In de vergadering der belgische kamer van afgevaar
digden op vrijdag hebben de heeren d'Haue Steen-
huyso en Bara het woord gevoerd. De zelfde argumenten
tegen en voor het ministerie als die, welke wij reeds uit
den mond van vroegere sprekers hoorden, werden ook
thans weder bijgebragt. Het thema van den heer d'IIane
Steenliuyse was dat het ministerie zich ten onregte
liberaal noemde omdat het alle liberale beginselen uit
het oog verloor. Het thema van den heer Bara was de
kloosterkwestie en de orde van Loyola, waarop ditmaal
zijne variatiën vrij heftig waren.
Zitting der belgische kamer.
Na eenige, voor onze lezers onbelangrijke, opmerkingen
der oppositie-leden Vermeire en Jacquemyns, komt
.11. zaturdag de heer do Tlieux aan het woord. Hij resu
meert dè reeds bekende beschuldigingen tegen het
ministerie van jaren her en eindigt zijne redevoering
aldus:
„Wij keuren de politiek van het kabinet en zijn be
sluit om aan het bestuur te blijven, af. De ontbinding
óf der beide kamers, óf die der kamer van afgevaardigden,
óf van den senaat is thans wenschelijk in het belang des
lands, ja zelfs eene noodzakelijkheid geworden. De ab
normale toestand, waarin wij ons beyindec, kan niet
langer duren. De positie van het ministerie is verre van
verbeterd sedert het zijn ontslag heeft ingediend en zijn
aanblijven zou niet te regtvaardigen zijn. liet is dus in
het belang van het kabinet om zijne politiek te onder
werpen aan de goedkeuring der kamer door het voor
stellen van een votum van vertrouwen; het is voorts
zijn pligt om onmiddellijk een beroep te doen op de
natie en voorloopig de noodige kredieten aan te vragen
in afwachting van nieuwe verkiezingen. De behandeling-
der budgetten zou bij den tegenwoordigen toestand
onzer kamers geheel abnormaal en niet te regtvaardi
gen zijn."
De minister Rogier beantwoordde den vorigen spreker
met te betoogen dat hij bij zijne beschouwing tot 1832
had moeten opklimmen. Behalve dat de onafhankelijk
heid van België aan de liberale partij te danken is, daar
de revolutie zonder het liberaal element in het kongres
het zelfde lot zou gehad hebben als in 1788, zegt de
minister dat in 1840 het kabinet alleen gevallen is omdat
het liberaal was. In 1848 begon de politiek van zooge
naamde onverdraagzaamheid. De ambtenaren, gedurende
de zeven jaren van bestuur onder den heer De Theux
benoemd, wiens systeem te dier tijde uitnemend werd ge
acht, werden toen ontslagen. Gedurende den tyd welken
de heer Rogier echter aan het bestuur is, hebben er slechts
drie afzettingen plaats gehad. De spreker gelooft dus zich
niet aan onverdraagzaamheid te hebben schuldig ge
maakt. Voorts wijst hij op de onpartijdigheid der regeriug
bij de verkiezingen, eene handelwijze, welke zeker niet
door de geestelijkheid is nagevolgd. Deze oefent gelijk
men weet bij de verkiezingen op mannen en vrouwen
allen mogelijken invloed uit, vooral op de laatste. Dit
is dan ook de oorzaak der verbittering welke tegen de
geestelijkheid begint te ontstaan. Waar zij zich goed
gedraagt en onzijdig blijft zoo als te Luik, daar is
zij in eere en in achting. De spreker gaat vervolgens
over tot eene beschouwing van de tegenstrijdigheid der
beginselen van de opositie. Zij noemt zich behoudend
en wil alles omverwerpen. De gemeentewet welke aan
België door andere natiën benyd wordt, wil men veran
deren de vrijheid van vereeniging en vergadering nog
uitbreiden om kloosters te kunnen stichten, als of er nog
niet genoeg waren. Kiesvereenigingen en dergelijke
vergaderingen genieten de meest uitgebreide vrijheid.
Dit is niet genoeg volgens de behoudende partij: zij
vraagt meetings. Wij zijn daarmede nog slechts aan het
begin, misschien zal de oppositie zich later beklagen dat
zij zoo veel tot de ontwikkeling daarvan heeft bijgedragen.
Wij hebben eene liberaal gestelde kieswet, maar de
behoudende partij wil niet alleen eene verlaging van den
census, maar een suffrage universel. Volgens de behou
dende partij is dus niets van het bestaande goed en moet
alles veranderd worden. De minister eindigt met de be
wering dat alleen de vrees om eene nieuwe agitatie in
het land te veroorzaken hem nog zou kunnen terughou
den van eene ontbinding. Door eene positieve daad dei-
oppositie daartoe gedwongen zal hij echter niet aarzelen.
