MIDDELBURGSCHE
C O U R A N T.
N° 110.
Dingsdag
1846.
12 Julii.
Rij deze courant behoort een bijvoegsel,
bevattende
1. Voorloopig verslag der tweede kamer omtrent het
regt van zegel
2. Verslag van het verhandelde inde zittingen der
provinciale staten van jl. vrijdag en zaturdag.
Editie van maandag avond 4 ure.
Middelburg 11 julij.
De stoomboot Stad Middelburg no. 1, die gisteren
morgen ten 6 ure de reis van hiernaar Rotterdam onder
nam, is bij mistig weder aan de punt van den noordbe-
velandschen wal,waar sedert een paar dagen reeds het ont
breken der zwarte boei was waargenomen, aan den grond
geraakt. Het meerendeel der passagiers, ten getale van
vier en dertig, is door de spoorboot van Middelburg, die
anderhalf uur later vertrokken was, aan boord genomen
en voor zoo ver men dit verlangde, niettegenstaande
een halfuur oponthoud, bij tij ds aan het spoorwegsta
tion te Bergen op Zoom gebragt, om onverwijld de reis
naar Rotterdam of elders te vervolgen.
De stoomboot Stad Middelburg no. 1 is omstreeks vijf
ure in den namiddag bij hoogwater vlot geraakt en heeft
toen de reis naar Rotterdam voortgezet, waar zij des
avonds ten 10] ure is aangekomen.
Bij de werkzaamheden aan den vloer van het audi
torium alhier is dezer dagen omstreeks een half el onder
den grond een uit zandsteen gehouwen Christus-kop
gevonden van natuurlijke grootte. Vermoedelijk is deze
kop, die zeer beschadigd is maar nog sporen van fijne
bewerking vertoonteen gedeelte van een crucifix
hetwelk gedurende de beeldstorming vernield werd.
Voor dit overblijfsel is in de verzameling van het
Zeeuwsch genootschap een plaats bestemd.
Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier zijn
ontvangen in liggen voor belanghebbenden ter inzage:
eene opgave van den handel en de scheepvaart van Groot-
Brittanje, over de maand en de vier eerste maanden,
geëindigd den 30 april jl., benevens de statistiek van
den handel en de scheepvaart van het koningrijk der
Nederlanden over april 1864.
Z. ex. de minister van marine is gisteren van Vlis-
singen vertrokken om over Middelburg per spoorboot
zijn reis voort te zetten. Hij zou zich eerst naar Goes en
vervolgens naar Brouwershaven begeven.
De luitenant generaal Stuerwald, inspekteur over
het wapen der artillerie, is gisteren te Vlissingen aange
komen om eene inspektie te houden over het materieel
der artillerie.
De Staatscourant van heden bevat de wet van den
8 junij 1864, tot aanvulling der begrooting van het fonds
voortspruitende uit de koopprijzen der domeinen voor
het dienstjaar 1864.
Door de provinciale staten van Noord-Holland is vrij
dag, in de plaats van den heer J. C. van Wessem, met
41 stemmen tot lid van de eerste kamer der staten gene
raal benoemd de heer rar. H. J. Smit, te Zaandam.
Het gevolg van Z. M. den keizer van Rusland, tijdens
zijn verblijf hier te lande, zal zamengesteld zijn uit het
volgende personeel: Vorst Dolgaroukowl en graaf Adler-
berg II, adjudanten-generaal; kolonel Rijleef, adjudant
des keizers; de hofraad Popoff, sekretaris van het keizer
lijk quartier-généralde staatsraad Karell, geneesheer des
keizers; en een tweede geneesheer, de heer Romant-
schenko, geattacheerd aan den persoon van vorst Dolga-
ronkow; de veldjagers Tschernotf en Reinke, majoors;
Vidder, luitenant en Semenoff, kapitein 2e kiasse; twee
kozakken van het eskorte van Z.M.twee kamerdienaren
en vier bedienden.
Sedert eenige dagen is de verzameling die, als rijks
japans'ch museum von Siebold, te Leiden gedurende de
laatste jaren in eene woning op de Breedstraat voor alge-
meene bezigtiging was opengesteld, overgebragt naar en
als een onderdeel opgenomen in het rijks ethnographisch
museum, in het gebouw op de Hoogewoerd, waarin vroe
ger de landbouwkundige verzameling is bewaard geweest.
