De invoer van italiaansclie bijen in Dnitschland
heeft aldaar zeer gunstige uitkomsten opgeleverd. Die
bijen zouden nooit steken en spoedig haren meester
leeren kennen, zoo dat men gerustelijk zonder masker bij
de korven kan komen. Zij zijn minder gevoelig voor
temperatuurs-veraudering dan de duitsche bijen, daar zij
eigenlijk in de Alpen tehuis behooren. In vlijt en werk
zaamheid overtreffen zij de laatste ver. Met het aan
breken van den dag beginnen zij het werk der inzame
ling, terwijl de duitsche bijen eerst twee uren later
uitvliegen. Zij gaan ook 's avonds later ter rust. Ofschoon
de laatste jaren voor de bijenteelt niet zeer gunstig zijn
geweest, zoo hebben toch de italiaansclie bijen rijkelijk
geproduceerd, wat bij de duitsche niet het geval was.
In het derde jaar na den invoer dier bijen verkreeg
Lorenz, te Erfurt, uit 60 korven, waarvan er slechts 18
door italianen bewoond waren, 1250 pond honig, waarvan
echter het grootste gedeelte door laatstgenoemden ge
leverd was. Eene korf leverde 150 pond en bovendien
had men nog 30 pond voor de bijen zeiven daarin.ge
laten. De korven der duitsche bijen leverden niet meer
dan 50 pond honig.
Wij vernemen zoo leest men in het Dagblad van
Zuid-Holland dat de hertog van Brunswijk voor ge-
ruimen tijd in de residentie zijn verblijf vestigen zal-
althans dat het huis van de heeren Sorel et fils op den
korten Vijverberg, namens Z. H. is gehuurd voor den tijd
van driejaren, naar men wil voor den prijs van 6000
's jaars.
De bekende en onverschrokken touriste mevr. de
douairière Tinne, moet, volgens fransche bladen, het
voornemen hebben eene volksplanting aan de Witte
Rivier (Oost-Afrika) te vestigen. Dit plan wordt door
verschillende europesche mogendheden ondersteund 5
mevr. Tinne heeft echter tot heden slechts een zeker
aantal inlanders kunnen overhalen zich aan de Witte
rivier neder te slaan. In de kosten van vestiging en
wapening dier volkplanters wordt door haar voorzien.
Mogt onze landgenoote in haar plan slagen, dan zou zij
aan Egypte een wigtigen dienst bewijzen, door het de
gelegenheid te openen zijn handel en beschaving uit te
breiden en over te brengen in de tot heden zoo goed als
onbekende landen van den Sennar. Tevens zou zij aan
haar vaderland de eer waarborgen van krachtig medege
werkt te hebben aan de ontwikkeling van Oost-Afrika.
De bewoners van Zwolle en omstreken waren vrijdag
morgen in de gelegenheid een aller prachtigst natuur
verschijnsel waar te nemen. Omstreeks 11 uur zag men
om de zon een dubbelen lichtkring, waarvan de wijd uit
gespreide stralen zeer duidelijk de kleuren van den
regenboog vertoonden. Het verschijnsel duurde ruim een
uur en verdween tegen den middag.
De nieuwe ijzeren spoorwegbrug over den IJssel
heeft zaturdag morgen voor het eerst den last te dragen
gebad van een lokomotief en eenige goederen- en zand-
wagens, geladen met ijzer, waarmede men tot aan het
hulpstation bij Zwolle is voortgestoomd. Bij den over-
togt is de brug slechts 12 strepen doorgezakt, terwijl
die doorzakking 35 strepen zou mogen bedragen.
Vrijdagavond heeft te Londen van 8 tot 11 ure een
storm gewoed, die even na middernacht op nieuw eenige
oogenblikken losbarstte en waarbij zich het verschijnsel
voordeed, dat de temperatuur na den storm ongeveer 15
graden daalde, terwijl de thermometer dien dag op som
mige plaatsen in het binnenland in de schaduw op 89.3
en in den zonneschijn op 124 stond. De storm ging ver
gezeld van zware donderslagen, waarbij het nu en dan
scheen als of er vijf donderbuijen van verschillende
kanten, gelijk men 't noemt, tegen elkander inwerkten.
