MIDDELBURGSCHE 6 Augustus. N°' 124. Zaturdag 1864. COURANT. Editie van vrijdag avond 4 ure. AANBESTEDING. Gedeputeerde staten van Zeeland, Brengen ter kennis van e belanghebbenden, dat op "vrijdag den 19 augustus aanstaande, des voormiddags ten 10 uur, door een hunner leden, daartoe door hen gecom mitteerd, in bijzijn van den hoofd-ingenieur in het 11de district van den waterstaat, in een der localen van het provinciaal bestuur te Middelburg, onder nadere goed keuring, zullen worden aanbesteed Buitengewone herstellingen aan den straat weg van Zierikzee naar Zijpe; aan den steiger te Zijpe; aan de spuisluizen in de haven van Breskensen aan den straat- en grindweg van Hulst naar Walsoorden. Deze aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. Het bestek en de voorwaarden liggen ter lezing aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Zeeland, aan het bureau van den hoofd-ingenieur van den waterstaat te Middelburg; alsmede bij de ingenieurs van den water staat te Zierikzee, Breskens en Neuzen, en wijders op al zoodanige plaatsen alwaar gewoonlijk de bestekken van provinciale waterstaatswerken in gemelde provincie ter lezing gelegd worden. Zullende des vrijdags en maandags vóór de besteding de noodige aanwijzingen worden gedaan, terwijl aan het bureau van den hoofd-ingenieur te Middelburg voor de werken in het algemeen, en bij de ingenieurs in de arrondissementen voor de werken onder elks ressort behoorende, nadere inlichtingen te bekomen zijn. Middelburg, den 3 augustus 1864. De gedeputeerde staten voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN, voorzitter. S. VAN DER SWALME, griffier. KENNISGEVING. Het Gemeentebestuur van Oost- en West-Souburg brengt ter kennis van de belanghebbendendat een uit treksel van den, overeenkomstig art. 11 der wet van den 21sten december 1853(Staatsblad no. 128) vervaardigden staat, betrekkelijk de verboden kringen van het reduit van het regter kroonwerk nabij Vlissingenter voldoe ning aan het 1ste lid van art. 17 dier wetten raadhuize is nedergelegd, en dat de afkondiging,bedoeld in het 2de lid van het vermelde artikelop den 3den augustus 1864 heeft plaats gehad. Oost- en West-Souburg, den 4 augustus 1864. De burgemeester van Oost- en West-Souburg PASPOORT. De secretaris, A. VAN VLAANDEREN. fiHnncnlanïi. Biddclburg 5 augustus. Bij de herstemming voor een lid van de tweede kamer iler staten generaal in het hoofdkiesdistrikt Winschoten, ilingsdag gehouden, is gekozen de heer prof. W. J. A. Jonckbloet, te Groningen, met 298 stemmen. Op den heer T. Borgesius, te Oude-Pekela, waren 216 stemmen uitgebragt. Uit Oostburg schrijft men ons: „Op de woeusdag gehouden vergadering van de 9e afdee- ling der Maatschappij van landbouw in Zeeland werd onder anderen besloten tot het houden van eene afdee- lings-tentoonstelling in den zomer van 1865. „Het verzoek om ontslag als voorzitter, door den heer J. C. Hennequin reeds meermalen gedaan, en ook nu weder herhaald, werd door de vergadering ingewilligd. Op verzoek der vergadering heeft hij echter zich ver bonden tot het blij ven waarnemen der betrekking, tot na afloop der te houden tentoonstelling, als wanneer hij zal worden vervangen door den heer F. L. Benteijn, burgemeester te Oostburg, door de vergadering bij ak- klamatie tot voorzitter gekozen." Omtrent de werkzaamheden aan het kanaal door Zuid-Beveland wordt ons het volgende gemeld: „Vóór de schutsluizen te Wcmeldinge is de houten fundering zoo ver gevordev,,'. (V^fc men welligt in de vol gende week met het metselwerk een aanvang zal maken. „Het opmetselen van de penanten der draaibrug in