te worden met een leger van zoowel protestanten als de
lagere klassen der maatschappij bevatten en leveren kon
den. De strijd, begonnen met steenworpen, voortgezet met
bijlslagen, is geëindigd met geweerschoten. Na het ver
brijzelen van glasruiten werden de woningen overwel
digd en vervolgens de wapenmagazijnen geplunderd. De
twee partijen legden eene woede en een halstarrige zucht
om elkander te vernielen aan den dag, als waarvan men
slechts voorbeelden vindt in de geschiedenis van het
godsdienstig fanatisme. De protestantsche scheepstim
merlieden en de katholieke handwerksgezellen hebben
een geregelden strijd gevoerd; de hospitalen worden
steeds voller, en gedurende verscheidene dagen heeft
men naar hartelust kunnen moorden.
„Hadden de oproerlingen nog maar alleen oproerlin
gen gedood! Maar onder het getal der slagtoffers telt
men vele weerloozen. Men spreekt van kinderen die
werden aangegrepen en geslagen tot onder de tafels
hunner overweldigde school, van in koelen bloede ver
moorde voorbijgangers, van vrouwen die bij de haren
langs de straat werden gesleept.
„Van alle zedelijke ziekten is razernij de aanstekelijk-
ste. Het is dus niet te verwonderen dat de wreede dol
zinnigheid, welke zich van Belfast heeft meester gemaakt,
zich zoekt te verspreiden; dat de opstand hulptroepen
uit Dublin en Tipperary verwacht; dat de stad Lisburn
in een staat van schrikbarende gisting verkeert; dat men
vrijdag avond de beeldtenis van koning Willem heeft
verbranddat het spooksel van den burgeroorlog zich
in de stad Dundalk begint te vertoonen, in een woord,
dat gansch Ierland siddert.
„Behoeft het gezegd te worden dat de middelen van
beteugeling op hunne beurt groote uitgebreidheid ver
krijgen en op ruime schaal worden georganiseerd? Daar
alle soldaten en konstabels waarover Belfast beschikken
kan onvoldoende waren om der furiën haar prooi te ont
nemen, heeft men hulp moeten inroepen. Een aanzienlijk
detachement konstabels is uit Dublin afgezonden. Onge
veer 300 man van het 78e regement hooglanders kwamen
in den nacht van dingsdag op woensdag aan. Ongerekend
de burgerlijke magt telt men op dit oogenblik in de stad
omstreeks 4000 man aan troepen. Woensdag avond
schreef men uit Belfast dat het geweervuur bijna had
opgehouden. Maar de konstabels doorkruisten, met hun
stok in de hand, de straten; ieder oogenblik stootte men
op een patroelje. Waarschijnlijk zal de staat van beleg
worden afgekondigd, ten minste een verzoekschrift daar
toe is door de kooplieden aan het goevernement inge
diend. De burgeroorlog, voor een oogenblik van de
openbare plaatsen verjaagd, woedtvin de harten voort.
„Hoe het zij, donderdag heeft men, volgens de jongste
tijdingen, geene ontmoeting te betreuren gehad. Maar
men heeft gevuurd op een lijkstatie van een in den strijd
gedooden protestant, en de hierdoor ontstane veront
waardiging dreigt het vuur op nieuw te doen ontbranden.
„Tot overmaat van ongeluk laten de dagbladen van
beide partijen zich hieromtrent zoo zeer door den maal
stroom van volkshartstogten medeslepen, dat van hun
kant iedere ernstige poging om de gemoederen te beda
ren bijna onmogelijk is. Terwijl protestantsche bladen
worden verspreid vol met verwenscliingen tegen het
o'connellisme, en deze op de ontwerpers der demonstratie
te Dublin alle verantwoordelijkheid werpen voorde afgrijs-
selijkheden welke te Belfast plaats grijpen, trekken de
katholieke bladen met woede te velde tegen wat zij
de barbaarsche partijdigheid der autoriteiten noemen en
beschuldigen de „orangeinen" dat zij, in overeenstemming
met de policie, er op uit zijn om hunne tegenstanders te
verdelgen. Donderdag heeft men op alle muren een
pastoralen brief van den assistent katholieken bisschop,
dr.Dorrian, aangeplakt, een brief waarin den katholieken,
in treffeud welsprekende en waarlijk evangelische be
woordingen, kalmte, liefde en het vergeten van beleedi-
gingen wordt aangeprezen. Maar, men moet dit wel
in aanmerking nemen, zulk een taal voert de Ulster ob
server niet.