Op dit onweder volgde een digte regen. Te Birkenhead
en Belfast werden een paar personen door den bliksem
getroffen. Ook uit Liverpool, Manchester en Birming
ham zijn berigten ontvangen, waaruit blijkt dat aldaar
zware donderbuijen hebben plaats gehad. Ongelukken
schijnen zich evenwel in die plaatsen niette hebben
voorgedaan.
Personen, die veel met lood omgaan, moeten zich,
door meermalen de handen te wasschen en de kamer,
waarin zij werken, te doen luchten, tegen vergiftiging
behoeden. Onlangs is een letterzetter te Londen overle
den, uithoofde hij eene kleine wond aan de kin had en
dikwijls met zijne hand daarover wreef. Waarschijnlijk
kwamen er looddeelen in de wond, deze zwol op, en aan
gezien de geneesheer, dien hij raadpleegde, de vergifti
ging niet ontdekte, stierf de letterzetter.
Te Almelo wordt, naar men verneemt, op de fabriek
van de heeren Z. Kamerling en zn., een tafellaken ver
vaardigd, dat dienen moet bij de viering des avondmaals
in het invalidenhuis op Bronbeek bij Arnhem. In het
midden er van prijkt het nederlandsche wapen, waar om
henen deze woorden„Aan het koloniaal-militair-invali
denhuis. Geschenk van ds. B. G. Clement, Bronbeek 6
april 1864." In de vier hoeken van het laken zullen zeer
fraai bewerkte krijgstrofeën der land- en zeemagt voor
komen.
Op den spoorweg van Lier naar Antwerpen is dezer
dagen een trein met ballast geladen gederailleerd nabij
Bouchont. Acht werklieden werden daarbij gekwetst,
waarvan vier zeer ernstig. Het ongeval is veroorzaakt
door een handspaak welke op de rails lag. Men meent
hier aan kwaadwilligheid te moeten denken.
Uit Munster schrijft men, dat de Laraberti-toren,
die aan zijn spits den ijzeren korf draagt, waarin de we-
derdooper Jan van Leyden met Knipperdolling en Krech-
ting vóór hunne exekutie in het land rondgevoerd werden,
zal afgebroken worden. De bouwvalligheid des torens,
die reeds ruim 4 voet uit het lood gezakt is, maakt zijn
voortbestaan gevaarlijk.
Het dagblad La France, het orgaan van den heer
de Laguéronnière, bevat den volgenden brief van den
heer Gagne, advokaat en schrijver van eenige brochures:
„Ik verneem, mijnheer de yedakteur, dat men bij den
senaat heeft aangedrongen op de afschaffing der dood
straf. De onomkoopbare en zachte Robespierre,dieeven-
zeer de algemeene afschaffing der doodstraf had gevraagd,
stemde voor den dood van Lodewijk XVI, waarbij hij
verklaarde de koningen uit te zonderen, omdat hij deze
niet als menschen, maar als monsters beschouwde, welke
men zonder vorm van proces moest doodschieten.
„Op mijne beurt vraag ik nu de afschaffing der dood
straf voor iedereen, behalve voor de journalisten, die in
mijne oogen de inkarnatie van den satan zijn en in ver
gelijking met welke Lacenaire een groot heilige is. Ik
zou mij gelukkig achten, mijnheer, als ge mij de eer wil-
det aandoen dezen brief in La France op te nemen. Ik
heb de eer tezijn, mijnheer, uw zeer nederigen en onder-
danigen dienaar, Gagne."
Thernnomcterslaiid.
23 mei 's av. 11 u. 48 gr.
24 's morg. 7 u. 52 's midd. 1 u. 59 gr. 's av. 11 u. 48 gr.
25 's morg. 7 u. 53 's midd. 1 u. 60 gr.
öuitnüanö.
Algemeen overligt.
