Sugqonöcn stukken. 0n;c Ccestflfrl. duitsche mogendheden gesteund, en er is voor het oogen- blik nog niet veel grond om te onderstellen dat Dene marken dit punt zal prijs geven. Men tracht thans met opzigt tot deze kwestie eenige toenadering te verkrijgen, alvorens met de bijeenkomsten voort te gaan, en dit is de oorzaak dat de zitting tot maandag is verdaagd. Zóó althans wordt van onderscheidene zijden verzekerd. Ook met. het artikel in de Daily news, hetwelk wij hier onder aanhalen komt deze lezing overeen. Met zekerheid is er echter niets omtrent den loop der onderhandelingen bekend, want, gelijk men weet, worden de beraadslagingen geheim gehouden. Lord Grey verklaarde dit gisteren nog in het engelsche lagerhuis en was dus ook niet be reid aan den heer Disraëli, die hem daartoe had uitge- noodigd, de redenen op te geven waarom de zitting tot maandag verdaagd was. Inmiddels heeft de verdaging der konferentie reeds tot allerlei verontrustende geruchten en tot vrij hevige uitvallen der engelsche dagbladpers waaromtrent we naar de rubriek „Engeland" verwijzen aanleiding gegeven. Men zal zien dat vrij ondubbelzinnige bedrij- gingen daarin niet gespaard zijn. Maar wat beteekenen thans nog de bedreigingen van Engeland? Wie hecht daaraan tegenwoordig nog eenig gewigt? De wensch om de denen te hulp te komen heeft zich al zoo lang luide geuit in het parlement, op meetings, in de dagbladpers. Ook de daarbij gevoerde taal was krachtig en dreigend, maar bij woorden alleen is het gebleven. Laat ons echter Engeland niet al te hard vallen. Voor de juistheid van het besef zijner overmagt bestaat wei- ligt meer grond dan men oppervlakkig meenen zou. Waut wie zal zeggen of niet reeds tusschen Pruissen en Frankrijk een geheim traktaat is gesloten, waarin bepalingen voorkomen die Engelands vreesachtige hou ding voor een groot deel regtvaardigen Ondertusschen, ook Pruissen dreigt. Het dreigt 0, ramp! dat het zijne gevolmagtigden van de konfe rentie zal terug roepen, zoodra het sein tot het vertrek der engelsche vloot, met een vijandelijk oogmerk, gege ven is.* Of een dergelijke maatregel waartoe het dan zeker hoog tijd zou worden wel zeer te betreuren zou wezen, vergunnen' wij ons voor het oogenblik nog in twijfel te trekken. In Jutland gaat de vijand voort met korte wetten te maken. Alle overheidspersonen die niet gewillig bevon den worden tot het omslaan der door den generaal von Wrangel gevorderde oorlogs lcontributiën, worden gear resteerd en over de grenzen gebragt. De burgemeester van Horsens behoort tot deze gelukkigen en bevindt zich thans te Rendsburg in verzekerde bewaring. Engeland. Ten bewijze van de zich meer en meer ontwikkelende gezindheid in Engeland, behoeven wij slechts een paar citaten uit de engelsche dagbladen van de laatste dagen aan te halen. De Morning post schreef 11. woensdag: „De publieke opinie in Frankrijk en Engeland verlangt dat onverwijld maatregelen genomen worden om aan de aanvallen der pruissen en oostenrijkers een einde te maken. Ook zon der medewerking van Frankrijk, moet Engeland de denen bijstand verleenen. Het vertrek der kanaal-vloot naar de Oostzee zou aan Engeland de grootste voldoe ning verschaffen." En den zelfden dag las men in de Daily newsDe kwestie van den wapenstilstand heeft geen enkele stap voorwaarts gedaan. De aanmatiging der duitsche rijken is steeds toegenomen en hunne eischen zijn na de laatste zitting-der konferentie tot eene zoo buitensporige hoogte geklommen dat de aanneming onmogelijk is geworden. Oostenrijk en Pruissen verlangden alleen de opheffing dei- blokkade en ten wille van den vrede zou deze welligt zijn toegestaan, maar thans zijn nieuwe eischen op den voor grond getreden. Het is zeer twij felachtig of de konferentie maandag zitting zal houdeu, maar zoo zij bijeenkomt, zullen de duitsche mogendheden andermaal met nieuwe voorstellen voor den dag komen, ten einde den tegen- woord igen toestand te doen voortduren. De uiteendrijving der meeting in Regenlspark heeft de vrienden van Garibaldi niet afgeschrikt. Tegen heden hebben zij op nieuw eene bijeenkomst belegd op Prim rose hill, waartoe vele invloedrijke personen uit de city en parlementsleden verklaard hebben te zullen toetre den. Het komitee heeft plan thans het nemen van een besluit voor te stellen, waarbij als het gevoelen der ver gaderden wordt uitgedrukt, dat Garibaldi, geenszins om redenen van gezondheid, maar onder den invloed dei- regering, zich verwijderd heeft, en dat het goevernement bij het beletten der eerste