n
gevolge zijn eenige fransche en engelsche oorlogschepen
naar de kust van die landstreek gezonden, ter bescher
ming van de fransche en engelsche ingezetenen aldaar.
Men brengt deze onlusten in verband met den in Algerië
uitgebroken opstand.
Zondag 11. is keizer Maximiliaan van Mexiko te Gibral
tar aangekomen. Zijn voornemen was om dingsdag zijne
reis naar Vera-Cruz te vervolgen.
Het besluit van het kongres der Vereenigde Staten,
waarbij tegen de stichting eener monarchie in Mexiko
werd geprotesteerd, is ook in den senaat vervolgens aan
de orde gesteld. Dit staatsligchaam heeft de diskussiën
daarover echter onbepaald verdaagd, zoo dat dit als een
gunstig verschijnsel voor keizer Maximiliaan mag wor
den aangemerkt.
Het ooi'logstooneel.
Aan eene mededeeling des berigtgevers van L'indé-
pendance beige in het deensch hoofdkwartier op het
eiland Alsen, ontleenen wij het volgende:
Gedurende de laatste dagen, welke de bestorming van
Duppel vooraf gingen, waren de verdedigingswerken
aldaar zoo geteisterd door het vijandelijk vuur, dat het
voor iedereen, die eenige militaire kennis bezat, duide
lijk was dat onze positie onhoudbaar was geworden. De
generaal Gerlach scheen dit ook in te zien en berigtte
per telegraaf aan het ministerie van oorlog te Koppen-
hage dat hij zich met een gedeelte van zijn geschut en
al zijne manschappen zou kunnen terug trekken en de
pruissen alzoo zonder veel krijgsroem meester doen wor
den van de verlatene verschansingen. Het antwoord uit
Koppenliage was echter dat men zich tot het laatste
moest verdedigen. Hierdoor is aan Pruis.sen bespaard om
eene belagchelijlce figuur te maken, terwijl bovendien
een aantal der dapperste soldaten van Denemarken zijn
opgeofferd.
Volgens den berigtgever van L'indépendance maakten
de pruissische troepen zich zonder veel moeite meester
van de vijf eerste redoutes. Het bemagtigen van schans
no. 6. kostte meer moeite. Bij deze gelegenheid sneu
velde de generaal Duplat. In tegenstelling van sommige
andere berigten wordt in deze mededeeling over zekere
traagheid in de deenscho bewegingen geklaagd, terwijl
sommige bewegingen niet op het juiste oogenblik werden
ten uitvoer gebragt en daardoor nutteloos waren. Het
gepantserde schip Rolf Krake heeft de pruissische troe
pen zeer veel nadeel toegebragt, tot dat een kogel door
zijn dek vloog en een luitenant benevens zes man doodde.
Men heeft zoo veel mogelijk manschappen en paarden
van het eiland Alsen doen vertrekken. Bijna 4000 man
hebben zich nog gisteren avond, 18 april, naar elders
ingescheept. Het hoofdkwartier is thans te Horrup, eene
stad aan de haven van dien naam gelegen. De generaal
Gerlach draagt bier liet kommandement over'aan een
jongeren officier en maakt zich gereed om zijn hoofdkwar
tier morgen of overmorgen naar het eiland Tunsen over
te brengen. De meeste regementen, welke van Alsen
vertrekken, begeven zich naar Fredericia.
De pruissische Staats-Anzeiger berigt dat op zon
dag 11., ten 1 uur des middags ongeveer, negen pruissi
sche kanonneerbooten een ontmoeting hebben gehad
met het deensch schroefstoomfregat Tordenskiold bij het
eiland Rugen. Daar het deensch fregat zich verwijderde
konden de pruissische kanonneerbooten het niet berei
ken. Het pruissisch fregat Grille ontmoette echter de
Tordenskiold en schoot het in brand; deze werd echter
spoedig gebluscht.
Oostenrijk en Hongarije.
Welligt zullen onze lezers zich herinneren wat wij
omtrent de verhouding tusschen Hongarije en Oostenrijk
tpu en dan hebben medegedeeld. Wij verwijzen hierom-
rent ten overvloede naar het nommer van 16 oktober 1862.
De bevrediging van laatst genoemd rijk, hetwelk thans
nog tot Oostenrijk behoort, heeft steeds een punt van be
langrijke overwegingen uitgemaakt bij de regering van
keizer Frans Jozef en werkelijk zijn er oogenblikken in
den laatsten tijd geweest dat mendie bevrediging met
eenigen grond meende te kunnen voorspellen. De sedert
eenige jaren als hof kanselier van Hongarije bekende
graaf Forgacli von Ghymes und Gacz scheen nu en dan
zelfs dit doel zeer nabij, hoewel hij altijd te kampen had
met de partij van 1848, welke als hoofdvoorwaarde van
elke toenadering de bekrachtiging der in dien tijd uit
gevaardigde wetten vorderde, waarbij Hongarije als afge-
afgescheiden van de oostenrijksche monarchie werd
beschouwd. In 1862 meende men te Wecnen weldra de
verschillende hinderpalen tegen eene toenadering te
zullen kunnen overwinnen en noemde men reeds den
aartshertog Maximiliaan om de betrekking van palts
graaf van Hongarije te bekleeden.
