hebben doen toenemen dan de teugellooze vermetelheid
van Napoleon ons bënadeeld heeft. De kwestie der grens
scheiding blijft echter voor ons bestaan als een verbor
gen en tusschenpozende kwaal, die zich op nieuw doet
gevoelen telkens als op het vaste land een traktaat ge
schonden wordt, een heerschzuchtige begeerte zich open
baart of alliances worden aangegaan die wantrouwen
jegens Frankrijk ademen.
„De kwestie der fransche grenzen doet zich onder
tweeërlei vorm voor: men heeft de groote en de kleine
kwestie. De groote omvat het herstel van het nadeel dat
men ons in 1814 heeft willen berokkenende kleine geldt
het herstel van de vernedering die men ons in 1815 heeft
willen doen ondergaan. De groote slag is ons in 1814
toegebragt, toen men ons den Rijn heeft ontnomen. In
1814 deed men ons binnen de grenzen der oude fransche
monarchie wederkeeren, maar op die nieuwe grensschei
ding bouwde men een orde van zaken die zeer ver
schillend is van die van 1792. Vóór de fransche revolutie
bevonden zich tusschen den Rijn en ons slechts kleine
staten. De kerkelijke vorstendommetjes waren door zeer
oude overeenkomsten aan ons verbonden, zij waren noch
vijandelijke bewakers, noch gevaarlijke naburen; inte
gendeel werden zij door onze bescherming gedekt. Men
noemde de streek die .Frankrijk van den Rijn scheidt
La France rhénane. Onder begunstiging van dergelijke
betrekkingen en na langdurig streven hebben wij de
drie keurvorstendommen Metz, Toul en Verdun ver
zwolgen en ons Straatsburg en den Elzas toegeëigend.
De wet dezer beweging zou ons langzamerhand naar
Trèves, Mainz en Keulen moeten gevoerd hebben. In 1814
gaf men ons wel de grenzen van 1792 terug, maar de
zelfde nabuurschap van 1792 kregen wij niet weder. In
de plaats van zwakke vrienden gaf men ons een ge
vreesde militaire mogendheid tot nabuur. Van het France
rhénane maakte men het Rijn-Pruissen. Dit was het
werk van 1814. Onze groote zaak in de grens
kwestie zou bestaan in het vernietigen van dit werk
en andermaal de fransche vlag aan de boorden van
den Rijn te planten. Maar dit resultaat zou slechts door
een grooten oorlog kunnen verkregen worden en Frank
rijk zou niet genegen zijn daarmede aan te vangen.
Frankrijk gevoelt dat de schade die men het in 1814 heeft
willen toebrengen werkelijk niet zoo groot is geweest
als zijne overweldigers zich toen inbeeldden; het gevoelt
dat het herstel dezer schade niet tegen de gevaren en
kosten van een langdnrigen oorlog zoude opwegen.
Indien een dergelijke oorlog door het toedoen van anderen
mogt uitbreken, zou Frankrijk zeker moeten besloten
zijn, om in de worsteling waaraan het zou deel nemen, zijne
natuurlijke en wettige positie weder te veroveren,"maar
Frankrijk is te verstandig en te gematigd om een der-
gelijken oorlog te willen ondernemen zonder daartoe
uitgedaagd te worden."
Men ziet hoe de wettigheid der Rijngrenzen nog altijd
door een der waardigste organen der openbare meening
in Frankrijk bepleit wordt, en hoe men niet onduidelijk
te kennen geeft dat eenige uitdaging.tot het herwinnen
der Rijnstreek het sein zou zijn. Neemt men daarbij de
gevoeligheid van Frankrijk in aanmerking, dan zal men
ons moeten toestemmen dat er in den tegenwoordigen
tijd omstandigheden genoeg zijn die het des verkiezende
als eene uitdaging zich kan aantrekken.
Verder bespreekt de heer Forcade hetgeen hij de
kleine kwestie noemt. Hij herinnert hoe men in 1815 aan
Frankrijk den Elzas, Lotharingen en Vlaanderen wilde
ontnemen, maar hoe men zich bepaalde tot het doen van
een drietal uitsnijdingen op de noordoostelijke grens.
Elk der territoren welke aan Frankrijk ontrukt werden,
werd door een sterkte beheerscht die den toegang opende
tot een dal, hetwelk naar Parijs leidde. In het eerste
bevonden zich Philippeville en Mariënburg, in het tweede
Sarrelouis, in het derde Landau. De pogingen om alzoo
de drie strategische poorten van Frankrijk in bezit te
houden werden verijdeld, want de verdedigingsmiddelen
werden zoodanig gereorganiseerd dat het gemis van
Sarrelouis en Landau geen gevaar meer oplevert. Dit
laatste heeft men aan de regering van 1830 te danken.
