MS DDELRURGSCHE
COURANT.
Zaturdag
1864.
10 September.
N°- 144.
Edilie van vrijdag avond 4 ure.
Middelburg 31 september.
De kommissie voor de onlangs hier gehouden tentoon
stelling van brandspuiten enz., heeft thans aan de
belanghebbenden een afdruk van het rapport derjury
doen toekomen. De eindresultaten daarvan hebben wij
in der tijd medegedeeld.
Uit Antwerpen schrijft men dat de Sacramento daar
vermoedelijk acht dagen zal blijven om levensmiddelen
en steenkolen in te nemen.
Dingsdag is door Z. M. ten gehoore ontvangen de heer
Arrangoiz, die zijne geloofsbrieven heeft overhandigd
als buitengewoon gezant en gevolmagtigd minister van
Z. M. den keizer van Mexiko.
De Staatscourant van gisteren bevat het koninklijk
besluit van den 30 augustus 1864, houdende aanvulling
van het algemeen reglement voor de spoorwegdiensten.
De hoofdkommissie voor het op te rigten monument
ter nagedachtenis van wijlen Z. D. H. hertog Bernhard
van Saksen-Weimar, is voornemens dat monument,
waarvoor de teekening, gelijk men weet, reeds eenigen
tijd geleden is goedgekeurd, te doeu plaatsen aan het
einde van het Lange Voorhout, nabij den Kneuterdijk te
's Ilage. De kommissie heeft het verzoek om vergunning
daartoe den 3 dezer bij den gemeenteraad ingediend.
In de Staatscourant vau woensdag is opgenomen een
staat van nalatenschappen, afkomstig van officieren, on
der-officieren en verdere manschappen, behoord hebbende
tot de landmagt in Nederlandsch-Indië, welke gedurende
het tweede kwartaal 1863 onder het beheer der weeska
mer te Batavia zijn gesteld, en die, voor zooveel de saldo's
meer dan ƒ250 bedragen, bij die weeskamer, en daarbe
neden bij het departement van koloniën in Nederland
door de regthebbenden behooren te worden ingevorderd
onder overlegging van de noodige bewijzen van erfregt.
Op dien staat komen onder anderen voor Ferdinand de
Blok, zoon van Joseph de Blok en Marie Klaas, in 1820
geboren te Hulst, den 23 mei 1847 als soldaat met het
schip Delta uit Nedcrlaud vertrokken en den 7 augustus
1862 te Beukoelen als sapeur overleden; het geldelijk
bedrag der nalatenschap is J 10,79. Voorts Cornelis
Johannes Naerebout, zoon van Frans Naerebout en Cor
nelia Brand, geboren te Vlissingen den 5 maart 1834,
den 7 april 1858 met de Regina Maris als soldaat uit
Nederland vertrokken en den 15 september 18êl als zoo
danig te TameangLaijaug overleden; het geldelijk bedrag
der nalatenschap is/9,62i. Alleen de eerstgenoemde
heeft famieljepapiereu nagelaten.
Benoemingen en besluiten.
kegteri.ijke magt. Op verzoek eervol ontslag ver
leend aan den heer P. F. Hennequin uit zijne betrekking
van plaatsvervangend kautonregter te Sluis.
belastingen enz. Benoemd tot ontvanger der direkte
belastingen en akcijnsen te Heerenveen c. a. de heer
T. Greidanns, thans in de zelfde betrekking te Heusden.
Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer
C'. van Goudriaan uit zijne betrekking van ontvanger
der direkte belastingen eu akcijnsen te Strijen, behou
dens aanspraak op pensioen.
Marine en leger.
Woensdag zou Zr. Ms. raderstoomschip De valk tc
Amsterdam te water worden gelaten. Naauwelijks was
echter de kiel in beweging of er had stremming plaats
en het afloopen kon op het bepaalde uur. geen voort
gang hebben.
Zr. Ms. sehroefstooraschip Zoutman, onder bevel
van den kapitein ter zee J. van der Meersch, is in den
voormiddag van den 6 dezer van de reede van Texel
naar zee vertrokken, ter opvolging zijner bestemming
naar Japan, via Batavia.
De plaatsing van den adelborst le klasse G. II. van
Steyn op Zr. Ms. fregat mof stoom vermogen Adolf Hertog
van Nassau wordt ingetrokken, terwijl met den 11 dezer
op dien bodem wordt geplaatst de adelborst le klasse
P. D. A. Frankamp, thans dienende op de korvet Prins
Maurits der Nederlanden.
