öuitcnlanö. waar liet eenmaal vaste wortelen geschoten heeft, zich niet meer geheel verdringen laat. Sommigen hadden in de memorie van toelichting eene instemming met den engelschen stelregel, dat elke kolonie tot volkomen zelfbeheer moet worden opgeleid, raeenen op te merken. Ook de gelijkstelling der kolonie met eene provincie des rijks had aanstoot gegeven, en nog onaangenamer indruk had de zinsnede gemaakt, dat de invoering van het nieuwe regeringsreglement de opheffing van het staatstoezigt over de vrijgelaten negers zal kunnen verhaasten, ja welligt daarmede gepaard gaan. De leden, die dit verklaarden, waren van oordeel dat de invoering van dit reglement juist eeno reden zou zijn om het staatstoezigt over de geëman- cipeerden de volle tien jaren te doen voortduren. In verband met dit alles werd het door sommigen afgekeurd dat de regering aan de wetgevende vergadering in Suriname den naam van koloniale „staten" wilde geven; die naam deed te zeer denken aan een ligchaam, dat tegenover het uitvoerend gezag groot gewigt in de schaal kon leggen. Men besprak ook het punt of er, indien Suriname eens tot eene thans ongekende mate van bloei mogt komen, waarborgen waren gemaakt, dat dan de uederlandsche staat uit die kolonie de regtstreeksche voordeelen trek ken zou, waarop hij aanspraak heeft? In antwoord daarop wezen sommigen op de bepalingen van het reglement volgens welke belastingen ten behoeve van het rijk in de kolonie kunnen geheven worden en de uitgifte en het beheer der domaniale gronden bij de wet of koloniale ver ordeningen zal worden geregeld. Enkele leden vonden dit echter nog niet voldoende. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van 15 juni). Kennisgeving aanneming benoeming hoofdonderwijzeres school Baf- en overschrijving enz. suppletoire begrooting 1864; staat onwaarde hoofdelijken omslagverzoek burgerlijk armbestuur, beschikking uit onvoorziene uitgaven; restitutie hoofdelijken omslag; geschenk oudheidskamer; afwijzende beschikking adres K. J. li. Wasch; benoeming koncicrge wisselbank. Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke. Afwezig de heeren Caland, ongesteld, van de Graft en A. W. Snouclc Hurgronje, beide wegens ambtsbezighe den, en van Diggelen. De notulen der vorige zitting zijn gelezen en goed gekeurd. Daarna zijn voor kennisgeving aangenomen de mededeeiingen des voorzitters a van de afwezigheid der bovengenoemde leden; en b. dat mejufvrouw Gerth van Wijck de benoeming tot hoofdonderwijzeres op de school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes heeft aangenomen en in de eerste dagen van augustus hare school openen zal. Namens burgemeester en wethouders stelt de voorzit ter voor eenige af-en overschrijvingen en beschikking uit de onvoorziene uitgaven der gemeentebegrooting te doen plaats hebben. Vooreerst om uit de onvoorziene uitgaven te beschikken over eene som van ƒ30 voor aankoop van een nieuwen kijker op den abdij toren, daar een der kijkers door ouderdom is gebroken. Ten andere herinnert hij aan het in der tijd genomen besluit, om uit de fondsen van den straatweg tusschen Middelburg en Vlissingen jaarlijks eene bijdrage te ver- leenen, op verzoek van den kerkeraad der hervormde gemeente te Ritthem, in de hegrinding van den weg van Souburg naar die gemeente; dat deze bijdrage zou bedra gen de helft van 75enalzoo ƒ37,50 's jaars,te verleenen voorzoo veel jaren als de tegenwoordige koncessie duren zal, mits het gemeentebestuur van Vlissingen zich daartoe evenzeer