Dit gebouw, opzettelijk voor de nieuwe bestemming in-
gerigt,zal weldra, althans wat een gedeelte van het nieuwe
museum betreft, voor het publiek toegankelijk worden
gesteld. Ook de ethnographische verzameling van de
voormalige koninklijke akademie te Delft wordt naar
Leiden overgebragt en in het nieuw gesticht museum
opgenomen.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan J. A. Wal
deck, hoofdkommissaris van policie te Gravenhage, tot
het aannemen en dragen der versierselen der Koninklijke
orde van de kroon 3e klasse, hem door Z. M. den koning
van Pruissen geschonken.
ministeriële departememten. Benoemd tot adjunkt-
kommies hij het departement van binnenlandsche zaken
F. A. Barkhuysen, thans eerste klerk.
marine. Op verzoek eervol uit de zeedienst ontslagen
de luitenant ter zee 2e klasse G. den Berger, thans die
nendein Oost-Indië, met denlaatsteu der maand, waarin
dit besluit ter zijner kennis zal worden gebragt.
regtbkl.tjke magt. Herbenoemd tot plaatsvervangend
kantonregter te Sluis de heer P. F. Hennequin, en te
Oostburg de heer W. C. de Smidt.
Kerknieuws.
Door de klassikale vergadering van Middelburg zijn
herkozentot assessor de heer B. H. Carp, secundus de
heerdr. W. A. Koning; tot scriba de heer J. F. L. Abresch
secundus de heer dr. F. P. J. Sibmacher Zijnen; tot ouder
ling de heer C. H. J. van Benthem Jutting, tot secundus,
in plaats van den heer J. J. A. Baert, gekozende heer
J. J. de Kanter.
Marine en leger.
Naar wij vernemen is het te Nieuwediep liggende
gtoomfregat Zeeland voor de dienst naar Indië afgekeurd
en zal het stoomfregat Adolf hertog van Nassau met
spoed gereed worden gemaakt om in dienst gesteld te
worden. Het schroefstoomschip Leeuwarden zal worden
afgetuigd uithoofde het rondhout voor dat vaartuig te
zwaar wordt geacht.
Ingevolge art. 11 van het reglement voor het konink
lijk instituut voor de marine te Willemsoord, en over
eenkomstig het door de kommissie voor het afnemen van
het examen ingediend proces-verbaal van rangschikking,
zijn door den minister van marine met den eersten sep
tember aanstaande benoemd tot adelborsten 3e klasse bij
voormeld instituut de navolgende jongelingen, in alfa
betische orde gesteld, als: W. A. Cambier, C. J. de Jong,
L. G. Kakebeeke, J. C. van de Kasteel e, W. J. A. de Kem-
penaer, B. P. Korteweg, H. F. Kouwenberg, P. H. ter
Meulen, H. van der Sande, J. W. Arkenbout Schokker,
J. C. Kikkert Schotborgh, E. P. H. graaf van Limburg
Stirum, M. F. Tydeman, C. J. de Vriese, M. J. P. West-
veer en H. C. E. van IJsselsteyn.
Ten gevolge van den uitslag van het onlangs ge
houden vergelijkend examen tusschen de aspiranten
naar eene plaatsing als kadet op de Koninklijke militaire
akademie, zullen met september aanstaande aan die
inrigting als kadet worden geplaatst:
voor de infanterie hier te landeH. M. Pichot Lespi-
nasse, G. Blanken, A. P. Vaillant, W. N. Rotdanus,
M. H. A. J. van Meurs, W. A. van der Mandere, T. A. de
Man, O. W. Westerouen van Meeteren, H. F. 0. van
Cattenburch, W. C. Staring, W. J. L. Wijnans, C. C. H.
Smit, H. L. Erzey, H. C. Greve, H. M. Nepveu, J. C.
Morren, J. W. van Franck, A.R. Kraijenhoff van de Leur,
E. A. W. CampH. L. Vorstenbos, C. Lem, H. J. E.
Nierstrasz, E. A. O. Was, G. W. de Ronde enjhr.E.H.F.
Leyssius;
voor de kavallerie hier te lande: C, A. baron Bentinck,
F. M. baron van Lynden en J. K. J. van Son;
voor de artillerie hier te lande: J. C. Swaving, N.J.A.
P.H.van Es,S. J.Droogleever, F. Rutgers, M. A. Gelinck,
W. J. van Hoytema, J. de Waal, N. Klaassen, C. R. van
Steenes, J. E. P. H. van Panhuys, T. van Exter, S. J. van
Nooten en P. de Wijs;
voor de genie hier te lande: J. A. Lindo, J. W. N.
