van M. Wijt en Zonen, in 24 deelen, de opbrengst van ruim ƒ7000 aanzienlijk genoemd, dit kan evenzeer gezegd worden van den prijs waarvoor de Gedichten en Levens van C. en D. J. van Lennep, door mr. J. van Lennep bij Frederik Muller in het licht gegeven, op de onlangs gehouden fonds veiling zijn verkocht. De vier deelen toch hebben ƒ1700 opgebragt. Burgerlijke stand. Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging den 21 dezerC. J. van Homberg, weduwn. 68 j. met C. Brouwer, jd. 38 j. F. Hinke, jm. 26 j. met W. J. de Kat,jd. 23 j. H. Hendriks, jm. 46 j. met H. Brinkman, jd. 46 j. (Van 13 tot 20 augustus.) Vlissingen. Gehuwd: C. H. Mathezing, jm. 31 j. met C. L. Minderaajd. 29 j. II. Nuyt,jm. 26 j. met P. A. M. Olsen, jd. 19 j. Bevallen A. M. L. Bos, geb. ten Hacken, z. J. Burgers, geb. Leeflang, z: M. S. Brakelé, geb. Sap, d. OverledenD. Dronkers, jm. 25 j. W. Jonassc, jm. 26 j. F. P. Visser, z. 3 m. J. T. Laffree, z. 2 m. Gons. Bevallen E. Vonk, geb. Goedhart, z. E. Alme- kinders, geb. Lamsue, z. J. W. II. Muller, geb. Rogge, d. M. Korstanje, geb. Hoffius, d. G, Martein, geb. Kegel, z. A. Thewes, geb. Warrens, z. G. van der Mark, geb. de Koning, d. J. Clement, geb. Biere, d. Overleden: J. Vonk, z. 3 d. K. Jeremiasse, vrouw van J. Schouten, 60 j. Zibrikzee. Bevallen: C. A. de Vos, geb. Kenters, d. C. Admiraal, geb. van der Mussele, d. M. B. Pij peling, geb. Kashoek, d. OverledenJ. Morijn, z. 9 m. J. van der Boom, d. 14 m. Thernioinetcrstaml. 20aug. 's av. 11 u. 56 gr. 21 's morg. 7 u. 56 's midd. 1 u. 64 gr. 's av. 11 u. 55 gr. 22 's morg. 7 u. 56 's midd. 1 u. 66 gr. VERSLA» VAK GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, ULTGEBRAGT IN DE ZOMERVERGADERING VAN 18G4. V. Nationale milicie en schutterijen. Kerkelijke zaken. Wat omtrent de hoofdstukken die deze opschriften dragen wordt medegedeeld meenen wij met stilzwijgen te mogen voorbijgaan. Onderwijskunsten en wetenschappen. Volgens het over- zigt van de uitgaven en ontvangsten over 1862, op ver langen van den minister van binnenlandsche zaken opgemaakt, hebben de uitgaven bedragen ƒ186,127,95, waartegen als ontvangsten staan 61,802,52^ zoo dat in dat jaar niet minder dan 124,325,42i, wegens het lager onderwijs, ten laste der gemeentekassen gebleven is. Uit de bekend geworden bijzonderheden twee school opzieners hadden het bij de wet voorgeschreven verslag nog niet ingezonden mogen gedeputeerde staten besluiten dat de toestand van het lager onderwijs, ofschoon verre nog van volmaakt, evenwel in de laatste jaren onder de werking van de tegenwoordige wet is vooruitgegaan. De schoolopziener in het eerste distrikt zegt dienaan gaande, dat, wanneer hij de uitkomsten nagaat die de invoering der wet in de drie laatste jaren heeft opgele verd, hij kan verzekeren, dat door haar veel goeds in het leven is geroepen, al is er dan ook nog veel dat verbetering behoeft. Die van het derde distrikt gaat nog verder en legt de verklaring af dat, zijns inziens, de toestand van het lager onderwijs sedert 1860 merk baar verbeterd is. Minder gunstig laat zich uit die van het zesde, volgens wien de bestaande toestand nog geenszins als voldoende kan beschouwd worden, hoezeer hij erkent, dat vooruitgang en ontwikkeling ook in zijn distrikt niet valt te loochenenterwijl die van het tweede distrikt meer de aandacht schijnt te willen vestigen op hetgeen nog ontbreekt, dan op hetgeen reeds is tot stand gebragt, ofschoon ook hij ten slotte eene belang rijke verandering ten goede niet wil ontkennen. Misschien dat wel eens te veel uit het oog wordt ver loren, dat, om over de werking eener nienwe wet met genoegzame juistheid te kunnen oordeelen, daarover, in den regel, ecnige jaren moeten zijn heengegaan en dat inzonderheid de invoering van de tegenwoordige wet op het lager onderwijs met eigenaardige moeijelijkheden te kampen had. Bij vergelijking van het overzigt van het getal leerlin gen op de lagere scholen gedurende 1863 met die van het vorige jaar, vindt men algemeen, althans voor de •openbare lagere scholen, eene vermeerdering van het getal leerlingen die vooral in de maand januarij niet onaanzienlijk was, als bedragende 10412 jongens en 7558 meisjes, tegen 9905 jongens en 7134 meisjes in 1862. Het getal kinderen dat in de maanden april, julij en oktober de school bezocht, was minder dan in de maand januarij en wel het minst, in al de distrikten, in oktober. Dit verschil betreft echter inzonderheid de kinderen van den leeftijd van 9 