verbinden zou. Volgens ingekomen rapport, heeft laatstgenoemd bestuur daarin zwarigheid gemaakt, op grond dat de opbrengst van den rijweg tusschen Vlis singen en Middelburg alleen ten behoeve van dien weg moet worden aangewend; het wil echter de hegrinding van den weg naar Ritthem bevorderen door in eens af eene bijdrage van ƒ200 te verleenen. De voorzitter stelt alsnu voor, om voor 1863 en 1864 de bijdragen van f 37,50 uit de onvoorziene uitgaven te bestrijden en op de bcgrootiug voor 1865 weder 37,50 uit te trekken tot zoo lang de tegeuwoordige koncessie loopt, om in 1866, wanneer eene nieuwe koncessie zal plaats hebben, te beslissen of met het verleenen der jaarlijksclie bijdrage zal worden voortgegaan. De heer Lantsheer verlangt dit stuk aan te houden, waarin hij door den heer Fokker worde ondersteund. De heer van Uije wil het liever zien afgedaan. De heer Lantsheer wil het stuk daarom aanhouden om liet eerst nog eens te kunnen zien, daar hij meent gehoord te heb ben dat jaarlijks de helft van 75 zou worden toegestaan wanneer Vlissingen dit ook deed. Vlissingen heeft zulks geweigerd, maar in eens ƒ200 gegeven: nu is Middel burg, volgens het gevoelen van den heer Lantsheer, ook ontslagen. Zijn gevoelen verandert niet na de toelich tingen van den voorzitter, zoo dat deze in omvraag brengt, of dit stuk al of niet zal worden afgedaan, onder opmerking van den voorzitter dat hij nooit op afdoening aandringt wanneer de leden verlangen aan te houden. Met 8 tegen 5 stemmen is tot het afdoen beslist: tegen stemden de heeren Fokker, Lantsheer, Lambrechtsen van Ritthem, de Jonge en Rekker. De heer Fokker merkt op dat. wanneer men zich ver honden heeft tot betaling van f 37,50 voor vier jaren, Vlissingen alzoo meer betaalt door in eens 200 te geven. De heer Lantsheer zegt dat de zaak hem nog niet duidelijk is en vraagt, hoe het komt dat na verloop van 4 jaren, als de tegenwoordige koncessie geëeindigd is, er sprake kan zijn van nog meer te geven. Nadat de voorzitter heeft geantwoord dat de primitieve aanvrage van den kerkeraad voor 13 jaren was, vraagt de heer Lantsheer of men toen niet voor 13jaren heeft toegestaan. De heer Snouck Tlurgronje antwoordt dat de raad destijds heeft gezegd zich niet te kunnen verbinden dan voor den loop der tegenwoordige koncessie, doch het voor nemen had om in 1866 te beslissen of men bij vernieu wing der koncessie voort zou. gaan met het verleenen der bijdrage. De heer Lambrechtsen van Ritthem vraagt, waarom de raad van Vlissingen in eens ƒ200 geeft; hij vindt dit bijzonder vrijgevig. De voorzitter antwoordt hierop dat hij de motieven van den raad van Vlissingen niet kent. Ten slotte motiveerden de heeren Lantsheer en Sifflé hunne uit te brengen stem. Eerstgenoemde zou tegen stemmen, niet omdat hij tegen de zaak zelve, maar om dat hij niet genoeg op de hoogte was. De laatste zou voorstemmen omdat het bedrag van vier jaarlijksche bijdragen van ƒ37,50 nog minder is dan het door Vlis singen toegestane bedrag. Het voorstel tot bestrijding der kosten van een kijker voor den toren is daarop met algemeene stemmen goed gekeurd. Dat tot-het doen van af- en overschrijvingen op de begrootingen voor 1863 en 1864 ten behoeve van de bijdrage in de hegrinding van den weg naar Ritthem, gedurende vier jaren a ƒ37,50 'sjaars, is aangenomen met 10 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de heeren Fokker, Lantsheer en Lambrechtsen van Ritthem. Naar aanleiding van een rapport van den gemeente- bouwmeester