Cramer, E. T. Lans, jhr. A. W. Quarles van Ufford, F. J.
f Haver Droeze JJzn. en G. J. Collard;
voor de infanterie in Oost-Indië; C. W. A. de Jongh,
II. G. Droste, J. J. von Siethof, L. J. van der Burg, A. L.
van Hasselt, W. Boissevain, H. C. P. de Bruyn, C. E.
Makkink, J. T. J. van Rijen, J. van der Maaten, L. C.
Piekkaart, R. G. J. Sutherland, H. Bendien, G. A. Raay-
maakers, W. J. N. Bosboom en G. A. F. J. Koch;
voor de kavallerie in Oost-Indië: A. K. van der Gar
den en II. W. F. M. van Berkel
voor de artillerie in Oost-IndiëA. Lugt, L. L. Andrê,
F. W. Hamerster en M. F. Tijdeman;
voor de genie in Oost-Indië: H. W. Lettink;
voor de infanterie in West-Indië: J. R. G. de Veer
voor de artillerie in West-Indië J. Bueno de Masquita
en J. S. G. van Karnebeek.
Reg*sy.aken.
In de zitting van den hoogen raad, kamer van vakan
tie, van zaturdag is behaudeld het beroep iu kassatie
van den prokureur-generaal bij het geregtshof in Zeeland
tegen een arrest van dat hof in zake A. Fontijn, die
schuldig verklaard is aan overtreding van de plaatselijke
verordening op de invordering der belastingen te Mid
delburg en deswege veroordeeld tot eene geldboete van
ƒ5, enz. De advokaat-generaal Karseboom heeft gekon-
kludeerd tot vernietiging van het arrest, alleen wat de
kwalifikatie en de opgelegde boete betreft, en dat de
raad, ten principale regtdoende, den beklaagde zal ver-
oordeeleu tot betaling van twee geldboeten, elk van ƒ5.
Uitspraak 25 dezer.
Gemengde foerlgten.
Naar aanleiding van het berigt in ons nornmer van
zaturdag, dat iu een tuin alhier een stamroos wordt aange
troffen waaraan zich 165 bloemen en knoppen bevinden,
zijn onderscheidene brieven bij ons ontvangen waarin
nog sterker bewijzen geleverd worden dat dit jaar voor
het bloeijen der rozen bijzonder gunstig is. De weligst
bloeijende stamroos, in de tot dusverre bij ons ingeko
men berigten genoemd, is eene in de boomkweekerij van
den heer van de Putte, waaraan niet minder dan 3000
knoppen tegelijk zouden zijn.
Naar men verneemt zal ook de uit Spanje verbannen
protestant Matainoros het zendingsfeest te Wolfheze
bijwonen.
Voor het geregtshof van het departement der Somme
is thans een proces aanhangig dat tot de zeldzaamheden
behoort. Zekere Théodule Boyeldieu was veroordeeld
wegens aanranding tegen de eerbaarheid. De maire der
gemeente liet hem bij zich roepen en gaf hem kennis dat
hij zich naar Ainiens had te begeven, om er zijn straftijd
in de gevangenis door te brengen. Als eenig autwoord
haalde Boyeldieu een pistool voor den dag en loste het
op den maire, die de geheele lading in den regterarm
ontving, welke hij werktuigelijk tot beschermiug van
het hoofd had opgeheven. De misdadiger verliet ijlings
de woning van den maire en begaf zich naar die van zijn
eigen vader, met wien hij sedert zijne veroordeeling in
onmin leefde. De oude man lag te bed; zijn zoon stapte
op hem toe en loste een pistoolschot op hem; de oude
man ontweek het schot door eene zijwaartsche beweging
onder de dekens te maken. Boyeldieu waande hem dood
en spoedde zich alsnn naar den omtrek van het dorp,
waar hij een aantnl pachthoeven in brand stak die aan
lieden toebehooren, welke hij geloofde dat tot zijne ver
oordeeling hadden medegewerkt. De door den brand
stichter veroorzaakte schade was hoogst aanzienlijk, daar
verschillende voorraadschuren en een aantal stuks vee
eu paarden door het vuur werden verteerd. Daarna nam
Boyeldieu de wijk in het aangrenzend bosch. Toen men
hem daar eindelijk op het spoor was gekomen, werd er
jugt op hem gemaakt. De vrederegtor van het kanton de