De officier van admincittatie 2e klasse B. A. Stie-
ler, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-
Indië en den 1 dezer van daar in Nederland terugge
keerd, is met dat tijdstip op non- aktiviteit gebragt.
Z. M. de koning heeft dezer dagen bepaald, dat
het onlangs door Z. M. vastgestelde, volgens hetwelk
het geheele eiland Walcheren is verklaard tot vaste gar
nizoensplaats voor de daarop gestationeerde troepen
der landmagt, ook van toepassing zal zijn op de beman
ning van de aldaar liggende oorlogbodems.
Maandag zijn de troepen, die dingsdag de leger
plaats te Milligen hebben verlaten, in marschtenue
geïnspekteerd, en ten 2 ure zijn de officieren aan den be
velhebber voorgesteld om van dezen afscheid te nemen.
De volgende buitengewone dagorder is aan de troepen
bekend gemaakt
„Alvorens de troepen de legerplaats verlaten, gevoel
ik mij gedrongen de opper-, hoofd- en verdere officieren
dank te zeggen voor den ijver en de belaugstelling waar
mede zij mijn pogen om de troepen-vereeniging aan hel
doel te doen beantwoorden, hebben geschraagd, en even
eens aan de onderofficieren en verdere militairen te doen
kennen, dat ik met het meeste genoegen den goeden wil,
den goeden geest en de goede verstandhouding heb gade
geslagen, welke bij en tusschen de verschillende wapenen
heeft geheerscht. Vaarwel officieren! vaarwel militairen
van alle rangen; u dank ik dat het kamp van 1864 mij
ten allen tijde eene aangename herinnering zal zijn, en
mogt gij geroepen worden tot de toepassing onzer oefe
ningen in de ure des gevaars, mijne overtuiging zegt mij
dat koning en vaderland op u vertrouwen kunnen."
Koloniën.
De berigten uit Oost-Indië, woensdag met de fransche
mail aangekomen, loopen, zoo veel Batavia betreft, tot 27
augustus. De cholera verminderde op Java in hevigheid,
zonder geheel te wijken. Van de buitenbezittingen luid
den de berigten gunstig, behalve van Sintang, op de
Westkust van Borneo, waar de geest der bevolking aan
ons goevernement vijandig blijft.
Bij beschikking van den goeverneur-generaal van 1
Nederlandsch-Indië is de redaktie vau de Javasche cou
rant opgedragen aan den heer H. J. Bool.
Te Serang werd den 16 en volgende dagen en te
Batavia op den 21 julij een veemarkt en tentoonstelling
gehouden. Die op eerstgenoemde plaats vooral wordt als
zeer belangrijk en bijzonder gelukkig geslaagd door de
dagbladen beschreven. Op de tentoonstelling die de
indische nijverheid in de ruimste beteekenis van het
woord omvatte, waren de voorwerpen regentschapsge-
wijze gerangschikt; zij waren alle vervaardigd door de
ingezetenen en meerendeels uit materialen uit de residen
tie afkomstig. Men onderscheidde uit het regentschap
Serang allereerst eene volledige verzameling van de
aldaar verbouwd wordende padiesoorten en de daarvan
verkregene rijst, ten getale van 108; de laatste in een
zeer nette doos, in vakken afgedeeld. Voorts merkte men
op de werktuigen ter bereiding vau olie en koeken uit kat
jang, eene iu Bautarn zeer bloeijeude industrieverder
potten, pannen en ander aardewerk, de katoenindustrie
van het werktuig af waarmede de kapas wordt gezuiverd
tot het in de kampong geweven kleedje toe, de inland-
sche suikerbereiding met houten cylinders en open
pannen, in dit regentschap veel voorkomende; een houten
model van de zoutpannen en van eeu zoutpakhuis bene
vens een aantal praauwen, séro's en andere vischtuigen.
