MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°- 73.
Zondag
1864.
8 Mei.
KS <A
MifcV
Editie van zaturdag avond 4 ure.
Middelburg 9 mei.
Door den minister van koloniën is bij den raad van
state ingezonden een niemv tarief van regten voor Oost-
Indie.
Namens de feestkommissie zijn jl. donderdag, bij gele
genheid der berinnering aan de gebeurtenissen van
5 mei 1814, de weezen in de beide weesbuizen alhier
onthaald.
Uit het oostelijk deel van Zuid-Beveland schrijft
men ons:
„Stremde het schrale weder der vorige maand zigtbaar
de ontluiking der natuur, thans zet zij, begunstigd door
den levenbrengenden regen, van den aanvang dezer week
haar ontwikkelingsproces krachtig voort en hergeeft het
landschap zijne eigenaardige bekoorlijkheid, die mij als
van zelf uifcnoodigt u iets over de veldgewassen in deze
streken mede te deelen.
„De rogge, ofschoon niet overal even welig, staat niette
min vrij voordeelig, en laat uit de hulsels harer golvende
essen reeds goede aren zien.
„De zeeuwsche tarwe, die door de droogte meestal nog
kort is, heeft evenwel een gunstig aanzien. De uitheem-
sche, voor zoo ver zij, wegens de schade door den winter
vorst daaraan toegebragt, niet voor de ploeg is verdwenen,
staat dun en minder belovend dan de inlandsche. In het
algemeen had de scherpe noordenwind dit gewas een
geelachtigen tint gegeven.
„De wintergerst vertoont zich goed. Het zelfde geldt
ook van de meede. Het planten van kiemen daaruit is al
gemeen aangevangen, en de voor den regen gezette zijn
reeds mooi aan het groeijen.
„Het kortelings opgegane lijnzaad staat gunstig.
„Deaardappels komen bij velen reeds goed te voorschijn.
„De partijen koolzaad die men aantreft zijn, in tegen
stelling met het vorig jaar, gering, en zij staan bovendien
veelal zeer dun. De haver en gerst die men in plaats van
het omgeploegde zaaide groeijen welig.
„Door het weinige voeder dat velen bezitten zag men
de niet zeer grasrijke weiden in de verleden week reeds
hier en daar met runderen gestoffeerd."
Uit Nijmegen schrijft men ons van 1 dezer:
„Zelfmoorden zijn hier aan de orde van den dag. Gis
teren heeft men weer iemand met verbrijzelden schedel
gevonden, die twintig jaren lang één patroon eerlijk en
trouw gediend bad. Het schijnt dat de ziekte soms epi
demisch in vele streken van het heerlijke Gelderland
heersclit. De spoorwegkoorts is pas een weinig bedaard
of zij maakt plaats voor deze doodelijke peststof, die
ongezien en onopgemerkt door de aderen sluipt, tot dat
zij de zinnen van den lijder verdooft en hem een koel
graf doet zoeken in de golven of hij door een pistoolschot
een einde maakt aan zijn ongelukkig bestaan.
„Om geen zelfmoord te plegen door de nakomelingen
der onderdanen van Karei den Groote, is er op het Mei
veld door de vertegenwoordigers der vrije mannen beslo
ten om eeue kommissie te benoemen, die een voorstel zal
doen tot regeling van 't middelbaar onderwijs. O tijden,
o zeden.' Der franken vorst kon naauwelijksgebrekkig
zijn naam schrijven en nu zullen waarschijnlijk zelfs der
poorteren zonen gelegenheid vinden om de lange reeks
van vakken te leeren, opgesomd in de wet van mei 1863.
Eeue zaak vrees ik slechts, dat, hoe goed het onderwijs
ook zal worden geregeld, toch weinigen van de hoogere
burgerschool zullen gebruik maken. Waarom? omdat de
burgerij zoo wel hier als elders in ons vaderland nog te
weinig hecht aan goed, wetenschappelijk onderwijs.