tot 12 en van boven de 12 jaren; het getal kinderen beneden den leeftijd van 6 jaren was toch in de maand januarij het kleinste. Dat geringer getal leerlingen in de lente-, zomer- en herfstmaanden wordt overal waargenomen en dus ook daar waar koste loos onderwijs wordt verstrekt, en welke pogingen men ook aanwendt, om het schoolgaan in die maanden te bevorderen, het vermag niets, zegt een der schoolopzie ners, tegen den onwil of het onverstand der ouders. Inzonderheid bespreekt de schoolopziener in het 2e schooldistrikt het schoolverzuim meer uitvoerig, zegt dat het opmerkelijk is, dat in het algemeen zoo weinig meisjes tot de hoogste klasse overgaan door het vroeg tijdig verlaten der school, doch meent dat er aan de zaak weinig zal te doen zijn, zoo lang niet van overheidswege maatregelen genomen worden, waardoor het werken van kinderen in loondienst, gedurende den tijd voor hun schoolgaan bestemd, worde verhinderd of althans krach tig beteugeld. Of het aangeprezen middol doel zoude treffen, en of daaruit geene andere bezwaren zouden geboren worden, willen gedeputeerde staten hier liefst in het midden laten. Omtrent de wijze waarop het toezigt der plaatselijke schoolkommissiën wordt uitgeoefend, is alleen bekend, dat dit op zeer verschillende wijze geschiedt; verzuim of nalatigheid in dat toezigt is niet opgemerkt. Andere boekverzamelingen dan die welke tot de volks leesbibliotheken van de departementen der maatschappij tot Nut van 't Algemeen, van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen, van de Verecniging van genees- en heelkundigen in Zeelanden tot de provinciale bibliotheek behooren, zijn ons niet bekend. 'Wordt vervolgd.) öuitenlanïr. Algemeen overligt. De moedeloosheid in het noorden van de Yereenigde Staten is door de gebeurtenissen van de laatste weken niet weinig toegenomen. Een zeer ongunstige indruk is vooral te weeg gebragt door de nederlaag welke de generaal Grant den 30 julij voor Petersburg heeft ge leden. Te smartelijker was die indruk, daarjuist een paar dagen vroeger het gerucht zich verspreid had van de door de belegeraars gemaakte vorderingen. In hoe verre het berigt, ons zaturdag avond door den telegraaf aangebragt, van het terugtrekken der zuidelijken uit Maryland en den door hen verloren veldslag bij Moorefield den moed weer eenigzins zal verlevendigd hebben, is natuurlijk nog niet bekend, en bovendien leert dit berigt ons niets aangaande den omvang van de door het leger van generaal Averill behaalde overwinning. Alleen is daaromtrent gemeld dat de noordelijken 600 man krijgs gevangen gemaakt en vier kanonnen verraeesterd hebben. Met meer belangstelling dan eenigen tijd geleden, zien wij dan ook thans naar nadere berigten van de Yereenigde Staten uit, zoo wel met betrekking tot de krijgsverrigtingen als ten aanzien der kanswisselin- gen voor het presidentschap. De kansen van den generaal Grant schijnen thans zeer gedaald te zijn. De generaal Fremont daarentegen schijnt door de republi- keinsche partij en de ultra-abolitionisten krachtig ge steund te worden, terwijl de kans van den generaal M'Clellan als grootendeels afhankelijk wordt voorge steld van de verklaringen, welke men omtrent zijne gezindheid tot den vrede en het treffen eener schikking nog van hem te gemoet ziet. Hierbij willen wij nog het berigt voegen dat, volgens het londensche blad The index, de bijeenkomst der demokratische partij, welke den 29 augustus te Chicago zal gehouden worden, insge lijks hare keus zal vestigen op een kandidaat van wien zij medewerking tot het sluiten van den vrede verwach ten kan. Genoemd blad gaat in zijne optimistische beschouwingen zoo ver van te voorspellen dat, ten ware de zuidelijken in dien tusschentijd een groote nederlaag mogten lijden, binnen drie maanden een wapenstilstand zal gesloten zijn. Dit artikel was echter geschreven voor dat het gevecht in Moorefield bekend was, en zie! van dat oogenblik is de krijgskans het zuiden niet gunstig geweest. Im mers, dat de vloot der noordelijken, onder bevel van den admiraal Farragut, zich van twee gepantserde sche pen der zuidelijken heeft meester gemaakt en dat hij thans Mobile nadert, wordt bevestigd. Bovendien is Grand van Washington wedergekeerd en zet hij het beleg van Petersburg onvermoeid en blijkbaar niet zonder sukces voortde gekonfedereerden trachtten hem den 5 dezer uit zijnepositiënte verdrijven, doch schijnen met verlies te zijn teruggeslagen. Overigens bepaalt zich het laatste nieuws