In het vak voor Lebak afgezonderd merkte men op ver
schillende steensoorten, waaronder versteend hout van
den sempoerboom, aldaar zoo menig vuldig voorkomende,
bruinkolen en een stuk rots uit een vogelnestklip, met
daaraan vastgekleefd nest. Overigens vond men daar
J eene volledige kleeding van het bergvolk, bekend onder
den naam van Badoewi. Uit het regentschap Tjiringin
was gezonden in de eerste plaats eene kollektie mandjes
en sigarenkokers, zeer sierlijk gevlochten, modellen van
praauwen en vischnetten; uit rots gehouwen steenen,
aldaar bij het bouwen gebruikt wordende. Eene verza
meling van de talrijke in deze residentie voorkomende
houtsoorten, vond men uitgestald in den vorm van boe
ken, ten getale van 183 stuks, met den naam van het
hout op den band geschreven. Monsters koffij waren
gezonden uit het regentschap Serang. Verder waren
geëtaleerd verschillende krissen en andere wapens, waar
onder met fraai gedatnasceerd lemmet en uitgesneden
handvatsel. Ook dienen nog vermeld te worden twee
modellen van de in het westen van Java gebruikelijke
handbruggen van tamboeen allerlei soorten van matwerk.
Aan de westzijde van het gebouw vond men een kam
pong in het klein, zamengesteld uit de talrijke ingezon-
dene modellen van missigits, woningen, gadogans enz.,
en onder een loods een weinig verder waren de werklie
den bezig ijzer te smelten en daarvan ploegscharen en
andere voorwerpen te gieten. Ook was daar gelegenheid
de handigheid van een pottenbakker te bewonderen, die
met behulp van het meest eenvoudige di-aaiwerktuig
alle mogelijke voorwerpen voor huisselijk gebruik uit de
hand kneedde. Voorts waren er modellen van ploegen,
schuren, woningen enz.
Op de veemarkt waren benevens enkele overwalsche,
een aantal in de residentie gefokte paarden, eenige
exemplaren van de fraaiste koeijen, deels van europeesch,
deels van bengaalsch ras, eindelijk een aanzienlijke
menigte in Bantam gefokte buffels, die onbetwistbaar
tot het schoonste ras van Java behooren. Deze laatsten
waren opgekomen uit de geheele residentie, behalve
uit het regentschap Tjiringin.
Tot de feestelijkheden, welke bij de gelegenheid
gegeven werden, behoorden een gekostumeerde optogc,
de intogt van den nieuwen keizer van Mexiko met zijne
gemalin en lijfwacht voorstellende, benevens een bal en
souper bij den regent.
Onder het opschrift goed, goedkoop en spoedig regt
werden in oktober 1863 door het Indisch weekblad van
het regt ijzingwekkende mededeelingen gedaan omtrent
de inhechtenisneming vau zeven en dertig personen, ten
gevolge van het vindeu van onwettig verkregen opium
bij één huuner, eu omtrent het resultaat dier hechtenis,
in een afschuwelijk kerkerhol, voor zeer velen hunner
de dood. In het laatst verschenen nommer van dat zeilde
blad las men eene nieuwe bijdrage tot het goed, goed
koop en spoedig regt, waaruit blijkt dat in de zeer
slechte gevangenis te Meester-Cornelis sint een aantal
maanden personen waren opgesloteu, van geringe over
tredingen (o. a. van dobbelspel} verdacht, die niet waren
verhoord, en anderen die sints meer dan een halfjaar
waren veroordeeld zonder dat cle stukken der procedure
nog waren opgemaakt, veel min ter revisie aan het hoog
geregtshof opgezonden; dat in den laatsten tijd dertien
preventieve gevangenen waren gestorven (wier aantal
sints de mededeeling van het Weekblad nog met, zes
vermeerderd is;) en dat het er te Bekassie onder bet
beheer van denzelfden assistent-resident als Meester-
Cornelis sorterende nog veel erger uitzag. Het Week
blad besluit zijn berigt met de vraag: „ludien dit alles
geschieden kan tusschen de beide brandpunten vau bet
bestuur, Batavia en Buitenzorg, eu in de onmiddellijke
nabijheid der woning van hem, aan wien de zorg voor de
rigtigc uitoefening en handhaving der wetten is opge
dragen hoe mag men dan verwachten dat het elders zal
zijn
Kegtszakcn.
Heden stond voor het provinciaal geregtshof iu Zee
land teregt Jacobus Ilebbelyuck Hennefreundoud
50 jaren, geboren te Sluis eu laatst wonende te Brugee,
zonder beroep, thaus alhier gedetineerd, besehnldiad
van hot afleggen van valsche getuigenis in ecu boetstraf-
felijk geding ten nadeele van een beklaagde.
Na het hooren van twaalf getuigen en de opgaren van
j den beschuldigde, heeft het openbaar ministerie de
schuldig verklaring geëischt van den beschuldigde aan