MÏDDELBURGSCHE
C OU RANT.
Donderdag
19 Mei.
Na 79.
I
1864.
Editie van woensdag avond 4 ure.
Middelburg 18 mei.
Wij vernemen dat vrijdag a., s.,- des avonds tusschen
7 en 8-1- ure, door het muziekkorps van de stedelijke
schutterij alhier muziekstukken op de nieuwe wandeling
Bullen worden uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders van Leiden hebben,
ingevolge het verzoek der kommissie voor de internatio
nale tentoonstelling en wedstrijd van brandspuiten,
brandblusch- en brandreddingtoestellen alhier, om een
deskundige te benoemen ten einde deel uit te maken
der kommissie van beoordeeling der ingezonden voor
werpen, als zoodanig benoemd den heer P. G. Hout-
huysen, direkteur der brandblussching aldaar.
De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de
kommissarissen des konings in de provinciën eene cir-
kulaire doen toekomen, waarin hij de wenschelijkheid
aantoont van vereenvoudiging en besparing van noode-
loos schrijfwerk, zoo dit, zonder den geregelden gang
van zaken te verstoren, mogelyk is, te meer daar de
werkzaamheden aan de provinciale bureaux in den laat-
sten tijd door de invoering van nieuwe wetten zeer ver
menigvuldigd zijn. Van 's ministers kant is dan ook aan
zijn ambtgenoot van justitie voorgesteld en heeft deze
goedgevonden te bepalen, dat voortaan de kommissaris
sen des konings niet meer gekend zullen worden in het
verstrekken van kleeding- en liggingstukken of van
mobilair aan de gevangenissen, in welken zin deze minis
ter eene cirkulaire zal rigten aan de kommissarissen
des konings, terwijl hij de besturen der gevangenissen
zal uitnoodigen, die onderwerpen in het vervolg regt-
streeks met het departement van justitie te behandelen.
Bij eerstgenoemde cirkulaire wordt ten slotte verzocht
te overwegen, waar in de administratie verder vereen
voudiging aan te brengen zou zijn en de slotsom van het
onderzoek den minister te doen kennen.
In den afgeloopen winter werder de heeren J. F. Met-
zelaar, architekt te Rotterdam, C. Rochussen, lid van het
bestuur der koninklijke akademie van beeldende kunsten
te Amsterdam, en W. C. A. Staring, referendaris bij het
departement van binnenlandsche zaken, door den minis
ter uitgenoodigd, onderzoek te doen naar den toestand,
waarin zich het paleis voor volksvlijt te Amsterdam be
vond, alsmede naar het tijdstip der voltooijing van dat
gebouw en naar de geschiktheid er van tot het houden
van tentoonstellingen van nijverheid en kunst en andere
doeleinden. Wij vernemen, dat deze kommissie in het
laatst der maand april jl. een uitvoerig verslag, door drie
teekeningen toegelicht, aan den minister van binnen
landsche zaken heeft ingediend.
De Stoompost heeft dezer dagen een berigt medege
deeld, volgens hetwelk er plan bestond om de Noordzee
door middel van een van den hoek van Holland uitgaand
kanaal met 'sGravenhage te verbinden. Inde hoofdzaak
is dit berigt juist, doch het eigenlijke plan komt volgens
juiste information hierop neder. De aanleg van een kanaal
door het duin op 1000 ellen afstand van de zee, uitgaande
van den nieuwen Maasmond aan den hoek van Holland
en loopende bijna in regte lijn langs 's Gravesande,
Loosduinen, Monster enz. tot aan den Noordwal te 's Hage
tusschen de Veenlaan en den molen De prins van Oranje,
alwaar de haven of losplaats zou worden aangelegd. De
geheele lengte bedraagt 18 mijlen. Het kanaal zal van
de monding tot aan de sluis, aan te leggen op 500 ellen
van die monding verwijderd, 70 ellen breed zijn en van
de sluis tot aan de haven eene breedte van 30 ellen op
de waterlijn en 27 ellen in de geul hebben. In verband
daarmede bestaat mede het plan tot spoorwegverbinding
van het kanaal, Scheveningeu en 's Gravenhage van het
havenpunt af, en dus zonder doorsnyding van het bosch
naar Woerden, in regtstreeksche verbinding met den
Rijnspoorweg. {Rotterd. courant.)