uit de Ver- eenigde Staten tot het berigt, door een paar dagbladen van New-York medegedeeld, dat de minister van oorlog Stanton zijn ontslag heeft ingediend en dat dit door den president Lincoln is aangenomen, alsmede tot het ge rucht dat de zuidelijken eene landing te Buffalo aan het Eriemeer zouden hebben gedaan met plan om het kanaal Erie te vernielen. De fransche Moniteur deelt berigten mede uit Mexiko welke den 18 dezer met de stoomboot Tampico, die de reis in 38 dagen gedaan heeft, te Saint-Nazaire zijn aan gekomen. Daaruit blijkt allereerst dat keizer Maximiliaan na zijne troonsbestijging oumiddellijk het bestuur over de burgerlijke en financiële administratie heeft aanvaard, en dat, om de goede orde en rust te verzekeren, al de militaire bevelhebbers de betrekkingen waarin zij thans gcplaats zijn blij ven bekleeden. Yoorts bevat deMoniteur eene lange lijst van verschillende ontmoetingen van meer of minder belang met benden inlanders, waarvan de verslagen meest alle eindigen met de formule: zóó veel man, zóó veel stukken geschut, zóó veel paarden vielen, benevens de amunitie, in onze handen; of wel: zóó veel manschappen werden gedood en zóó veel krijgsgevangen gemaakt. Omtrent de verliezen van het expeditieleger wordt een diep stilzwijgen bewaard. De gezondheids toestand wordt, niettegenstaande den regentijd, zeer voldoende genoemd. Van den bey van Tunis is bij de fransche regering berigt ontvangen dat de vrede daar hersteld is om dezen voortdurend te verzekeren zou eene nieuwe expeditio naire kolonne gevormd worden. Tegen een verandering van ministerie bleef de bey zich nog verzetten. Uit Algerië daarentegen zijn de berigten weder on gunstig en worden de geruchten omtrent een nieuwe opstand in de provincie Oran bevestigd. De berigten melden daaromtrent dat de stammen van Larbas en on derscheidene audere afdeelingen van Boghar door Sidi- Mohammed zijn opgehitst en aangevoerd. De opstande lingen hebben zich aan moorden en brandstichtingen schuldig gemaakt, dc telegraaf-draden vernield en onder scheidene stapelplaatsen geplunderd. Te Madrid heeft de krijgsraad een officier en de sergean ten van het regement Saboya, die van deelneming aan de zamenzwering, waarvan we onlangs melding maakten, beschuldigd waren, vrijgesproken. De rust is niet verder verstoord geworden. Le temps acht het niet onmogelijk dat de bondsver gadering weldra een beslissend votum betrekkelijk de hertogdommen zal kunnen nemen en dat alzoo de ves tiging van een voorloopig bestuur, waartegen de bevol king zoozeer gezind is, onnoodig zou worden. Deze onderstelling is gegrond op het berigt dat de hertog van Augustenburg, met afwijking van zijn vroeger besluit, en aan den raad zijner vrienden gehoor gevende, bereid is zijne regten op de erfopvolging in de hertogdommen aan te toonen. De redaktie der daartoe strekkende memorie, die nog deze week te Frankfort zal worden ingediend, zou aan de heeren Samwer, Michelsen en Haenel opgedragen zijn, bij wie de kwestie der erfopvol ging reeds lang een onderwerp van de y verigste studie heeft uitgemaakt. Le temps schijnt zich alzoo voor te stellen dat de beoordeeling der beide memories die van den hertog van Oldenburg is den 18 dezer inge komen den bond tot een spoedige beslissing zal kunnen leiden. Inmiddels wordt Holstein sedert eenige dagen met pruissische troepen als overstroomd, en terwijl van de eene zijde verzekerd wordt dat dit alleen het gevolg is van het terugkeeren der korpsen die zich van het oorlogstooneel naar hunne garnizoenen begeven, wordt door anderen beweerd dat zij wel degelijk daar zullen blijven, daar het nu beslist is dat geheel Holstein door de legers der geallieerden zal bezet worden. De liolsteiners hebben dus wel reden om aan het erlangen van hunne zoo zeer verlangde politieke zelfstandigheid te gaan wanhopen. Uit de Kölnische Zeitung vernemen we dat de deeu- sche gezant, te Londen aan zijn hof de mededeeling heeft doen toekomen dat, naar hem verzekerd wordt, het engel- sclie ministerie nog niet geheel zeker is of Frankrijk, met betrekking tot de decnsche zaken, niet in geheime verat-ahdfeöudihgLstaat tot Pruissen. /«l«Jutland, _bnfibon duizenden een petitie geteekend, N^aar^lj'Op' hó^ guiten van den vrede, binnen een kort tijdsverloop,''Wórdt; aangedrongen, opdat de tegenwoor dige toestand, .w£lk,c die provincie geheel te gx-onde rigt, zóu kunnen ophouden. Toen dezer dagen een deputatie

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3