noordelijken onder den generaal Grant zou zijn ingeno
men. Dit gerucht wordt tot dusverre echter van elders
niet bevestigd.
BRIEVEN UIT BELGIË'.
Brussel12 augustus.
[Deze briefis zaterdag te laat bij ons ontvangen om hem toen
nog in de eerste editie te kunnen opnemen]
Het belgische volk beeft gisteren, als arbiter en regter
in 't hoogste ressort tevens, uitspraak gedaan in de voor
zijne vierschaar aanhangig gemaakte zaak tusschen de
beide groote politieke partijen van 't land. Zoo ooit dan
was er ditmaal op den regter geïnfluenceerd, langs alle
wegen en met alle middelen, wettige en onwettige. Het
behoorde eigenaardig tot de manier van procederen der
klerikale partij om de laatste te bezigen. Eenadvokaat
van kwade zaken, die den goeden uitslag van zijn proces
niet wacht van 't goed regt van zijnen kl^ënt, maar van
spitsvondigheden cn excepties die dat van zijne tegen
partij illusoir zouden kunnen maken, heeft ook in den
regel een dossier, ruim voorzien van drogredenen, onder
geschoven titels enz. en, en cas de besoin, zou hij ge
woonlijk ook over veel geld beschikken om, 'tzij een
zwak regter te corromperen, 'tzij een getuige te nopen
tot 't verzwijgen van eene waarheid of 'tuitspreken van
een logen. De katholieke pers en de katholieke drijvers
hebben in de laatste weken dan ook, ad majoremgloriara
Dei, 't exempel van zoo'n advokaat Patelin zeer trouw
gevolgd, echter met den misschien niet verwachten uit
slag dat de onpartijdige regter hun niet alleen den eisch
algeheel ontzegd, maar bovendien door zijn uitspraak
hun een brandmerk op 't voorhoofd heeft gedrukt, dat
ze niet spoedig zullen ontgroeijen.
Om 't laatste zullen de meer of minder eerwaarden
cum sociis zich echter weinig bekommeren. Reeds zoo
menig werd hun ingebrand, dat een meer of minder hun
wel niet leelijker maken kan. Overwinnaars mogen ech
ter den overwonnene niet onmcêdoogend behaudelen, en
't is daarom dat ik eenvoudig konstateer dat gisteren de
uitspraak der stembus aan het ministerie der liberale
partij eene meerderheid van 12 stemmen heeft geschon
ken. Het kabinet gaat dus voor de derde maal sedert
zijn optreden en met eene voldoende meerderheid een
zittingjaar in. Hoge het gebeurde in de laatste maanden
voor de mannen die de natie zoo'n herhaald vertrouwen
bleek te willen schenken een ernstige waarschuwing
wezen, om niet, zoo als helaas maar al te veel in dc laat
ste jaren gezien is, te rusten op hunne lauweren van wel
eer, te teeren op hun eens verlcregene populariteit eu stil
te staan waar men teregt liad verwacht dat men voort
schrijden zou ter algcheele versvezenlijking van een poli
tiek programma, welks beloften tot heden niet in elk
opzigt zijn vervuld, al is de termijn, binnen welken men
die vervulling mogt verwachten, sints lang verstreken.
