S Jl li li Guitcnlanö. wederspannig aan de wet te verklaren, met veroordee ling in de kosten. Ten aanzien der beide eerste beschuldigden heeft het de schuldigverklaring aan het hun ten laste gelegde feit geëisclit en veroordeeling tot de bij de wet bepaalde straffen (tuchthuisstraf van vijf tot tien jaren). De verdediger der twee eerste beschuldigden mr. A. J. van Eekelen heeft gekonkludeerd tot de toepassing van het minimum der bij de wet van 29 junij 1854 opgelegde straf, namelijk eene korrektionele gevangenisstraf van drie maanden. De uitspraak, ook omtrent het eerst genomen rekwisi- toir, is bepaald op heden over acht dagen. In een volgend nommer komen wij op de behandeling dezer zaak nader terug. Jakob Corstanje, oud 39 jaren, koopman te Sint Anna- land, stond jl. zaturdag voor het provinciaal geregtshof in Zeeland teregt, ter zake van medepligtigheid aan diefstal gepleegd met binnenbraak, door het helen, ver bergen en ten eigen bate aanwenden van het gestolene. De beschuldigde heeft, volgens de processtukken, in den loop der maand junij 1862 van Jannetje van Dijke, destijds oud 15 jaren, naaister te Sint Annaland, aange nomen en ten eigen bate aangewend een bankbiljet van ƒ300, hetwelk zij, öf met behulp van een door den beschuldigde verschaften valschen sleutel, óf door het op zijn raad opligten der kap en het verwringen der deuren, uit het kabinet haars vaders had ontvreemd, zoo dat de beschuldigde bekend was met de wijze waarop de diefstal was gepleegd. Genoemde Jannetje van Dijke kwam, volgens hare verklaringen, meermalen ten huize van den beschuldigde, van wien zij somtijds eenige goederen op rekening kocht en van tijd tot tijd betaalde. De beschuldigde, geld noodig hebbende en wetende dat de vader van het meisje in het bezit was van gelden, verzocht haar, onder aanwijzing der daartoe te bezigen middelen, een bankbiljet voor hem weg te nemen, onder belofte het binnen veertien dagen te zullen terug geven. Toen zij aan het verlangen had voldaan kreeg zij ter belooniug vier ellen molton ten geschenke. De voorstelling der zaak door den beschuldigde is evenwel anders. Hij ontkende alle medepligtigheid aan den diefstal en gaf voor in de maand junij 1862 van het meisje te vorderen gehad te hebben eene som van onge veer 101 voor geleende gelden en geleverde goederen, en daarvoor dat bankbiljet van haar te hebben ontvangen. De van het bankbiljet na aftrek dier schuld overschie tende som van ƒ199 zou hij hebben bewaard, om later te verrekenen. Toen het feit uitkwam had hij, volgens zijne opgave, achtereenvolgens reeds zoo veel aan de dochter geleend en geleverddat behalve de genoemde som van 199 hij nog een bedrag van 138 had te vorderen, van welk een en ander hij eene specifieke rekening bij het hof heeft overgelegd. De vader van het meisje schijnt na de vermissing van het bankbiljet daarvan ter wille zijner dochter te hebben gezwegen. Toen evenwel geruimeu tijd later de veld wachter ten zijnent navraag deed naar een zilveren rijg- penuerje, hetwelk in de woning des beschuldigden ver mist werd, deelde van Dijke de vermissing van het bank biljet mede, nadat de veldwachter hem vooraf van de straffeloosheid zijner dochter verzekerd had. Ook heeft de beschuldigde van Dyke aangemaand tot betaling der som van ƒ138 ter voldoening van het door zijne dochter nog verschuldigde. Daar echter aan van Dijke noch van de beweerde geldleening, noch van de levering op krediet aan zijne dochter iets bekend was, werd die voldoening bepaaldelijk geweigerd. Het openbaar ministerie achtte het den beschuldigde ten laste gelegde feit, niettegenstaande de ontkentenis, wettig bewezen. De prokureur-generaal rekwireerdo mitsdien de schuldigverklaring en veroordeeling van den beschuldigde tot de bij de wet bepaalde straf, zijnde eene tuchthuisstraf van vijf tot vijftien jaren. De "verdediging werd voorgedragen door mr. W. C. Borsius, die wegens gebrek aan wettig bewijs tot vrij spraak konkludeerde. Gisteren heeft het hof uitspraak gedaan. Het heeft den beschuldigde schuldig verklaard en hem met toepas sing der verzachtende wetsbepaling van art. 9 der wet van 29 junij 1854, uithoofde van zijn vroeger onbespro ken gedrag veroordeeld tot eene korrektionele gevan genisstraf van driejaren en in de kosten van het geding. Wij vernemen dat de beschuldigde zich van dit arrest 'in kassatie zal voorzien. De ads'okaat-generaal bij het provinciaal geregts hof in Overijssel moet in raadkamer het ontslag van alle regtsvervolging