Mengelingen.
geving. Al deze ontwerpen zullen aan de koloniale
staten onderworpen worden.
Het muntstelsel en de wijze van beheer en verant
woordelijkheid der koloniale geldmiddelen worden dooi
de wet geregeld en geldleeningen ten laste der kolonie
kunnen niet worden aangegaan dan krachtens koloniale
verordeningen, goedgekeurd bij de wet.
Geene koloniale belastingen mogen strekken om den
vrijen handel met Nederland en zijne koloniën te belem
meren, of de kolonie in die opzigten boven Nederland
te bevoorregten. De baken-, loods-, haven- en andere
scheepsongelden en de bepalingen omtrent de groote
scheepvaart moeten de zelfde zijn voor alle vlaggen.
Alle weerbare ingezetenen der kolonie worden ver-
eeuigd tot schutterijen, terwijl de goeverneur in geval
van nood vrijwilligers en vreemde hulptroepen in dienst
kan nemen.
Het verspreiden van verlichting en beschaving, het
aanmoedigen van kunsten, wetenschappen en volksvlijt,
het aanmoedigen van arbeidszin en het weren van
luiheid, het verbeteren van de middelen van gemeen
schap enz. wordt aan de koloniale regering als pligt
opgelegd. Bij koloniale verordening kunnen kamers van
koophandel en fabrieken en kommissiën van landbouw
opgerigt worden.
ii. curaqao en onderhoorigh eden
(Bonaire, Aruba, St. Martin, nederl. gedeelte,
St. Eustatius en Saba).
Gelijk hierboven gezegd is, komt dit reglement in
zijne hoofdtrekken met dat voor Suriname overeen. Het
voornaamste verschil bestaat in het gemis van een ver
tegenwoordigend ligchaam. Er is in de eerste plaats een
raad van bestuur, die uit den goeverneur als voorzitter,
den prokureur-genernal als onder-voorzitter, en drie door
den koning benoemde leden bestaat en door den goever
neur omtrent alle besluiten, verordeningen enz. gehoord
wordt. Ook in dezen raad kunnen ambtenaren en offi
cieren der land- en zeemagt geroepen worden om advies
te geven. In de tweede plaats wordt een koloniale raad
voorgesteld, bestaande uit de leden van den raad van
bestuur en uit acht door den koning benoemde leden,
die vier jaren zitting hebben, doch bij aftreding dadelijk
weder benoembaar zijn. Zij genieten reis- en verblijf
kosten, doch geene schadeloosstelling. Deze koloniale
raad wordt jaarlijks den tweeden dingsdag in mei te
Willemstad op Curasao door den goeverneur geopend,
en vergadert in het openbaar, behoudens de gevallen van
zitting met gesloten deuren. De raad behandelt de kolo
niale verordeningen geheel op de zelfde wijze als de
koloniale staten van Suriname en heeft, even als deze,
het regt van amendement. De bepalingen omtrent de
begrooting, de kosten die ten laste van 's rijks schatkist
komen, de vaststelling der begrooting casu quo door de
wet in Nederland en alle andere financiële bepalingen
zijn de zelfde als voor Suriname.
De onderhoorige eilanden staan elk onder bestuur van
een gezaghebber, iu het dagelijksch bestuur bijgestaan
door twee landraden, die door de stemgeregtigde inge
zetenen van het eiland voor vier jaren verkozen worden.
Gezaghebber en landraden maken den raad van policie
uit, die den goeverneur van Curasao van berigt dient
over alle zaken het eiland betreffendede belangen van
het eiland bij den koning, de staten generaal, den goever
neur en den kolonialen raad mag voorstaan, en over alle
openbare aangelegenheden des eilands bestuur voert en
plaatselijke keuren mag maken.
Uit hoofde van de bekrompen uitlegging welke de
hooge raad gegeven heeft aan de bepaling dat de leden
van staatsligchamen niet geregtelijk vervolgbaar zijn
voor hunne adviezen, bepalen deze reglementen uit
drukkelijk dat de leden van de koloniale staten en den
kolonialen raad, ter zake van hetgeen zij als zoodanig
„gezegd en gedaan" hebben, niet geregtelijk vervolg
baar zijn.
IhtitmlauLi
AlgcmccB» overziet.
Omtrent het doel der reis van lord Clarendon naar
Parijs blijven nog zeer uiteenloopende geruchten in om
loop. Tot deze behoort ook dat de engelsche staatsman
bestemd zou zijn om eerlang graaf Russell als minister
van buitenlandsche zaken op te volgen en dat hij vooraf
met het kabinet der Tuileries de grondslagen zou leggen
van eene overeenkomst tot het volgen eener gelijke
politiek ten opzigte van het vraagstuk der Donau-
vorstendommen, hetwelk in de laatste dagen weder meer
op den voorgrond schijnt te treden.
