MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Donderdag
1864.
4 Augustus.
Editie van woensdag avond 4 ure.
ADVERTENTIE.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van GOES
■verwittigen bij deze de belanghebbenden
dat de gewone J AARMARKT binnen deze gemeente
zal worden ingeluid op Zaturdag den 20 Augustus en
beginnen op Dingsdag den 23 daaraanvolgende en eindi
gen op Dingsdag den 6 September daarna;
dat op dezelve geen kwakzalvers, boroskooptrekkers
en dergelijke toegelaten, en alle draaibordendobbel
spelen, rijfelaars en bedelaars geweerd zullen worden;
dat de aanvragen om plaatsen, vóór den hierboven
bedoelden aanvang der jaarmarkt, vrachtvrij en met
opgave der benoodigde breedte in de nederlansche elle-
maatzullen moeten geschieden aan de marktmeesters
aan welke een ieder, alvorens te kunnen worden toege
laten, deszelts patent zal moeten vertoonen.
Voorts dat er geene nadagen zullen worden toegestaan.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 23 Julij 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris
H. C. PILAAR.
CHimenUmïx
Middelburg 3 augustus.
LI. vrijdag werd in het koncertgebouw alhier door de
kommissie Loon voor Werk, bij monde van haren voor
zitter den heer A. M. Cramer, verslag uitgebragt over het
afgeloopen 26ste dienstjaar. De spreker begon, na eene
korte berinnering aan het meer algemeen overzigt des
vorigen jaars, met het bestaan van zulke inrigtingen te
vergelijken met den loop van een gewoon menschenleven,
dat, wat het met der tijd aan bewegelijkheid en vuur
moge verliezen, van een anderen kant aan ervaring en
wezenlijke kracht (tot op zekere hoogte) moet winnen.
Echter ging die vergelijking in zooverre niet door, dat
zulke inrigtingen, indien zij anders grond voor haar be
staan en leven hebben, telkens met versche krachten
versterkt worden. Zoo had ook nu de kommissie in de
heeren G. Knoll en P. A. Tak twee nieuwe leden aange
wonnen, terwijl de heeren C. Hisser en J. F. Fak Brouwer
uitgetreden waren, onder dankzegging voor hunne ijve
rige medewerking gedurende vijf en twintig jaren.
De som der gewone bijdragen was ƒ3470; tegenover
de vermeerdering ten vorigen jare was zij dus ditmaal
ƒ130 minder (ƒ90 aan inteekeningen, 40 van de verlo
ting van vrouwelijke handwerken). Dit gevoelig verlies
was nu wel dit jaar grootendeels vergoed door een legaat
van mevr. Waller geb. van Citters, groot 100, maar het
was toch, vooral met het oog op het vervolg, naar spre
kers oordcel een droevig verschijnsel, en hij moest dan
ook alle belangstellenden krachtig opwekken, om door
nieuwe of verhoogde bijdragen die verliezen te helpen
"vergoeden.Overigens kwam ook dit jaar weêr in, onder
•de letters H. en P. de gewone zeer gewaardeerde gift van
ƒ500, ditmaal bepaaldelijk tot verbetering van de buiten-
•singels der stad (waaraan gevolg gegeven is tusschen de
"Vlissingsche en Langevijle poorten). Uit den opbrengst
der verloting werd de belangrijke som van ƒ438,37 ont
vangen. In 't geheel werd voor den arbeid aan de
bolwerken en de buitensingels besteed eene som van
-ƒ1187,77, waaronder 55 daarvoor bepaaldelijk inge-
teekend.
In de werkplaats werden de gewone vakken van tirn-
merwinkel, spijkermakerij en touwslagerij uitgeoefend:
onderscheidene onderzoekingen en pogingen tot uitbrci-
diug der werkzaamheden hadden zonder gevolg moeten
blijven. De timmerwinkel werkte, hoewel op kleine
schaal, zeer voorcleelig, door bestellingen voor de marine
te Ylissingen en van een belangstellend ingezeten alhier.
De uitkomsten der spijkermakerij waren ongunstig, door
gebrek aan winstgevend werk, ondanks alle aangewende
moeite; die der touwpluizerij gunstiger, vooral door de
boogere prijzen van het kalefaatwerk.