Behalve dat dit laatste onmogelijk is geworden, heeft
de toestand van Europa sedert dien tijd op Hongarijë's
bevrediging een zeer ongunstigen invloed uitgeoefend.
Daardoor bleven ook al de pogingen van den graaf
Forgach vruchteloos en thans heeft deze zijn ontslag aan
geboden, hetwelk door den keizer is aangenomen. Reeds
meermalen is hiervan na het mislukken van de eene of
andere poging van den hof kanselier sprake geweest;
thans zijn er sommige, welke beweren dat de ongunstige
gezondheidstoestand van den heer Forgach tot zijn ont
slag aanleiding heeft gegeven, terwijl anderen meenen
dat de laverende en transigerende politiek van den kan
selier de oorzaak zijner aftreding is. In Hongarije zei ven
beweert men dat de graaf Forgach bij zijne medeleden
van het oostenrijksch kabinet oppositie heeft ontmoet,
ten opzigte van de bijeenroeping van den hongaarschen
landdag en daarom zijn ontslag heeft ingediend.
Tot opvolger in de betrekking van kanselier is thans
benoemd de graaf Herman Zichy. In hoeverre deze in
staat zal wezen om in den tegenwoordigen toestand van
Europa het door zijn voorganger gestaakte werk op te
vatten en te voleindigen, kan eerst de toekomst leeren.
NEDERLANDS VROEGERE VERTEGENWOORDIGER AAN I1ET
SPAANSCIIE HOF.
Uit Madrid wordt gemeld
„Een klein pamphlet, hetwelk den schrijver weinig eer
aandoet, wordt te Madrid en in geheel Spanje verspreid.
Het is getiteld: „Exposé au corps diplomatique européen"
en in de fransche taal gesteld.
„Misschien heeft men het geschrift ook in hetspaansch
vertaald, doch daaromtrent verkeer ik in het onzekere.
De baron de Grovestins heeft sedert dertig jaren te Ma
drid de betrekking van vertegenwoordiger van Neder
land vervuld. Het was hem altijd zeer aangenaam om
dezen eenvoudigen titel te zien vervangen door de kwa-
lifikatie„gevolmagtigdminister en buitengewoon gezant
van Z. M. den koning der Nederlanden."
„In de laatste maanden van het vorig jaar, bij gelegen
heid dat hij in zijne betrekking vervangen werd (door
den baron van Ittersum) meende koningin Isabella hem
den titel te moeten verleenen van markies van Casa-
Sirtema.
„De baron de Grovestins erlangde van zijne regering
echter niet de vergunning om dezen titel te dragen, daal
de nederlandsche wetgeving dit niet veroorlooft. Met
het oog op deze weigering is nu het pamphlet versche
nen, waarvan ik spreek, hetwelk geen ander doel heeft
dan om door geheel Europa de bittere klagten van den
nieuwen markies te doen weerklinken.
„De regering van Nederland, de adel, de wetgeving
enz., alles wordt daarin op de meest beleedigende wijze
besproken. Het pamphlet tracht vooral te betoogen dat
Nederland zich in deze aangelegenheid „de voldoening
heeft willen geven om eene groote, eene katholieke mo
gendheid met eene grofheid te bejegenen."
„Het geschrift bevat overigens eene moraal, welke ik
hier overneem: „De aller nietigste staten zijn geneigd
om zich zeer veel te verbeelden, en in hunne kleinheid de
rol van hoogmoedigen te spelen tegenover groote staten,
als daarmede geen enkel gevaar te vreezen is; is er
echter sprake van afgesnedene ooren bij voorbeeld
deze leidden eertijds tot een oorlog tusschen Engeland
en Spanje dan is het iets anders en houden die allor
nietigste staten zich zeer bedaardlegers zamen te stel
len, vlooten uit te rusten, de beurs te openen, zijn zaken,
welke hun minder behagen; in dergelijk geval zijn dan
ook die aller nietigste staten zeer nederig en weinig
gezind om insolent te wezen. Ziedaar dan de glorie
naar welke men onder die allernietigste staten mag
haken. Leef dan eens in zulk eene omgeving!"
Éjanöctsbmgtcn.
Graanmarkten enz.
Amsterdam 25 april. Tarwe en gerst onveranderd.
Raapolie op zes weken 43$. Lijnolie op zes weken 42$.