Het liefst wil men zijne kinderen laten dresseren tot
het een of ander bedrijf of beroep, waarvan zij later zul
len moeten levenOf zij menschen worden in den waar-
achtigen zin van het woord, daarom bekommert men
zich weinig. Wanneer de zonen van zulke ouders op
hunne beurt weder kinderen moeten opvoeden, hande
len zij als echte nederlanders, die altijd a la Helmers der
vadren deugd zingen, en trotsch op de groote daden
van deze, verreweg het gemakkelijkst oordeelen om zelf
te slapen of ten minste te dutten. De slaap evenwel is
de broeder van den dood, niet alleen in de physieke,
maar ook in de geestelijke wereld!"
Men meldt uit het WeJtUndDe veldgewassen staan
hier over het algemeen goed en veel belovend, terwijl
de zoozeer gewenschte en dezer dagen gevallen regen
een en heihamen invloed heeft gehad. Dingsdag werden
hier van de eerste aspersies, benevens de eerste nieuwe
aardappelen, twee mandjes, naar Amsterdam verzonden.
Het geheele voorjaar bragt weinig groeizaamheid mede;
toch geschiedt deze eerste verzending slechts 5 dagen
later dan beide vorige jaren. Het graan kan zich bij
gunstig weder van de geledene koude nog veel herstel
len, doch van het koolzaad is eene schrale opbrengst te
wachten. De perenboomen beginnen te bloeijen en belo
ven, even als de appelboomen, vele vruchten.
De in september te Groningen door de studenten der
hoogeschool te houden optogt zal, naar men weet, voor
stellen den intogt van Maria van Bourgondië. Verder
wordt als programma opgegevenDingsdag 13 septem
ber, eerste zamenkomst der oud-studenten en serenade
der tegenwoordige studenten. Woensdag, plegtige optogt
naar de Martinikerk en redevoering door professor
Jonckbloet,' officiëel diner,- maskerade der studenten.
Donderdag, promotiën, honoris causa, inwijding der
akademische bibliotheek, diner der oud-studenten, illumi
natie, ook van den tempel, door de boekverkoopers op
te rigten en waarin eene snelpers in werking zal zijn.
Vrijdag, volksvermakelijkheden, harddraverij, bals,
komedie, vuurwerk. Zaturdag, sluiting van het feest in
de Harmonie, alwaar voor de waranda een bijgebouw
zal ingerigt worden.
Kerk- en scfnoolnfeuws.
De walchersche vereeniging voor bijbel- en zendeling
zaak hield 11. donderdag te Nieuwland (classis Middel
burg) hare 21e algemeene vergadering, ten huize van
den predikant dier gemeente, den heer A. J. Kan. Iu den
bidstond, die des namiddags ten 3 ure was gehouden, werd
een woord van opwekking en aanbeveling gesproken dooi
den heer W. A. Koning, predikant te Grijpskerke, naar
aanleiding van Mattheus VI10a.
Gemengde berigfen.
„Eerlijk duurt het langst" is een spreekwoord, waar
van de waarheid door de ondervinding reeds zoo dikwijls
is bewezen dat zij boven allen twijfel verheven is. Toch
wordt de waarschuwende kracht van dat woord te vaak
veronachtzaamd en wel zóó, dat de begeerte naar eene
nietigheid reeds voldoende is om zich aan eens anders
goed te vergrijpen en de deur der gevangenis voor zich
te zien openen. De tallooze voorbeelden hiervan werden
gisteren weder met een vermeerderd. De zucht naar
het bezit van een paar niets beteekenende wassen
beeldjes had voor Johanna Catharina Magdalena Duram,
huisvrouw van J. Zadelhof, te Vlissingen, een veroor-
deelend arrest van het provinciaal geregtshof alhier ten
gevolge. In de maand februarij jl. komt zekere AI. Bod-
dingius, koopman in beeldjes, te Amsterdam woonach
tig, in beschonken toestand in de tapperij van genoemde
vrouw. De plank met beeldjes zette hij op tafel. Bij zijn
vertrek zijn er twee van de elf beeldjes verdwenen.