De tijdingen welke voor het oogenblik alle andere be-
heerschen worden uit Amerika aangebragt. Voor zoo verre
de verschillende beschouwingen uit dagbladen en tijd
schriften juist zijn, mag men aannemen dat de president
der Noordelijke staten, Lincoln, zijne laatste krachten
had bijeen verzameld om den laatsten vernietigenden
slag toe te brengen aan de „rebellen," en hunne hoofd
stad Richmond te bemagtigen. Een leger was daartoe
uitgerust, hetwelk zelfs voor Amerika, alwaar alles op
zulk een reusachtige schaal wordt aangetroffen, zeer
groot was en onder bevel stond van den generaal Grant.
Deze is eenigen tijd geleden in het veld verschenen en
heeft, gelijk thans gemeld wordt, in verschillende aller
moorddadigste gevechten met het leger der zuidelijken,
wol voordeelen maar, naar het schijnt, nog geene beslis
sende overwinning kunnen behalen. Mogt de krijgskans
zich ten zijnen nadeele wenden bij den strijd in de nabij
heid van Richmond, alwaar hem nog altijd krachtige
wederstand wordt geboden,dan voorziet men dat de ver
schrikkelijke amerikaansche burgeroorlog, waarin zoo
vele duizende menschenlevens werden opgeofferd, toch
zal eindigen met hetgeen reeds dadelijk het geval had
kunnen wezen: de vorming van twee republieken onder
ling slechts door een of- en defensief verbond tot elkan
der in betrekking staande. Met zeer veel belangstelling,
niet het minst in Frankrijk met het oog op Mexiko,
worden nadere mededeelingen aangaande de krijgsbewe-
ringen der generaals Grant en Lee te gemoet gezien.
"Volgens een eergisteren te Londen verspreid gerucht,
hetwelk in de tegenwoordige omstandigheden vooral
nadere bevestiging behoeft, zou de engelsche admira
liteit bevel hebben ontvangen om een eskader naar de
Sund te doen vertrekken. Men bragt dezen maatregel
in verband met de vermeerdering van de oostenrijksche
zeemagt in de Noordzee. Onder de telegrammen uit de
engelsche hoofdstad van gisteren vinden wij echter
geene nadere inlichtingen daaromtrent.
Ten gevolge van de laatste regeringshandelingen ten
opzigte der kamer van afgevaardigden te Bucharest was
er eene zamenzwering gesmeed om het bestuur van vorst
Kusa omver te werpen en het oude stelsel te doen zege
vieren. Deze zamenzwering werd ontdekt door het vinden
van papieren bij bekeren geneesheer Lamberti, die uit
Konstantinopel teruggekeerd was. Behalve dezen heeft
men ook prins Soutko gearresteerd, die minister was
onder de regering van vorst Stirbey en reeds zijne
medepligtigbeid aan de zamenzwering heeft bekend.
Verschillende andere personen zijn insgelijks, als ver
dacht van medepligtigheid aan dit koraplot, gearresteerd.
Hoewel de ontdekking van deze zamenzwering grooten
indruk heeft gemaakt, is de volksstemming over de
nieuwe kieswet gisteren morgen in de hoofdstad aange
vangen, waarbij de bevolking overal zeer vele blijken
geeft van gehechtheid aan vorst Kusa.
In de kamer van afgevaardigden te Madrid heeft de
heer Galindo, lid der ultra-katholieke partij, eene zeer
heftige redevoering gehouden tegen de italiaansche re
gering. Hare houding tegenover het hof van Rome droeg
volstrekt niet de goedkeuring weg van den spreker en
het onderdrukken der rooverijen op de pauselijke gren
zen moest de spaansche regering tot eene gewapende
interventie doen overgaan. De president van den spaan-
schen ministerraad beantwoordde dezen uitval met de
herinnering aan den heer Galindo, dat Spanje eertijds
zy n don Quichot had opgeleverd en dat één voldoende was.