Op voordragt van den minister van koloniën, heeft
Z. M. de koning onlangs magtiging verleend, om den heer
A. W. Kinder de Camarecq, oost-indiseh hoofd-ambtenaar
met verlof, laatstelijk resident van Bagelen (Java), in
kommissie te stellen, om zich achtervolgens te begeven
naar Weenen en Parijs, ter bijwoning van de proeven,
welke in eerstgenoemde stad en op sommige plaatsen in
Frankrijk zullen genomen worden met de ontdekking
van den heer Daniel Hooibrenk, betreffende eene kunst
matige bevruchting van granen en bewerking van vrucht-
boomen. De heer Kinder de Camarecq is uitgenoodigd,
om de toepassing der methode Hooibrenk zoo naauw-
keurig mogelijk gade te slaan bij die gewassen ofboomen,
waarbij de proeven het best gelegenheid zullen geven
om, bij analogie, zich een oordeel te vormen over de toe
passelijkheid van die methode in Indië, en om de noodige
kennis te verkrijgen tot eventuele bevordering van de
invoering van Hooibrenks uitvinding aldaar.
Reeds heeft de heer Kinder de Camarecq Weenen be
zocht, en is in de vorige week naar Frankrijk vertrokken.
Hierbij kunnen wij nog voegen, de van goederhand
bekomen mededeeling, dat, volgens de laatstelijk ont
vangen berigten, door den goeverneur-generaal van i
Nederlandsch Indië bevelen waren gegeven tot het nemen
van proeven, onder behoorlijk toezigt, met de methode
van Hooibrenk op Java. Die proeven zouden zich aan
vankelijk bepalen tot de rijstvelden, behoorende tot het
Tjipannas,inde Preanger-Regentschappen, maar zouden
bij eventuelen gunstigen uitslag, ook op andere plaatsen
en met koffijboonen enz. genomen worden.
(Haagsche cour.)
De Kamper courant verzekert, dat Z. K. H. de prins van
Oranje in het laatst dezer maand eenige dagen zal gaan
doorbrengen op bet kasteel van den graaf van Rechteren
Limpurg, in Twenthe.
Begunstigd door het heerlijkste zomerweder heeft
Naarden donderdag en vrijdag het gouden feest harer
bevrijding van bet fransche juk met luister gevierd. De
van alle gebouwen wapperende nationale, oranje en
stadskleuren, zoowel als vele zeer schoon versierde hui
zen maakten al dadelijk een prettigen indruk; vooral
blonken eenige kogels uit, die, tijdens het beleg in de
vesting geschoten, daarin later vastgemetseld en nu
verguld en met groen en oranje opgetooid waren. Dooi
de goede zorg der direktie en de medewerking van ver
schillende autoriteiten en korporatiën heeft men het
geheel programma uit kunnen voeren, en de schitterende
optogt, het fraai gedekoreerde feestterrein, waar de heer
Bamberg van 1 tot 4 en van 5 tot 7 uur verschillende
volksspelen dirigeerde, en het prachtig vuurwerk hebben
aller verwachting overtroffen. Ook de wandeling met
genoemden optogt over Huizen, Blaricum, Laren en
Bussum zal de aangenaamste herinneringen achterlaten,
zoowel bij de deelnemers daaraan als in die dorpen zelf,
waar zoo iets misschien nog nooit was gezien, daar de
optogt uit ongeveer driehonderd personen bestond, een
twintigtal kostbare en waarlijk rijke banieren droeg,
twee prachtige zegewagens met landbouw-werktuigen
en bloemen medevoerde, voorafgegaan werd door een
kavalkade en het muziekkorps der veld-artillerie uit
Utrecht, en gevolgd werd door een groot aantal rijtuigen
uit die stad en elders. Overal was de geheele bevolking
op de been, terwijl in Blaricum en Laren de gansche
stoet door de burgemeesters, de heeren de Jong en Velt-
liuizen, werd opgewacht en onthaald op melk of bier
naar verkiezing en a discrétion; ook luidden aldaar de
klokken zoo lang de optogt er vertoefde. Te Bussum
werd zij door het jeugdige, doch veel belovende muziek
korps Naarden's harmonie opgewacht en de stad weder
binnengeleid. Waarlijk, onder de steden die èn het onaf-
hankelijkheidsfeest op 17 november 11. èn den gedenk
dag harer eigen bevrijding hebben gevierd, was Naarden
niet de minste.
Het feest werd bijgewoond door den gepensioneerden
generaal J. P. baron de Girardde Mieiet van Coehoorn.
een der helden van den dag, die alhier herdacht werd.
