MIDDELBl RliSCHE COÜRAN T. L 1° r 88. of Zaturdag 1864. 4 Juisij. Bij deze courant behoort een bijvoegsel, bevattende 1. Memorie van beantwoording omtrent de verhooging van hoofdstuk VI der staatsbegrooting voor 1864 2. Verslag van het verhandelde in de zitting van den gemeenteraad van Middelburg van 1 dezer. Editie van vrijdag avond 4 ure. Wij WILLEM III, bij de gratie gods, koning der nederlanden, prins van oranjr-nassau, groot-hertog van luxemburg, enz. enz. enz. Op de voordragt van onzen minister van binnenland- sche zaken van den 20 mei 1864 no. 203, 3de afdeeling, strekkende tot aanwijzing der perceelen welke ontei gend moeten worden voor het maken eener afsnijding in den weg van Meliskerke over Mariekerke naar Grijps- kerke, in de gemeente Meliskerke (provincie Zeeland welke onteigening in het algemeen belaug krachtens de wet van den 26 december 1863 (Staatsblad no. 199) wordt gevorderd 5 Gelet op de artt. 10 tot en met 15 der wet van den 28 augustus 1861 (Staatsblad no. 125). Gezien het proces-verbaal der zitting van de commis sie uit gedeputeerde staten van Zeelanddie met den hoofdingenieur van den waterstaat in dat gewest en met het hoofd van het bestuur der gemeente Meliskerkeinge volge art. 10 der wet van den 21 augustus 1851 (Staats blad no. 125), is vereenigd geweest, ten einde de bezwaren van belanghebbenden te hooren, nadat aan de bepalingen van de artt. 10 en 12 dier wet was voldaan. Hebben besloten en bes-luiten: Ten behoeve van het maken eener afsnijding in den weg van Meliskerke over Mariekerke naar Grijpskerke (provincie Zeelandzullen in het publiek belang en ten name van het waterschap Walcheren worden onteigend de hierna vermelde eigendommen, aangeduid in het plan en de kaarten welke, ingevolge art. 12 der wet van den 28 augustus 1851 (Staatsblad no. 125), ten raadhuize van de gemeente Meliskerke ter inzage van een ieder hebben gelegen, als GEMEENTE MELISKERKE. van het perceel bij het kadaster bekend. als: 60 j bouwland 80 idem 341 sprink 32J waterleidin: ing l 0 o;4i:10 1|25;90 34 ten name van 178 abr. k1.uyfiiout. 184 idem idem idem Ötniu'itfaiiLt. J 02'40 I I I Onze minister van binnenlandsche zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, 't welk in de Staatscourant en in de Middelburgscke courant zal worden geplaatst. 's Gravenhage, den 22 Mei 1864. (Get.) WILLEM. De Minister van Binnenlandsche Zaken, (Get.) THORBECKE. Accordeert met het origineel, De Secretaris-Generaal bij het Ministerie van binnenlandsche zaken. (Get.) J. SC1IRÖDER. Voor eensluidend afschrift, De Secretaris-Generaal, (Get.) J. SCHRODER. Voor kopij conform, De Griflier der Staten van Zeeland, S. VAN DER SWALME. Burgemeester en wethouders van Domburg brengen Uit Zuid-Bcveland schrijft men ons ter kennis, dat de Kermis of Jaarmarkt aldaar zal „Als ik mijne mededeelingen nopens den aanleg van aanvangen op donderdag den 23 dezer maand; zijnde j het kanaal door dit eiland, waarover ik geruimen tijd het toestemming verleend om des vrijdags naar de Gaai te schieten en des zaturdags naar den Ring te rijden. Domburg, den 2 junij 1864. Burgemeester en wethouders voornoemd J. J. I. SPRENGER, burgemeester. L. L. WOUTERS ENfung. secretaris. AAKSHESTEMUl'G. Op vrijdag den 10 junij 1864, des voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goedkeuring door den commissaris deskonings in cle provincie Zeeland, of, bij zijne afwezig heid, door een der leden van de gedeputeerde staten, en in bijzijn van den hoofdingenieur van den waterstaat, in het 11de district, aan het lokaal van het provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed Het aanbrengen van een buitenberm met doorniksche steenglooijing, lang 120 el, aan den Westhavendijk te Neuzen. Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij ving. Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het minis terie van binnenlandsche zaken, aan dat van het provin ciaal bestuur van Zeeland, te Middelburg, en op alle zoodanige plaatsen, alwaar gewoonlijk de bestekken van waterstaatswerken in gemelde provincie ter lezing gelegd worden. Zullende den 7en en 4en dag vóór de besteding de noodige aanwijzing in loco worden gedaan, en voorts nadere inlichtingen te bekomen zijn aan het bureau van den hoofdingenieur te Middelburg en bij den ingenieur Rose te Neuzen. 