stelt de voorzitter namens burgemeester en wethouders eene wijziging voor in de gemeentebe grooting voor het loopende jaar. Daarop is uitgetrokken ƒ4.200 voor vernieuwing aan de beschoeijing der kleine werf en ƒ1080 voor de voortzetting der vernieuwing van den muur boven de suatiesluis aan de Punt. In ver band met de spoorweg- en kanaal werken zijn heide posten vermoedelijk overtollig, zoo dat zij zullen kunnen wegvallen, waardoor ƒ5 280 vrij komt. Burgemeester en wethouders wenschen een gedeelte daarvan te besteden voor de herstelling der kaaimuren, alsmede ƒ400 tot het uitbaggeren der kade van den Dam tot de Dambrug, ten behoeve der demping van het spui, uithoofde de grond, welke uit het dok moet gehaald worden, ten bedrage van 1500 kub. ellen, niet weggehaald kan worden wegens de zich daar bevindende schepen. Het tweede punt betreft het regulariseren van geleien voor de rijks hoogere burgerschool, ten behoeve waarvan eene buitengewone begrooting zal moeten worden opge maakt, eveneens als voor de kosten der hegrinding van den zaagraolendijk, bedragende de eerste f 25,930, de laatste 3.740. Tot dekking daarvan zal eene leening van 10.000 op die begrooting behooren te worden uit getrokken, welke men evenwel, volgens de memorie van toelichting, door bezuiniging in de uitgaven en vermeer dering van ontvangsten hoopt te kunnen dekken en alzoo niet te moeten uitschrijven. Dit voorstel, waarvan het koncept-besluit. en de memorie van toelichting zijn voorgelezen, is met algemeene stem men goedgekeurd. Een staat van onwaarde van hoofdelijken omslag, ten bedrage van ƒ2.681,40, is gearresteerd. Is ingekomen een brief van het burgerlijk armbestuur, houdende verzoek om te mogen beschikken over eene som van 150,63 ter bestrijding der kosten van vernieu wing van een schoorsteen enz. in het huis in de Graven straat, wijk I no. 87, welke spoccl eischende herstelling niet uit de gewone post kan bestreden worden. De financiële kommissie heeft hiertegen geen bezwaar, doch meent dat het armbestuur, op grond van een vroe ger genomen daartoe strekkend besluit, die magtiging had belmoren te vragen alvorens het werk te doen uit voeren. De heer Verbruggc, voorzitter van liet burgerlijk arm bestuur, wijst op den spoed dien de herstelling vercischte, waarna de voorzitter opmerkt, dat in allen gevalle de magtiging dadelijk bij het ontdekken van het gebrek bad kunnen gevraagd worden. Ten slotte is beslotena. de gevraagde magtiging te verleenen; b. het armbestuur uit te noodigen voortaan dergelijke magtigingte vragen vóór het werk wordt uit gevoerd. Het eerste besluit is genomen met algemeene stemmentegen bet laatste stemden de heeren Verbrugge, van Dcinse, Snouck Hurgronje en de voorzitter. Mede is ingekomen een brief van den heer Grothe van Wemeldïngen, die door den ontvanger is genoodzaakt, tot betaling van 7,04 meerder hoofdelijken omslag dan hij, wegens verblijf buiten de gemeente, verschuldigd was. Bij onderzoek is gebleken dat een schrijffout, op de grif fie gemaakt, daarvan de oorzaak is. De voorzitter vraagt of de leden verlangen dit stuk aan te houden. De heer Lantsheer zegt, 'ook met het oog op een vorengaand besluit, dat* hij de vrij heid neemt te vragen of bet billijk is om in dergehjke zaken de meerderheid over de minderheid te laten be slissen over het aanhouden of afdoen, vooral hij stukken welke niet op de agenda der leden vermeld staan. De gemeentewet wil dat alle te behandelen stukken op de agenda voorkomenkan dit niet wegens te late