De heer Notliomb stelt daarop voor om de volgende
motie van orde in stemming te brengenDe kamer,
overwegende dat het ministerie het vertrouwen des lands
verloren heeft, gaat over tot de orde van den dag. Deze
motie wordt verworpen met 57 tegen 56 stemmen.
S?ccsw?jk-SS«lsiciiiï.
Het dcéhscli dagblad de Berlingsko Tidende bevatte
dezer dagen het volgende:
„De deensche gevolmagtigden hebben op Gjunij de
verklaring afgelegd, dat hunne regering, om tot een resul
taat te komen, besloten had om de door de onzijdige
mogendheden voorgestelde grenslijn in Sleeswijk aan te
nemen en bij gevolg geheel het schiereiland Schwanssen
en de stad Eckeruförde prijs te geven. Deze lijn hebben
zij echter als ultimatum gesteld.
„Door deze verklariugis de toestand van het oogenblik
aldus zamen te vattenGeheel Europa heeft uitspraak
gedaan en eene der konstaterende partijen heeft zich
aan deze uitspraak onderworpen, de andere heeft nog
geen besluit genomen. Alles hangt dus nu af van de
geallieerde duitsche mogendheden. Heeft Duitschland
werkelijk plan om zich te verzetten tegen Europa voor
eene streek lands, welke daarvoor van weinig belang is,
maar waarvan Denemarken's bestaan afhangt Wil zij
voor dergelijk onbelangrijk voordeel en vooral uit eigen
liefde een oorlog hervatten, welken zij thans niet meer
kan lokaliseren'? Wat ons betreft, wij zijn zekerlijk verre
van den oorlog te wenschen; wij vreezen dezen integendeel
wegens de rampen, welke zelfs de overwinnaars treffen.
Mogt hij evenwel op nieuw uitbreken, dan zullen wij ten
minste den troost bezitten dat de houding, welke de onzij
dige mogendheden in de laatste zittingen der konferentie
hebben aangenomen, gemakkelijk zich kon veranderen
in openlijke vijandelijkheid tegen de overdreveneischen
onzer vijanden. Men sla naauwkeurig gade hoe telken
dage de publieke opinie in Engeland hoogervlugt neemt,
waarbij men bovendien in aanmerking neme hoe de ge
moederen in Zweden en Noorwegen meer en meer in
spanning geraken! In Frankrijk heeft zich de publieke
opinie wel is waar nog niet geuit, maar men vergete
niet dat keizer Napoleon daar de opperste regter is en
dat, indien zijne hand het teeken geeft, de groote fran-
sche natie, welke nooit doof is gebleven voor de stem
van de zwakken en onderdrukten, aan die roepstem met
geestdrift gehoor zal geven.
„Wil Duitschland een vrede aannemen, waarvan de
voorwaarden, ongelukkig voor ons, daaraan reeds zoo
voordeelig zijn, of wil het zich wagen aan al de kansen
van een grooten oorlog'? Het antwoord op deze vraag zal
niet lang uitblijven. Veertien dagen zullen genoegzaam
zijn om over een feit te beslissen, hetwelk een der meest
indrukmakende bladzijden zal uitmaken van de geschie
denis dezer eeuw."
Het schijnt dat dezer dagen in den engelschen kabi
netsraad sprake is geweest van een nieuwe grenslijn in
Sleeswijk, welke door de engelsshc regering zou worden
voorgesteld in de konferentie. De uiterste punten dezer
grenslijn zouden Cappeln en Husum uitmaken, terwijl
zij zich noordwaarts zou uitstrekken tot aan Idstedt en
Eggebeck. Men verneemt intusschen dat de engelsche
regering na langdurige beraadslagingen besloten heeft
om de vroeger door haar voorgestelde grenslijn der
Schley, welke ook door Denemarken is aangenomen, te
handhaven.
In het engelsch lagerhuis heeft de heer Griffiths naar
aanleiding van geruchten dat Engeland handelend zou
optreden als de konfereutie-onderhandelingen binnen
weinige dagen niet tot eene schikking hadden geleid,
daaromtrent eene interpellatie tot lord Palmerston gerigt. i
Deze verklaarde evenwel dat de engelsche regering vol
strekt geen besluit in dien zin had genomen.
De Nordd. Zeitang, het orgaan van den heer rot. Bis-
marek, schijnt volstrekt niet de waarschijnlijkheid te ont- I
kennen van een oorlog waaraan Engeland deel zou nemen.
Met het oog daarop geeft het als zijn gevoelen te kennen
dat een oorlog van Engeland tegen Duitschland, waarin
Frankrijk onzijdig ',zou blijven, aan den zeehandel van
laatstgenoemde mogendheid tot groot voordeel zou wezen,
de laatste sporen van wantrouwen tegen het keizerrijk
wegnemen en de banden van vriendschap tusschen
Duitschland en zijn magtigen nabuur nog hechter ma
ken. Dat dit artikel te Bcrlijn .de oorlogzuchtige geruch
ten der laatste dagen nog heeft doen vermeerderen,
behoeft geen betoog.
