in zijn voordeel zal worden uitgebragt; vervolgens bestreed bij den president en den expert dr. Tardieu, waarbij hij veel tegenwoordigheid van geest aan den dag legde. Overigens verdedigt hij zich voortdurend met buitengewoon talent. Bij gelegenheid dat een jeugdig zanger, Guglielmi, naar Potenza reisde om aldaar te zingen, werd hij door roovers overvallen. Zij waren op het punt hem te dooden, toen de zanger plotseling zijne schoone tenorstem ver hief en eene romance van Verdi zong. De roovers over zijne stem verrukt, lieten hunne wapenen vallen en weldra was de zanger de lieveling der bende, die hem om strijd blijken van sympathie gaf. Guglielmi verhaalt dikwijls lagchende deze episode uit zijn leven, maar op 25jarigen leeftijd is hij reeds geheel grijs, ten gevolge van den schrik, die hem bij zijne gevangenneming door de roovers had bevangen. Men verneemt dat dezer dagen te 's Hage eene voorbereidende bijeenkomst heeft plaats gehad tot oprigting van een genootschap, dat zich ten doel zou stellen om de dieren in het algemeen te vrijwaren tegen mishandeling en hun door gepaste middelen en wette lijke strafbepalingen bescherming te verzekeren. Vrijdag nacht werd in de sociëteit De vereeniging te 's Hage de feestvreugde zeer onaangenaam gestoord, daar een der sujetten van het daar werkzaam zijnde muziekgezelschap krankzinnig werd, en wel in zoo hevi- gen graad dat de policie zich van hem verzekeren moest. De ongelukkige is naar het krankzinnigengesticht over- gebragt. Zaturdag is te Parijs de baron Salomon Rothschild, zoon van den bekenden James, in den ouderdom van negen en twintig jaren overleden. In de telegrafische berigten uit Suez, voorloopig naar Europa overgeseind, is melding gemaakt van een nieuwen aanslag in Japan op het leven van een engelsch- man. Men verneemt thans uit Nagasaki hieromtrent het volgendeDe heer Sutton wandelde aldaar langs de straat, toen een japannees (ambtenaar met twee zwaar den) naar hem toe kwam en hem, zonder de minste aan leiding, een houw over het handgewricht toebragt, waarna de aanvaller een tweeden slag deed, om hem op het hoofd te treffen. De heer Sutton, dezen slag afwe rende, kreeg daardoor een houw over den arm, doch be hield tevens genoegzaam zijne tegenwoordigheid van geeft, om zijn aanrander een gevoeligen stoot te geven, waarop de japannees, na hem in der haast nog eene wonde te hebben toegebragt, zich in allerijl uit de voetenmaakte. De heer Sutton heeft een buitengewoon zwaar bloedver lies geleden en er bestond, bij de afzending van het be- rigt, gevaar voor zijn leven. Zondag der vorige week had te Druten een voorval plaats, dat ernstige gevolgen had kunnen hebben. Een ingezeten moest op reis met de nijmeegsche boot, maar wilde vóór hare aankomst de godsdienstoefening in de roomsch kath. kerk waarnemen. Uit voorzorg had hij iemand verzocht hem te waarschuwen, als de boot in het gezigt was, daar de aanlegplaats een weinig van het kerkgebouw verwijderd was. Die persoon kwam dan ook waarschuwen, door hem iu het oor te fluisteren: „ik zie den rook al, kom gaauw kom gaauw!" Dat werd door anderen gehooi d, en wekte het vermoeden van een brand op, dat zoo zeer toenam, dat er geen twijfel overbleef, of er was brand, zoo dat een alarm begon om het kerkgebouw te verlaten. Allen schoten in allerijl naar de uitgangen en liepen elkander omver. De pastoor was ook ontsteld, velen vielen flaauw, en alligt hadden er dooden kunnen vallen, zoo groot was de verwarring. Toen men in de open lucht kwam, kon men nergens brand bespeuren, maar