öuitenlanö. en diep gevoelde behoeften, is het mogelijk en belooft het vruchten. Hierbij vooral wijdde de heer Graafland uit over de inrigting van scholen. Voor de vorming en opvoeding der jeugd en van het opkomend geslacht moet worden 1 gezorgd en wordt gezorgd door een doelmatig en wèl ingerigt onderwijs, dat den alfoer verstandelijk, zedelijk en godsdienstig ontwikkelt en licm in staat stelt later tot nut en zegen voor zijne volksgenooten te worden. Eindelijk: is de zending bemoedigend? Vraagt men vruchten men mag niet voorbijzien dat er eene ver borgene werking is gelijk die van het zuurdcesem in het meel die zich niet altijd, althans niet aanstonds naar buiten openbaart, en toch, mag de zendeling in de Manahasse met een gevoel van dankbaarheid zich in vele vruchten verblijden. Dat zegt u het gelaat van menigen tot het christendom bekeerde het is veredeldDat zegt u zijn huissclijkleven het is geheiligd! Dat zegt u de toenemende welvaart, de veelzijdige ontwikkeling en beschaving, die overal waar de mensch in d£n hoogeren zin des woords mensch is geworden, ten gevolge van de kennis en waardering des evangelies zich begint te vertoonen. Erkende de heer Graafland de vele moeiielijkheden aan het werk der zendelingen verbonden en het gebrek kige dat hun werk aankleeft, hij schroomde niet uit innige overtuiging er op te wijzen hoe juist in de Mana hasse van Menado de verkondiging van het evangelie is gebleken eene kracht te zijn tot vernieuwing en verede ling van den in- en uitwendigen toestand der volken. Had de schare, onder zijn gehoor, aan zijn lippen ge hangen wegens de belangrijkheid zijner eenvoudige m'ededeelingenvelen die het genoegen hadden zijne persoonlijke kennis te maken, verblijden zich in hem een man te hebben aangetroffen niet alleen van zeer veelzijdige kennis en ontwikkeling, maar tevens met een geopend oog voor al wat strekken kan om den arbeid der zendelingen in blijvende waarde en vruchtbaarheid te doen toenemen. Aandoenlijk kwam ook uit de innige en liefdevolle gehechtheid aan het volk, voor welks ver edeling en zedelijk-godsdienstige beschaving hij nu veertien jaren met den meesten ijver heeft gearbeid. Wanneer eerlang het werk van den heer Graafland over de Manahasse verschijnt, (een werk dat ook als bijdrage voor de kennis van land- en volkenkunde naar het prospektus te oordeelen belooft hoogst be langrijk te zijn) zal het zeker velen aangenaam wezen, hetgeen hier slechts even kon worden aangestipt, meer uitvoerig uiteengezet, zelf te kunnen lezen. Uit Vlissingcn schrijft men ons heden: „Per stoomboot Stad Middelburg no. 1 is gisteren mor gen ten 8 ure van hier naar Tholen vertrokken de staf en het le battaljon van het 2e regement infanterie met bestemming naar Maastricht. Des namiddags is per zelfde stoomboot van Tholen alhier aangekomen het 3e bataljon van het 6e regement infanterie komende van Bergen op Zoom; de tirailleur kompanjie van dit bataljon vertrekt heden naar Veere. „De marinier Kaaffmann, bewaarder in het magazijn van kleeding van het korps mariniers alhier, heeft zich heden morgen met een geweerschot van het leven be roofd De reden die hem tot dit noodlottig einde gevoerd heeft is onbekend." Door ingelanden van den Oranje-polder is benoemd tot dijkgraaf de heer I. Leenhouts, van den Pieters-polder de heer W.Verplanke Cz. en van den Helena-polder de heer W. Yerplanke Mz.; en tot gezworen van den Groot- en Klein Zuiddiepe-polder (alle in het voormalig 4e dis- trikt} de heer G. G. Antheunis. De Courrier de la Meuse verneemt uit zekere bron, dat de minister van financiën zijne wetsontwerpen betreffende de akcijnsen op het bier en het zout zal intrekken. De kommissie voor de oprigting van een gedenktee- ken op het graf van prof. Schrant te Leiden bestaat uit de heeren C. J. van den Aaidwegh, prof. J. A. Boogaard, dr. J. A. Herklots, dr. C. ter Laag, A. C. Leembruggen, dr. G. W. A. Plaat, dr. J. M. Kiclielle, M. J. Schretlen, A. van der Swalme en dr. J. Zeeman. Bij cirkulaire heeft deze kommissie verzocht bijdragen vóór 1 mei aan een der leden toe te zenden. Regtszaken. Voor het provinciaal geregtshof in Zeeland zouden heden teregt staan Johannes Franciscus Heilom, Fran- ciseus Wilhelmus Josephus Houben, beide werklieden, te Sluis, en Jacobus Iiebbelynck Hennefreund, partiku- lier, mede laatst gewoond hebbende te Sluis, thans voortvlugtig, alle ter zake van het afleggen van valsch getuigenis in een boetstraffelijk geding ten nadeele van een beklaagde. Daar de laatste