„„Laat ons zien roept, dit dagblad uit of de
katholieken van Belfast, als honden nederliggende, onder
den hiel eener zoodanige laaghartige tyrannie blijven
zullen? Zullen zij zich laten bestelen? Zullen zij zich
laten vermoorden? Zullen zij het lijdzaam verdragen
dat ellendelingen, het uitvaagsel der stad, door gemas
kerde opstokers aangezet, hun hunne eigendommen
en hun leven komen ontnemen? Wij hebben geduld
gepredikt... Maar houdt op met zulke woorden. Het
bloed dat gestroomd heeft, de eerloosheden welke zijn
begaan en verder worden voorgenomen, schrijven ons een
andere taaien een andere houding voor. Wat wij nu den
katholieken van Belfast te raden hebben is zich te ver
dedigen. Zij hangen af van de genade eener horde wil
den; zij hebben te doen met eene partijdige en niet
angstvallige overheid. De wet zal hen niet beschermen
men denkt er niet aan, men zal het niet dulden. Al dat
vertoon van policie en soldaten is niets anders dan spot.
In de straten glinsteren de bajonetten; de steenen zuch
ten onder de hoeven der paarden; maar middelerwijl
sloopt men onze woningen, ontheiligt men onze kerken,
bedreigt men onze hoofden. De booswichten in blaauwen
rok, die eene oranjegezinde overheid bezoldigt, verstaan
zich met die van Sandy-Row... Wij zeggen tot de
katholieken van Belfast, dat hunne vernietiging door de
oranjegezinde loges gezworen is. Wij zeggen tot hen dat
de policie in het komplot is. Wij zeggen tot hen dat zij
niets te verwachten hebben van de konstabels en solda
ten, omdat soldaten en konstabels afhankelijk zijn van
mannen, waarvan sommigen hun pligt niet kunnen en
waarvan het meerendeel hun pligt niet willen doen. Wij
zeggen tot hen dat zij alleen op zich-zelven te rekenen
hebben."
„Aldus te spreken in eene stad waar men strijd voert
staat gelijk met stroomen olie in den haard te gieten.
Maar wanneer men bedenkt dat het blad, hetwelk zich
zoo heftig uitlaat, op het punt staat den rouw aan te
nemen over een zijner redakteurs, door de mannen der
tegenpartij tot het uiterste geslagen, en die sterven gaat,
zal men begrijpen hoe moeijelijk het voor de lokale pers
is om niet den atmosfeer te ademen welke het vuur ver
spreidt waarin zij zich geworpen ziet.
„O, mogten deze verschrikkelijke gebeurtenissen nog
maar dit resultaat hebben dat Engeland er toe gebragt
werd om eindelijk te begrijpen dat het vernederde, van
godsdienstige gelijkheid verstokene en voor drie vierde
gedeelten verhongerde Ierland, voor hem een grooten
last en een dreigend gevaar blijft.
Frankrijk.
Geen der vorstelijke personen welke in de laatste
jaren het fransche hof een bezoek gebragt hebben, is
door de dagbladpers zoo weinig opgehemeld als koning
FranQois d'Assises. Ter naauwernood had men een enkel
vleijend woord voor hem over, en zelfs bij zijn vertrek, dat
zondag avond plaats had, mogt slechts een flaauw vaar
wel hem vergezellen. Men kan die algemeene koelheid
eenigzins afmeten naar de wijze waarop Le temps zich
daarover uitlaat.
„liet verblijf van den koning van Spanje aldus
lezen we in het nommer van maandag loopt ten einde.
Heden of uiterlijk morgen zal don Framjois d'Assises de
reis naar Madrid weder aannemen. Zeer teregt doet Le
monde opmerken, dat de tegenwoordigheid te Parijs van
den echtgenoot der koningin van Spanje geen levendige
beweging bij de dagbladpers heeft verwekt, en waarlijk
heeft die reis bijna geen anderen luister verspreid dan
dien derfeesten, waartoe zij aanleiding gaf. En toch dacht
men er eenige jaren geleden over, Spanje tot den rang
van zesde groote mogendheid te verheffen. Maar onge
lukkigerwijze kan men een groote mogendheid niet, zoo
als een kommandeur van het legioen van eer, bij dekreet
in het leven roepen.
„Terwijl de koning van Spanje te Parijs de keizerlijke
garde en het corps de ballet der opera in oogenschouw
nam, had te Madrid het onderzoek plaats in de zaak van de
aanleggers dier geheimzinnige zamenzwering, waarom
trent de telegraaf ons in de laatste veertien dagen meer
malen onderhouden heeft, en die het ons maar niet mo
gelijk was als een ernstige zaak te beschouwen. De
krijgsraad is naar het schijnt van ons gevoelen geweest
en heeft den officier en de sergeanten vrijgesproken, die
men beschuldigde van de zesde der groote europesche
mogendheden in gevaar te hebben gebragt. Indien de
verbanning van den generaal Prim naar Oviédo tot deze
voorgewende militaire zamenzwering in betrekking
stond, is het te verwachten d$t het kabinet te Madrid,
zij n dwaling inziende, op een maatregel zal terugkomen
die mogelijk wettig was, wijl de graaf de Reus generaal
in aktieve dienst en als zoodanig van het ministerie van
oorlog afhankelijk is, maar die zeker buitengewoon on
staatkundig moet genoemd worden, omdat hij slechts het
gewigt van den betrokken persoon kan vermeerderen,
zonder hem de middelen te ontnemen om aan de regering
nadeel toe te brengen. Nu Spanje zegt Le temps niet
weinig scherp geheel met spoorwegen overdekt is,
kan men gemakkelijk uit Oviédo terugkeeren."
