IN j i i It? mede de versiering van het barkschip Stad Middelburg aan de werf De volharding liggende. Aan de drie masten van het schip was een tal van vlaggen geheschen, zoo danig gerangschikt dat iedere mast, volgens het vlagge- boekl de beteekeuis van een woord had en te lezen gaven de voortop„Nederland en Oranje" de groote top„Koning en Vaderland" en de bezaans top: „Stad Middelburg." Het marktplein was inmiddels verlicht. Guirlandes met lampions deden de verschillende wapenborden enz. goed uitkomen. Ook de muziektent was flink verlicht, terwijl de eenvoudige maar nette gasverlichting, aan de sociëteit De vergenoeging aangebragt, het effekt ver hoogde. Het muziekkorps van het 6e regement infan terie deed zich op nieuw hooren en hield talrijke wande laars tot na middernacht vereenigd. Van tijd tot tijd werd uit de verte een knal gehoord, die blijk gaf dat ook op de daartoe aangewezen plaatsen gebruik werd ge maakt van de vergunning tot het afsteken van vuur werk, en de meimaand werd alzoo ingegaan met blijde herinnering aan het halve eeuwfeest van Neêrlands onafhankelijkheid. Wij vernemen met genoegen, dat door de heeren A. Daele c. s. de koncessie voor den spoorweg van Gend op Neuzen is overgenomen, dat door hun dezer dagen een waarborgkapitaal is gestort, en dat nu spoedig met de werkzaamheden van die lijn een aanvang zal worden ge maakt. De ingelanden van denPrins-Willempolder hebben het voorstel tot het verleenen van eene geldelijke bijdrage voor de verbetering van de haven van Breskens verworpen. Volgens de Sneeker courant heeft Z. M. de koning het voornemen aan den dag gelegd, om de viering van het 250jarig bestaan der hoogeschool te dier plaatse in september e. k. bij te wonen, even als koning Willem I dit deed bij de viering van het tweede eeuwfeest in 1814. Men verneemt, dat het nederlandsche schip Harmanna, gezagvoerder Pijbes, hetwelk vroeger door een deenschen kruiser was opgebragt, op den 23 dezer is vrij gegeven, daar ook dit,schip zich van het vermoeden van blok kade-schennis of poging daartoe heeft gezuiverd. Omtrent den Rembrandt is nog geene beslissing ge vallen. Het schijnt echter, dat [een der direkteuren van de stoombootmaatschappijdie onlangs van Kopenhagen is teruggekomen, ook omtrent de vrijlating van dit vaar tuig de beste verwachtingen koestert, en dat hij zich zeer gunstig heeft uitgelaten over de ijverige bemoei- jingen van de regering en van Zr. Ms. gezant te Kopen hagen. Men schrijft ons uit 's Gravenliage van 28 april: „Nu het niet gelukt is de wet tot regeling van de indische komptabiliteit door de eerste kamer te doen verwerpen, wendt men het over een anderen boeg. Er moet nu aangetoond worden, dat het eigenlijk niet de belangrijkste wet is voor Indië, gelijk men algemeen dacht, maar dat die eer aan een ander onderwerp toe komt, dat nog pas in behandeling moet komen en dus thans als machine de guerre kan gebruikt worden. Zekere heer J. J. Pfister te Delft, „beoefenende de indische taal-, land- en volkenkunde," zoo als hij bij zijne onder- teekening vermeldt, heeft hier een „Aan Nederland" ge- rigt blaadje doen verspreiden (bij uwen korrcspondent is het onder de deur gestoken), dat de dagteekening van 24 „maart" draagt, hetgeen blijkbaar „april" moet zijn, want hij begint met de vermelding, dat een onzer dagbladen dezer dagen schreef: „Het be langrijkste wetsontwerp met betrekking tot onze koloniën is dan eindelijk aangenomen," hetgeen op de komptabiliteitswet zag. Maar volgens den heer Pfister stond dat wetsontwerp evenzoo tot het „waarachtig belangrijkste ontwerp rakende onze indische bezittingen" als een penning tot Hem, wiens het gouden het zilver is! „Dat allerbelangrijkste ontwerp is, hetwelk regelt het onderwijs in de indische taal-, land- en volkenkunde, omdat dat ontwerp bevatten moet de gehoorzaamheid van Nederland aan de bijzondere vordering God's van ons jegens de indische volken, die Hij ons toevertrouwd heeft." „Terwijl de aanstaande indische ambtenaren tot nog toe ook onderwezen werden in „de leer van Mahomed," vraagt de „beoefenende" en wetenschappelijke heer Pfister aan zijne landgenooten, wie hunner niet gevoelt, .