hebben tot die verbetering bijgedragen; aan den eenen kant hebben verscheidene arbeiders van katoenfabrieken ander werk gevonden en aan den anderen neemt de aanvoer van ruwe katoen in Engeland toe. Men denkt dit jaar ruim 2.700.000 balen uit verschillende landen te ontvangen, dat is cirka 700.000 balen minder dan voor het ontstaan van den oorlog in de Yereenigde Staten. Ten einde de belangen van den landbouwenden stand in Polen te bevorderen, heeft de keizer bepaald, dat overal waar gebrek is aan handen tot het verrigten van den veldarbeid, militairen tot dat doel door de grond eigenaars of bruikers kunnen aangevraagd worden. Te Assen is door de rijkspolitie gevankelijk binnen- gebragt G. Z., oud 22 jaren, wonende te Dwingelo, be schuldigd van een kind, waarvan zij buiten echt heimelijk was bevallen, levend in een kuil, dien zij te voren had gedolven, te hebben begraven, zoo dat het daar door verstikking is gestorven. De capucijner monnik Max Tarejwa, een der voor naamste hoofden der poolsche revolutie, die door de militaire autoriteiten reeds sedert langen tijd gezocht en eindelijk in een klooster te Lend gevonden en voor eeue militaire regtbank teregt gesteld werd, is door deze tot de straf des doods door ophanging veroordeeld. Het klooster waarin hij gevonden werd, is verbeurd verklaard en de prior verbannen. Het getal lokomotieven in Engeland bedroeg in 1860 niet minder dan 5801; in 1861 steeg dit tot 6166, en in 1862 tot 6398. Den gemiddelden duurtijd van een lokomotief op twintig jaar stellende, zijn er jaarlijks 500 nieuwe machines in plaats der versletenc noodig, enkel én alleen om de steeds voorhanden zijnde op het ver- eischte getal te houden. Daarbij komt natuurlijk nog het aantal van die, welke jaarlijks meer moeten worden bij gemaakt en die naar het buitenland worden verzonden. De prijs van eene lokomotief in Engeland bedraagt 1200 a 1400 p. st., hetwelk alzoo een bedrag per jaar uitmaakt van 625.000 p. st. Men berekent het getal van machinis ten en stokers op 12.000 tot 13.000 man. Er kan dus veilig ondersteld worden, dat ongeveer 60.000 men- schen alleen van deze zaak leven. Eergisteren namiddag ten 2 ure werd te Amster dam op 'srijks werf, in tegenwoordigheid van de ambte naren en werklieden en van het état-major van Zr. Ms. wachtschip, de kiel gelegd van een schroeffregat, dat den naam heeft gekregen van van Galen. Het zal 20 zware stukken geschut voeren en eene machine ontvangen van 600 paardekraehfc. De schout-bij-nacht Fabins, direkteur enkommandant der marine, hield na het aanspijkeren van het naambordje, eene toepasselijke aanspraak, waarin hij wees op de belangrijkheid, die gelegen was in het leg gen van de kiel van een groot fregat; iets wat in de laatste jaren niet was gebeurd, en welk schip de eerste- i ling zal zijn van een nieuw type, dat de glorierijke be stemming heeft om de nederlandsche marine weder met eere buitenlands te kunnen doen optreden. Hij bedankte den hoofd-ingenieur Jansen voor diens zorg tot heden aan het schip besteed, en uitte de hoop, dat het hem, hoofd-ingenieur, vergund mogt zijn het geheel en al af te bouwen. Hij verklaarde verder, ook geenszins te twij felen, of de werklieden die er nu aan arbeiden, zoo wel als de officieren en manschap die er later op zullen die nen zullen zich in alle opzigten den naam van hun schip, als zijnde die van een van Neêrlandsgrootste zeehelden, waardig maken. De hoofd-ingenieur Jansen bedankte daarop in korte bewoordingen den schout-bij-nacht voor zijne