onmiddellijk als dienstboden bij de officieren in dienst zijn getreden. In een der regementen is dit het geval bij 17 officieren. Bij een der generaals had zulk een vrouwe lijke militair eenigen tijd als schrijver gefungeerd, toen men tot de ontdekking kwam dat de knappe admini stratie-klerk Mary Jane G.heette, afkomstig uit Trenton, alwaar hare ouders tot de welgestelde ingezetenen be hoorden. Door clen lagen waterstand is de scheepvaart op de Maas grootendeels gestremd. Volgens berigt uit Maas tricht zou den 31 julij het Zuid-Willemskanaal voor den tijd van 70 dagen worden gesloten, waardoor de scheep vaart tusschen Maastricht en 's Hertogenbosch gedu rende dien tijd gestremd is. Bij het onlangs op de Saone plaats gehad hebbende ongeluk werd cene dame uit Lyon gered. Uit dankbaar heid heeft zij haren redder een jaarlij ksch inkomen van 1500 franks verzekerd. Uit Boskoop meldt men het volgende: Gedurende het koude en vochtige weder van junij bestond er veel kans, dat de aardbeziën spoedig zouden gedaan hebben, doch sedert de warme dagen van deze maand is het met de verzending dier vrucht goed gegaan. Nog een kleine veertien dagen zullen er aardbeziën worden verzonden en dan is het afgeloopen. Er hebben drie schuiten geva ren; verleden jaar vijf, doch toen was de overvloed van aardbeziën bijna zonder voorbeeld. De opbrengst blijft dit jaar beneden de helft van het vorige. Thans heeft men een goeden pluk frambozen, waarvan het vervoer plaats heeft. Een dagblad van Napels berigt de volgende bijzon derheden, door een der gevangen gemaakten van de bende van Grescenzio Manfra medegedeeld, aangaande een hond dier roovers: „Dank aan de waakzaamheid van dien hond, kunnen de roovers altijd gerust slapen, zonder het uitzetten van schildwachten noodig te hebben, omdat het dier altijd de plaatsen rondwandelt waar de bende rust, en bij het minste gerucht van buiten den aanvoerder komt wekken. Als de roovers zich in bewe ging willen stellen, doorsnuffelt de hond de grebhen, boschjes en hoogten, en waarschuwt altijd door zijn geblaf de hem volgende bende, zoodra hij gewapende manschappen in de verte ziet naderen. Men begrijpt dus ligtelijk dat het. met zulk een wachter, niet gemakkelijk vallen zal de bende van Manfra te verrassen, die ove rigens, volgens het verhaal van dien zelfden gevangene, niet meer dan vijf zwaar gewapende personen sterk zou zijn. In liet Théatre du gymnase, te Parijs, wordt thans opgevoerd een stuk van de heeren Vietoriën Sardou en Paul Dalioz, getiteld Don Quichotte. Het bestaat uit drie bedrijven of twaalf tafereelen. Onder anderen verandert de windmolen, dien Don Quichotte voor een reus aanziet en met zijne lans bestrijdt, werkelijk in een reus. De grot der wonderen, in welke de heldhaftige ridder eene reusachtige spin doodt, is ook een zeer schoon tafereel. Die spin namelijk verandert eerst in eene afzigtelijke hydra en daarna in een twaalftal aller schoonste spaan- sclie danseuses. Het stuk moet zeer veel opgang maken. Een der te Berlijn verschijnende dagbladen, deelt het volgende mede omtrent eene nieuwe soort van kik- vorscli, welke sedert korten tijd te Parijs in den akklima- tatietuin zich bevindt. Uitgestrekt zijnde, heeft deze 1 kikvorsch van den snuit tot aan het einde der achter- pooten eene lengte van 4 palmeen volwassen individu dezer diersoort heeft