beschuldigde, Jacobus Hebbelynck Hennefreund, na behoorlijk te zijn gedag vaard, niet ter teregtzitting is verschenen, heeft het hof bevolen dat hij andermaal zal worden opgeroepen tegen den 13 mei a., des morgens ten 10 nre, met last om hem, bij aanhouding, in hechtenis te stellen ennaar'shofs gevangenis alhier over te brengen, zijnde de behandeling dezer zaak alzootot den 13 mei a. uitgesteld. ©emengde berlgtcn. Bij een tweetal ingezetenen dezer gemeente werd gis teren de herinnering aan de feestvreugde van den 17 november jl. andermaal doch op minder aangename wijze opgewekt, en wel door een vonnis der arrondissements regtbank, waarbij zij ieder afzonderlijk inliooger beroep werden veroordeeld tot eene geldboete van 3 en in de kosten van het proces, zoo in eersten aanleg als in hoo- ger beroep gevallen, of bij niet voldoening binnen twee maanden tot een dag gevangenisstraf. Bij no. 149 van het Gemeenteblad van 1863 hadden burgemeester en wethouders bekend gemaakt dat den 17 november bij de te houden feestviering ter gelegenheid van het öOjarig herdenken der belangryke gebeurtenissen van het jaar 1813, van 7 tot 12 uren des nachts het afsteken van vuurwerken zou geoorloofd zijn op de Groenmarkt, de Balans, den Dam en het Molenwater, bij uitsluiting van alle andere plaatsen en alzoo niet, gelijk gewoon lijk, op de Groote markt. Daar nu beide bedoelde ingezetenen zich door hun feestelijke stemming had den laten verleiden tot het afsteken van een voetzoe ker op de Groote markt (een verboden plaats) na midder nacht (een verboden uur), heeft de regtbank hen schuldig verklaard aan het afsteken van vuurwerk zonder schrif telijke toestemming van burgemeester en wethouders, en hun het minimum der boete opgelegd, voorgeschreven bij de verordening van algemeene plaatselijke policie. Diefstal in dienstbaarheid is een kwaal waaraan de maatschappij voortdurend lijdt. Op het platteland als in de steden wordt zij waargenomen, doch onder ver schillende vormen. In goedaardigen vorm vertoonde zij zich in de laatste dagen der vorige maand te Meliskerke in de woning van den landbouwer H.Jasperse. De dienst bode van dezen had in het armhuis te Westkapelle eene zieke zuster, die zij den volgenden dag met een be zoek hoopte te verblijden. Ten einde echter niet met ledige handen daar te komen veroorloofde zij zich vier stukjes spek en eene kleine hoeveelheid reuzel vet ook van den voorraad harer meesters af te zonderen in een aan haar zelve toebehoorend kistje. De waarde bedroeg wel is waar slechts 20 cent, doch het weinige zou, naar zij hoopte, tot verkwikking der zieke zuster kunnen strek ken. Ongelukkiglijk voor beide werd de afzondering van het spek en vet door de vrouw des huizes ontdekt en aan haren man medegedeeld,die niet in gebrekebleef het ter kennis van de justitie te brengen. Het gevolg hiervan was dat de dienstbode gisteren door de regtbank alhier onder verzachtende omstandigheden bij verstek is schuldig verklaard aan diefstal van een loonbediende ten nadeele baars meesters en te dier zake veroordeeld tot eene gevangenisstraf van acht dagen. Garibaldi werd, toen hij zondag het kristallen paleis 1 bezocht, bij zijn binnentreden door 80.000 personen be groet. Door de leden van het italiaansch komitee werd hem daar een banier met het opschrift „Kome en Vene tië" aangeboden. Te Parijs loopt het gerucht dat men wederom een aanslag zou hebben ontdekt op het leven des keizers. Een persoon, van een geladen pistool voorzien, zou name lijk in de Champs Elysées gevangen genomen zijn op het uur dat keizer Napoleon gewoonlijk aldaar wandelt. Wij vernemen dat de lclagt, ingesteld door den heer officier van justitie te 's Hex-togenbosch, tegen den heer van Lottom, roomsch katholiek priester en rustend pastoor te Arnhem en den heer redakteur van de Noordbrabanter, ter zake van beweerden laster tegen hem officierover het geplaatst artikel „ernstige woorden over ernstige zaken," na bijna 6 maanden hangende te zijn geweest, eindelijk ingetrokken en buiten vervolging is gesteld. T herns o em e t e r s ta n «1 20 april 's av. 11 u. 55 gr. 21 's morg. 7 u. 55 's midd. 1 u. 64 gr. 