hcusche toespraak, en verklaarde uit naam van de werklieden, dat zij het zeer op prijs stelden, dat het goe- vernement het grootste schip, tot nu toe op een van 'srijks werven gebouwd, te Amsterdam had doen op sta pel zetten, waardoor zij in staat werden gesteld het dagelij ksch brood voor vrouw en kinderen te verdienen, en dat de schout-bij-nacht verzekerd kon zijn, zoo wel over hun werk over hun gedrag alle reden van tevre denheid te zullen hebben. Met een driewerf hoerahLeve de koning! werd de plegtigheid besloten. Een maand ongeveer geleden overleed te Brest een man, die omstreeks 60.000 franks naliet. Hij had slechts een erfgenaam, een eenvoudig bediende, zijn neef, die niets bezat, daar hij gewoon was des zondags de gedu rende de week verdiende gelden te verteren. Na het overlijden van zijn oom haastte de jongeling zich om te onderzoeken of er ook een testament aanwezig was, het geen na drie dagen zoekens bleek niet het geval te zijn, zoo dat de erfenis aan hem als wettig erfgenaam ver viel. Hij was daarmede natuurlijk zeer ingenomen, zcide dadelijk zijne betrekking op en gaf zijn voornemen te kennen om Parijs nu eens op zijn gemak te gaan bezien. Een oude dienstbode, die den overledene twintig jaren trouw had gediend en die thans over diens overlijden bedroefd was, troostte hij, cl oor Jiaar een jaargeld van 400 franks rente te beloven. Vervolgens nam hij 5000 fr. mede, welke zijn oom in de lade had laten liggen, en ver trok onmiddellijk naar Parijs. Eenige dagen later vond de oude dienstbode, bij het afrekenen met de waschvrouw, in het linnen-boek een in vieren gevouwen papiertje, waarin zij tot universele erfgename haars meesters werd benoemd als eene belooning harer trouw. Zij zeide niets anders dan: het zou mij wel zeer verwonderd hebben als de brave man mij vergeten had. Bedaard begaf zij zich naar den notaris en legde bij authentieke akte aan den neef haars overleden meesters een jaarlijksche rente van 500 franks toe, terwijl zij de door hem reeds medege nomen 5000 franks hem ten geschenke gaf. L'océan, waaraan dit berigt is ontleend, deelt niet mede hoe de neef zich onder deze lotwisseling gehouden heeft. De regtbank te 's Bosch heeft het onteigenings proces in zake de staat contra de jonkheeren van den Bogaerde beslist. Zij heeft de onteigening der verlangde goederen uitgesproken en de schadeloosstelling bepaald op 17.912,76, dat is157,76 meer dan de staat geboden j heeft, en 2480,16 meer dau waarop de goederen door de deskundigen zijn geschat, met veroordeeling van den staat in de kosten van het geding aan de zijde van de gedaagden, begroot op 404,561-, die aan de zijde des eiscliers worden begroot op ruim 1700. De kroonprinses van Pruissen, dochter van koningin Victoria heeft een viertal schilderijen in olieverw ver vaardigd waarop de belangrijkste episoden van de inne ming van Duppel door de pruissische troepen zijn voor gesteld. De Norddeutsche Zeitung deelt mede dat schilderstukken binnen kort op de doorloopende tentoon stelling te Berlijn ter bezigtiging zullen worden gesteld. De diergaarde van het koninklijk zoologisch genoot schap „Natura artis magistra", te Amsterdam, is weder met een aantal belangrijke voorwerpen verrijkt, waar onder een volwassen bizon-stier van Noord-Amerika en een fraaije Burchell zebra uitmunten. Ook de vogelgale rijen zijn met een groot getal zeldzaamheden aangevuld, en de verzameling van amfibiën en slangen is aanzien lijk vermeerderd. Hierbij mag vooral genoemd worden een levend exemplaar van