De Kreuzzeitung heeft de goedheid om den volke te
verkondigen, welke gevolgen de feodale partij van den
deensch-duitschen oorlog verwacht en met welk doel vol
gens die partij de strijd tegen Denemarken eigenlijk
werd ondernomen. Dit doel was: bestrijding der duitsche
demokratie, die gevolgen zijn vernietiging en verdel
ging van dit element. Men mag met het oog op deze
middeleeuwsch-ridderlijke verklaring vertrouwen dat de
feodale partij die verwachtingen zooveel mogelijk zal
trachten te verwezenlijken. Een nieuw bewijs dat het
einde van den buitenlandschen oorlog het sein zal wezen
tot hervatting van den binnenlandschen strijd tusschen
den adel en de natie. Wenscht de eerste steeds gaarne
al zijne, zeker niet onaangename,voorregten en privilegiën
te behouden, de natie begint eindelijk verstandiger te
worden en al die vooregten als politieke overblijfselen
van den goeden ouden tijd te beschouwen, welke ook
thans nog waarde hebben doch slechts als kiiriositeiten.
Be inlijving der hertogdommen.
Men zal zich herinneren dat het antwoord van koning
Wilhelm van Pruissen op het adres der feodale party,
hetwelk wij dezer dagen mededeelden, met zeer veel
belangstelling te Berlijn werd te gemoet gezien. Uit dit
antwoord toch zou moeten blijken of de koning het ge
voelen van den graaf von Avnim in zijne dertig duizend
mede onderteekenaars van het adres omtrent de inlijving
der hertogdommen Sleeswijk en Holstein deelde. Maan
dag heeft eene deputatie van zeventien personen met
den graaf von Arniin aan het hoofd het adres overhandigd,
doch, gelijk het meer gaat in dergelijke omstandigheden,
koning Wilhelm bragt het gezegde van Talleyrand
omtrent de taal in toepassing.
In zijn antwoord aan de deputatie zeide koning Wilhelm
dat hij in het adres het bewijs zag van de bereidwillig
heid „der pruissische natie" om hem te ondersteunen in
de maatregelen tot oplossing der sleeswij k-holsteinsche
kwestie, welke oplossing tot belooning zou strekken van
zoovele landgenooten. Zijne majesteit beloofde voorts al
het mogelijke te zullen doen om aan zijne landgenooten
in de hertogdommen volledige waarborgen te geven tegen
een terugkeer van de deensche heerschappij en onder
drukking aldaar en tegen een nieuwen vredebreuk op
de grenzen van noordelijk Dnitschland. Dat was dan ook
volgens koning Wilhelm het doel geweest, hetwelk dc
geallieerde mogendheden beoogden, toen zij te velde
trokken. Dit doel werd ook beoogd op de konferentie,
alwaar Pruissen vrij was in zijne besluiten ten gevolge
van de houding welke Denemarken had aangenomen en
ten gevolge der gebeurtenissen, welke daartoe regt had
den gegeven.
„Gij verwacht van mij aldus eindigde de koning
geene nadere inlichtingen, op een oogenblik terwijl de
onderhandelingen nog hangende zijn, omtrent den vorm,
waaronder wij onze taak hopen te volbrengen. Daar gij
echter de zekerheid moet bezitten dat ik de eer van
Pruissen zal handhaven, wat er ook moge geschieden,
zult gij even als ik vertrouwen dat de offers, welke wij aan
de zaak van Duitschland hebben gebragt, evenzeer
vruchten zullen afwerpen in het belang van ons vaderland.
Dit vertrouwen is in mij versterkt door het adres, hetwelk
gij tot mij gerigt hebt en waarvoor ik u van ganscher
harte dankbaar ben. Ik beschouw dit als een nieuw blijk
der eenstemmig geuite levendige gehechtheid, waarop
ik van de zijde der pruissische natie kan rekenen in alle
gevallen waarin het de grootheid en het welzijn van het
algemeen vaderland betreft."
Aan uitleggingen dezer woorden in zeer verschillen
den zin ontbreekt het niet. Uit die omstandigheid leiden
wij af dat de koning zich nog niet bepaaldelijk voor of
tegen de inlijvingsplannen wil verklaren en derhalve nog
steeds aanleiding blijft geven om de inlijving te be
schouwen als „de vorm, waaronder hij zijne taak hoopt
te volbrengen."