der blokkade, beeft ook de minister van oorlog, Landbye
zijn ontslag genomen. Deze laatste is vervangen door
den luitenant-kolonel Leich.
De Berlingske Tidende meldt dat de buitengewone
deenscbe regeringskommissaris in Jutland, Dahlström?
zich naar Horsens heeft begeven om met een gemagtigde
van den veldmaarschalk graaf von Wrange! eenige
nadere schikkingen te maken gedurende den wapenstil
stand.
In eene zitting van den ministerraad te Berlijn schijnt
dezer dagen de financiële toestand des lands, welke
verre van schitterend mag geacht worden, een punt van
overweging uit te maken. De voor den tegenwoordigen
oorlog vereischte gelden zijn dezer dagen reeds tot dertig
millioen geklommen, welke de regering van de voor andere
takken des bestuurs uitgetrokkene posten schijnt genomen
te hebben, daar het aangevraagde krediet in der tijd, gelijk
men weet, door het huis van afgevaardigden werd gewei-
gerd. Op dezen weg zal de regering, naar uit Berlijn
wordt gemeld, voortgaan tot dat door de eene of andere
kunstgreep van den heer von Bismarck een huis van
afgevaardigden zal kunnen zamengesteld worden uit ge
hoorzame landskinderen en nederige dienaren van ko
ning Wilhelm. Mogt deze kunstgreep zich wat lang doen
wachten en de finantiële toestand intusschen onhoudbaar
worden, dan zal het eenigste middel om een regerings
gezind huis van afgevaardigden bijeen te krijgen het
afkondigen zijn eener kieswet uit vorige eeuwen, onder
bescherming van het „kanon", waarmede de vrijheer von
Bismarck steeds dreigt.
In den laatsten tijd bestonden er tussehen Spanje en
den amerikaanschen staat Peru oneenigheden, welke
hare oorzaak hadden in eene weigering van schadever
goeding der peruaansche regering aan eenige in Peru
gevestigde Spanjaarden. Het gedrag van den spaanschen
gevolmagtigde ter verdere regeling van het bestaand
verschil, heeft die oneenigheden doen overgaan in het
afbreken der diplomatieke betrekkingen. Thans heeft
de regering te Madrid het voornemen om eene vijande
lijke demonstratie te doen tegen de guano-eilanden,
welke de voornaamste bron van inkomsten voor den peru-
aanschen staat uitmaken. Men zal zich berinneren dat de
groote mexikaansche kwestie uit dergelijke oneenigheid
is voortgevloeid. Of intusschen Spanje, even als Frank
rijk, later insgelijks het plan zal opvatten om Peru te
gaan „beschaven" en „le drapeau civilisateur" te Lima
te planten, valt te betwijfelen.
De uitslag van den slag tussehen de generaals Grant,
der noordelijken en Lee der zuidelijken, in de nabijheid
van de residentie van den president Jefferson Davis,
schijnt gunstig voor den eerstgenoemde te zijn afge-
loopen. Hoewel dit berigt op 7 mei nog niet officieel was
bevestigd, heerschte te Washington toch reeds groote
vreugde over de aangebragte tijding, waarbij tevens
gemeld werd dat de generaal Grant na de overwinning
in twee sterke kolonnes op Richmond aanrukte.
Beensch-dttitsche kwestie.
De depeche van den heer von Bismarck aan den pruis-
sischen ambassadeur te Londen, den graaf von Bernstorff,
welke wij dezer dagen bespraken, is thans geheel bekend
geworden. Zij luidt aldus:
„Berlijn 15 mei.
„Daar men mag verwachten dat de konferentie zich
in hare eerstvolgende vergaderingen zal bezig houden
met de positie der beide duitsche mogendheden tegen
over het traktaat van 1852, zoo geloof ik de volgende
opmerkingen te dien opzigte te moeten maken.
„Tot aan den dood van koning Frederik VII konden
de duitsche mogendheden de hoop koesteren dat de
kroon van Denemarken de verpligtingen zou vervullen,
welke zij jegens haar op zich had genomen; dat op deze
wij ze en door het indienen der sukcessie-wet aan den
landdag der hertogdommen, hetgeen tot dien tijd geen
plaats had gehad, de erfopvolging, welke het traktaat van
Londen bedoelde, eindelijk op geheel wettelijken voet
zou geregeld worden en wel voor dat het geval zich
voordeed dat de troon ledig was.
„Door den dood des konings werd men niet alleen in
deze verwachting bedrogen, maar zijn opvolger* op den
deenschen troon toonde onmiddellijk door de akte van
18 november, dat hij niet voornemens was om deze ver
pligtingen te vervullen.
„De regering des konings vestigde toen onmiddellijk
de aandacht op den zamenhang van deze verpligtingen
met de sukcessie-orde, welke men volgen wilde, met her
haalde verklaring te dien opzigte dat de regering zich
bcvoegt achtte om het traktaak van 1852 als niet meer
verbindende te beschouwen. Ik verklaarde toen dat, in
dien zij niet dadelijk tot de verwerping van het traktaat
overging, dit was uit eerbied voor de overige mogend
heden en in de hoop dat Denemarken, terug komende op
de openlijke schending zijner verpligtingen, nog de pre
liminaire voorwaarden herstellen en het behoud des
vredes mogelijk zou maken.