In 't geheel werd aan grondstof verbruikt voor ƒ2340,
en daaruit gefabriceerd eene waarde van 3740, die ook
grootendeels reeds te gelde gemaakt was. Van die over
winst moest echter nog een gedeelte voor allerlei onkos
ten afgetrokken worden. Intusschen is het batig slot der
kommissie niet onbelangrijk verbeterd, en is ƒ370 meer
aan werkloon uitbetaald dan aan gezamenlijke bijdragen
ontvangen, namelijk in 't geheel ƒ3940. In de werkplaats
werkten doorgaans ruim 40 man, benevens 3 jongens.
Hunne verdienste was zeer uiteenloopend, daar zij zoo
veel mogelijk op tarief werkengemiddeld was zij ƒ4 A
4,50 's weeks. Touw werd geplozen in omtrent 100
huisgezinnen, die daarmede gemiddeld 60 cent 's weeks
verdienden; enkelden echter tfiéer. Aan het bolwerk
werkten, voor korter of langer tijd, in 't geheel 152
man, die daags 60 cent verdienden en dat ook eiken dag
uitbetaald kregen. (De 30 eerstgeplaatsten hadden te
zamen 133 kinderen beneden de 15 jaren, want oude
ren worden niet in aanmerking genomen.) De werk
tijd was dit jaar kort, omstreeks 12 weken, zoowel
wegens gebrek aan fondsen en aan werk, als ook
omdat wegens de betrekkelijke goedkoopheid der eerste
levensbehoeften de nood niet zoo dringend scheen. De
werklieden verdienden over 't algemeen den lof van ge-
geschiktheid, en ook, behalve sommigen aan de bolwerken,
van naarstigheid.
De kommissie heeft dus, volgens sprekers opmerking,
wel niet op zoo uitgebreide schaal gewerkt als voor 10
of 20 jaren, ofschoon eene buitengewone verschaffing van
ruim ƒ300 werkloon 's weeks gedurende den winter toch
nog altijd in onze gemeente belangrijk ismaar men
moet ook wel in 't oog houden, dat eene krachtige werk
zaamheid van weldadige inrigtingen alleen in zooverre
nuttig en verblijdend is, als er werkelijk behoefte aan
bestaat. Anders moeten zij veeleer op inkrimping be
dacht zijn, omdat de behoeftigen ligt te veel op den
onderstand steunen. Ten betooge dat echter Loon voor
werk ook in den afgeloopen winter een zeer groot en
weldadig nut gesticht had, wees spreker een paar voor
beelden aan. Hij eindigde zijn verslag met hartelijke
dankzegging aan allen, die door hunne milde bijdragen
of op velerlei andere wijze de inrigting welwillend on
dersteund hadden, met name ook aan het bestuur dezer
.gemeente.
De burgemeester, ter vergadering tegenwoordig, gaf
de kommissie de verzekering van de voortdurende be
langstelling, goedkeuring en medewerking desbestuurs,
en moedigde liaar alzoo aan om op den ingeslagen weg
voort te gaan.
den heer Ch. de Meulemeester, met de meeste punten
de tweede door den heer L. de Lange, met de meeste
rozen; en de derde door den heer P. M. Verboom, met de
meeste drieën.
Omtrent de kinderziekte in de gemeente Goes verne
men wij nader het volgende
„Sedert ons vorig ,berigt van den 16 julij 11. zijn er
bijgekomen 13 lijders waarvan 4 wel en 9 niet gevakci-
neerdoverleden geen.
„Erzijn dustot en met 31 julij aangetast 399 personen;
daarvan zijn 298 niet en 101 wel gevakcineerd. Hersteld
zijn 367 lijders en blijven nog onder behandeling 10 per
sonen in 6 huisgezinnen. Goessche cour.)
Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier is
ontvangen en ligt voor belanghebbenden ter inzage eeu
exemplaar eener opgave betrekkelijk den handel en de
scheepvaart van Groot-Brittanje, gedurende de maand
en de vijf maanden, geëindigd op den 31 mei jl.
De Koninklijke handboogschutterij Jacoba van Bcije-
ren, te Goes, heeft jl. vrijdag haar löjarig bestaan her
dacht met een konkoers, waaraan behalve de Jacoba van
Beijeren deel namen de volgende gilden: Willem Teil en
De arend, beide uit Goes; De drie koornbloemkens, uit
KruiningenSorauus, van IleinkenszandSt. Sebastiaan,
uit 's Heerenhoek; Non semper, uit Tholen; Debatavie-
ren, uit Lepelstraat (N. Braband), en Eensgezindheid,
uit Middelburg. Iedere schutter mogt 20 schoten doen.