inzending dier stukken door de belanghebbenden, dan belmoren zij ook te blijven liggen, wanneer tegen het afdoen bezwaar wordt gemaakt, want wanneer zeven leden tegen zes een zaak in behandeling kunnen doen nemen, zal er ten laatste een niet wenschelijke weg gevolgd worden. De voorzitter merkt op dat hij als voorzitter bevoegd is in omvraag te brengen of een zaak zal worden afge daan, doch dat de beslissing daarover aan den raad ver blijft, terwijl hij zijnerzijds niet de gewoonte heeft om op behandeling aan te dringen. De behandeling van den brief van den heer Grothe is aangehouden. Van den heer H. H. Roelse is ingekomen een schrijven, begeleidende eene fotografische afbeelding van het leg gen van den eersten steen van het nieuwe gasthuis alhier, in tegenwoordigheid van den burgemeester, welke af beelding hij, naar aanleiding der publikatie waarbij de. oudheidskamer in de belangstelling der ingezetenen wordt aanbevolen, voor de oudheidskamer ten geschenke aanbiedt. Burgemeester en wethouders worden gemagtigd den heer Roelse voor het geschenk dank te betuigen. Het toegezondene zal ter bestemde plaatse worden bewaard. Aan de orde komt de deliberatie bj resumtie over het adres van K. J. H. Wasch, houdende andermaal verzoek om eene bergplaats voor meel in doorloopend krediet te mogen opslaan, waaromtrent in de vorige zitting namens den kontroleur een afwjzend advies is uitgebragt. De voorzitter stelt voor overeenkomstig dit advies af wijzend op het adres te beschikken. De heer Fokker, die in cle vorige zitting afwezig was, vraagt en ontvangt eenige inlichtingen, terwijl liet stuk andermaal wordt voorgelezen. De voorzitter maakt hem bovendien opmerkzaam op een bij ge voegden staat van betaalde belasting over een tijdsverloop van drie jaren, waaruit blijkt dat de adressant, die klaagtovcr hetgroote bezwaar om bij inslag zoo veel belasting vooruit te moe ten betalen, slechts ƒ72,60 heeft betaald, terwijl van een zestal op dien staat voorkomende bakkers het minste cijfer 98 bedroeg en de overigen zelfs zeer veel meer hebben betaald. Nadat de heer Fokker voor dc ontvangen inlichtingen zijn dank heeft betuigd, is met algemeene stemmen besloten te volharden bij het den 6 april jl. genomen besluit en het adres alzoo van de hand te wijzen. Van kommissarissen over de wisselbank is ingekomen een brief, waarin zij voldoen aan de door den raad gedane uitnoocliging tot het indienen eener voorclragt voor de vervulling der door het ontslag van Dirk Gran- dia openvallende betrekking van koncierge der bank. Op de voordragt, welke bij loting is opgemaakt, zijn geplaatst Cornelis Terraaat en Willem Jansen. Tot tie dadelijke benoeming overgegaancle zijnde is eerstgenoemde gekozen met 8 stemmen tegen 5, welke op den laatstgemelden waren uitgebragt. Hierna is de openbare zitting gesloten. Algemeen overzijt. In Frankrijk is weder een uitmuntend middel ter hand genomen om de oppositie tot zwijgen to brengen. Geheel onverwachts is te Parijs huiszoeking bevolen bij al of althans verre het grootste gedeelte van de leclen van het deraokratisch kieskomité, en cle parijssche dag bladen dcelcn dc namen mede van hen die in deze zaak betrokken zijn. Zelfs bij hen die afwezig waren, waar onder ^^hcmrTio.quet, heeft men eveneens dc woning binnofi g&cRongtfïf^qn alle brieven en verdere papieren, die «op. dc verluezfr^gen betrekking .Hebben, in beslag genorT^h; Zij op jwitrtjrOn dezen maatregel'heeft toegepast

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3