Middelburg 27 april. Raapolie ƒ424- Patentolie 44^
Lijnolie 45 per vat op zes weken, kontant1 lager
Harde lijnkoeken/ll. Zachte dito/14 per 104 stuks.
Prijzen van eflfekten.
Amsterdam 26 april.
Nederland. Certifik. Werkelijke schuld
dito dito dito
dito dito dito
Aand. Handelmaatschappij
België. Certifikaten bij Rothschild
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5
Certifik. Hope co4
Oblig. dito 1855, 6e serie 5
dito dito Leening 1860 4$
2$ pet. 63
3 75
99$
146$
55$
97$
72
841
84$
4
41
2$
49$
Aand. spoorweg
187
Polen.
Schatkistobligatiën
4
Oostenrijk.
Obligatiën metalliek
5
58$
dito 1847/1852
2$
29$
dito rente Amsterdam
5
804
5
Bank aktiën
3
Italië.
5
62$
Spanje.
Obligatiën (binnenlandsclie)
3
45A
Amortisable schuld
Portugal.
Obligatiën 1853
3
46gr
dito 1856—1862
3
46$
Griekenl.
dito (blaauwe)
22$
Turkije.
Obligatiën (binnenl.)
6
n
49$
Vereen.Stat. dito (1874)
5
59$
Illinois.
7
67$
Mexiko.
3
44
Grenada.
dito afgestempeld
4$
n
Venezuela
n
21$
vlöiu-rtniticn.
Getrouwd
Middelburg,
den 27 April 1864.
A. B. HOLSTER
en
P. J. VROONE.
Voorspoedig bevallen van eene Dochter Vrouwe
M. H. VAN CITTERS—VAN HOEY SCHILTHOUWER.
Heinkenszand21 April 1864.
Eenige kennisgeving.
COMMISSARISSEN van toezigt op de Omnibusdienst
tusschen Middelburg en Veere vice versa (waarover
Concessionarissen VAN DER WEELEen ABEE) maken
bekend, dat op Maandag den 2 Mei e. k.des middags
12 ureten huize van den Agent J. FOURDRAINE zal
plaats hebben de Uitlotïng van twee Aandeelen
in de, ter zake voorschreven aangegane Geldleening
(restant /1900), ieder ad /25; en dat tot uitbetaling
der uitgeloten Aandeelenalsmede van de Rentebetaling
ad 4 pCt.op vertoon dier bewijzendagelijks zal worden
gevaceerd bij gezegden Agent, te rekenen van 3 Mei a.s.
Middelburg, 27 April 1864.
De BURGEMEESTER, STRANDVONDER der Ge
meente Domburg, zal aldaar, op Dingsdag den 3den
Mei 1864des voormiddags ten 10 ureom kontant geld
verkoopen eenige aan het Strand dier Gemeente aan
gespoelde Goederenwaaronder 6 nieuwe Noord-
sche Deelen, lang 3,5 el, breed 20 duim; eenige Scheeps-
platen van onderscheiden afmetingen, een stuk Ra lang
6 el; drie Ned. ponden Palmolie; twee gebroken Masten
lang 3,75 en 11 el, dik in omtrek 1 el; een bos Hoepel
stokken; eene geheel onbeschadigde kopervaste Giek,
lang 8£breed 1,3 elen wijders eene groote partij
Wrakhout.
YERKOOI'ING VAN STRANDGOEDEREN
TE
Koudekerke en Zoutelande.
De Notaris P. LOEFF zal, op Vrijdag den 6 Mei 1864,
ten verzoeke van de Burgemeesters-Strandvonders der
Gemeenten Koudekerke, Zoutelande en Biggekerke, in
het openhaar om gereed geld te koop aanbieden, de
navolgende STRANDGOEDEREN, te weten:
ten 9 uren des voormiddags, te Koudekerkebij
P. ABRAHAMSE, wijk A no. 70;
een Vat Olie, van ongeveer 370 Kannen;
ten 11 uren des voormiddags, onder Koudekerke,
bij JAN1S WIELEN AKER, tusschen Dishoek en
den Vijgeter;
een Ra, een Steng, twee Sprieten en eenig ander Rond
hout, een Trapje, een Vischbeun, een Berrie, 4 a 5 pon
den Palm-olie, voorts Riemen, Deuren, Palen Sparren,
Balken, Deelen, Planken en Scheeps-wrakhout, en het
geen meer zal worden geveild
en ten 1 uren des namiddags, te Zoutelande, op
de erf van den Burgemeester;
een Bezaan-roe lang 8 Elleneen Mast lang 8 Elleneen
Ra, lang 11 Ellen, een Steng lang 10 Ellen, een Boeg-
spfietTang 7 Ellenbenevens SpierenPlaten, Riemen
Waker3, een Oliebus, eenige Palm-olie, Koper en IJzer
ën verder Scheeps-wrakhout en hetgeen meer zal worden
geveild.