„Zelfs toen men zich hierin teleurgesteld zag, toen
namelijk op 1 januarij de sleeswyksche konstitutie, welke
strijdig was met het traktaat, niet alleen niet ingetrokken
maar zelfs afgekondigd was, wilden de twee duitsche
mogendheden nog niet dadelijk tot de uitoefening barer
regten overgaan. Zelfs nadat Denemarken tot het nemen
van militaire maatregelen had gedwongen, verklaarden
zij bij depeche van 31 januarij, dat zij geenszins de be
doeling hadden om inbreuk te maken op de integriteit
der deensche monarchie. Zij verklaarden intusschen ter
zelfder tijd en op de meest bepaalde wijze dat, indien
Denemarken voortging op den ingeslagen weg, zij zich
genoopt zouden zien om de offers te brengen, welke hun
de verpligting om de schikkingen van 1852 te verwerpen
mogten opleggen en te trachten naar eene andere rege
ling en overleg met de onderteekenaars van het londensch
traktaat.
„Het geval, hetwelk men voorzien had, heeft zich ten
volle verwezenlijkt.
„De deensche regering heeft voortdurend in hare wei
gering volhard en den gewapenden tegenstand tot aan
de laatste dagen voortgezet.
„Na al het gebeurde moet de pruissische regering zich
thans beschouwen als volstrekt niet meer verbonden
door de overeenkomsten welke onder andere omstandig
heden gesloten werden op 8 mei 1852. Dit traktaat is bo.
vendien door Pruissen met Denemarken en niet met de
andere mogendheden gesloten, de ratifikatiën zijn slechts
gewisseld tussehen Koppenhage en Berlijn, doch volstrekt
niet tussehen Berlijn en Londen of St. Petersburg. Zelfs
aangenomen echter dat het traktaat van Londen bestemd
was geweest om verpligtingen te doen geboren worden
tussehen ons en de onzijdige mogendheden, hetgeen niet
het geval is, dan nog zouden deze verpligtingen met het
traktaat ophouden te bestaan, zoodra dit verviel ten ge
volge der niet-vervulling van zijne preliminaire voor
waarden.
„Dien ten gevolge en in overeenstemming met de ver
klaring van 31 januarij, beschouwt het goevernement
des konings zich geheel vrij van alle verpligtingen, welke
uit het londensch traktaat van 1S52 kunnen voortvloeijen
en het gelooft regt te bezitten om elke andere kombina-
tie op geheel van dit traktaat onafhankelijke wijze te
onderzoeken.
„Uit het karakter der politieke betrekkingen volgt
dat de oplossing eener kwestie, waarvan de regering
nooit het europeesch belang heeft betwist, beproefd is in
overleg met de overige groote mogendheden en in de
laatste woorden der deklaratie van 31 januarij heeft de
pruissische regering deze natuurlijke betrekking erkend.
„Door de uitnoodiging van Engeland ten opzigte der
konferentie aan te nemen, heeft Pruissen dan ook feite
lijk getoond hoe het geneigd was om in algemeen over
leg de middelen tot eene regeling te besprekendit alleen
en niets meer dan dit kan de roeping der konferentie zijn.
„von Bismarck."
Frankrijk.
De vertegenwoordiger van den duitschen bond, de
saksische minister von Beust, is zaturdag door keizer
Napoleon ten gehoore ontvangen en heeft vervolgens een
onderhoud gehad met den heer Drouyn de Lhuys. Men
beweert met het oog op een artikel in het officieus dag
blad, Lu constitutionnel, waarin de afscheiding der her
togdommen onder een duitsch vorst als wenschelijk
wordt voorgesteld, dat de fransche regering thans eene
meer belangrijke rol in de deensch-duitsche kwestie zal
gaan spelen. Intusschen verdient het de aandacht dat de
Moniteur du soir steeds artikelen overneemt uit de en-
gelsche dagbladen, waarin de pruissische regering heftig
wordt aangevallen. Daaruit schijnt te blijken dat keizer
Napoleon, al heeft hij reeds lang die partij gekozen, het
oogenblik nog niet gekomen acht ora zich uitsluitend
ten voordeele der voorstanders van een onafhankelijk
Sleeswijk-Holstein uit te spreken.
Het bevestigt zich dat de opstand in Algefië door
de priesters is uitgelokt, gelijk wij reeds onlangs heb
ben medegedeeld. De marabouts gaan steeds voort om
de stammen tot den „heiligen" oorlog op te roepen.