alleen den sterken rook uit den schoorsteen van de nijmeegsche boot. Te St. Willebrord (België) hield men sedert eeni- geu tijd een bakker verdacht van vergiftige bestanddee- len in zijn brood te mengen. De policie deed eindelijk huiszoeking en vond in den kelder een£ flesch met zoo genaamde blaawwe aluin op water gezet. Brooden en deeg werden in beslag genomen en aan het onderzoek van een scheikundige onderworpen, die er zwavelzuur in vond, doch in zeer geringe hoeveelheid, zoo dat deze weinig of geen gevaar voor de gezondheid opleverde. Volgens de wet van 1829 op het vermengen van eetwaren met scha delijke bestanddeelen, heeft de korrektionnele regtbank te Antwerpen bedoelden bakker verwezen tot tweejaren gevangenisstraf,425 franks boete,de kosten van het proces, aanplakking van het vonnis en berooving van zijn patent gedurende zijnen straftijd. Verkoopingeit en aanbestedingen. Jl. zaturdag zijn alhier ten verkoop aangeboden de navolgende perceelen: I. Eene hofstede, genaamd Leliendale, gelegen in de gemeente Sint Laurens, be staande in woonhuis, schnnr en verderen timmer, met 8 bund. 99 roed. 2 ell. houw- en weiland. Verkocht voor ƒ11.657. II. 76 roed. 10 ell. bouwland. Verk. voor ƒ1055. III. 69 roed. 40 ell. bouwland. Verk. voor ƒ1175. IV. 64 roed. 40 ell. bouwland. Verk. voor/1076. V. 68 roed. 70 ell. bouwland. Verk. voor ƒ1130. VI. 36- roed. 80 ell. bouwland. Verk. voor ƒ610. VII. 38 roed. 10 ell. bouwland. Verk. voor ƒ651. VIII. 85 roed, 90 ell. bouwland. Verk. voor ƒ1100. IX. 86 roed. 40 ell. bouwland. Verk. voor ƒ1000. X. 54 roed. 20 ell. bouw land. Verk. voor ƒ690. XI. 1 bund. 33 roed. 90 ell. bouwland. Verk. voor ƒ1590, XII. 65 roed. 90 ell. weiland. Verk. voor ƒ850. XIII. 1 bund. 27 roed. 90 ell. weiland en sprink. Verk. voor ƒ920. XIV. 1 bund. 14 roed. 60 ell. weiland. Verk. voor ƒ805. XV. 47 roed. 60 ell. bouw land. Verk. voor ƒ455. XVI. 91 roed. 80 ell. weiland. Verk. voor 860. XVII. 3 bund, i roede 40 ell. weiland en sprink. Verk. voor ƒ2200. XVIII. 2 bund. 25 roed. 82 ell. weiland en sprink. Verk. voor ƒ1725. XIX. 1 bund. 55 roed. 70 ell. bouwland, Verk. voor ƒ1700. XX. 2 bund. 32 roed. 38 ell. weiland en sprink. Verk. voor ƒ1613,80. XXI. 1 bund. 99 roed. 35 ell. weiland en sprink. Verk. voor ƒ1331. XXII. 1 bund. 49 roed. 10 ell. bouw land. Verk. voor ƒ1610. XXIII. 1 blind. 74 roed. 10 ell. weiland. XXIV. 67 roed. 20 ell. weiland. Beide te zamen verk. voor ƒ2511. XXV. 37 roed. weiland, Verk. voor ƒ470. Theriiiometerstand. 14 mei 's av. 11 u. 49 gr. 15 mei 'smorg.lu.öö 'smidd. lu.67 gr.'sav.ll u.54gr. 16 's morg. 7 u. 58 's midd. 1 u. 69 gr. Staten generaal. TWEEDE KAMEH. Zitting van vrijdag 13 mei. Behandeling van onderschei dene wetsontwerpen. In de eerste plaats werd behandeld het wetsontwerp tot het verleenen eener toelage voor werkelijk verblijf in mili taire dienst in 'j rijks ooerzeescie bezittingen aan officieren van het legerhier te lande gepensioneerd wordendehetwelk na eene korte beraadslaging met algemeene stemmen werd aangenomen. Vervolgens werd beraadslaagd over het ontwerp tot inkoop en amortisatie van rentegevende nationale schuld. De minister van financiën verklaarde thans niet te kunnen antwoorden op eene in het verslag gedane vraag, of de minister ook eenige inlichting zou kunnen geven omtrent het besteden der sommen, die op de staatsbe- grooting voor 1864 voor schuld-amortisatie zijn toege staan, en wel omdat de bekendheid met de nog te besteden sommen eenigen invloed op de beursprijzen zon kunnen uitoefenen. Overigens deelde de