een gewigt van 7 oneen. De kik vorsch (rana mngiens) Bullfrog geheeten, behoort te huis in de Zuidelijke en Midden-Staten van Noord-Amerika. Zijn vleesch is zeer blank en smakelijk. Een te Nelson, op Nieuw-Zeeland, verschijnend blad deelt het volgende mede: Het bevestigt zich in allen deele, dat op ongeveer 35 engelsche mijlen van Nelson eene aan goud buitengewoon rijke streek is ontdekt. Nelson, Picton en Blenheim zijn bijna geheel verlaten en alle goudgravers zijn naar Wakamarina getrokken, waar ieder man wekelijks 18 oneen goud verzamelt. Zes per sonen vonden in eene week meer dan 150 oneen, en drie maories op een ochtend 36 oneen. Naar men verzekert heeft zeker gezelschap in een half "uur tijds 5 pond goud gevonden, twee goudgravers oogstten in nog geen twee uren 15 pond. Zij hadden een aan den oever der rivier staanden boom geveld en bij het uitgraven der wortels hadden zij dit goud gevonden. Hoewel wij nu en dan reeds medegedeeld hebben welke voorzigtigheidsmaatregelen men nemen moet bij het branden van petroleum, willen wij ook het volgende stuk onzen lezers niet onthouden. Het is afkomstig van de gezondheidskommissie van het departement der Seine en door den prefekt van polieie in dat departement aller- wege verspreid. Het luidt in zijn geheel aldus: „Daar het gebruik van petroleum met gevaar verge zeld gaat, is het van veel belang om aan het publiek mede te deelen door welke voorzorgsmaatregelen men dit kan vermijden. „Behoorlijk gezuiverde petroleum is bijna kleurloos. De kan moet niet minder dan 800 wigtjes wegen. Zij vat niet onmiddellijk vlam bij de aanraking van een brandend ligchaam. „Om deze laatste eigenaardigheid te konstateren, schenkt men petroleum op een bord en raakt de opper vlakte van het te beproeven vocht aan met een bran denden lucifer; bevat nu de petroleum geene kleine ligt ontvlambare olie-deelen meer, dan ontvlamt het vocht niet en men kan zelfs den brandenden lucifer daarin werpen, welke uitdooft na nog somtijds eenige oogen- blikken te hebben gebrand. „Elke minerale olie, tot verlichting dienende, welke deze proef niet kan doorstaan, moet worden afgekeurd, daar deze bij gebruik ernstige gevaren kan opleveren. „De petroleum blijft echter zelfs al bevat zij geene zoogenaamde naphta-deelen meer, waardoor bet de eigen schap bezit om te bmncten bij de aanraking eener vlam een der meest brandbare stoffen, die men kent; indien zij uit vlas, leatoen of wol geweven goed doortrokken heeft wordt hare ontvlambaarheid grooter, zoo dat dan ook het opslaan in magazijnen en de verkoop van petro leum groote voorzigtigheid vereischt. „De petroleum moet bewaard of vervoerd worden in bakken of in metalen vaten. De pakhuizen moeten ver licht worden door lampen, welke aan de buitenzijde ge plaatst zijn of door zoogenaamde veiligheidslantaarns. „Lampen. De tot het branden van petroleum of elke andere minerale olie bestemde lamp, moet zonder ope ning of barst zijn, waardoor eene direkte gemeenschap kan ontstaan met de plaats, alwaar het kousje brandt. De lamp moet voorts meer olie bevatten dan men voor den tijd gedurende welken zij branden moet, meent noodig te hebben, opdat de voorraad petroleum niet geheel opbrandt. „De olie-reservoirs der lampen, welke van doorzigtige stof vervaardigd zij n, zoo als glas of porcelein, moeten het verkiesselijkste geacht