Volgens de laatste berigten uit Konstantinopel zou
de Porte de europesche mogendheden op officiële wijze
hebben uitgenoodigd 0111 over de kloosterkwestie in
konferentie te beraadslagen. Meu beweert zelfs dat de
mogendheden dienaangaande reeds in twee kampen ver
deeld zijn. Rusland en Oostenrijk zouden namelijk de
intrekking van de wet op de sekularisatie der kloosters
vorderen; Frankrijk en Italië daarentegen zouden bereid
zijn de regteu van Roumanië tegen de aanmatiging der
geestelijken van de grieksclie kerk te verdedigen, terwijl
de houding van Pruissen afhankelijk zou gesteld zijn
van de wending die de beraadslagingen op de londensche
konferentie nemen zullen.
Het is echter niet waarschijnlijk dat deze aangelegen
heid alleen het doel der zending van lord Clarendon
wezen zal; en veeleer schijnt de onderstelling gegrond
dat men zal trachten, bij de spanning die thans tusschen
Frankrijk en Engeland bestaat, eenige toenadering te
weeg te brengen en eenigermate de gedragslijn, die men
op de londensche konferentie volgen zal, te regelen.
Sommigen meenen zelfs' te weten dat Engejand zich
bereid zou verklaren er in toe te stemmen dat de kon
ferentie in een kongres overging, doch alleen op voor
waarde eener algemeene ontwapening. Mogt deze bewe
ring juist zijn dan zal het in elk geval gewaagd wezen
zich van de ouderhandelingen eenig gunstig resultaat
voor te stellen.
In de zitting der bondsvergadering te Frankfort is de
heer von Beust benoemd tot vertegenwoordiger van den
bond op de konferentie over de deensch-duitsche verwik
kelingen.
Volgens eene depeche uit Gravenstein, door den
Staats-Anzeiger te Berlijn medegedeeld, zouden vier
kompanjiën van het 60e regement in den nacht van
woensdag op donderdag de deensche voorposten terug
gedreven hebben en zich verschanst op 100 schreden
van de deensche redoutes. Een zeer levendig geweer- en
kanonvuur heeft daarop plaats gehad. De pruissen
geven op 28 manschappen verloren te hebben, terwijl
een hondertal denen krijgsgevangen werden gemaakt
Donderdag middag hebben de keizer en de keizerin
van Mexiko zich naar Mexiko ingescheept. Eene groote
volksmenigte woonde het vertrek bij en een vorstelijke
afscheidsgroet werd hun door het geschut der havenbat
terijen gebragt.
De keizer had vooraf het verdrag geteekend, volgens
hetwelk hij voor zich en zijne nakomelingen afstand doet
van zijne regtcn op de oostenrijksclie kroon. Die afstand
is onvoorwaardelijk en geheel onafhankelijk van den
duur zijner regering in Mexiko. Volgens de Wiener Zei-
tung zal het famieljeverdrag aan de kamers worden
medegedeeld.
Garibaldi te Londen.
Garibaldi is in Engeland letterlijk de held van den dag.
Men kan zich geen denkbeeld maken van de opgewon
denheid die woensdag alom te Londen heerschtenooit
was ergrooter menschenmassa op de been, en de aanblik
dien de straten vauVauxhall tot Westminster en van daar
tot Pall-Mall opleverden, was onbeschrijfelijk. Zes volle
uren getroostte men zich te wachten om met eigen oogen
den man te aanschouwen, die in landen waar men op
vrijheid boogt, doch waar men haar slechts bij naam
kent, als eeu revolutionair, als een man dien men sc huwen
moet, zou worden uitgekreten. Door de aristokratie werd
hij met open armen ontvaugen. Vijf leden van het
kabinet: lord Palmerston, de hertog van Argyle, graaf
Clarendon, graaf Russell, de heer Gladstone en graaf
Granville bevonden zich bij de hertogin van Sutherland
om hem te begroeten. Ten bewijze van de algemeene
geestdrift, maar ook ten bewijze van de pressie die soms
in strijd met waren vrijheidzin wordt uitgeoefend, moge
nog dienen dat het hoofd van het gemeentebestuur van
Portsmouth, toen de gemeenteraad bijeen was om een
adres aan Garibaldi in behandeling te nemen, werd uit
gefloten en uitgejouwd, omdat hij zoo lang gewacht had
met Garibaldi tot het bezoeken der stad uit te noodigen,
toen deze zoo in de nabijheid was.
De wijk waar zich het hotel van den hertog van
Sutherland bevindt, is den geheelen dag met duizende
nieuwsgierigen gevuld, die daar post vatten in de hoop
den generaal te zullen zien, wanneer hij uitgaat. De ver-
moeijenissen der feestelijkheden schijnen Garibaldi niet
te deren. Onder de vele deputatiën die hij ontving was
er ook een van Polen, welke hem een in het fransch ge
steld adres aanbood. Op de te kennen gegeven hoop dat
Garibaldi ook als redder van Polen zou optreden, ont
ving de deputatie ten antwoord: Meld aan uwe broeders
in uw vaderland dat ik, ofschoon ik voor Polen nog niets
gedaan heb, de belangen van dat land als die van mijn
eigen behartigen zal, als de zaak der vrijheid, waarvoor
ik steeds bereid ben mijn leven te offeren. Ik bid God
om kracht, opdat ik mij zal kunnen toewijen aan uwe
zaak, aan die van Italië en aan de emancipatie der
volkeren.