Ook de officieuse pers betoont zich jegens koning
Frangois d'Assises niet veel beleefder. Dit belet echter
de spaansche dagbladen niet over dit bezoek geheel
anders te denken. Een hunner, de Diario, stelt zich zelfs
voor, dat het bezoek het zegel zal drukken op de goede
verstandhouding tnsschen de beide natiën en tot een
loijale vriendschap leiden zal die op de wederkeerige
belangen, den eerbied en de onafhankelijkheid der bei^e
volken gegrond is.
Dat het lager onderwijs, d. i. het onderwijs waarmede
verreweg het grootste gedeelte der bevolking zich voor
goed behelpen moet en zonder hetwelk het geacht kan
i worden van alle beschaving verstoken te zijn, in Frank
rijk op een zeer lagen trap staat, is van algemeene
bekendheid, maar toch heeft het rapport dezer dagen
door den heer Morin in de jaarlijksche openbare zitting
der vijf akademies van het Institut de France cijfers
aan het licht gebragt, die groote verbazing hebben
gewekt. Een vergelijking vooral van het lager onderwijs
in Frankrijk met dat in Duitschland heeft zeer ongun
stige uitkomsten leeren kennen. Het is o. a. daarbij
gebleken dat het getal personen van 20 jaar die niet
kunnen lezen in Duitschland 4 per 100 en in Frankrijk
niet minder dan 27 per 100 bedraagt.
De meeste ministers hebben Parijs verlaten om in
de departementen bij de opening der algemeene raden
tegenwoordig te zijn. Men kan dus binnen weinige dagen
de résumés van verschillende redevoeringen te gemoet
zien, aan welke als naar gewoonte weder meer of min
een politieke beteekenis zal worden gehecht. Veelal wordt
die beteekenis echter zeer overdreven. Wat de minister
van openbare werken Béhic bij de opening van den alge-
meenen raad te Marseille gesproken heeft, wordt ons in
hoofdzaak reeds medegedeeld, en deze redevoering
althans zal niet door de dagbladen ter wille der op poli
tiek nieuws beluste lezers behoeven geëxploiteerd te
worden, daar zij, behoudensde gebruikelijke hulde-enbe
leefdheidsbetuigingen, alleen op lokale en praktische
belangen, kanaal- en havenwerken, betrekking had.
3retijöint\rn.
Gisteren is van Shields naar Batavia vertrokken het
barkschip Susanna en Elisabethgezagv. D. H. van der
He ij de.
CjanDrlsbcrïgtm.
CraanmarBitcn enz.
Amsterdam 22 augustus. Tarwe en gerst stil. Raap
olie op zes weken ƒ45. Lijnolie op zes weken ƒ41.
Prijzen van effektcn.
Amsterdam 23 augustus.
Nederland. Certifik. Werkelijke schuld 2$- pet. 61$
dito dito dito 3 72$
dito dito dito 4 96
Aand. Handelmaatschappij 4.V 139
België. Certifikaten bij Rothschild 2$-
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 94$
Certifik. Hope co4
Oblig. dito 1855, 6e serie 5 83]
dito dito Leening 1860 4$ 82 j-
Certifikaten6
Aand. spoorweg184$
Polen. Schatkistobligatiën4
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 58§
dito 1847/1852 2$ 29.1
dito rente Amsterdam5 80$
dito nationale5 65-J-
Bank aktiën3 792
Italië. Leening 18615
Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) .3
dito3 thans 2$ 44
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 46 J
dito 1856—18623 46?
Griekenl. dito (blaauwe) 5 22A
Turkije. Obligatiën (binuenl.)6 48$
Vereen.Stat.dito (1874) 5 42$
Illinois. dito7 51$
Mexiko. dito3 28
Grenada, dito afgestempeld4$
Venezuela dito 2 21$
Rusland 1864 87$ pet. Amerika 1882 6 pet. 38$ pet.
Coupons en losbare obligatiën.
Amsterdam 22 augustus. Metalliek/24,80Napelsche
ƒ- -,Diverse engelsche in ƒ11,80; 3 pet. Eng. Port.
ƒ11,80; Fransche 55,75; Belgische 56,Pruissiscke
ƒ34,62$; Spaansche piasters Spaansche coupons
per fr. Hamb. Russ. metal, 31,87$; Russische in
zilveren roebe^30,25; Poolschein fly25,87$; Nationale
metalliek 28,20; Dollars Turksche
TUmcvtenticn.
- 'Getrouwd:
J. A. VAN GOOZEN
Middélburg, en
den 24 Augustus 1864. J. S. MINET.
V'-cF