Met de vernieuwing van bun mandaat toch hebben de
kiezers aan de afgevaardigden der liberale partij en spe
ciaal aan die, welke men de ministericlcn pur sang zou
kunnen noemen, eene ernstige waarschuwing doen toe
komen. Vooral te Brussel heeft men duidelijk verklaard
dat men „vooruit" wil, ware 't ook, zoo noodig, ten koste
van dc eensgezindheid tusschen de verschillende fraction
onder de vrijzinnigen. Wel hebben de dusgenaamde „ge
federeerde meetings" der voorsteden, geen barer beide
kandidaten er door kunnen halen, wel zelfs nietiubal-
lottage kunnen brengen, het getal der door de heeren
Splingard en Dartevelle verkregene stemmen is echter
groot genoeg om de association libérale in zekeren zin
de zuivere ministeriële kiesvereeniging de overtui
ging te geven, dat wel de tijd niet eens verre kan wezen
dat zij, niet toegevende aan de billijke eischen der meer
geavanceerden, den invloed dien sedert jaren zij op de
verkiezingen in de hoofdstad uitoefent, zou moeten
gaan deelen met eene zustervereeniging, die jonger dan
zij, ook 't voordeel der jeugd en der kracht op haar voor
heeft. Mijns inziens was het van de zijde der association
liberale zeer verkeerd ora geheel te blijven vasthouden
aan hare eigene kandidatenlijst en niet b. v. den naam
van den heer Vlemiuckx te roijeren en daarvoor dien
van den zeer bekwamen kandidaat der meetings, de
ingenieur Splingard, over te nemen. Die vasthoudenheid
toch heeft liet mogelijk gemaakt dat te Brussel, waar
nevens de aftredende afgevaardigden Dcfré, de Rongé,
Goblet, Guillery, Jaraar, Orts, van Humbeeck en Hymans,
de nieuwe kandidaten Couvreur en Funck onmiddellijk
bij eerste stemming worden gekozende laatste
kandidaat der associatie, de heer Vleminckx, zich
aan eene overstemming moest onderwerpen met den
generaal Capiaumont, den kandidaat der klerikale partij.
In geen dertig jaren was het de katholieken in de hoofd
stad gelukt bet met een kandidaat zoo ver te brengen.
Wel kon, waar door de mannen der meetings het liberaal
beginsel hooger gesteld werd dan eene niet zoo ge
heel onverdedigbare antipathie tegen een persoon,
de overwinning aan den kandidaat der association
niet ontgaan, toch zou ik 't in de klerikale pers niet
zoo cr°; kunnen misduiden, wanneer zij 't overstemmen
van den generaal Capiaumont als een halve zege
praal zou willen doen voorkomen. In elk geval had
de association nimmer den heer Vleminckx kandi
daat moeten stellen. In brochures en vliegende blaad
jes toch is deze inspekteur der geneeskundige dienst
van het leger, gesommeerd zich „schoon te wassclien"
(„Monsieur Vleminckx, allez vous lavei-!") van de ver
denking, ja, van de beschuldiging vijf en twintig jaren
geleden in openbaar geschrift tegen hem uitgebragt van
malversaties, gepleegd in zijne betrekking als dusdanig.
Wel is de auteur dezer beschuldiging wegens laster ver
volgd en gevonnisd, de vorm van het vonnis was ech
ter dusdanig dat het den zelfs bescheiden lezer
veel omtrent den heer Vleminckx en de wijze waar
op hij zijne gewigtige betrekking waarnam, te den
ken overliet, te meer daar deze nooit langs officië-
len weg zich daarvan heeft gezuiverd. De keuze van
clien handdruk door de association liberale was dan ook
minstens onvoorzigtig- te noemen. Zij heeft dan ook
in zekeren zin de verkiezing, te dezer stede, die anders
voor de liberalen een schitterende overwinning had mo
gen genoemd worden, tant soit pen gekompvomitteerd.
Gent heeft zich flink gehouden. Het koos zeven libe
rale afgevaardigden. Brugge niet minder. Ook.daar kwa
men alle liberale kandidaten, waaronder de oud-minister
van buitenlandsche zaken, de Vriére, uit de stembus.
Charleroi gaf den aanvoerder der klerikale partij, den
auteur van 'tprogramma en 't manifest, 't- hoofd van het
kabinet op zigt, den heer Dechomps zijn afscheid en dat
op voor hem weinig eervolle wijze. Hij bekwam 341 stem
men minder dan de kandidaat der liberale partij, die de
minste stemmen op zich vereenigde. Antwerpen heeft het
mandaat vernieuwd der klerikale vesting-sloopers, zeker
in goed vertrouwen dat, als eenmaal de muren van Jericho
voor 't gebed van den vromen Jozua, de citadellen wel
eens vallen zullen voor de vlaarasche sermoenen van den
bakker de Laet en de trompet van kolonel Hayez. De
klerikale oud-adellijke famielje de Borchgliare is met twee
jeugdige grafelijke kamerleden vermeerderd, waarmede
de distrikten Waremne en Tongeren onze vertegenwoor
diging hebben begiftigd. Deze jonge edelliên zijn van
't allooi van uwen eeuwigen kamerkandidaat den baron
van Wassenaer Catwyck. Gij begrijpt dat ons parlement
i' eg/ heeft zich met zoo'n aan winstje tc feliciteren. Overi
gens hebben de verkiezingen en détail geene merkwaar
dige verschijnselen opgeleverd. Als eene knriositeit deel
ik u mede, dat onze minister Rogier te Charleroi ditmaal
juist 1830 stemmen op zich vereenigde.