Het pruissisch ministerieel orgaan bevat voorts nog
een berigt uit Tondern, waaruit zou moeten blijken dat
het eiland Sylt eenige dagen geleden door deensche troe
pen is bezet geworden. Dingsdag avond was een eskader
voor Keitum aangekomen en had eenige manschappen
ontscheept, die zeven personen hadden gearresteerd,
welke daarop per stoomboot naar Koppenhage waren
overgebragt.
Frankrijk.
De huiszoekingen en verzegelingen, door de policie
bewerkstelligd bij de leden van het demokratisch vcr-
kiezings-komité, worden niet alleen te Parijs maar ook
in andere steden op groote schaal voortgezet. Sommigen
beweren dat er een komplot was gevormd strekkende om
den republikeinschen regeringsvorm weder in te voeren,
doch daarvoor bestaat voor bet oogenblik nog geen de
miuste grond.
Intusschen zoo berigt L'opinion nationale heeft
de raad van orde en discipline der parijssche balie eene
vergadering gehouden met bet oog op de huiszoekingen
welke bij verscheidene leden der orde gedaan waren
om te beraadslagen over de te nemen maatregelen. De
raad heeft besloten dat de deken der orde, mr. Dufaure,
omtrent het voorgevallene opheldering zou vragen aan
den prokureur-generaal.
Volgens de te Marseille eergisteren ontvangen be-
rigtenuit Tunis had de bey eindelijk de noodzakelijkheid
ingezien om koncessiën te doen aan de opstandelingen
en zijn minister Caïd-Missem ontslagen. Of de presi
dent-minister nu ook zijn ontslag zou erlangen was nog
onzeker.
Acetijïiinijm.
Gisteren is te Vlissingen in de haven gekomen de
nederlandsche galjoot Adriana Francisca, gezagv. J. van
Eyk, komende vau Engeland met steenkolen, bestemd
voor die stad.
Door de nederlandsche loodskotter no. 7 is heden
morgen op de hoogte van Dungeness gepraaid de neder
landsche brik Dolphynkomende van Liverpool, bestemd
naar Riga. Wind gunstig.
De Kearsarge kruist voor Cherbourg om jagt te
maken op den zuidelijken kruisser Alabamaaldaar
bi nn engel oopen.
tjftnïiclsbcrigtm.
jneckrapprijzcn
Rottehdam 20 junij. Bij geringe aanbieding was de
markt flaauw.
Graanmarkten enz.
Rotterdam 20 junij. Bij weinig aanvoer bleven de
prijzen onveranderd.
Axel. 18 junij. Tarwe 8,40 a/0,10; Rogge 5,90 a
6,15"VYintergerst 5,60 a 5,90Zomer dito 5,15 a
ƒ5,40; Haver 3,10 a ƒ3,35; Paardenboonen 5,80 a
ƒ5,95; Duivenboonen ƒ6,35 a 6,55; Bruineb oonen ƒ7,95
a ƒ8,05; Groene erwten ƒ6,05 a ƒ6,55; Gele dito
a Boekweit 7,95 a ƒ8,05.
I'rijzen van eft'ektcn.
Amsterdam 18 junij.
Nederland. Certifik. Werkelijke schuld 2$ pet. G2-/5
dito dito dito 3 73$
dito dito dito 4 97$
Aand. Handelmaatschappij 41 146}
België. Certifikaten bij Rothschild 2$
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 97$
Certifik. Hope co4 72$
Oblig, dito 1855, 6e serie 5 83$
dito dito Leening 1860 4\ 83$
Certifikaten6
Aand. spoorweg192
Polen. Schatkistobligatiën4
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 58$
dito 1847/1852 2$ 29$
dito rente Amsterdam5 79
dito nationale5 64$
Bank aktien3 „795
Italië. Leening 18615
Spanje. Obligatiën (binnenlaudsche) 3 49-^
dito3 thans 2$ 45$
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 46$
dito 1856—18623 46$$
Griekenl. dito (blaauwe) 5
Turkije. Obligatiën (binnenl.)6 46^
VereemStat. dito (1874) 5
Illinois. dito7
Mexiko. dito3 42$
Grenada, dito afgestempeld4$
Venezuela, dito 2 .22$
3ï>ucvtrnticn.
Heden beviel ontijdig van een' Zoon ADRIANA VAN
POELJEgeliefde Echtgenoot van
Vlissingen ,20 Junij 1864. P. J. IIENDRIKSE.
Eenige kennisgeving.
Heden ochtend overleed, in den ouderdom van 70 jaren,
onze Moeder en BehuwdmoedcrVrouwe SARA MARIA
GEENE, Weduwe JAN WILLEM SCHUYLENBURG.
Goes, W. SCHUYLENBURG.
den 18 Junij 1864. A. H. SCHUY LENBURG
E.Vü EiiSE.