MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°- 61.
Zaturdag
1864.
16 April.
«OKS
Editie van vrijdag avond 4 ure.
Middelburg 15 april.
Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier zijn
ontvangen en liggen vdor belanghebbenden ter inzage
1. een overzigt der scheepvaart van Mannheim in 1S63;
2. een overzigt betreffende den handel en de scheepvaart
van Groot-Brittanje over januarij jl.3. een statistisch
overzigt van den handel te Libau, en van het handels
verkeer dier stad met het binnenland, beide over de
jaren 1862 en 1863.
Het kollegie van burgemeester en schepenen van Ant
werpen heeft aan de kommissie voor de internationale
tentoonstelling en wedstrijd voor brandspuiten enz.,
welke in julij e. k. alhier zal gehouden worden, berigt
dat de lieor Janssens, kapitein-kommandant van het
korps pompiers aldaar, is benoemd om deel uit te maken
der kommissie van beoordeeling van het ingezondene.
Woensdag is tot lid van den gemeenteraad van Zierikzee
gekozen de heer dr. F. Keller met 161 van de 240 geldig
uitgebragte stemmen. Jhr. A. O. van den Santheuvel
bekwam 43 en de heer P. Schillemans 27 stemmen.
Naar men verneemt wordt H. M. de koningin tegen
het laatst van deze maand uit Stuttgard in de residentie
terug verwacht.
Voortdurend luiden de berigten nopens den gezond
heidstoestand van den koning van Wurtemburg meer
•bevredigend. Naar men thans meldt, is Zr. Ms. gesteld
heid van dien aard, dat zij eene voorgenomen reis naar
Wiesbaden en de hoop op verder herstel door het badge-
bruik toelaat. Wat echter nog altijd bezorgdheid wekt,
is de voortdurende zwakte des lijders.
De tweede kamer der staten generaal is thans bepaald
bijeen geroepen ter hervatting harer werkzaamheden
tegen dingsdag 19 dezer.
Dingsdag heeft prins Napoleon de residentie verlaten
en zich per spoortrein naar Rotterdam begeven. Aldaar
aangekomen begaf hij zich met zijn gevolg, vergezeld door
den konsul van Frankrijk en diens kanselier, naar boord
van het jagt Jeröme Napoleon, hetwelk sedert eenige
dagen in de Willemskade lag. Na een kort verblijf aan
boord reed men de voornaamste deelen der stad en om-
streken rond, waarbij een bezoek werd gebragt aan de
diergaarde en het park.
Ten 1 uur zijn Z. K. H. en zijn gevolg met het jagt
naar Hellevoetsluis gestoomd. De prins werd dadelijk
.bij zijne aankomst aldaar gekomplimenteerd door den
direkteur en kommandant der marine, den burgemeester
en garnizoens kommandant. Aan de schutsluis van het
kanaal door Voorne waren al de officieren der zeemagt
en van het garnizoen aanwezig, en stond eeneeerewacht
van mariniers geschaard, welke bij het passeren der sluis
de militaire honneurs bewees, terwijl het geschut der
vesting Z. K. H. met 21 schoten begroette, gedurende
welken tijd de fransche vlag van het in de haven liggende
wachtschip wapperde. De prins onderhield zich zeer
minzaam met den direkteur en kommandant der marine
en de overige heeren, en noodigde eerstgenoemden uit bij
hem aan boord te blijven dineren. Woensdag morgen
is Z. K. H. naar Brouwershaven vertrokken om van daar
naar Frankrijk terug te keeren.
Woensdag voormiddag omstreeks tien ure arriveerde
het fransche stoomjagt Prins Jerome Napoleon aan het
Westhavenhoofd van Zierikzee. De konsulaire agent van
Frankrijk aldaar, mr. W. C. de Crane, heeft zich aan
boord begeven. Nadat deze daar eenige oogenblikken
had vertoefd heeft het stoomjagt zijne reis voortgezet
naar Havre.