Het geheele land is rustig gebleven, dat wil zeggen,
nergens hebben de verkiezingen aanleiding gegeven tot
wanordelijkheden. Het was anders, b. v. hier in Brussel,
levendig genoeg. Reeds vroeg in den morgen verdrong
zich eene tallooze menigte in en om de in alle gedeelten
der stad geopende stembureaux, kenbaar aan de nationale
vlag die boven den ingang van deze was uitgestoken. Ik
sprak gisteren eenige hollanders, die hunne verwondering
te kennen gaven, over de eenvoudige wijze, waarop men
hier de verkiezingszaak behandelt. Dat schijnt ten invent
dus nog al plegtig en deftig toe te gaan. Stel u voor eene
eenvoudige ballotage in eene sociëteit of iets dergelijks.
Geen schildwacht ofpolicieaan den ingang van 't bureau,
geen somptneuse raadzaal, gewoonlijk hourlt hier een
stembureau zitting in de portiek van een komedie, of
't voorportaal van eene beurs of van eenig ander publiek
gebouw, geen balie die de menigte afscheidt vau de
erntfeste, wit gedaste, van 't gewigt hunner roeping be
wuste stedelijke regenten, geen gezegelde briefjes, geen
mogelijkheid van kwestïën over meer of mindere luxe bij
de ververschingen, die de siemopnemers voor zich noodig
of nuttig achten, geen fraai geschilderde met 't stads
wapen en hangsloten voorziene stembussen, geen bode
achter den stoel van den heer voorzitter; niets van dat
alles. In een'uelgrsch stembureau zitten vier burgerboeren
aan een withouten tafel, neven3 zicli wat wit papier, wat
pennen en een inktkoker, op matten stoelen, in een ge
woonlijk togtige galerij, tegen den muur, onder 't genot
van een glas bier en een broodje, en wachten daar de
kiezers op, die volgens alfabetische naamlijst opgeroepen,
een gewoonlijk op straat uit handen van een der tallooze
kommissionairs der beide partijen, ontvangen briefje in
een kistje steken, om na volbragten burgerpligt zich te
gaan verdiepen in de studie van een aan den muur han
gende kiezerslijst, die, alleen vermeldende wat de kiezer
aan rijkslasten betaalt, menigen eerzamen burger, die
gewoonlijk alleen 'tkoofdcijfer in zijn aanslagbiljet in
't geheugen heeft, dwingt om zich van 't bureau tot aaij,
zijn huis te verdiepen in gissingen over dc weimus*
homogeniteit tusschen 't cijfer van zijn aanslagbiljet en
van de kiezerslijst. Voeg hier nu bij dat, als ge dat goed
vindt, ge u over den schouder van den stemopnemer
heenbuigt en in zijn „kaarten" kijkt, en van hem steeds
een heel hupsch antwoord, dikwerf vergezeld van eene
politieke beschouwing, ontvangtwanneer ge hem eenige
information over den stand van de cijfers vraagt, en gij
kunt u een denkbeeld vormen, hoe bourgeois 't hier op
een verkiezings-bureau toegaat. Dood eenvoudig, huis-
selijk, 't is een publieke zaak, die hier volgens de leer
van uwen heer Salvador, waarlijk „publick wordt be
handeld."
Buiten 't bureau, geven de woordvoerders der partijen
aan de binnentredende kiezers „de laatste waarschuwing."
Stembriefjes kunt ge krijgen bij getale en vliegende
blaadjes bij duizenden. Overal ziet ge op zoo'n morgen
nieuwe plakkaten aangeslagen. Gisteren o. a. verzochten
de „blinden" aan de kiezers, den heer Vleminckx hunne
stem te onthouden, omdat deze,'tijdens zij dienstpligtig
waren, hun niet van oogziekte had gevrijwaard. Ik dacht
onwillekeurig aan Conscience's loteling. Iets verder weer
wordt er verteld dat dc vrijmetselarij een geheim ge
nootschap is, 't welk Belgiës ondergang zal bewerken
weer wat verder beloven de klerikalen de afschaffing
van de milicie, van de gedwongen schutterijdienst, van
de belasting op het bier! Enfin,'tis te veel om te noemen.