gerekwireerd hebben van den gewezen predikant van Rijn: en wel op grond, dat het eerste feit waarvan hij beschuldigd is onbewezen zou zijn en het tweede niet tot de kompetentie van den nederlandschen regter zou behooren; terwijl alleen het derde punt, de aanklagt wegens omkooping van den cipier der gevan genis, zou te behandelen wezen. CJemeisgile berlgtcn. Aan de hoogeschool te St. Petersburg studeren thans ongeveer dertig jonge dames, om zich in de geneeskunde te bekwamen. Jl. zaturdag is het raadhuis te Enschede plegtig in dienst gesteld. Na eene rede van den burgemeester, las de sekretaris een verslag voor van het voorgevallene sedert den brand tot nu toe. In de stad Horn, hertogdom Lippe-Detmold, is jl. zaturdag in een bakkerswinkel brand ontstaan, ten gevolge waarvan 50 huizen, alsmede het schooue raad huis, in de asch werden gelegd. Maandag is te Parijs voor het hof van assises van het departement der Seine de behandeling aangevangen van het proces tegen den geneesheer graaf Couty de la Pommerais. Ilij wordt beschuldigd zijne maitresse, de wed. de Pauw (wier leven hij bij a'cht assurantie-maat schappijen verzekerd had voor 550.000 franks, met overeenkomst dat hij na haar overlijden in het bezit dier som zou gesteld worden) en zijne schoonmoeder, me vrouw de wed. Dubizy, door middel van digitaline vergiftigd te hebbeu. In de eerste zitting heeft hij niet alleen alles ontkend, maar staande gehouden dat er geene vergiftiging heeft plaats gehad, waarvan hij aan bood als geneeskundige het bewijs te leveren. De opkomst van het publiek was ongemeen talrijk. Dings- dag is het verhoor voortgezet. Ter teregtzitting waren o. a. als bewijsstukken voorhanden verschillende bokalen, welke een gedeelte der ingewanden, van de maag en het hart der weduwe de Pauw bevatten, alsmede eenige kistjes pharmaceutische zelfstandigheden. Door het hoofd van het gemeentebestuur eener kleine plaats in Duitschland, werd dezer dagen de volgende snedige verordening uitgevaardigd: „Vermits het ons ter oore is gekomen, dat het vee in de stallen met bran dende sigaren en pijpen wordt gevoederd, zoo wordt mits deze ter openbare kennisse gebragt, dat eene derge lijke handelwijze in 't vervolg strengelijk is verboden, op eene boete van 30 kreuzer. Eene belooning van 50 thaler wordt uitgeloofd aan dengene door wiens verkla ringen de stichter van den op 4 januarij jl. hienter stede plaats gehad hebbenden brand zal worden uitgevonden, ten fine van voorbeeldige straffe. Eene zelfde beloo ning zal worden toegekend Vooriederen brand, die in de toekomst hier ter stede door moedwillige brandstichting mogt ontstaan; de uitgeloofde sommen uit te keeren door de stedelijke brandkas. Als een staaltje hoever de amerikanen het met de uitvinding van canards reeds gebragt hebben, kan het berigt dienen, dat Crockett, de bekende dierentemmer, naar het voorbeeld van Blondin, de Niagara passeren zal over een koord, tusschen de beide oevers gespannen; hij zal den overtogt evenwel niet te voet doen, maar gezeten op een daartoe afgerigten leeuw. En als of die canard nog niet gekruid genoeg ware, voegt het berigt er bij, dat de bedoelde leeuw een volgende maal zijn meester in den muil zal nemen om hem aldus langs het koord naar de overzijde te dragen Reizigers, die in den nacht van jl. vrijdag op zaturdag van Neustrelitz naar Berlijn reden, verzekeren dat de glasruiten der diligence bevroren waren. Den 7 mei! Op 1 januarij dezes jaars bevonden zich in het bagno van Toulon 3088 veroordeelden, waarvan 669 levenslang. In den tuin der Tuileriën had zondag het feest plaats, door de Société du prince impérial ingerigt. De entréeprijs was voor ieder kind op 5.20 fr. bepaaldde ouders hadden vrije entrée. Het feest begon ten 2 ure, en binnen een half uur hadden de kinderen, die in groo- ten getale waren opgekomen, het buffet leeggeplunderd, ofschoon dit de geheele laan langs de straat Rivoli be sloeg. Allerlei vermakelijkheden waren er aangebragt^ en twee muziekkorpsen speelden dansmuziek. De kei zerlijke prins woonde het feest slechts kort bij hij ver scheen precies ten 2 ure en opende het bal met eene der kleine dames uit zijn gevolg. Ten 5 ure was het feest afgeloopen. Eerstdaags zal te Londen zekere heer Samuel Crow- ther als priester en zendeling der anglikaansche kerk geordend worden. Deze leeraar is een neger, die lange jaren slaaf is geweest. Engelsche zeelieden hebben in der tijd zijne vlugt begunstigd en hem op hun schip opgenomen. Daar