Aan de regering van Lodewijk Philips wordt in deze
alle eer toegekend. Het bouwen der vestingen Soisson,
Langres, Toul en Marsal, de uitbreiding der verdedi
gingswerken van Wissembourg en Bitche en de verster
kingen van Lyon en Parijs hebben de gemelde toegan
gen gesloten of nutteloos gemaakt. Het herkrijgen van
Landau en Sarrelouis zou dus meer eene zedelijke vol
doening dan een werkelijk belang z^n. Daarvoor zal
men dus nog minder een oorlog ondernemen. Toch
wordt op het terug bekomen van beide punten aange
drongen. Waartoe kan Sarrelouis Pruissen van nut zijn?
Welk voordeel kunnen Beijeren en den duitschen bond
voortaan van Landau trekken vraagt de Revue, en zij
acht zich overtuigd dat eene dergelijke schikking zeer
goed in het minnelijke zou kunnen plaats vinden. Men
moet Frankrijk maar eens in de eene of andere onder
handeling noodig hebben! Zijn raad is toch wel waard
dat men dit uit eene kleine vergoeding schenke!
Hierop wordt nagegaan hoe de positie van Frankrijk
volgens sommigen bij de jongste gebeurtenissen eene
benijdenswaardige was. Door weldadige hulp aan Enge
land te verleenen zou men de rijngrenzen hebben kun
nen terug bekomen. Echter wordt het niet onmogelijk
geacht dat het vooruitzigt van een dergelijken eisch
Engeland heeft afgeschrikt, en de verkoeling jegens
Denemarken ten gevolge gehad. Van Pruissen en den
bond had men door volkomen onzijdig te blijven Sarre
louis en Landau kunnen terug bekomen. Deze optimis
tische voorstelling is door de geruchten betrekkelijk een
verbond der noordsche mogendheden verijdeld, maar zij
die haar ontwierpen, rekenen nog op het belang dat de
heer von Bismarck heeft om Frankrijk tot vriend te
houden.
„Wat ons betreft, vervolgt de heer Forcade, wij zou
den niet gaarne zien dat Frankrijk eenig direkt voordeel
genoot door den roof aan Denemarken gepleegd, en toch
zouden wij een gevoel van teleurstelling en smart
ondervinden indien het aan Pruissen vergund werd zich
te vergrooten zonder dat aan Frankrijk het regt werd
gegeven op vredelievende wijze van zijn kaart een herin
nering uit te wisschen die hen niet meer schaden maar
wel bedroeven en krenken kan."
Het doet ons genoegen aan onze lezers, die welligt
meenen dat onze beschouwingen over den toestand van
Europa soms te donker gekleurd zijn, deze aanhaling uit
de Revue des deux mondes ter overweging te kunnen
geven.
JcctijMngcn.
Den 11 dezer is ter reede van Veere binnen gekomen
de schoener Effort, gezagv. G. Eksdale, van Newcastle
met kolen naar Middelburg bestemd.
IjanDclsberigtm.
Graanmarkten enz.
Amsterdam 12 augustus. Tarwe en gerst onveranderd.
Raapolieop zes weken ƒ45. Lijnolie op zes weken ƒ41.
Dordrecht 11 augustus. Witte tarwe ondervond heden
op nieuw eene verlaging van 20 cent, waarvoor het ter
veil zijnde traag opruimde; men besteedde voor puike
9,20 a 9,40, goede 8,70 a ƒ9, afwijkende en geringe
ƒ8,10 a 8,50, blaauwe ƒ8 a 8,50. Jarige rogge was
traag in een doen, mooi vlaamsch zakmaat ƒ6,20 a ƒ6,30,
overmaasch dito 6 A ƒ6,20150/2 pond jarige pruisissche
werd ii 190 geveild. Er was eenige aanvoer van nieuwe
rogge uit het overmaassche, van vrij voldoende kwaliteit,
die van 5,80 tot 6,20 is verkocht. Jarige wintergerst
nominaal als voren, zakmaat 5 a 5,60, gestort 5,80;
van nieuwe waren diverse partijtjes ter markt, goed van
korrel en droogte, de kleur liet iets te wenschen over,
dezelve zijn tot 5 a 5,20 zakmaat en a 5,40 gestort
verkocht. Jarige zomer gerst 20 cent lager, zakmaat 5 a
ƒ5,20, gestort 5,40; van nieuwe waren enkele partijtjes
van goede kwaliteit ter markt, die tot de zelfde prijzen
zijn verkocht. Spelt zonder omzet, 2,90 a 3,30. Haver
bij kleinigheden als voren, voeder 3,60 a 4, brouw
ƒ4,20 k ƒ4,80. Paardenboo.nen traag in een doen, 6a 6,50.
Duivenboonen 7a/8. Witte-en bruineboonen zonder
handel. Blaauwe erwten prijshoudende, 7 a 7,50 en
koningsberger witte ƒ7 a 7,20. Boekweit prijshoudende,
peel is a ƒ230 per 2100 ned. pond gedaan. Van nieuw
koolzaad was een aanvoer van 400 lasten, de kwaliteit was
meer uiteenloopende dan vorige week;tot30 cent verlaging
is het zelve slechts gedeeltelijk opgeruimd kunnen worden;
men besteedde voor het puikste overmaasch zakmaat
14,80, goed dito 14,60, mindere kwaliteit 13,60 a
ƒ14,40, zeenwsch gestort 14,20^ 14,40, 14,50; op 9 vats
levering in oktober en november werd a 480 gelaten.