den Rijksweg is geheel, van die in den Schoorschen zoutenweg bijna afgeloopen. De met deze bruggen in verband staande aardewerken en het leggen van steenen heulen of duikers, tot verbinding der bermslooten, nade ren hunne voltooijing. Het afgewerkte doet zich zeer goed voor. „De onderbouw van den spoorwegbrug over het kanaal is reeds ver gevorderd. Het maken van de zacht glooi- jende spoorbaan is van daar tot nagenoeg aan den krui- ningscben zanddijk genaderd. „De werkzaamheden aan het kanaal, tusschen Vlake en den kruiningschen zanddijk, bestaan in het uitdiepen met baggermolens en eenige andere bezigheden aan de wegen, dijken en bermslooten. „Tiet metselwerk aan de beide sluishoofden te Hans- weert wordt met een vijftigtal metselaars krachtig voort gezet, en heeft reeds de helft der hoogte bereikt. Met het bevloeren van den schutkolk tusschen beide sluizen is men druk bezig. „Het leggen van den westelijken dijk, voor de buiten haven aan den zuidelijken mond van het kanaal te Hans- weert, is zeer ver gevorderd, en reeds gedeeltelijk met steenglooijing en rijswerk bezet. „Voor den anderen dam zijn sedert geruime dagen de zinkstukken en beddei?. .qnder den dam gezet en met grond bestort, sedert is daaraan geen merkbaren voort gang te bespeuren. „De havengeul wordt met een doelmatige stoombag- germolen en andere baggerwerktuigen uitgediept." Uit 'sGravenbage wordt aan den Moniteur du soir omtrent het te Amsterdam te houden „congres interna tional" o. a. geschreven: „Het nederlandsch publiek zal zekerlijk levendig belang stellen in deze vergaderin gen; daar echter Amsterdam eene bijzonder behoudend- gezinde stad is, mag men verwachten dat de beraadsla gingen bijna uitsluitend zullen loopen over kommerciële en juridische hervormings-kwestiën, waarin het neder landsch publiek meer bijzonder belang stelt." De denk beelden van dezen berigtgever uit onze hoofdstad over de gezindheid der ainsterdamscbe bevolking komen ons eenigzins verouderd voor. De laatste verkiezingen toch hebben bewezen dat ook te Amsterdam de tijden veran derd en verbeterd zijn. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan 0. baron van Wassenaer, ambachtsheer van de beide Katwijken en 't Zandt, kamerheer-ceremoniemeester titulair, dienst doende bij H. M. de koningin-moeder, tot het aannemen en dragen der versierselen van de orde van St. Stanis laus 2e klasse, hem dooy Z. M. den keizer aller russen geschonken; aan W. J. F. Nnijens, mcd. doet. te Westwoud, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van den Gregorius den Groote, hem door Z. H. paus Pius IX geschonkenaan Zr. Ms. kamer heer jhr. J. L. Nepvcu tot het aanuemen en dragen der versierselen van ridder 2e klasse der orde van St. Anna, hem door Z. M. den keizer van Rusland geschonken; aan mr. C. van der Goes, kamerheer, dienstdoende bij H. M. de koningin-moeder, tot het aannemen en dragen der versierselen van de orde van St. Stanislaus 2e klasse, liem door Z. M. den keizer aller russen geschonkenen aan den kapitein jhr. G. B. van Bronkhorst van den grooten staf, adjudant bij Z. K. H. den prins van Oranje, tot bet aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van St. Wladimir 4e klasse, en van ridder van het Legioen van Eer, hem respektivelijk door hunne majesteiten den keizer van Rusland en den keizer der franschen geschonken. leger. Overgeplaatst in rang en ancienneteit bij het wapen der infanterie van het leger in Oost-Indië de 2e luitenant van het 7e regement infanterie A. W. Constant. Kerknieuws. Beroepen tot predikant bij de christelijk afgescheidene gemeente te Waardhuizen, de heer