worden, omdat men dan kan zien hoeveel olie zij bevatten. „De wanden der olie-reservoirs moeten dik zijn en het mondstuk moet niet alleen goed sluiten, maar met mastik zijn vastgehecht, waardoor de olie niet kan dringen. „De voet der lampen moet zwaar en groot genoeg zijn om het omvallen zooveel mogelijk te beletten. „Gebruik der petroleum'in lampen.Alvorens C„e lamp aan te steken, jnoqt mpn haar geheel vullen en goed sluiten. „Indien de olie bijna opgebrand is, moet men de lamp uitdraaijen en koud laten worden, alvorens haar te ope nen om op nieuw te vullen. Wil men olie in de lamp doen vóór deze genoegzaam koud is geworden, dan houde men het licht, waarbij men dit verrigt, vooral ver van de lamp verwijderd. „Springt het glas eener lamp, dan moet men de lamp onmiddellijk uitdraaijen, om te. verhoeden dat de daaraan aanwezige metalen versierselen te sterk verhit worden. Daardoor toch verdampt de in het reservoir aanwezige oliedeze damp nu kan ontvlammen en eene ontploffing te weeg brengen, waardoor de lamp uiteen- springt en het zeer ligt ontvlambare of dikwijls reeds brandende vocht naar alle zijden heen vloeit. Zand, aarde, asch en steentjes zijn meer geschikt dan water om ont vlamde minerale oliën uit te blusschen." USmj-g-eriiJIce stamnfi. Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging den 24 dezer: II. Sasburg,jm. 43 j. met M. S. W. A. Hirschmann, jd. 36 j. H. L. C. Boitquin, jm. 36 j. met H. C. J. Haak, jd. 21 j. J. van Doorn, jm. 35 j. met H. Bartelsen, jd. 41 j. A. Ramak, jm. 36 j. met M. E. Masson, jd. 26 j. (Van 16 tot 23 julij.) Vlissingen. Bevallen: M. van den Berge, geb. Box man, z. H. E. Terwoert, geb. Romijn, d. Overleden: C. A. Monnier, wed. van J. Kamermans, 70 j. J. van Hoeve, man van J. Hartog, 51 j. Goes. BevallenK.Nonnekes,geb. Breker,d. J. Snoep, geb. van Loo, z. Overleden: D. Nonnekes, wed. van M. van Waarde, 65 j. P. Thielings, 60 j. L. Mol, d. bijna 3 j. C. J. Fulc- ken, d. 7 j. J. P. Nortier, jd. 214- j- (te 's Gravenpolder den 18 julij.) Zierikzee. Bevallen: P. Martens, geb. van Westen, d. J. Wiener, geb. Frenk, z. J. Waale, geb. de Looze, d. M. M. van Wanrooj', geb. Rosiers, d. E. van Zaaien, geb. van der Jagt, d. J. M. Septer, geb. Koopman, d. T. M. Koole, geb. Bal, z. Overleden: C. van der Weijde, man van J. de Kruijf, 64 j. N. M. Augustijn, z. 5 j. M. M. Rosiers, vrouw van D. van Wanrooy, 42 j. J. Keieman, man van J. Hage, 75 j. G. J. Zegers, z. 2 ra. meteorologische waarnemingen, gedaan op 's rijks werf te Ylissingen, des middags 2 ure. Julij 1864. Wind. c 3 i p Rigting. 14 1° J" S gü III ij .O l cè" 3 P§ Aanmerkingen. 17 No.t.O. 18 ,N. NO. 19, No t.N. 20 iN West. 21 (Nw.t.W 221 W.NW. 231 Nw.t.W 1 3 3 8 3 765.8 764.2 765 2 764.4 761.0 076.9 763.4 21.0 15.5 17 4 19.3 20.2 19.8 19.6 0.71 ,12.80 0.83 i 11.02 0.75 111.32 0.77 12 69 0.74 112.83 0.67 11-24 0.76 11.78 0.0 0.0 1.0 0.0 0.0 0.1 0.0 ligt bewolkt, bewolkt en regen, ligt bewolkt, bewolkt betrokk. helder heijig. ligt bewolkt heijig. ligt bewolkt. Thermometerstanrt. 25 julij 's av. 11 u. 61 gr. 26 's morg. 7 u. 63 's midd. 1 u. 68 gr. 