Van lijnzaad is 109 pond Riga a 335 verkocht. Kanarie
zaad tot ƒ11 a 12 geveild. Raapolie werd tot/43}
kontant bij gerieven en a ƒ431 op primo september, okto
ber en november dooreen gedaan, primo november en
primo december dooreen op 43} gehouden. Lijnolie 41
kontant. Raapkoeken 85 kontant. Harde lijnkoeken
105 li 110.
Prijzen ran eÉTeklen.
Amsterdam 12 augustus.
Nederland. Certifik. Werkelijke schuld 2} pet. 62}
dito dito dito 3 73}
dito dito dito 4 97}
Aand. Handelmaatschappij 4}
België. Certifikaten bij Rothschild 2.}
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 96
Certifik. Hope co4 72}
Oblig. dito 1855, 6e serie 5 83}
dito dito Leening 1860 4} 83$
Certifikaten6 48^
Aand. spoorweg186}
Polen. Schatkistobligatiën4
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 58}
dito 1847/1852 2} 29}
dito rente Amsterdam5 80}
dito nationale5 65}
Bank alctien3
Italië. Leening 18615
Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) 3 48}
dito3 thans 2} 44}
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 47}
dito 1856—1862 3
Griekenl. dito (blaauwe) 5 22}
Turkije. Obligatiën (binnenl.)6 47}
Vereen.Stat.dito (1874) 5 46
Illinois. dito7 n 54
Mexiko. dito3 28}
Grenada. dito afgestempeld4}
Venezuela, dito2 22},
Coupons en losbare obligatiën.
Amsterdam 11 augustus. Metalliek ƒ24,80; Napelsche
Diverse engelsche in 11,82}3 pet. Eng. Port.
ƒ11,82}; Fransche 55,87 Belgischeƒ56,Pruissische
ƒ34,62}; Spadnsche piasters 2,37Spaansche coupons
per fr. Hamb. Russ. metal, ƒ31,87}; Russische in
zilveren roebels/31,1 8}; Poolsche in fl. 25,87}; Nationale
metalliek ƒ28,20; Dollars Turksche
2lïim*tcniirn.
Eenige Vrienden van den Heer J. VAN OUWER-
KERK Cz., Kunstschilder, wonende in de Breestraat,
O no. 154, alhier, deelen mede, dat hij op aanstaanden
Maandag, 15 Augustus 1864, zijn Negentigsten Jaar
dag hoopt te vierenwaarbij zij het vertrouwen uitspre
ken dat hoogschatters en vroegere leerlingen van den
verdienstelijken man, door bewijzen van belangstelling,
hem dezen gewigtigen dag als een onvergetelijke feestdag
zullen doen beleven.
Middelburg, 13 Augustus 1864.
DE GLOBE.
ALBUM
VAN BUITENLANDSCHE LETTERVRUCHTEN.
De aflevering Augustus, de tweede van het derde deel
jaargang 1864bevat de volgende stukken
De houding van het publiek in verschillende landen
tegenover de muziek, door den koraponist Ferdi
nand Hiller.
De duitsche „marschen" of polders aan de Noordzee.
(Unsere Tage.)
De spoken op het tooneel en in de fotografie. (Cham
bers' Journal.)
De christen-pasja van den Libanon en zijne wijze van
bestuur. (All the year round.)
Een akklimaterings-diner te Londen.
De inteekenaren op dit tijdschrift kunnen het naar
verkiezing in maandelijksche afleveringen of driemaan
delij ksche deelen ontvangen.
De uitgave geschiedt bij DE GEBROEDERS ABRA
HAMS, te Middelburg. De prijs per jaar is 6.
"STOOMBOOTOIENST
TUSSCIIËN MIDDELBURG EN ROTTERDAM.
Uren van afvaart in Augustus.
VAN MIDDELBURG:
Zondag 14'smorg. 9 ure.
Maandag 15 10
Dingsdag 16 11
Woensdag 17 11,30
Donderd. 18'smidd. 12
Vrijdag 19Daraidd. 1
Zaturdag 20'smorg. 6
Zondag 21 6
Maandag 22 6
Dingsdag 23 6
Woensdag24 6
VAN ROTTERDAM:
Zondag 14 namidd. 2 ure-
Maandag 15 3
Dingsdag 16'smorg. 6
Woensdag 17 7
Donderd. 18 8,45
Vrijdag 19 8,45
Zaturdag 20 10,30
Zondag 21'smidd. 12
Maandag 22 12
Dingsdag 23 12
Woensdag 24 12
SNELPERSDIUJKk'ERIJ VAN DB GgDROEDEHS ACUAHA.1IS.