Destijds 19 jaren oud en 2e luitenant der artillerie, deed
Coehoorn den vijand veel kwaad; hij bekwam zeven won
den en werd ten slotte, uitgeput en meer dood dan levend,
krijgsgevangen gemaakt Door den generaal werd tot
zijne oude wapenbroeders eene toespraak gehouden,
waarin bij inzonderheid wees op het noodzakelijke van
volkswapening, met het oog daarop, dat ons land alleen
bestemd is voor een verdedigenden oorlog, terwijl hij er
bijvoegde, dat volkswapening niets is zonder volksgeest.
Daarom oude wapenbroeders! dus eindigde hij is
het zoo goed, dat gij hier zijt zamengekomen; vijftig
jaren geleden hebt gij getoond dien geest waarachtig te
bezitten, die geest gloeit nog in uw binnenste, wordt
door deze feestviering in het licht gesteld. Deelt dien
mede aan het opkomend geslacht, vooral aan de jeugd
der hoofdstad, en ons vaderland zal sterk zijn tegen on-
verhoopten aanval, ja onverwinnelijk onder de leiding
van Oranje, onder den zegen Gods." (W. rott. cour.)
Uit Harlingen schrijft men ons 14 dezer:
Bij den toenemenden bloei van handel en zeevaart
wint de bevolking hier zoo sterk aan, dat er op den
12 dezer, den gewonen verhuisdag, ongeveer dertig
huisgezinnen zonder woning waren. Naar men zegt,
beraamt men daarom op nieuw plannen om eene ver-
eeniging van Almenum met Harlingen tot stand te bren
gen, opdat men beter in de gelegenheid kome tot aan
bouw van woningen, vooral ook nabij het spoorwegterrein.
„Als bewijs van dien bloei van den handel dient, dat
men gisteren per telegraaf nog eene boot uit Londen
moest ontbieden, daar er zulk eene groote menigte vee
was aangevoerd, dat de gewoonlijk varende booten Lion
en Thorbecke alles op verre na niet konden laden.
De engelsche boot Nora is dan ook heden hier gearri
veerd en met eene komplete lading vertrokken. De
boot Minister Thorbecke, die op'Hull vaart, liet nog eene
aanzienlijke partij vee achter.
Kerk- en schoolnieuvrs.
De belgische onderwijzersbond wil te Brussel een al
gemeen onderwijzers-kongres bijeenroepen, tot deelne
ming waaraan in zonderheid nederlanders zullen uitge
noodigd worden.
Gemengde berigten.
In het proces La Pommerais is het getuigenverhoor
afgeloopen. Het eenige nog meldenswaardige is de ver
schijning van den heer Hébert, chef der klinische school,
als getuige a décharge, met het betoog, dat bet rapport
der experts niets beteekende, daar uit de door ben geno
men proeven volstrekt niet te bewijzen zou zijn dat de
wed. de Pauw door middel van digitaline of ander ver
gift vermoord zou zijn geworden. De beide experts, bij
gestaan door de heeren Claude Bernard, Vulpian en
Bouley (die door het hof als deskundigen waren opge
roepen) leverden evenwel aan den heer Hébert een strijd,
waarin hij, volgens de mening van sommigen, op alle
punten van verschil werd geslagen, zoo dat men mag
aannemen, dat Je getuigenis van Hébert, waarvan de
beschuldigde zoo veel verwachtte, tot zijne verzwaring
heeft bijgedragen. Na een rekwisitoir van den advokaat-
generaal, waarbij tot schuldig verklaring werd gekonklu-
dcerd en de verdediging van den heer Lachand, heeft
de jurij gisteren dr. La Pommerais schuldig verklaard
aan vergiftiging van de wed. de Pauw, zonder verzach
tende omstandigheden. Het hof heeft daarop zijne ter
dood veroordeeling uitgesproken.
De fransche akademie had dit jaar den grooten prijs
toe te kennen, door den heer Bordin ingesteld voor den
besten geschiedkundigen arbeid, die aan zekere ver-
eischten beantwoordt. Thans heeft de akademie erkend
datde „Geschiedenis der engelsche letterkunde" de voor-
geschrevene verdiensten in zich vcreenigde, maar tevens
werd bepaald, dat de prijs dit jaar niet zou worden uit
gereikt. net schijnt dat deze vreemdsoortige leer is ge
volgd op aanstoken van den heer Dupanloup, bisschop
van Orleans. Dit besluit vindt trouwens zijn oorsprong
in het feit dat de schrijver van bedoeld werk, de heer
Taine, behoort tot de vrijdenkers, onder welken kring men
ook-telt de Wegren Littré en Renan, en anderen aan wel
ken atkeïsmuPwordt te laste gelegd.