The times liet zich eenige dagen geleden over Gari
baldi's bezoek aldus uit: „Van zijne plannen en ontwer
pen weten wij niets en willen wij ook niets weten. De
ontvangst, welke hem hier te beurt valt, staat noch met
het tegenwoordige, noch met de toekomst in verband.
Zij is een zuiver vrijwillige hulde, die door ons aan de
vroegere daden en de verdiensten gebragt wordt van een
man, die nooit een vijand den rug toekeerde, nooit een
vriend misleid, nooit op het voor hem liggende pad zijner
pligten gewankeld of geaarzeld heeft. Het zal moeijelijk
zijn vreemde staatsmannen te overtuigen, dat wij Gari
baldi's bezoek niet op de eene of andere wijze willen
dienstbaar maken om andere mogendheden te ergeren
en wij mogen er ons op voorbereiden, dat op die ver
meende bedoelingen diepzinnige berekeningen gebouwd
zullen worden, waarbij het aan smaadredenen op onze
kronkelende en verraderlijke politiek niet ontbreken zal.
De ontvangst, welke hier aan Garibaldi zal te beurt
vallen, is niets anders als de natuurlijke en hartelijke
betuiging van sympathie, die een in vrijheid opgewassen
natie koestert voor een man, die aan de zaak der men-
schelijke vrijheid niet alleen groote diensten bewezen,
maar deze ook zóó bewezen heeft als het behoort, name
lijk eenvoudig en zonder aanmatiging. Bij ons bestaan
geen zoodanige misbruiken, tot wier bestrijding wij
Garibaldi noodig hebben en wij hebben het avontuur
lijke denkbeeld laten varen, om de gebreken bij anderen
te verhelpen. Maar wij hebben de sympatiën, die een
vrij volk betamen, niet verloren en niet opgehouden
opofferingen te bewonderen, die wij niet meer behoeven
na te volgen."
Woensdag avond is op Sutlierland-paleis op nieuw een
schitterend bauket ter eere van Garibaldi aangeregt,
waartoe een groot aantal aanzienlijke personen genoo-
digd was. In de laatste dagen dezer maand zullen onder
scheidene steden van Schotland door den held van
Caprera bezocht worden.
Frankrijk.
Donderdag is in het wetgevend ligchaam beraadslaagd
over het rapport betrekkelijk de wet tot in dienststel-
ling van 100.000 man der ligting van 1864. DeheerPicard
was een der eerste bestrijders daarvan. Hij wenschte
dat niet aan de regering alleen het regt werd toegekend
den oorlog te verklaren en aan de natie slechts de
bevoegdheid gegund om de verassingen, die haar door
de beslissingen der regering bereid werden, toe te juichen.
Ook toonde hij het wenschelijke aan dat men eindelijk
eens de proef zou nemen met het volgen van het stelsel
van gemeen overleg betrekkelijk de groote belangen des
rijks. Verder verhief deze afgevaardigde nog zijn stem
ten gunste van Polen en tegen het schandelijke feit dat
men zonder eenigen bijstand te verleenen voortdurend
den zwakke door den sterkeren laat verdrukken. Ook
sprak hij over de inmenging van Mexiko, waar nu voort
durend de hulp van Frankrijk zou worden vereischt.
Hij verlangde ten slotte een vermindering van 70:180.000
man. De generaal Allard, die als regerings lcommissaris
den heer Picard beantwoordde, betoogde dat de versnelde
middelen van gemeenschap en de tegenwoordige wijze
om de troepen zamen te trekken het noodig hadden
gemaakt het cijfer van het kontingent te wijzigen en
voor de zamcnstelling der reserve zorg te dragen. De
twee laatste oorlogen hadden daarvan de noodzakelijk
heid doen inzien. Hij achtte de ligting van 100.000 man
volstrekt noodzakelijk wilde men het normaal cijfer der
beschikbare soldaten op 60.000 man houden, hetgeen hij
ter naauweruood als toereikend beschouwde. Om een en
ander te betoogen werden de zelfde argumenten gebe
zigd die jaarlijks terugkeeren en eigenlijk slechts hierop
neer komen dat door een vermindering van het leger
Frankrijk de schitterende rol, die het thans in de wereld
speelt, niet zou kunnen blijven vervullen.
Lord Clarendon is woensdag avond te Parijs aan
gekomen, en den volgenden dag door den keizer in bijzon
dere audiëntie ontvangen.
Be luitenant generaal de ïïeza.
De luitenant generaal de Meza, die tot voor weinige
weken opperbevelhebber van het deensche leger was, is
den 14 januarij 1792 te Helsingör geboren, waar zijn
vader geneesheer was. Toen de engelschen in 1807 Dene
marken aanvielen, nam hij als vaandrig dienst in het
cjeensche leger. Na afloop van den krijg werd hij later
tot leeraar aan de artilleriescliool en aan de militaire
akademie te Koppenhagen aangesteld. In het jaar 1842