's av. 11 u. 50 gr. 22 's morg. 7 u. 50 's midd. 1 u. 63 gr. Slaten generaal. EERSTE KAMER. Zitting van woensdag 20 april Behandeling van ver schillende wetsontwerpen. Achtereenvolgens zijn behandeld de navolgende wets ontwerpen 1. tot goedkeuring van het handelsverdrag met Liberia; 2. tot verhooging van hoofdstuk III B der staatsbegrooting voor 1863 (pensioen)3. tot uitbreiding der wet op de nationale milicie; 4. tot goedkeuring eener ruiling tusschen den Staat en het roomsch katholiek parochiaal kerkbestuur te Groningen5. tot onteigening voor de spoorwegen ZwolleKampen, DeventerZwolle en AlmeloSalzbergen en voor de verbreeding van straten te Maastricht6. tot goedkeuring van het han delsverdrag met Italië; 7. houdende bepalingen voor het geval van wanbetaling van boeten in strafzaken8. tot bekrachtiging der heffing van haven- sluis- en tolgelden in de provincie Groningen; 9. tot onteigening voor den spoorweg Kuilenburg—Bommel en 10. tot wijziging der wet, houdende instelling der militaire Willemsorde. Al deze wetsontwerpen zijn aangenomen. TWEEDE KAMER. Bij de hervatting der werkzaamheden op dingsdag werd kennis gegeven van de ontvangst van wetsont werpen, waaronder dat tot aanwijzing van een nader tijdstip voor de invoering der nieuwe regterlijke orga nisatie. De heer IJssel.de Schepper is als lid toegelaten. Gemeenteraad van Middelburg. Wegens plaatsgebrek moeten wij het verslag der zit ting van jl. woensdag tot morgen laten liggen. Algemeen overligt. Uit Pruissen komen gedurende de laatste dagen slechts jubelkreten tot ons, over den bij Duppel behaalden krijgs- roem. De bedwelmende invloed van den kruiddamp heeft te Berlijn voor het oogenblik het verleden doen vergeten. Men denkt in de pruissische hoofdstad niet meer aan de vernederingen, welke de natie van den vrijheer von Bismarck en koning Wilhelm heeft moeten ondergaan. Men herinnert zich niet meer, onder welke omstandig heden en met welke politieke bedoelingen de sleeswijk- holsteinsche oorlog door Pruissen is ondernomen. Men juicht over eene overwinning die 40.000 manschappen op 15.000 denen behaalden. Even als de vrije staten in Europa weinige maanden geleden slechts een minachtenden glimlach over hadden voor het geduld, het onuitputtelijk geduld der pruissische natie bij al de vernederingen, welke zij lijdelijk ver droegen; even als die vrije staten met toorn de oogen van Pruissen afwendden, toen zij later die natie hare jongelingschap alleronderdanigst zag opofferen aan de eerzuchtige politiek van een von Bismarck, zoo hebben zij ook thans slechts minaciitingen toorn over voorde te Duppel gelauwerde pruissische natie. Ware het door eenigen zamenloop van omstandigheden aan den heer von Bismarck in een der vrije staten gelukt den ministeriëlen zetel onder een koning Wilhelm te bemagtigen, eene tweede voorstelling van een 1848 zou daar niet zoo lang als in Pruissen zijn uitgebleven. Eene natie, welke zich zelve eenige achting toedraagt, moest zich de vernederingen hebben bespaard, welke de pruis sische regering heeft durven aandoen. Thans is Pruissen intusschen met lauweren getooid en wenscht nu ook eene eerste viool te spelen in het europeesck staten-koncert. De regering is daartoe in de eerste plaats begonnen om te vorderen dat de opening der konferentie te Londen tot 25 april werd uitgesteld. Men vermoedt dat zij zich dit uitstel zal willen ten nutte maken om Alsen te bemagtigen en geheel Jutland te bezetten. Tot deze laatste meening geeft dan ook het voortdurend vervoer van krijgsmaterieel en manschappen naar het oorlogstooneel wel aanleiding. Mogt het britsch kabinet niet geneigd zijn geweest om aan de vordering van den heer von Bismarck te voldoen dan had de pruissische ambassadeur te Londen last ge kregen om niet op de konferentie te verschijnen. Men ziet hoe exigeant de duppelor „overwinning" de pruissen heeft gemaakt. Als voorwendsel voor de noodzakelijkheid om de opening der konferentie uit te stellen, gaf de pruissische regering op dat de heer von Beust nog niet in de engelsche hoofdstad was aangekomen. Na de duit- sche bondskonstitutie zoo onbeschaamd te hebben ge schonden, verdedigt thans de pruissische regering wxder de zoogenaamde regten van dien bond. De ambassadeur van Oostenrijk, de graaf von Bernstorff heeft het verzoek van Pruissen ondersteund en de konferentie zal thans zoo wordt 'ten minste uit Wcenen gemeld eerst maandag worden geopend. In de zelfde zitting waarin lord Palmerston in het en- gelsch lagerhuis de geruchten tegensprak, volgens welke het vertrek van Garibaldi, hetwelk heden heeft moeten plaats hebben, aan franschen invloed zou zijn toe te schrijven, heeft de oppositie weder een aanval gedaan op het ministerie. De heer Disraeli verklaarde daarbij dat hij het kabinet nog niet wilde doen vallen te midden der

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2