heer Kesteloo te Domburgvan S. 5 van M.L.C. ƒ4, eu een pakje voor Westkapelle 20, zamen ƒ29; en door den heer Lievense te Middelburg, van Serooskerke op Walcheren 75. w t, M. M. VON nOFF. A Y estlcapelle 9 September 1864. J. G. ORMEL J.Gz. P. DE VOS. Een HANDELSHUIS in WIJNEN te Amsterdam zoekt voor de Provincie Zeeland een ijverig en solied AGEi^'T in staat om hetzelve behoorlijk te represen teren en goede relatiën aan te brengen. Franco Brieven met opgave van ouderdom en maatschappelijke betrek king, worden ingewacht onder letter IIbij den Boek handelaar C. G. VAN DER POST, Kal verstraat, D 6, te Amsterdam. In een stil Burger Huisgezin van twee personen wordt iemand gevraagd, die de bekwaamheid bezit om eene Zieke op te passen en tevens de Huishouding waar te nemen. Nader informatie te bekomen bij Mejufvrouw Wed. M. W. HINDERNIS SE, Korte Gortstraat. TIJSSCIIIiiV MIDDELBURG EN BOTTERDAM. Uren van afvaart in September. VAN MIDDELBURG: Zondag ll'smorg. 7 ure. Maandag 12 8,30 Dingsdag 13 9,30 Donderd. 15 11 Vrijdag 16 11.30 Zaturdag 17 'smidd. 12,30 Zondag 18'smorg. 6 Maandag 19 Dingsdag 20 Donderd. 22 Vrijdag 23 Zaturdag 24 VAN ROTTERDAM: Zondag 11 namidd. 2 ure. Maandag. 12 2 Dingsdag 13'smorg. 7 Woensdag 14 Vrijdag 16 Zaturdag 17 Zondag 18 Maandag 19 Dingsdag 20 Woensdag 21 Vrijdag 23 7 8,45 8,45 8,45 10,30 10,30 10,30 10,30 Zaturdag 24'smidd. 12 SXEEPERSDRUKKERIJ VAX DE GEHROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 4