's av. 11 u.5 9 gr. 27 's morg. 7 u. 61 's midd. 1 u. 74 gr. öuitenlanD. Alg emeen overzigt. De onderhandelingen te Weenen tusschen Denemar ken en de beide duitsche mogendheden zijn eergisteren aangevangen. In hoofdzaak schijnen beide partijen reeds tot eene schikking te zijn gekomen, waarbij de deensche regering in den afstand der hertogdommen zou hebben toegestemd. Slechts bet bezit van Alsen, de spoedige ontruiming van Jutland en het betalen dei- oorlogskosten schijnen nog punten van verschil uit te maken. Mogt men hieromtrent vóór zondag nog niet zijn overeengekomen, dan zal waarschijnlijk de wapenschor sing met eenige dagen verlengd worden, of misschien toch reeds dadelijk in een wapenstilstand overgaan. Betoonden de geallieerde mogendheden zich hiertoe niet geneigd, dan zou men niet mogen verwachten dat het kabinet te Koppenhage op nieuw den oorlog zou willen hervatten, waaruit slechts nieuwe nadeelen voor Denemarken zouden voortvloeijen. Is de kwestie tusschen Denemarken en de twee duitsche mogendheden opgelost, heeft de heer von Bis marck zoo veel mogelijk de demokratische en liberale [..beginselen, welke volgens getuigenis van Denemavken's vorigen koning de natie rijp maakte voor republikeinsche staatsinstellingen, van duitschen bodem noordwaarts teruggedrongen, dan verkrijgt het groote vraagstuk weder eene andere gedaante. Dan rijst de vraag wat men nu zal aanvangen met de aan de deensche kroon ont rukte hertogdommen en hier verandert het beraadsla gend personeel. Niet alleen Oostenrijk en Pruissen zullen willekeurig omtrent de toekomst van den nieuwen lap in den veelkleuvigen duitschen bondsnvantel te beslissen hebben. De duitsche bond en de fransche regering zullen aan de beraadslagingen daarover wel deelnemen en keizer Napoleon zal niet nalaten om daarvan zooveel mogelijk partij te trekken om weder een stap verder te doen op den weg naar de verwezenlijking van het een of ander zijner staatkundige plannen. Moge nu daaruit niet dadelijk volgen dat de fransche regering oorlog zuchtige voornemens bezit, onvoorwaardelijk hechten wij toch geen geloof aan een aan keizerin Eugenie toe gedicht gezegde: Aan ieder bestuur zijne taak. Wij heb ben gedaan hetgeen Frankrijk kon verwachten; Napo leon IY zal het overige doen. De te Rendsburg voorgevallene ongeregeldheden, welke op zich zeiven in bondsvestingen, alwaar het garnizoen uit kontingenten van verschillende bondsstaten bestaat, geenszins zeldzaam zijn, hebben op de duitsche bonds vergadering als opwekkend middel gewerkt. Men is te Frankfort weder voor eenige oogenblikken ontwaakt uit den staat van verdooving en sluimering om zich weder eens te verbazen over de onbeschaamdheid van den pruissisclien minister. Wij hebben gemeld dat de bevel hebber over het bondsleger saksers en hanoveranen, de saksische generaal Hake, op last der bondsverga dering onder protest tegen het binnenrukken van 6000 pruissen te Rendsburg, was terug getrokken. Dit worclt door de Dresdener Zeitung slechts in zooverre bevestigd, dat namelijk de bonding van den generaal Ilake door de bondsvergadering zou zijn goedgekeurd. De saksische regering heeft echter, volgens de Oester - reichische Zeitung, geenszins ingestemd met deze goed keuring der bondsvergadering en van hare ontevreden heid over de houding van den generaal blijk gegeven door liem te ontzetten van zijn opperbevelhebberschap en door een ander hoofdofficier te doen vervangen. Over deze handelwijze der regering te Dresden hebben in de zitting der bondsvergadering zeer heftige debatten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2