Ook uit Dordrecht is een adres van sympathie en
van leedwezen over het hem gegeven ontslag verzonden
aan den heer Coquerel jr. te Parijs. Ongeveer tachtig
personen, voor de groote meerderheid behoorende tot de
notabelste en ontwikkeldste leden der hervormde ge
meenten, hebben het met hun handteekening bekrach
tigd. Te Rotterdamcirkuleert ook een adj»s - an dezelfde
strekking en wij vernemen dat zulks evenzeer het geval
is te Leiden. Het voorbeeld van Utrecht, Dordrecht,
Rotterdam en Leiden zal vermoedelijk ook nog elders
gevolgd worden.
Op het adres van sympathie, door een aantal der voor
naamste ingezetenen van Utrecht dezer dagen aan de
denen toegezonden, is het volgende antwoord van den
gezant van Denemarken ontvangen
„Mijne Heeren!
„Ik heb de eer gehad, alhier te Brussel, het adres aan
het deensche volk te ontvangen, dat gij onderteekend
hebt, en dat de heer C. J. N. Nieuwenhuis op zich geno
men heeft mij in uw aller naam te overhandigen.
„In een benard oogenblik, waarin een volk genoodzaakt
is, zich tegen even eerzuchtige als magtige naburen te
verdedigen, zonder dat een enkele hand opgeheven
wordt, om zijne regtvaardige zaak te steunen, is het zeer
vertroostend te gevoelen, dat sympatketische harten zich
tot hetzelve wenden.
„Het adres dat gij onderteekend hebt, mijne heeren,
zal ons bewijzen, dat de gevoelens, die eertijds de neder-
landsche krijgers den denen te hulp deden snellen, niet
uitgestorven zijn; dit maakt ons gelukkig, en wij zijn
overtuigd, dat, als de omstandigheden het veroorloofden,
de nederlanders van onze dagen het roemrijke voorbeeld
hunner vaderen zouden volgen.
„Als vertegenwoordiger van het •ieensch volk in uw
land, mijne heeren, dank ik u uit naam van al mijne
landgeuooten, voor de hartelijke woorden, die gij tot ons
gesproken hebt; ik acht mij gelukkig en ben er trotsch
op, ze naar mijn land te kunnen opzenden.
„Wij hopen op den alraagtige, dat Hij zal toelaten,
dat onze pogingen om onze haardsteden te verdedigen,
dat onze moed om eene worsteling tegen ongelijke krach
ten aan te vangen en vol te houden, met een goeden
uitslag zullen bekroond worden.
„Uwe wenschen vergezellen ons, dat weten wij
„De Heer behoede u, mijne heeren, u en de uwen voor
rampen en gevaren, als die de denen treffen
„Gelieft mijne heeren de betuiging aan te nemen van
mijne gevoelens van dankbaarheid en hoogachting.
De gezant van Denemarken
P. Bill.e Bkahf..
„Brussel, 10 April 1864.
„Aan de heeren inwoners van Utrecht, onderteekenaren
van het adres aan het deensche volk."
Benoemingen en besluiten.
kiddëkohden. Vergunning verleend aan den heer
M. Nahuys, tot het aannemen en dragen der versierselen
van ridder der orde van de kroon 4e klasse, hem door
Z. M. den koning van Pruissen geschonken.
leger. Overgeplaatst in hun rang bij het regement
grenadiers en jagers, de kapiteins G. B. C. Stoop van
het 8e, G. J. Engelen en J. J. H. G. van Wickevoort
Crommelin, beide van het le regement infanterie.
Eervol ontslag uit Zr. Ms. militaire dienst verleend,
met toekenning van pensioen, aan den len luitenant
der infanterie van het leger in Nederlandsch-Indië
E. l'Honoré, thans met verlof hier te lande, wegens onge
schiktheid tot het gaan hervatten van de werkelijke
dienst ten gevolge van ligchaainsgebreken.
Kerk- en sclioolnicuvrs.
LI. zondag heeft de heer J, P. P. Valeton aan de waal-
sche gemeente te Groningen bekend gemaakt, dat hij
voor het op hem uitgebragte beroep moest bedanken,
daar de minister van binnenlandsche zaken de betrek-
king van hoogleeraar in de oostersche talen aan de
j akademie onvereenigbaar achtte met die van predikant.