Navraag is te vergeefs. Toch waren de beeldjes na zijn
vertrek meermalen in de woning der tapster gezien, en
toen de justitie er mede gemoeid was, heette het dat de
koopman de beeldjes had achtergelaten. Dit voorwend
sel werd tot het laatste oogenblik der teregtzitting
volgehouden, doch het mogt weinig baten. Getuigen
hadden de ontvreemding gezien, ja zelfs een getuige
was door de beschuldigde aangezocht om tegen de
waarheid te verklaren, dat de koopman bedoelde voor
werpen werkelijk zou hebben achtergelaten. Hoezeer
do verdediger jhr. rar. J. W. AI. Schorer op de tegenstrij
digheid in en de ongeloofwaardigheid van de verklarin
gen van sommige getuigen wees en wegens gebrek aan
bewijs tot vrijspraak konkludeerde, heeft het hof zich
vereenigd met het gevoelen van het openbaar ministerie,
dat de schuld der beschuldigde werkelijk wettig bewezen
is. Zii is mitsdien schuldig verklaard aan diefstal door
eene herbergierster van voorwerpen welke haar als zoo
danig waren toevertrouwd, en onder verzachtende
omstandigheden de zeer geringe waarde van het ont
vreemde, veroordeeld tot eene korrektionnele gevange
nisstraf van drie maanden.
Volgens l'Entr'aete heeft men bij Aleijerbeer een
zakboekje gevonden met het opschrift: „Aan den persoon
die dit na mijn dood zal openen." Het bevatte korte
beschikkingen waarin de overledene zijn verlangen te
kennen gaf om gedurende vier dagen ten toon gesteld te
worden, onder bewaking van een tweetal mannen, die
daarvoor ieder vijftig thalers zouden ontvangen. Aan
degeen die zich met de uitvoering van dezen uitersten
wil zou belasten werden driehonderd thalers bemaakt.
Na verloop van het viertal dagen, wanneer alsdan de dood
van den overledene onbetwistbaar zeker was, moest het
Iigchaam van den schrijver der Hugenoten naar Berlijn
worden gevoerd, alwaar zijn testament geopend zal
worden.
Alen verneemt dat Birch Pfeiffer, de vermaarde
tooneclspeelster en schrijfster op grond van langdurigen
diensttijd haar pensioen heeft erlangd. Zij zal zich gaan
vestigen te Freiburg in Breisgau bij hare dochter, die
aldaar met haren echtgenoot woont.
Vcrkoopingen en aanbestedingen.
Gisteren namiddag zijn op het raadhuis te Vlissingen
aanbesteed geworden de navolgende werken en leveran-
tiën.
a. Het maken van sloven op de vloedpalen en het
leveren van 10 vloedpalen, aangenomen door den heer
A. Loois te Vlissingen voor ƒ1450.
b. Het uitbaggeren van 4000 kubieke ellen slijk uit
de havens aangenomen door den heer Ph. de Leef voor
ƒ1999,50.
c. Het leveren van 30,000 straatkeijen van Lessinesj
aangenomen door den heer A. Binders te Breskens
voor /1559.
d. Het leveren van 38,000 diverse straatklinkers, aan
genomen door den heer N. A. van Goethem te Vlissingen
voor ƒ413,52.
Thermometerstand
6 mei 'sav. 11 u. 54 gr.
7 's morgl 7 u. 54- 's midd. 1 u. 60 gr.
Chutcnlanïi.
Algemeen overzigt.
De zitting der konferentie van woensdag heeft niet tot
het gewenschte einde geleid. Wel verre dat men het om
trent het, sluiten van een wapenstilstand zou zijn eens
geworden, is de verwijdering tusschen de gevolraagtig-
den slechts toegenomen. Kan dat ongelukkig begin der
onderhandelingen ons bevreemden Geenszins, we heb
ben er ons nooit eenig afdoend resultaat van voorgesteld,
allerminst voor Denemarken, en het zal ons ten hoogste
verwonderen wanneer het einde der londensche bijeen
komst vruchtbaarder zal zijn dan het begin. De be
raadslagingen kunnen tot nog meer verwikkeling der
tegenwoordige omstandigheden aanleiding geven, tot
oplossing van het aan de orde zijnde vraagstuk zullen
zij, naar het ons voorkomt, niet bijdragen. Wat van het
eerste oogenblik reeds te voorzien was, blijkt nu in wer
kelijkheid: de eischen der oorlogvoerende mogendheden
worden telkens grooter zonder dat de toegevendheid der
denen toeneemt Pruisscn en Oosten rijk zijn daarbij,
naar het schijnt, onverzettelijk in hun eisch omtrent de
opheffing der blokkade, zij worden daarin door de andere