proteus anguineus, zooge naamde visch-salamander, door den heer J. H. Schroder aan het genootschap geschonken. Den 13 dezer is te Oldeboorn, in Friesland, eene vrouw bevallen van haar dertiende kind, wier man, die zeven kinderen uit een vorig huwelijk heeft, daardoor vader is geworden van zijn twintigste, zijnde allen nog in leven, te weten negen zonen en elf dochters. Ten bewijze der belangrijkheid van de veenexploi- tatie in Drenthe wordt medegdeeld, dat in het afgeloopen jaar 1863 de verbazende hoeveelheid van 17.773,035 tonnen turf is geveend. De turfprijzen waren lager dan in 1862. Volgens de gedane opgaven beloopt het getal der in de veenderijen gebezigde arbeiders 6728, tegen 6871 in 1862. Vele van de laatste cijfers zijn blijkbaar bij raming opgegeven en door enkele gemeenten werd het getal arbeiders niet eens vermeld. In 1863 zijn ont gonnen: 310 bunders tot bouwland, 38 bunders tot groenland en 60 bunders tot boschgrond. De veestapel bestond uit: 31 hengten, 3727 ruinen, 6796 merriën, 1119 veulens, 313 stieren, 436 ossen, 47.930 koeijen, 15.927 kalveren, 9 ezels, 114.727 schapen, 18.366 varkens en 4.482 bokken en geiten. Thermos Bielcrstaiid 22 julij 's av. 11 u. 64 gr. 23 's morg. 7 u. 66 's midd. 1 u. 72 gr. VERSLAG- VAX GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, IUTGEBRAGT IX DE ZOMERVERGADERING VAN 1864. H. Geldmiddelen der gemeenten. De toestand der geldmid delen van de gemeenten geeft geen stof tot bijzondere opmerkingen; ofschoon minder gunstig dan in de laatste jaren, kan die nogtans niet gezegd worden over het algemeen ongunstig te zijn. Tot meer bijzondere kennis van dezen toestand leggen gedeputeerde staten als ge woonlijk twee vcrzamelstaten over, waarvan de eerste een overzigt geeft van de verschillende inkomsten en uitgaven der gemeenten zoo als die voorkomen op de goedgekeurde begrootingen voor 1863 en de andere van de inkomsten en uitgaven volgens de gesloten en vast gestelde rekeningen van het jaar 1862, terwijl het ver schil tusschen de inkomsten en uitgaven volgens deze rekening van die over 1861 in een derde staat is aan gewezen. Volgens eerstgenoemden staat hebben de ontvangsten 1863 /6170,84 minder bedragen dan in 1861, niettegen staande die wegens vroegere diensten ƒ117.361,05 meer hebben bedragen, welke meerdere ontvangsten wegens vroegere diensten zijn veroorzaakt door dat de gemeente Vlissingen voor de dienst van 1862, tot een bedrag van 113.307,35| heeft beschikt over het saldo der rekening van 1861, hetgeen anders, volgens de bestaande voor schriften, eerst op de begrooting voor de dienst van 1863 had behooren te zijn gebragt. De redenen welke aanlei ding hebben gegeven tot een zoo aanzienlijk goed slot der rekening van de gemeente Vlissingen over 1861, is reeds in het verslag over 1862 vermeld. De mindere inkomsten, volgens dien zelfden staat, wegens belastingen op voorwerpen van verbruik den be drage van 17.103,02.j, bepalen zich uitsluitend tot de gemeenten Middelburg, Vlissingen, Zierikzee en Goes; alleen in die van Vlissingen is dit 8885,63}; de reden daarvan moet vermoedelijk worden gezocht, in de om standigheid, dat van sommige voorwerpen, die in 1861 als wintervoorraad waren ingeslagen en waarvan de belasting iu dat jaar was betaald, eene meer dan gewone hoeveelheid voor 1862 is overgebleven; en dat in 1861 bijzondere redenen hebben bestaan, om meer dan gewone hoeveelheden in te slaan, moet daaruit worden afgeleid, dat de belasting op de bedoelde voorwerpen in dat jaar f21.232,34, meer heeft bedragen dan in 1860, waarvan alleen te Vlissingen ruim ƒ15.000. Dat de bijzondere belastingen ƒ7557,92.