MIDDELBÜRGSCHE COURANT. Donderdag 18 Augustus. N°- 131. 1864. Editie van woensdag avond 4 ure. fiB U EB E E <D A T 5 E. De burgemeester en wethouders van Vlissingen, doen te weten, dat door den raad dier gemeente in zijne vergaderingen van den 8 februari) en 14 maart 1864, zijn vastgesteld dc volgende verordeningen: VERORDENING- op de invordering der liuur voor het gebruik van de Keibanlc. Art. 1. De eigenaars of gezagvoerders zullen verpligt zijn onmiddellijk na van de bank gebruik gemaakt te liebben de verschuldigde som te voldoen aan den haven meester, die van wege den gemeente-ontvanger belast is met de ontvangst der gelden, en voor het betaalde bedrag kwitantie zal afgeven, welke door hem ontvangen gelden, vóór den tienden van iedere maand, bij den gemeente ontvanger moeten overgestort worden. Art. 2. Indien er, ingevolge art. 10 der verordening op liet gebruik der kei bank, verlof gegeven is om een vaartuig in de geul na te zien, zal voor het gebruik van gemeentegrond betaald worden naar het tarief, zoo als dit voor het gebruik van de bank is vastgesteld. Art. 3. De artt. 257 en volgende van de gemeentewet, betrekkelijk de invordering der plaatselijke belastingen, zijn ten deze toepasselijk. Art. 4. De havenmeester, ontvanger van het verschul digde wegens gebruik van de keibank, zal als loon genieten 25 percent van de gedane ontvangsten. Aldus vastgesteld door den gemeenteraad van Vlissin gen, den 8 februarij 1864. De voorzitter, J. W. CALLENPELS. De secretaris, P. FORBES WELS. TARIEF voor het gebruik van de Keibank. a. Voor zeeschepen Van 100 ton en daar beneden 6, 101 tot en met 120 ton - 8, 121 „160 p - 10,- 161 en daarboven, voor zoo ver deze van de bank kunnen gebruik maken - 12, Door betaling van dit tarief mogen de vaartuigen vier achtereenvolgende dagen van de bank gebruik maken. Langer dan vier dagen van de bank gebruik makende, zal daarenboven betaald worden In de eerste cathegorie,75 daags. tweede - 1, derde - 1,25 vierde - 1,50 b. Voor binnenvaartuigen een cent per ton daags. c. Voor de loodsvaartuigen, onafge scheiden van den tijd van duur - 1,50 De tonneninhoud wordt door den meetbrief geconsta teerd. Aldus vastgesteld door den gemeenteraad van Vlissin gen, den 8 februarij 1864. De voorzitter, J. VV. CALLENPELS. De secretaris, P. FORBES WELS. Behoort bij het koninklijk besluit van den 3 jnlij 1864, no. 18. Mij bekend, De minister van binnenlandsche zaken, (Get.) THORBECKE. Accordeert met het origineel, De secretaris-generaal bij het ministerie van binnenlandsche zaken, (Get.) J. SCHRODER. Voor eensluidend afschrift zoo veel het geëxtraheerde aangaat, De secretaris-generaal, (Get.) J. SCHRODER. Voor extract conform, De griffier der staten van Zeeland, (Get.) S. VAN DER SWALME. VERORDENING regelende het toezigt op en het gebruik van de Keibank. Art. 1. Het toezigt op de Keibank is onder burgemees ter en wethouders opgedragen aan den havenmeester. Art. 2. Hij zal toezien dat de bank steeds in behoor lijke orde zij. Art. 3. Hij zal telkens, zoodra hij bespeurt dat aan de bank eenig ongerief ontstaat, daarvax kennis geven aan burgemeester en wethouders. Art. 4. Hij zal gehouden zijn behoorlijk boek te hou den van de schepen, die van de bank of bij vergunning van de geul gebruik maken, en van het daarvoor ver schuldigde bedrag. Burgemeester en wethouders zullen den vorm van dat register bepalen. Art. 5. Ieder, die van de bank gebruik zal maken voor zijn vaartuig, zal zich daartoe wenden tot den opzigter, met opgaaf van den naam van het vaartuig en van den tonnen inhoud. Art. 6. De havenmeester zal een consent afgeven en de volgorde bepalen, volgens welke de vaartuigen van de bank zullen gebruik maken. Art. 7. De gebruikers zullen zich moeten gedragen naar de bevelen die de havenmeester in het belang dei- zaak mogt noodig achten, behoudens beroep op burge meester en wethouders. Art. 8. Geene vaartuigen mogen gebrand, geteerd, schoongemaakt of nagezien worden in de geul van een der havens in deze stad. Alleen in zeer buitengewone omstandigheden, zal de havenmeester daartoe toestemming kunnen verleenen, op schriftelijke autorisatie van burgemeester en wet houders. Ingeval het om de eene of andere reden noodzakelijk mogt zijn, het water door het sluiten der spuideuren in de haven op te houden, zal gedurende dien tijd van de bank geen gebruik gemaakt kunnen worden. Art. 9. Wanneer bij het op- of afhalen der schepen, schade aan de bank mogt worden toegebragt, zal de eigenaar of gezagvoerder verpligt zijn, deze ten zijnen koste te doen herstellen, of wel het bedrag dier schade, door den opzigter en den gemeente-bouwmeester opge maakt, alvorens de haven te verlaten ten kantore van den havenmeester moeten voldoen. Art. 10. Bij het gebruik maken van de bank, zal de noodige zorg behooren