Dat gaat zoo voort tot de kiezers gestemd hebben. Dan
rukken de missionarissen in, want de teerling is geworpen.
De herstemming te Brussel tusschen den heerVleminckx
en Generaal Capiaumont werd bij klokgelui in de St. Gu-
dnle afgekondigd. Om acht ure was ook die strijd beslist.
En daar wacht men bij u veertien dagen mcê! Den ge-
heelen dag door kwam er berigt uit de provinciën. Met
groen versierde rijtuigen reed men dc stad binnen, waarin
blaauwkielen met vaandels, waarop o. a. „Dechamps
enfoncé.i Charleroi." „Vive les Bourgeois, la liste libérale
a passée" „Vive les Gantois, Ierégne de reteignoir y afini.
etc. 's Avonds wemelde het van mensehen op de place de
l'Hotel de Ville en omliggende straten. De vergaderzaal
der association libérale was geillumineerd en op 't balkon
werden vuurwerken ontstoken. Luim en opgeruimdheid
heerschten in de stad „waar men laat op den avond vrij
luidkeels 't a bas les jésuites, a bas les calottes begon
aan te heffen. Toen begaf uw chroniqueur zich naar
huis, om u deze te schrijven, waarin hij hoopt velen
uwer lezers iets nieuws te hebben verteld.
Piuissen.
In de Kreuzzeitung wordt het volgende aangetroffen
„De alliantie tusschen de twee groote duitsche mogend
heden is niet alleen de beste en meest ingrijpende her
vorming geweest van den duitscben bond, zij is ter
zelfder tijd de meest beteekenende en invloedrijkste
politieke gebeurtenis geweest van onze dagen. Te lang
reeds had men aan beide zijden getracht om zonder
elkanders hulp of zelfs vijandelijk tegenover elkander
ieder zijn weg te gaan. Nadat alle deze pogingen te ver
geefs zijn geweest, mogen wij thans vertrouwen dat de
nieuwe alliantie des te hechter en sterker zal wezen.
„Even als weleer Pruissen, heeft thans ook Oostenrijk
ondervonden door het vorsteukongres dat het in
de duitsche kwestie zonder Pruissen niets kan ten uit
voer brengen en dat de duitsche staten van den tweeden
en derden rang ongeneigd zij n om ten gunste van Oosten-
rij k zoowel als van Pruissen van hunne kwalijk begre-
pene soevereiniteit eu onafhankelijkheid afstand te doen.
„Evenzoo hebben beide groote duitsche staten door
ondervinding geleerd dat alleen hunne alliautie in staat
is ora Dnitschland in het algemeen en ieder der beide
mogendheden in het bijzonder de magt en den invloed
te verschaften, waarop duitsche volken regt bezitten.
Reeds dadelijk zijn zij in hunne alliantie op de verwon
derlijkste wijze geslaagd! Geen Olmutz, geen Villa-
franca, zoolang de oosten rij ksche en pruissische leger
vanen naast elkander wapperen! De alliantie der
westersche mogendheden, welke reeds zoo hing den
vrede en het internationaal regt in Europa bedreigde, is
zoo krachteloos en stil geworden dat men zou meenen
dat „de vertegenwoordigers der beschaving" geheel uit
het veld zijn geslagen. Het is thans niet te Londen en
te Parijs, maar te Berlijn en te Weenen dat uitspraak
wordt gedaan over het lot van EuropaLaat ons ook ter
zelfder tijd al de kleine dwaallichtjes opruimen, welke
ons naar de moerassen en nevelachtige streken van het
National Yerein of naar het revolutionair akklimatatie-
veld willen heenleiden."
Wij zien in dit lezenswaardig artikel van de reaktio-
naire partij te Berlijn eene bevestiging van onze bewe
ring dat er tusschen Oostenrijk en Pruissen oneenigheid
is ontstaan over de kwestie de* deelneming van den
.-benbaan de vredes-onderhandelingen te Weenen cu over
de lwVè^ie der zamenstclling van een voorloopig bestuur