minister mede dat met de nederlandsche bank eene overeenkomst is gesloten tot verkoop van gebouwen. Indien de wet tot goedkeu ring daarvan aangenomen wordt, kan het cijfer van amortisatie uit het fonds der domeinen, met ƒ200.000 worden verhoogd; in dit vooruitzigt dus wijzigt de minister het tegenwoordig wetsontwerp zóó, dat de sommen met ƒ200.000 worden verhoogd. Het wets ontwerp is daarop aangenomen met 51 tegen 3 stemmen, van de heeren Gevers Deynoot, van Nispen van Sevenaer en Luyben. Na eene korte inlichting van den minister van oorlog is nog met algemeene stemmen goedgekeurd het wets ontwerp tot vaststelling van uilgaven wegens verstrekkingen door het departement van oorlogvoor 1864. De heer Dirks heeft nog rapport uitgebragt namens de kommissie, belast met het onderzoek der stukken van den heer Stieltjes over den aan te leggen spoorweg op Java. De konklusie strekt om het rapport te doen druk ken en vonddeelen, en bij afschrift aan den minister van koloniën te verzenden. Zitting van zaturdag 14 mei. Behandeling van verschil lende wetsontwerpen. Bij de behandeling van het wetsontwerp tot definitieve vaststelling van hoofdstuk III A der staalsbegrooting voor 186 t» (departement van buitenlandsche zakenbe toogde de heer Godefroi dat de tijd, gedurende welken deze minister aan het bestuur is geweest, te kort is, om met hem in eene diskussie over buitenlandsche politiek te treden. Toch wil spreker eenige wenschen kenbaar maken. In de eerste plaats wat betreft den inhoud en de wijze van openbaarmaking der konsulaire berigten, waarin hij verbetering wenscht ten gerieve van belang hebbenden, handel en scheepvaart. Vooral gelooft hij dat de tijd thans daar is om meer openbaarheid te geven aan diplomatieke stukken. Heeft men b. v., vraagt spre ker, door de regering iets vernomen van het verhandelde in de bondsvergadering, hoewel men daarbij groot belang had? "VVelligt is echter dit stilzwijgen te wijten aan de houding van onzen gezant te Frankfort, waardoor, vooral in de sleeswijk-holsteinsche kwestie geheimhouding beter geoordeeld werd. Als model van goed geredigeerde konsulaire rapporten wijst hij op de belgische. Misschien is het gebrekkige in onze rapporten te wijten aan het gemis van rigtige instruktiën voor onze konsuls, alleen thans nog berustende op een verouderd rapport van 1846, terwijl ook de wijze van openbaarmaking veel te wenschen overlaat, waarbij spreker wijst op het Recueil consulaire in België. Ten tweede behandelde spreker de uitleverings-trak- taten gesloten naar aanleiding der vreemdelingen wet van 1849, waarbij hij vroeg waarom met eenige staten zulke traktaten tot dusver nog niet gesloten zijn, hetgeen z. i. in het vervolg tot moeijelijkheden aanleiding zal kunnen geven. Zoo dringt spreker aan op traktaten met Rusland, Spanje en Engeland. Ten derde wenscht hij eene spoe dige intrekking van liet traktaat met.Hannover van 1817 en ten vierde verlangde hij afschaffing van de publikatie van 1805 op de quarantaine, maar tevens dat de regering daarvoor andere en betere bepalingen in de plaats zou stellen. Speciaal betoogde hij dat het hier eene interna tionale zaak geldt. De heer de Kevcrberg beschouwde deze begrooting niet geschikt om politieke vraagstukken te behandelen. Maar hij kan toch niet nalaten aan te dringen dat toch Limburg nu eeus outslageu worde van den band, die het met den duitschen bond vereenigt. Hij hoopt dat de re gering op bet kongres te Londen dit belang en het oog zal hebben gehouden. Ook verlangt spreker dat het be lang van Nederland