te worden gedragen, dat het vaar tuig naar de zijde van den wal overvalt. De noodige palen tot het bevestigen van takels als anderzins, zullen daartoe op den wal aanwezig zijn. Alleen in zeer buitengewone gevallen zal door den havenmeester de vergunning kunnen worden gegeven om, ter risico van den eigenaar of gezagvoerder van eenig schip, dat schip naar de buitenzijde te doen over vallen. Geen schip zal langer dan zes werkdagen van de bank mogen gebruik maken, ten zij op speciale toestemming van den havenmeester. Art. 11. De overtreding van iedere bepaling in deze verordening voorkomende (art. 510) zal gestraft wor den met eene boete van Hen gulden. Art. 12. Tot het constateren der overtredingen zijn bevoegd de havenmeester en de beambten der policie. Aldus vastgesteld door den gemeenteraad van Vlissin gen, den 14 maart 1864. De voorzitter, J. W. CALLENPELS. De secretaris, P. FORBES WELS. Zijnde deze verordening aan de gedeputeerde staten van Zeeland, volgens hun berigt van den 1 april 1864, no. r —7^7— 162, in afschrift medegedeeld. En is biervan afkondiging geschied waar het behoort, den 15 augustus 1864. De burgemeester en wethouders voornoemd, J. W. CALLENPELS. De secretaris, P. FORBES WELS. tJinnrnlanö, Middeihurg 1? augustus. De Staatscourant deelt het volgende verslag omtrent de verwachtingen van den oogst in de provincie Zeeland over 1864 mede „Ofschoon de tarwe, vooral wat de vreemde soorten betreft, door het winterweder veel heeft geleden, beloofde men zich nogtans daarvan eenen tamelijkeu oogst. Er heeft zich echter, vooral in het noordelijkste gedeelte dei- provincie, bij deze vrucht eene soort van made vertoond, welke de korrel verteert en den halm vóór den tijd doet sterven, 't geen natuurlijk een ongunstigen invloed op kwaliteit en kwantiteit zal uitoefenen. „De rogge, beter tegen de koude bestand, is goed op gewassen en belooft een middelbaren oogst. „De wintergerst beeft mede van de koude geleden, en ofschoon zij zich later daarvan eenïgermate heeft her steld zal hare opbrengst beneden het middelmatige blij ven. Yan de zomergerst wordt eene ruimere opbrengst verwacht. „Van de haver en de paardenboonen wordt, over het algemeen, een ruimen oogst te gemoet gezien. „Hetzelfde kan van de witte-en bruineboonen worden gezegd. „Ook de erwten geven hoop op een goed beschot. In Schouwen en Duiveland is echter aan dit gewas door de luis veel schade veroorzaakt. „De opbrengst van het koolzaad zal meerendeels bene den liet middelmatige blijven. „Het vlas staat over het algemeen te dunde verwach ting daaromtrent is dan ook niet hoog gespannen. „De drie- en tweejarige meekrappen hebben veel van de vorst geleden. De opbrengst wordt geacht beneden het midddelraatige te zullen blijven. „Ook de eenjarige ineede heeft bij en na dfe planting de nadeelige gevolgen van de koude ondervondenhaar groei is echter door het latere warme weder zeer bevor derd, zoo dat zij thans zeer goed staat. „Onder de aardappelen heeft zich in de laatste dagen weder de bekende ziekte vertoond; blijft deze zich, zoo als tot nog toe, bij het loof bepalen zonder den knol aan te tasten, de opbrengst van deze aardvrucht zal dan, zoo als men zich vleit, zeer bevredigend zijn. „De toestand der graslanden, vooral die der hoog ge legene, is zeer ongunstig, ook de lager gelegene lijden veel door de aanhoudende droogte. De opbrengst dezer landen en van die welke met klaver zijn bezet is, over het algemeen, gering. De wortelgewassen daarentegen houden zich goed, zoo dat men hoopt dat hierdoor het gebrek aan hooi in den aanstaanden winter zich minder zal doen gevoelen." De heer Fransen van de Putte, minister vau koloniën, wordt den 20 dezer van zijne buitenlandsche reis in de r esi d en tie terugverwaebt. Gisteren is het Paleis voor volksvlijt te Amsterdam met veel plegtigheid ingewijd door een koncert van nagenoeg 500 exekutanten, waarbij ook Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden tegenwoordig was. Maandag ochtend had in de roomsch-katholieke kei-k St. Antoine en St.Louis, op de Prinsessengracht, te 'sHage bij gelegenheid van den naamdag van Z. M. den keizer der fransehen, volgens gewoonte een Te Deum plaats, dat door al de leden van het korps diplomatiek in gala en dén generaal Dumonceau, chef van het militair huis des konings, die het nederlandsche hof vertegenwoor digde, werd bijgewooud. Iu de Pinang Gazette vau 16 jnlij leest men Met de laatste mail zijn authentieke berigtcn ontvan gen, waardoor wij ons in staat gesteld zien tot het tegen spreken der berigtcn uit Rio uw en Batavia, volgens welke de kwestie tusschen de brits,che en nederlandsche gou vernementen betreffende de handelingen van den heer J Netsclier aan de noordoostelijke kust van Sumatra,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1