leerde hij den bijbel kennen, om, na eenig onderrigt te hebben ontvangen, zijn geheele ver der leven aan de zendingszaak op Afrika's westkust te wijden. Na zijne ordening vertrekt hij, als hoofd der anglikaansche kerken op die kust, weder derwaarts. In de Entre-acte wordt gemeld, dat in de afgeloopen week in de zaal van Ad. Sax eene repetitie heeft plaats gehad van verschillende nieuwe kompositiën van den heer Dunkier, direkteur van de stafmuziek van het rege- ment grenadiers en jagers te 's Gravenhage. Het muziek korps van de parijssche garde, onder direktie van den heer Paulus, heeft, verschillende groote fantasiën van den heer Dunkier uitgevoerd, onder anderen die op motieven van Mozart's Don Juan, welke zeer geroemd werd. De heer Dunkier ontving de sprekendste bewijzen van erkenning van alle aanwezigen, waaronder men generaal Mcllinet, George Kastner, Dufresne, Magnier en verschillende kapelmeesters van muzijkkorpsen van het leger,opmerkte. Maandag middag is het lijk van den beroemden komponist Meijerbeer op plegtige wijze ter aarde besteld. De lijkkist was met bloemen en kransen getooid, waar onder kransen van de koningin en van prinses Friedrich Karl. Groot was het aantal belangstellenden, dat bij de plegtigheid tegenwoordig was, o. a. prins George, prins Radziwill, graaf Redern, de fransche gezant, vele man nen, uitmuntende in kunsten en wetenschappen, en tal van kommissiën. Het personeel der opera opende de plegtigheid met een door den overledenen gekomponeer- den treurzang en de Breslauer rabbijn Joel hield de lijk rede. Op een met palmen getooiden lijkwagen, vooraf gegaan door een muzijkkorps en door een ontzettenden stoet gevolgd, waarbij de gala-rijtuigen van het hof, werd het stoffelijk overschot gevoerd naar het israëlitische kerkhof. Voor het opera-gebouw, waar de treurvlag was uitgestoken, werd bij het voorbijtrekken van den lijkstoet door het personeel der opera nog een koraalzang aange heven. Des avonds heeft eene voorstelling in het opera gebouw plaats gehad. Meteorologische waarnemingen» gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 2 ure. Mei 1864. Wind. 8 j j j Barometer bij Oo. Thermometer! sg s= a a 3 *i< C4 .5 bt) Aanmerkingen. 1 N.t.w.i 3 768.0 12 4 0.69 7.64 0.0 ligtbew.inden.reg. 2 W.NWI 8 755.9 11.8 0.92 9.78 6.5 betrokken regen. 3 No.t.0.j 5 756.5 9.0 0.90 8.20 80 betrokken regen. 4! Z.ZO. 5 761.0 12.4 0.65 7-34 4.0 bewolkt. 5 ZO.t.O.j 4. 762.9 14.4 0.53 6.6S 0.0 helder heijig. GlZO.t.O.i 4 762.4 16.2 0.64 8.94 0.0 helder heijig. 7(N. NW. I 5 75S.2 11.2 0.90 9.42 0.0 bewolkt regen. Therm omctcrstaml. 11 mei 's av. 11 u. 54 gr. 12 mei 's morg. 7 u. 54 'smidd. 1 u. 68 gr. 's av. 11 u. 57 gr. 13 's morg. 7 u. 56 's midd. 1 u. 67 gr. Algemeen overztgt. We kennen thans eenigzins meer uitvoerig de voor waarden van de schorsing der vijandelijkheden uit het besluit der konferentie, zoo als die in het officiële dagblad der pruissische regering is bekend gemaakt. Zij zijn de volgende: Er wordt een schorsing van vijandelijkheden aange gaan, zoowel te land als ter zee, gedurende eene maand, aanvangende den 12 mei. Van dien dag wordt de blokkade door Denemarken opgeheven, terwijl Pruissen en Oostenrijk zich verbin den, gedurende den tijd waarover het verdrag loopt, om in de door hunne legers bezette gedeelten van Jutland geenerlei beletsel te veroorzaken aan de openbare ge meenschap, aan de middelen van vervoer, noch aan een regelmatig bestuur, en geene enkele oorlogsbelasting te heffen, maar integendeel alles te betalen wat aan de troepen, die in de tegenwoordige strategische posities blyven, versterkt wordt. De oorlogvoerende partijen zijn overeengekomen dat zij wederkeerighunnemilitaire posities te land en ter zee zullen blij ven behouden en dat zij niets zullen aanwènden om dezen gedurende de wapenschorsing te versterken. Nu de schorsing der vijandelijkheden werkelijk is tot stand gekomen, betwisten de mogendheden zich de eer van daartoe het meeste te hebben bijgedragen. De engel sche dagbladpers beweert dat de bedreigingen van tus- schenkomst ter zee vooral tot het verkregen resultaat hebben geleid; van elders wordt de stelling vooropgezet dat Rusland Denemarken heeft weten over te halen om in de voorwaarden tot het verdrag te berusten, en te Parijs verheugt men zich in het denkbeeld dat de demar ches van Frankrijk direkt bij Pruissen gedaan, op het laatste oogenblik in de weinig toenaderende gezindheid

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2