niet verwaarloosd zal worden, bij het plan der zwitsersche regering om een spoorweg over de Alpen aan te leggen, maar dat Nederland zal behan deld worden als de meest begunstigde natie. De heer de Bieberstein drong insgelijks aan om Limburg van den duitschen bond los te maken. De heer Dirks ondersteunde den wensch van den heer Godefroi met betrekking tot eene verbetering in de konsulaire rapporten, die vooral voor de landprovinciën van groot nut kunnen zijn. De heer Blom verlangt insgelijks verbetering der konsulaire rapporten en keurde goed dat het konsulaat te Havanna voortaan onbezoldigd zijn zal. Hij wees er ook op, dat de konsuls onderrigt behooren te zijn van al hetgeen hier te lande op het gebied van handel en scheepvaart voorvalt. Ten slotte wees hij op het hooge belang van afschaffing der rijntollen. De heer Dumbar beweerde dat konsulaire agenten in het buitenland meer diensten kunnen bewijzen dan diplo matieke, hoewel men daaruit ten onregte afleidt, dat hij alle diplomatieke missiën zou willen opheffen. De heer van Goltstein wenscht in geene diskussie over algemeene staatkunde te treden, maar vraagt welke de houding van Nederland voor Limburg geweest is in de duitsche bonds vergadering bij het benoemen van een gezant voor de Lonclensche konferentie. Het schijnt dat Nederland tot die benoeming heeft medegewerkt, hetgeen spreker in verschillende opzigten bedenkelijk zou achteu. De heer Heemskerk Az. besprak de konsulaire regtspraak en toonde aan dat eene wettelijke regeling van dit onderwerp hoogst noodig was. Hij vroeg derhalve of men daarmede reeds was aangevangen. Speciaal wees hij op geschil- 'len, die kunnen ontstaan bij inscheping en vervoer van emigranten. De heer van der Linden zeide geen voorstan der te zijn van het sluiten van uitleverings-kontrakten. Alleen wanneer het ons belang geldt moet dit geschie den, en dan nog met de meeste behoedzaamheid. Vooral ziet hij geen nut in een traktaat met Rusland. Is eens een schavuit in Rusland, welnu hij blijve er, dan is meu hem hier kwijt. Ten slotte beweerde spreker dat de publi katie van 1805 op de quarantaine bad behooren te zijn afgeschaft. De heer Heijdenrijck behandelde 1. het handelstraktaat met Frankrijk, en gaf in overweging thans daaraan de aandacht te wijden; 2. het verworpen trak taat met Zwitserland en vroeg, of in de wetgeving van dit land meer verdraagzame beginselen zullen opgeno men worden; 3. de beurzenstichtingen in België, en 4. het sluikhandeltraktaat met Pruissen, waarbij hij in overweging gaf dat riaktaat in overeenstemming met Pruissen te doen vervallen. De heer van Eek acht het wenschelijk alleen de punten te behandelen, wier behan deling nuttig kan zijn. Hij besprak daarom alleen de vraag over de al of niet toetreding van Nederland tot het outworpeue vrede-kongres te Parijs en vroeg, zoo de tijd gekomen zal zijn, daaromtrent het meest moge lijke licht en de meest mogelijke publiciteit. Voorts be handelde hij de zaken in Japan, waarbij hij betoogde dat z. i. reeds genoegzaam aatisfaktie was verkregen met betrekking tot het gebeurde met de Medusa. Hij wenscht niet te veel te hechten aan dat stelsel van „volle satis- faktie" en zoo veel mogelijk een oorlogstoestand te voor komen. De heer van Nispen van Sevenaer behandelde insgelijks het sluikhandelstraktaat met Pruissen. De minister van buitenlandsche zaken behandelde vooreerst de noodzakelijkheid van meerdere publiciteit met diplomatieke stukken. Hij was van oordeel, dat eene

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2