meeting op zeer inkonsti- tutionele wijze is te werk gegaan. Sïeeswijk-ïloïstciïï Het lioofd-komitee der vaderlandsgezinde vereeni- gingen in Slees wijk-HoIstein heeft het volgende manifest openbaar gemaakt. „Sleeswijk-kolsteiners „Ditmaal is het u niet geoorloofd geweest zelve uw vaderland gewapenderhand te verlossen, maar uwe duit sche broeders hebben hun bloed voor uwe vrijheid vergoten. De heldhaftige aanval der pruissen op de dup- peler schansen heeft aan de deensche overheerscliing in Slceswijk-Holsteiu den genadeslag toegebragt. Thans staat het in uwe magt te zorgen dat de pennen dei- diplomaten niet doen verliezen hetgeen door het duitsche zwaard verkregen is, te verhoeden dat vreemde mogend heden over het lot van duitsche staten beslissen. Het is alzoo uw heiligste pligt uwen onverzettelijken wil op de krachtigste wijze voor God en de mensclien uit te spre ken. In de laatste dagen van het vorige jaar hebt ge op Holsteins naauwelijks bevrijden grond plegtig gezworen uwe nationale regten onwrikbaar te handhaven. Na de bevrijding van Sleeswijk moet ge u thans, volgens de gebruiken onzer voorvaderen, 6p nieuw in het midden punt der hertogdommen aan de oevers van den Ieder vereenigen om over het heil des vaderlands te beraad slagen. „Gij moet ten aanlioore van Europa de plegtige ver klaring afleggen, dat geen bevel eener vreemde mogend heid in staat zij u ooit weder onder het hatelijke juk der denen te doen buigen, dat geenerlei beslissing omtrent de toekomst van Sleeswijk-HoIstein kunne genomen worden, zonder dat men aan uwe stem in den raad der natiën gehoor verleene. Welke opofferingen het vader land ook van u moge eischen, gij zult ze met vreugde brengen. „Lever dan het bewijs uwer gezindheid en verzamel u alle binnen de muren van Rensburg van waar graaf Gerhard de Groote [1386] vertrokken is om de denen te bedwingen. Naar Rendsburg! Dat dit de algemeene kreet zij van de Elbe tot Königsau. Sleeswijk-Holsteii^ verwacht dat niemand op deze bijeenkomst zal ontbreken!" Mijnheer de redakteur! Uw geacht dagblad ook de strekking hebbende om zaken waarbij het publiek belang betrokken is,' wereld kundig te maken, ten einde zoo doende te trachten dat belang te bevorderen, zoo néémt men de vrijheid door middel van uw blad de aandacht te vestigen op het groote ongerief dat er bestaat door de twee klassen waarin de omnibussen van Middelburg op Vlissingen zijn verdeeld, en welk ongerief voornamelijk ondervonden wordt door dat gedeelte van het publiek dat niet alleen buiten staat is om 50 cent voor de le klasse maar soms ook bezwaar lijk om de 30 cent voor de 2e klasse te betalen. Om dit te verduidelijken zal het genoegzaam wezen om onder velen op een paar voorbeelden te wijzen: Een paar mensclien (man en vrouw) komen van Veere loopen en willen naar "Vlissingen rijden. Zij vinden echter aan de omnibus komende alle zes plaatsen van 30 cent bezet. De man kan geen /I betalen voor de le klasse omdat hij ze niet bezit. Echter zijn er nog vier plaatsen open. Hij moet dus verder loopen of hij wil of niet, of anders den volgenden wagen afwachten als zijn tijd het hem toelaat. Een bijwagen alléén voor de 2e klasse wordt niet verstrekt. Man, vrouw en dochter, of wel een broeder met een paar zusters wandelen zondags met fraai weder van Vlis singen naar Middelburg om famielje te bezoeken en denken 's avonds met dito weder terug te keeren, maai er komt een donderbui op, het blijft aanhoudend regenen zoo dat het vooral voor vróuwen niet mogelijk is terug te loopen. Men besluit dus om eene opoffering te doen waarop men niet gerekend had, als kunnende zich zoo eene luxe niet permitteren, en te gaan rijden met den laatsten wagen van 's avonds 8 ure; maar ziedaar, alle plaatsen reeds afgegeven, zoo zelfs dat er reeds des middags 1 ure geene plaatsen voor 30 cent voor dien rid meer te bekomen waren. Want zoo als UEd. bekend is worden soms de plaatsen 2e klasse reeds een halven dag vroeger genomen, tegen betaling van 5 cent extra, door hen die geen 50 cent betalen kunnen voor de le klasse. Een arme duivel, slecht ter been, loopt naar Vlissingen om van daar per stoomboot naar Holland, Breskens, of eene andere plaats te reizen. Onder weg bemerkt hij dat hij misschien te laat kan komen en wil van den omnibus die hem achterop komt rijden gebruik maken. Maar ziet, alle 30-cent-plaatsen zijn bezet doch nog 5 50-cent-plaatsen open. Wat moet hij nu doen? verder sjokken of boven zijn magt betalen. Daarom, mijnheer de redakteur, zou het goed zijn dat ten gerieve