's Gravenhage, den 13 mei 1864. Van wege den minister, De secretaris-generaal, J. SCHRODER. OPEA'BARE AAXKE§TEIfllXG Burgemeester en wethouders van Schore en Vlake, zullen op donderdag den 16 junij 1864, des namiddags om 6 uren, in het gemeentehuis aldaar trachten aan te besteden Het bouwen van een nieuw Schoollokaal en onderwijzerswoning, met bijlevering der benoodigde materialen. Het bestek ligt ter lezing in het gemeentehuis voor noemd en bij den secretaris van Schore, wonende te Kruiningen, terwijl inlichtingen kunnen verkregen wor den bij den heer architect ingenieur J. Soutendam, te Goes; zullende de aanwijzing in loco geschieden op maandag den 13 junij a. s., des voormiddags om 10 uren. Gedaan te Schore, den 30 mei 1864. Burgemeester en wethouders voornoemd, W. J. JANSSEN. De secretaris, DOMINIC US. Middelburg 3 Junij. Uit de memorie van beantwoording op het verslag der tweede kamer, betrekkelijk de verhooging van hoofd stuk VI der staatsbegrooting (in het bijvoegsel van dit nommer bij uittreksel opgenomen) blijkt o. a. het gevoe len van den minister van marine omtrent het maken van een nieuw droog dok te Vlissingon. Wij vernemen dat ook te Brouwershaven de angina diphteritica is uitgebroken. Drie gevallen hebben zich aldaar tot dusverre voorgedaan, waarvan reeds eendoode- lijke gevolgen heeft gehad. stilzwijgen bewaarde, thans - noch slechts van twee ge deelten voortzet, doet het mij goed naauwelijks te weten, welk gedeelte ik het eerst zal bespreken, daar overal eene groote drukte heerscht. „Het regelmatigst- is zeker met den ingang, en dus met den aanleg der buitenwerken te Hansweert te beginnen. Aan de westzijde is het leggen van den dijk, die zich van den in 1808 aangelegden dijk, over de toen overstroomde gronden, tot in het diep uitstrekt, reeds zoover gevorderd, dat deze bijna het hoogwaterpeil bereikt. Dagelijks wordt daaraan met kracht gearbeid. „Zoo als gewoonlijk doen zich ook hier bij de uitvoe ring bezwaren voor, waaraan men misschien tijdens het ontwerpen niet gedacht heeft of die men als lastige fluisteraars op den achtergrond niet heeft willen bemerken. „Gelijk ge weet, en zoo als de jongst van Zuid-Beve land uitgegeven kaarten aantoonen, heeft het kanaal eene schuine rigting, en wel van het noorden naar het zuidwesten. De in aanleg zijnde dijk volgt die rigting, en houdt dan in het diep plotselingzonder eenige ver wijding, zonder eenige afwijking en zonder vleugel, op. Nu beweert men of het op goede gronden rust waag ik niet te beslissen dat men bij eenigen wind en den hevigon stroom, die er vooral bij het ebben gaat, het ka naal niet of hoogst moeijelijk zal kunnen binnen stevenen. Na deze mededeeling bet oordeel aan de deskundi gen onder uwe lezers overlatende, zal ik alleen nog zeg gen, dat geachte handelhuizen tegen dien aanleg bij den minister van binnenlandsche zaken reeds hunne bezwa- reu bij adressen hebben ingediend, waaraan liet is toe te schrijven zegt men dat met den aanleg van den anderen dijk, die wel wat korter zal zijn, nog niet begon nen is. „Het metselwerk aan de schutsluis te Hansweert wordt krachtig voortgezet. Maandelijks worden van dat werk en van dat te Wemeldingen fotografiën genomen. Gaven deze geruimen tijd weinig afwisseling, thans zullen de in de vorige week genomene te Hansweert een gedeelte van de muren der sluis en te Wemeldinge de stoom- heimachine vertoonen. „Den gang der verdere werkzaamheden, die zeer bevredigend is, hoop ik spoedig mede te deelen. „De bedijking van den Eraanuël polder nadert hare voltooijng. „Voor den spoorweg is men in den Reigerbergsehcn polder bezig." De pogingen te Sluis tot den aanleg der verschkade ter beschutting van den eerlang door het Zwin te leggen dijk zijn door den hoogen vloed zeer tegengewerkt. Zondag stortte het water over de kade heen, waardoor liet aan gelegde werk grootend eels werd vernield en eene breede geul spoelde. Maandag werd met buitengewone krachts inspanning den ganschen dag onverpoosd gearbeid om te trachten den vloed tegen te houden. Belangstellenden uit verschillende gemeenten waren van dien arbeid getuigen, maar ook evenzeer vau het bezwijken van den dijk, die, al had hij ook eene voldoende hoogte, tegen de kracht der golven niet bestand bleek te zijn. Volgens het Sluisch weekblad zal men nu vooreerst geene pogingen aanwenden om de verschkaai te sluiten, maar daartoe de zoogenaamde doode tijen afwachten. Uit Aardenburg wordt melding gemaakt van de goede uitkomsten, welke het inenten der koepokken met stof van de kommissie voor vakcinatie te Dordrecht op levert. Gelijktijdig wordt evenwel geklaagd over den onwil en de onverschilligheid waarmede de geneeskun digen te Sint Kruis en in de Valeiskreek (Eede) te kampen hebben, vooral daar niet alleen in het noorden dezer provincie, maar ook te Middelburg in Vlaanderen, onmiddellijk aan de grenzen, de pokken zich vertoonen. De heer Thorbecke, minister van binnenlandsche zaken, is van zijne buitenlandsche reis in de residentie teruggekeerd en heeft/woensdag zijne werkzaamheden aan het departement hervat.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1