} minder heb ben bedragen, is een gevolg van de veranderde wijzen van verantwoording der schoolgelden. In eenige ge meenterekeningen over 1861, waren die gelden als bijzondere belastingen verantwoord, hetgeen in 1S62onder de heffingen voor het gebruik of genot van gemeente wegen, werken en inrigtingen heeft plaats gehad, waar door die heffingen over 1862 dan ook/'9583,01 meer hebben bedragen. De meerdere uitgaven in 1862, ten bedrage van ƒ33.152, bepalen zich hoofdzakelijk tot die voor jaarwed den van gemeenteambtenaren en bedienden en schrijf- loonen ten bedrage vanƒ6963,37}, welk bedrag, met uitzondering van eenige geringe sommen, is vereischt geworden voor de verhooging der jaarwedden van onder wijzers; alsmede tot die voor aanleg of vernieuwing ten bedrage van ƒ87.925. Die meerdere uitgaaf bepaalt zich echter maar tot eene gemeente, die van Vlissingen, iu de rekening van welke gemeente ƒ106.569,82 in uitgaaf is gebragt voor de kosten van daarstelling van eene gas fabriek, van welke kosten in de rekening dier gemeente over 1861 reeds eene som van ƒ90.000 was gebragt, doch die, zoo als bij het vorig verslag reeds is gemeld, daarin niet is kunnen worden toegelaten. Dat voor andere uitgaven ƒ20551,94.} en voor onvoor ziene uitgaven ƒ37031,67.} meer is vereischt geworden, is hoofdzakelijk het gevolg van de uitgaven die in 1862 hebben plaats gehad, voor de ontvangst van zijne majes teit den koning, bij hoogstdeszelfs bezoek van dit gewest, waarvoor door 58 gemeenten ruim 47,000 is uitgegeven. Van de 113gemeente-rekeningcnover 1862 zijn 112 vóór het einde van 1863 door ged. staten gesloten en vast gesteld. Met de rekening van de gemeente Vlissingen heeft dit geen plaats kunnen hebben, omdat eenige daarbij overgelegde bewijzen van uitgaaf ter verbetering zijn moeten worden teruggezonden, en de verbeterde stukken niet vóór het einde des jaars waren terug ont vangen. Die rekening is echter den 8 januarij van dit jaar gesloten en vastgesteld. Het onderzoek dier rekeningen heeft, vooral met be trekking tot de daarbij overgelegde bewijsstukken van uitgaaf, nog al tot opmerkingen aanleiding gegeven; van niet minder dan van 54 gemeenten zijn dooi'gedepu teerde staten verbeterde stukken of nadere inlichtingen moeten worden gevraagd. Bij dat onderzoek is ook nog gebleken dat in de ge meente Hoek begrafenisregten werden geheven, zonder dat daarvoor een door den koning goedgekeurd besluit bestond; het bestuur dier gemeente is dien ten gevolge gelast om de heffing dier regten te stakenen het op onwettige wijze gevorderde aan de belanghebbenden terug te geven. Ten gevolge eener aanschrijving van den minister van binnenlandsche zaken, zijn in 1863 aan de algemeene rekenkamer gezonden, de rekeningen over 1862 van de gemeenten Tholen, Oostkapelle, Ellemeet en Grijpskerke, welke rekeningen door die kamer, op grond van art. 59 der wet van den 5 oktober 1841 (Staatsblad no. 40) waren gevraagd. Die rekeningen zijn van de voornoemde kamer terug ontvangen, met eene opmerking in het alge meen, ten aanzien van de verantwoorde inkomsten wegens huur en pacht, veer- en havengeld en verkocht houtgewas en boomen, dat door haar wordt betwijfeld of die inkomsten door de overgelegde bewijsstukken be hoorlijk zijn kunnen worden gejustificeerd, alsmede omtrent de overgelegde bewijsstukken van uitgaaf, en

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2