van het publiek werd afgeschaft hetgeen men nergens ter wereld anders aantreft, namelijk 2 klassen iu een omnibus, en wij houden ons verzekerd dat de onder neming er niet bij verliezen zou als er slechts ééne klasse ad 25 of hoogstens 30 cent bestond, daar het doel om het fatsoenlijk publiek door de daarstelling eener le klasse af te zonderen toch niet bereikt wordt, vermits dat fat soenlijk publiek zelden daarvan gebruikt maakt, maar rijtuigen huurt. Misschien is onze stem die eens roependen in de woestijn en zal er geene verbetering komen vóór dat er koukur- rentie ontstaat, maar soms worden ook hen die het aan gaat beter de oogen geopend wanneer een dagblad be zwaren of misbruiken aan het licht brengt, dan dat de klagers regtstreeks zich tot de bevoegde personen wenden die verbetering kunnen aanbrengen, en bijaldien uwe redaktie die beschouwing kan deelen, dan zou zij door het vorenstaande publiek te maken een wezenlijke dienst doen aan eene massa ongelukkige stumpers waarvoor eene omnibusplaats van 50 cent eene opoffering is die zij zich óf in het geheel niet kunnen getroosten, óf nog lang in hun zak moeten gevoelen. Wij verblijven UEd. dienaar, April 1864 G. VAN SOEST, uit veler naam. De redaktie van de Middelburgsehe courant wil, dooi de opname van dezen brief, geenszins den schijn op zich laden dat zij het met den schrijver in allen deele eens is. Zij wil er echter geen plaats aan ontzeggen, omdat de gemaakte opmerkingen aanleiding tot overweging en welligt tot verbetering kunnen geven. De redaktie moet overigens doen opmerken dat de schrijver zich vergist, zoo hij meent dat twee klassen bij rijtuigen van openbaar vervoer een zeldzaamheid zijn. Bijna alom is verschil in prijs tusschen een plaats in de coupé en een in het ove rige gedeelte eener diligence. En met diligences moeten de rijtuigen die tusschen Middelburg en Vlissingen rijden gelijk gesteld worden, al heeft men daaraan den mogelijk niet te verkiezen naam van omnibussen gegeven. Maar dat men ook voor de 2de klasse een bijwagen geeft^komt haar allezins wenschelijk voor. Antoine de Latour. Études lilléraires sur PEspagne contemporaine. Paris. Michel Levy frères. 1861. Prijs ƒ1.65. Het wapengekletter op Sleeswij k-IIolsteinschen bodem van oostenrijkers, pruisen en denen is in den laatsten tijd oorverdoovend genoeg geweest, dat een uitstapje op kalmer, vreedzamer gebied onzen lezers, en vooral onzen lezeressen misschien niet onwelkom zal zijn. Wat ons betreft afkeerig van moord en doodslag als we zijn, onder welken vorm en in wiens naam ook gepleegd, wij belijden onverholen, dat de wedstrijd in het kamp van kunst, nijverheid en letteren ons meestal belang rijker voorkomt dan de strijd met het zwaard. Moge de laatste soms onvermijdelijk wezen, een volk dat zijn roem tracht uit te breiden, zijn nationale eer poogt te handhaven of te herwinnen op het veld van letteren en beschaving, biedt in ons oog een ruim zoo edel en beha- gelijk schouwspel als dat, hetwelk bloot de grenzen van zijn stoffelijk gebied poogt uit te breiden of zijne kinde ren meêdoogenloos aan den gedrochtelijken Moloch van een grillig staatsbelang ten offer brengt. De aard en het gehalte harer litteratuur getuige de geschiedenis wijst eenigermate de standaard aan, waarnaar de geest en ontwikkelingstrap eener natie mag worden afgemeten. Zij is in zekeren zin de thermometer van het volksleven. Zij regelt zich naar diens polsader, en aan haar is het duidelijkst te bespeuren of dat leven kwijnend, koortsachtig, ziekelijk, dan wel frisch, gezond, veerkrachtig is. De eerste helft der XVIe eeuw bv., zoo ooit, een eeuw waarin de (pols der menschheid met ras- sche, forsche slagen klopte, hoe vormt ze ook met betrek king tot de litteratuur, een tegenbeeld van de XYIIe! En onze nederlandsche letterkunde jn het laatst van deze en in 't begin der XVIIIe is ze niet eene veelzins getrouwe afspiegeling van de flaauwheid, onbeduidend heid, kleingeestigheid dier dagen Uit dit oogpunt bezien, mogen wij uit de bovenge noemde études van den heer Antoine de Latour ten aan zien van den aktuëlen toestand in Spanje een vrij gunstig besluit trekken, en heeft die toestand een vrij wat min der somber aanzien, dan men, op berigten van colporteurs en andere dergelijke afgaande, ligtelijk zou gelooven. Er is daar een frissche, krachtige strooming van gezond geestesleven, een verblijdende aanwakkering van den zin voor nationale litteratuur, poëzie en strenge, degelijke

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2