Steeds worden er versterkingstroepen naar de afrikaan-
sche kusten gezonden. Hoewel de fransche generaals
reeds eenige gelukkige gevechten met de opstandelingen
geleverd hebben, is het niet onwaarschijnlijk dat men
met zeer vele moeijelijkheden zal te kampen hebben bij
het dempen van den opstand, welke eene soort van
godsdienstoorlogblijkt tewezen. De Moniteur zelf wijst
op deze laatste omstandigheid en voegt er bij „dat de
musulmansche militaire en godsdienstige opperhoofden
zich sedert 1851 meer dan eens zwaar beleedigd hebben
moeten gevoelen door de onophoudelijke aanvallen, waar
aan zij bloot stonden." La patrie beweert dat in deze
regelen van het officieel orgaan eene beschuldiging ligt
opgesloten tegen de administratie in Algiers.
Ten gevolge van het heerschen der gele koorts te
Havanna, zal keizer Maximiliaan het eiland Martinique
aandoen en na aldaar een drietal dagen vertoefd te heb
ben zijne reis voortzteten.
België.
De hertogin van Brabant is eergisteren bevallen van
eene dochter, die de namen heeft van Stephanie Clotilde
Louise Hermine Marie Charlotte. De Moniteur bevat
een bulletin, waarin gezegd wordt dat zoowel de herto
gin als de prinses welvarende zijn.
Op officiële wijze wordt berigt dat de kamer van
afgevaardigden tegen 31 dezer is bijeengeroepen.
3iigqonDr.cn stuhlum.
Uit Tholen wordt ons verzocht het volgende mede te
deel en
Heden (20 mei) waren de kiezers in de eilanden Tho
len en St. Philipsland te Poortvliet bijeengeroepen om
een kandidaat te benoemen voor het lidmaatschap der
tweede kamer voor het distrikt Goes, in plaats van het
aftredende lid B. P. G. van Diggelen, dat verzocht heeft
daarvoor niet meer in aanmerking te komen.
Door 71 aanwezige kiezers werden dadelijk, bij eene
eerste stemming, 66 stemmen uitgebragt op den heer
mr, C. J. Pické, kantonregter en schoolopziener te Tho
len, die alzoo met groote meerderheid van stemmen tot
kandidaat der kiesvereeniging werd geproklameerd.
De heer Pické, in de vergadering tegenwoordig, ant
woordde op de vraag van den voorzitter der vereeniging,
of hij zich de kandidatuurliet welgevallendat hij eenige
weken geleden, toen hij door eenige kiezers werd aange
zocht zich de kandidatuur te laten welgevallen, zich de
vraag gesteld had, of het lidmaatschap der tweede kamer
hem welligt hinderlijk zou kunnen zijn in de vervulling-
zijner overige betrekkingen, waarvan hij er geen ver
langde neder te leggen; dat hij, die vraag ontkennend
meenende te kunnen beantwoorden, besloten had de
kandidatuur te aanvaarden, indien hem die door de
kiesvereeniging mogt worden aangebodendat hij zich
echter niet zelf op den voorgrond heeft gesteld, veel
min eene cirkulaire heeft rondgezonden, om zich bij de
kiezers aan te bevelen, zoo als buiten het eiland Tholen
was verspreid; dat bij zich daarom hoogehjk vereerd
gevoelde door de overgroote meerderheid van stemmen
op zich te vereenigen van kiezers, die gedurende vier
jaren in de gelegenheid geweest waren hem in zijne
overige maatschappelijke betrekkingen te leeren kennen
dat hij dan ook, hoe ook de uitslag der verkiezing wezen
mogt, nimmer vergeten zou dat de kiezersvereeniging
van Tholen hem waardig geacht had 's lands belangen
in 's lands vergaderzaal te behartigen, en hij daarom ook
met genoegen de aangebodene kandidatuur aanvaardde.
Algemeen was men van oordeel dat ongetwijfeld de
overgroote meerderheid van de kiezers in dit gedeelte
van het distrikt hunne stemmen op den gestelden kandi
daat zullen vereenigen.
JretijDumu-n.
LI. zaturdag is te Veere binnengekomen dc schooner
Hannahgezagv. W. H. Gibbs, van Newcastle met kolen
naar Middelburg bestemd.
ijanDiclsbcrigtcn.
Meeki-apprijscn.
Rotterdam 23 mei. De markt was heden zeer vast,
er werd weinig geveild, doch er bestond goede kooplust.
Graanmarkten enz.
Rotterdam 23 mei. Tarwe en rogge 10, bruineboo-
nen 50 cent lager. Gerst 10, koolzaad 60, erwten 25
cent en witte boonen 1 hooger.
Axel 21 mei. Tarwe ƒ8,20 b ƒ8,50; Rogge ƒ5,50 a
ƒ5,70; Wintergerst 5,40 a 5,70; Zomer dito ƒ5,—«i.
ƒ5,15; Haver 3,10 a 3,35^Paardonboonen 5,40 a
ƒ5,70; Duivenboonen /5,904f/G,i5; Brufhcbooneu7,—
a ƒ7,70; Groene erwten 6,55Gele dito ƒ5,90
6,15Boekweit 7,-/a ƒ20.
--