P. Diermanse, te Vlissingen. Bij den kerkeraad van Zegveld is berigt ontvangen dat zijn beroepen leeraar dr. C. J. Calkoen door Z. M. den koning van Pruissen is benoemd tot hoogleeraar in de godgeleerdheid aan de hoogeschool te Berlijn. De heer C. Schwartz, predikant bij de vrije schot- sche zendingskerk te Amsterdam, heeft het onlangs op hem uitgebragt beroep naar Londen aangenomen. Marine en leger. De état-major van Zr. Ms. schroefstoomschip 2e klasse Citadel van Antwerpen, kommandant de kapitein luite nant ter zee G. P. J. Mossel, dingsdag ter reede vanVlis- siegen geankerd, is, behalve den kommandant, zamenge- steld als volgtluitenant ter zee 2e klasse J. C. H. Beeloo, le officier; luitenants ter zee 2e klasse J. Loots, jhr. W. van Hogendorp, J. G. J. Spanjaard, D. G. Brand, N. A. de Vries, H. J. R. Sutherland, R. T. du Cloux; officier van gezondheid 2e klasse A. Petersofficier van admini stratie 2e klasse A. L. Thierensscheepsklerk D. A. van der Laan. Zr. Ms. schroefstoomschip 2e klasse Citadel van Antwerpen is gisteren van de reede van Vlissingen daar in het dok gehaald. In het laatst dezer maand zal dit schip waarschijnlijk buiten dienst worden gesteld. In ons nommer van woensdag 27julij hebben wij berigt dat de onlangs nieuw gebouwde gepantserde kanonneerboot weder averij bekomen had en te Helle- voetsluis was binnengeloopen. Dit berigt is door het Handelsblad overgenomen, echter zonder de bron te noemen. Thans wordt in dat zelfde blad dat berigt tegen gesproken, er bijvoegende, dat genoemde kanonneerboot te Hel Je voorsluis in goeden staat op de reede ligt. Wij rekenen ons dus verpligt, hierop terug te komen. Bedoelde kanonneerboot was op reis van Vlissingen naar hier, en nadat zij des avonds bij donker weder met een ligchaam in aanraking was geweest, hetwelk aan boord algemeen voor eene boei werd gehouden, liep men te Hellevoetsluis binnen en werd de reis naar hier gestaakt. Wij vragen nu, wanneer er van geene averij sprake mag zijn, waarom dan toch heeft de gepantserde kanon neerboot hare reis niet vervolgd, waarom blijft zij thans te Hellevoetsluis liggen'? De reden zal toch niet zijn dat die nederlandsche monitor, dit proefstuk van hollandsche konstruktie, totaal ongeschikt is om zee te bouwen? Dat kan en mag men toch niet veronderstellen, te meer daar men verwachten kan dat bij de bouwing in toepassing zijn gebragfc alle verbeteringen die de praktijk van andere natiën aan de hand geeft, niet alleen, maar ook die welke de nederlandsche theorie weet voort te brengen. De reden waarom het ons hier nog niet is vergund om j Neêrlands wonder te aanschouwen, ligt dus nog in bet j duister. Wij hopen nu maar dat het Handelsblad ook spoedig het dezer dagen in bet Dagblad van 's Hage j voorkomende berigt zal tegensprekendat bedoelde kannonneerboot buiten dienst zal worden gesteld, maar j dan op goede gronden. (N. cour. v. d. Helder De luitenants ter zee 2e klasse jhr. A. F. Meijer, F. J. Stokhuysen en F. J. Beekman, en de officier van ad ministratie 3e klasse J. C. de Vriese, allen dienende op Zr. Ms. schroefstoomschip De Dommel, beuevens de officier van gezondheid 2e klasse E. J. Muller, dienende op het wachtschip te Vlissingen, worden met den 11 dezer over geplaatst op Zr. Ms. schroefstoomschip Coehoorn, laatst- j genoemde met intrekking zijner overplaatsing op het schroefstoomschip De Dommel; terwijl de officier van gezondheid 3e klasse F. J. C. Broers, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en met partiku- liere scheepsgelegenheid den 25 julij jl. in Nederland

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1