Medaljes werden behaald door De batavieren, en nog
afzonderlijk door haar lid den heer Elling, voor het schie
ten van de meeste puntenNon semper, voor het daarop
volgende grootste getal punten, en den heer van Hoven,
lid der Eensgezindheid, voor de meeste rozen.
De optogten, welke met de banieren door de gemeente,
gehouden werden, werden begeleid door de muziek der
Jacoba van Beijeren en het harmoniegezelschap Apollo
uit Neuzen.
Bij het konkoers werden nog drie medaljes uitgeloofd
door de heeren Anemaet, Koen en den hoofdman der
Eensgezindheid, waarnaar zondag een wedstrijd gehou
den is. De uitslag was dat de eerste werd behaald door
*Uit Zierikzee schrijft men ons van 30 dezer
„Gaf ik u in de vorige week een verslag van den stand
der veldgewassen in Schouwen, thans zie ik mij in staat
gesteld u daarvan een berigt, wat de gewassen in Dui-
veland betreft, toe te zenden.
„De tarwe beloofde een middelmatig beschot, doch
zoo wel zware honingdaauw als vele maden, die den kor
rel verteren en den halm vóór den tijd doen sterven, heb
ben die hoop teleurgesteld. Men begroot de opbreugst
nu slechts op 18 a 20 bunders.
„De rogge vertoonde zich in het voorjaar in gezonden
toestand. Zij ondervond geen stoornissen in haren groei,
zoo dat zij zoo wel in stroo als in graan een goeden op
brengst belooft.
„De wintergerst, ofschoon nog al van de vorst geleden
hebbende, heeft zich later daarvan hersteld, zoo dat men
hare opbrengst nu ramen kan op 30 a 36 mud per bunder.
„De zomergerst was voorspoedig in groei en belooft
eene gelijke opbrengst als de wintergerst.
„De haver belooft eene middelmatige opbrengst. Indien
de droogte van het voorjaar en den voorzomer zijn
groei niet belemmerd hadden, zou de oogst van dit gewas
rijk zijn geweest.
„Het vlas, hetwelk ten vorigen jare zulk een aanzien
lijken oogst opleverde, zal dit jaar veel minder opbrengen.
De stand is algemeen te dun. Op sommige plaatsen ver
toonde zich nog al brand, terwijl ook de zaadzetting
minderwas dan het vorige jaar.
„Het koolzaad staat ongunstig. Men kan de opbrengst
niet hooger ramen dan 20 a 25 mud per bunder.
„De paardenbooner. beloven meer, dan men aanvan
kelijk had kunnen denken, daar zij veel van de AToor-
jaarsdroogte te lijden hadden. Meu meent de opbrengst
op 20 mud per bunder te mogen berekenen.
„De erwten hebben van het felle drooge weder en de
luis veel geleden, zoo dat het beschot niet hooger dan
20 A, 25 mud per bunder zal zijn.
„De aardappelen, welker groei zoo voorspoedig was,
hebben door de hitte der laatste dagen veel geleden.
Dit heeft eene bevangenheid en de bekende ziekte weder
doen ontstaan, zoo dat de opbrengst slechts op 140 a 150
mud per bunder wordt geraamd.
„De opbrengst der graslanden was vooral van de hoog
gelegene aller ongunstigst, van de lagergelegene over
het algemeen tamelijk.
„Ook de opbrengst van de klaverlanden is gering.
„De wortelgewassen houden zich goed.
„De meekrap had een ongunstigen winter, zoo dat de
oude meede sterk op den hals is gegroeid en de op
brengst een sterk kontrast met die van het vorige jaar
zal maken. De jonge plant verlangt naar regen."
Uit Harlingen schrijft men ons van 27 dezer
„De tentoonstelling voor landbouw en veeteelt, hier
onlangs gehouden, lokte velen herwaarts, maar nog veel
grootcr was dezer dagen het getal bezoekers der nijver
heids-tentoonstelling, te Leeuwarden gedurende de ker
mis geopend. Geen wonder, want dit trok meer aller
belangstelling.
„Anderen hebben reeds in onderscheiden dagbladen
verslag gegeven omtreut deze laatste tentoonstelling,
waarom wij er vau meenen te mogen zwijgen. Eene
j enkele zaak echter heeft daar inzonderheid onze belang-