„dat het den christen niet voegt de godsdienstige leer stellingen der onchristenen te beoefenen?" Men moet naar zijn inzien „denleerstoel voor de leer van Mahomed" uit het'wetsontwerp regelende het onderwijs in de indi sche taal-, land- en volkenkunde laten vervallen en de indische ambtenaren mede opnemen in de evangelisatie- dienst en hen plaatsen waar denkt men wel? Tusschen de predikanten der vaderlandsche kerk en de zendelingen aldaar. „Hoe zal men dit doel echter bereikenWel, niets gemakkelijker: eenvoudig door eene agitatie, een peti tionnement zoo als wij in 1853 en 1857 gezien hebben hetgeen nog bovendien het voordeel zou kunnen hebben vaD het ministerie Thorbecke van zijne zetels te doen vallenindien dit zelis niet het hoofddoel is. Ware dat gewenschte oogmerk bereiktmen zou van den „leerstoel voor de leer van Mahomed" niet meer hooren spreken evenmin als men in 1853, na de aftreding van het ministerieeenig gewag meer hoorde maken van de bisschoppen. Maar voor het oogenblik is men nog zoo ver niet, en de heer Pfister roept dus als een andere Pierre 1'Her mite, die den kruistogt predikt, met de-stem eener bazuin uit: „Medebroeders in den Heere! gordt u aan, kinderen Gods komt op, opdat de wil des Heeren geschiede, en Nederland niet, daarin te kort komende, een oordeel over zich haleAdresseert aan de volksvertegenwoordiging, ten einde [de genoemde leerstoel uit het onderwijs vervallej en er in opgenomen worde eene, die den aanstaanden indischen ambtenaar onderrigt geve, hoe hij, door zijn ambt. met de inland- sche bevolking in aanraking komende, haar het evan gelie verkondige. Adresseert aan den koning, wien het opperbestuur der indische bezittingen is, opdat zijn be trokken ministerie die Hoogstgewigtige zaak re- gele met het gouvernement-generaal in Indië" (en nu komt de aap uit de mouw) „dat wederom met liet bestuur der vaderlandsche kerk aldaar te rade ga." De ijver van den heer Pfister is een vertererd vuur, dat de koloniën zou verslinden. Of zou hij meenen, dat men de godsdienst der inlanders zoo onbesuisd zou kun nen aanranden en verdringen, zonder tot de hevigste opstanden aanleiding te geven en de javanen tot duivels in plaats van tot christenen te maken? Bij de verwezen lijking zijner denkbeelden, zou er binnen korten tijd geen onderrigt voor aanstaande indische ambtenaren meer noodig zijn, daar er niets meer te besturen zou wezen. Laat de europesche bevolking in Indië door een onberispelijken wandel eerbied aan de inlanders inboe- zemcra, laat hen vruchten toonen van het christendom; dan eerst kan men verwachten dat de inlander met den boom zal willen kennis maken. Langs dien weg moet de akker bereid worden, zal het zaad niet op de steenrots vallen. De heer Pfister herinnere zich dus, dat over haaste ijver dikwijls schaden kan, maar geloof en geduld den christen versieren." Zie het vervolg der binnenlandsche leriglen in het Bijvoegsel. HcnioeimiiiigeBi eim besluiten. legeh. Op verzoek pensioen verleend, ten bedrage van 1020 'sjaars, aan den kapitein van het 7e regement infanterie J. H. G. van den Berg, en tot een bedrag van ƒ1035 'sjaars aan den kapitein van het 6e regement infanterie C. A. H. Knock, met toekenning aan beiden van den rang van majoor. notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arron dissement Middelburg, ter standplaats de gemeente Vlissingen, de heer J. A. de Wolff, kandidaat-notaris aldaar. belastingen enz. Benoemd tot bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Dordrecht de heer F. C. Stork, thans ontvanger der registratie en domeinen te Winschoten. Kerk- en sclioolnieuws. In de vorige week heeft te Biervliet een vergelijkend examen plaats gehad voor de betrekking van hoofd onderwijzer aldaar. Van de acht sollicitanten waren zeven opgekomen, en daar na afloop van het examen bleek dat het verkregen getal punten bij velen slechts zeer weinig verschilde, werd door burgemeester en wethouders, in overleg met den schoolopziener, besloten een voordragt van zes personen bij den raad in te zen den, waaruit eerstdaags de benoeming zal geschieden. Op de voordragt zijn geplaatst de heeren Goestev, sekondant te'8 GravenhagePosthumus, hoofdonderwijzer te Har- dinxveld; den Bouwmeester, sekondant te Alkmaar; Bakker, hulponderwijzer te Groede; P. Visser, hoofd onderwijzer te Gapinge en A.M.Visser, hoofdonderwijzer te St. Anna ter Muiden. Marine en ïeger. De navolgende adelborsten le klasse worden met de na te noemen tijdstippen overgeplaatst, als: met den 1 mei a. s., op Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam, de adel borst le klasse A. A. Escher, thans dienende op Zr. Ms. wachtschip te Vlissingenmet den 6 mei a. s., op Zr. Ms. transportschip De heldin, liggende te Willemsoord en bestemd naar Oost-Indië: de adelborsten le klasse I. R. Hagedoorn, W. J. P. van Waning, A. Fokker, H. van der Meer, J. A. Willink Ketjen, P.J.L. de Chate- leux, W. C. P. E. de Klopper, thans dienende op Zr. Ms. wachtschip te Vlissingen, G. J. Fisscher, thans dienende op Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam; en met den 12 mei a. s., op gemeld transportschip, de adelborst le klasse A. P. S. C. Gobëe, thans dienende op Zr. Ms. wachtschip te Vlissingen. Meteorologische waanraemimgesi, gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 2 ure. April 1864. ft V/iud. '1 i S EO L 1 1 d. E ~o -= t>v 5 to j .n -3 lw 1 C* - j Aanmerkingen. oi 1 24 25 26 27 28 29 30 0. NO. No. t.O. No. t.O. No.t.N. No.t.N. N t.W, Noord. N.69"0. of NO.l. 0. X 0. 7 5 3 3 2 4 7 6,22 768 0 765.8 7G6.6 767.0 764.3 765.4 "66.1 7Ci,7 119 9.4 8.8 10.0 JO.O 41 ,G 0.66 0.70 0.67 0.87 0.83 0.S6 0.62 0.,» 7.80 8.60 7.25 8.20 7.60 6.40 6.00 6,89 0.0 Iligtbewolkt helder. 0.0 ligtbewolkt 0 0 ligtbewolkt heijig. 0.0 j bewolkt heijig. 0.0 betrokk. mist bew. 0.0 bewolkt. 0.0 bewolkt. De grootste wind kracht is geweest den 2 april, 's morg. ten 7 qjj ure; NW. gemiddelde druk21 p. op do riet kante «1, zwaarste druk 30 p. op de riet kante el. De onderste regel bevat de opgaaf der gemiddelde meteorologische waarnemingen gedurende de maand april, des middags ten 2 ure. flwemcngale bcjrigtfem. Er worden pogingen aangewend om op nieuw gelden voor den Zoölogisch-botanischen tuin te 's Hage bijeen te brengen, daar het tegenwoordige kapitaal nagenoeg- geheel is verbruikt. Uit Parijs wordt gemeld dat keizerin Eugenie met gewensclit gevolg liaren invloed' op prinses Anne Murat zou hebben gebezigd om deze tot de roomsch katholieke godsdienst te doen overgaan. Het binnen weinige dagen uit te geven Akademie- blad zal getiteld zijn: Vox Studiosorum. Op het bord voor de afkondigingen van deu burger lijken stand te IJzendijke, leest men de huwelijks-aficon- diging van een en den zelfden persoon met twee verschil lende jonge dochters. Dit verklaart zich, doordien de eerste bruid den bruidegom daags na de 2e afkondiging „afzei," en deze daarop eene andere vraagde met wie hij 14 dagen later voor de le maal werd afgekondigd. Een der officieren van het zich thans te Parijs be vindend japansch gezantschap, die reeds te Marseille ongesteld was achtergebleven, is aldaar overleden. Toen de zich daar bevindende japanners daarvan berigt ont vingen, hebben zij onmiddellijk eenige voorschriften gezonden betrekkelijk de behandeling van het lijk en de begrafenis. Zoo moeten de haren van den overledene afgesneden en naar Parijs overgebragt worden, terwijl geen priester de lijkstatie mag vergezellen; men zal een gewoon graf bezigen, waarin vooraf een wit linnen moet worden uitgespreid; voorts moet een stuk gronds worden aangekocht om daarop een mausoleum te plaatsen, waar van eerlang het model zou worden gezonden. Toen Adeline Patti onlangs in den Barbier do Seville te Parijs optrad, was een der loges afgehuurd door een vreemdeling, die daarin alleen had plaats genomen, maar omringd was door een vijftigtal prach tige ruikers. Toen Adeline op het tooneel verscheen, begon hij haar een voor een de ruikers toe te werpen, zoo dat de voorstelling er door geschorst werd. Eerst juichte het parijssche publiek toe, maar weldra begon men er om te lagchen en bij elk bouquet dat op het tooneel viel, werd de onbekende met een schaterlach beloond voor de zonderlinge uiting zijner sympathie voor de begraafde aktrice. Aan elk bouquet was een kostbaar geschenk gehecht en een medaljon met het portret van den onbekenden vereerder. Deze kostbaar heden zijn door Adeline Patti des anderen daags aan den direkteur van den schouwburg gezonden om ze aan den onbekende terug te geven, als hij diens adres ontdekken mogt. In de'^ahscjiestreektusschen Leiden, Gouda,Rotter dam eff Gra.yejvlm^e doen zich voortdurend gevallen voorivan'hondsdolhöid^ Te Berkel zijn verscheidene hon-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3