Gemengde berigten.
De belangrijke ontdekking, welke een berigtgever
uit Middelburg aan het Dagblad van 's Gravenhage mede
deelt als zou onlangs voor de eerste maal een remon-
strantsch predikant „in Zeeland" op den preekstoel het
evangelie verkondigd hebben, wordt door de Goessche
courant weêrsproken. Volgens deze courant heeft dit in
Zeeland reeds zeer dikwijls plaats gehad.
De provinciale staten van Zuid-Holland hebben
zich dingsdag vereenigd met de zienswijze van gedepu
teerde staten dat de met de vroegere eigenaren van het
Dagblad van Zuid-Holland getroffen schikking, door den
overgang van dat blad in andere handen, heeft opge
houden van kracht te zijn. Aan gedeputeerde staten is
thans vrijheid gelaten hunne officiële stukken te doen
plaatsen in het dagblad dat zij daartoe het meest ge
schikt zullen oordeelen.
Het scheepsvolk van uit Noorwegen te Harlingen
aangekomen schepen getuigt dat de vorst daar in de
vorige week nog zoo streng was, dat zware lasten door
paarden over het ijs werden getrokken, en de naar Chris-
tiania gedestineerde schepen de rivier niet konden
opvaren.
Meer dan honderd duizend menschen hadden zich
zondag te Parijs in de champs Elysées vereenigd om
den heer Godard met zijn ballon de aangekondigde
luchtreis te zien ondernemen. Nadat men reeds eenige
uren aan het vullen van den ballon had besteed, werd
den volke verkoudigd dat de lage temperatuur belette
om met de vulling voort te gaan. De zeer ontevredene
volksmassa heeft zich daarop aan allerlei wanordelijk
heden schuldig gemaakt en de policie had zeer veel
moeite om de menigte in bedwang te houden. Verschil
lende arrestatiën zijn van dit alles weder het gevolg
geweest.
In een amerikaansch blad leest men woordelijk het
volgende: „Een arme doofstomme man, Taffgeheeten,
is eenige dagen geleden door een spoortrein overreden
en op de plaats dood gebleven. Een jaar te voren was
hem juist het zelfde ongeluk overkomen."
In Italic is, niet ver van Turijn, in den grond
tusschen Viu en Mezzenile eene zeer rijke mijn ontdekt,
die nickel, koper en kobalt bevat.
Twee jeugdige zonen van den bey van Tunis zijn
te Bordeaux aangekomen en zullen zich naar Parijs
begeven om hunne studiën voort te zetten. Een muzel-
mansche goeverneur en een fransche onderwijzer zijn
hunne geleiders.
Te Parijs is dezer dagen overleden de heer Alex
andre Wattemare, de ook in Nederland bekende stichter
van het stelsel van den internationale boeken-ruilhandel.
De heer Guizot ontvangt voor zijne Meditations
religieuses, waarvan eerstdaags het eerste stuk verschijnt,
niet minder dan 80,000 fr. Het geheele werk zal vier
deelen beslaan.
De Deutsche Nordsee-Zeitung meldt, dat de koning
van Wurtemberg zich zoo vast overtuigd houdt van de
waarheid eener voorspelling dat hij 91 jaar oud zal
worden, dat hij die overtuiging zelfs in de ergste oogen-
bikken zijner ziekte uitte. Bij de toeneming zijner
levenskrachten komen allerlei plannen in zijn nimmer
rustenden geest; zij betreffen de welvaart zijns volks
en de verfraaijing zijner residentie. Dit is b. v. nog
dezer dagen gebleken uit hetgeen is medegedeeld om
trent zijne beschikkingen met betrekking tot het oprig-
ten van een dierentuin te Stuttgart.
Naar men uit Triest meldt liep daar sedert lang
het gerucht dat een kleedermaker zijn tienjarig zoontje
vreesselijk mishandelde en op een zolderkamertje opge
sloten hield. Een onderzoek van wege de policie heeft
bewezen dat dit gerucht waarheid sprak. Men heeft
bedoelden knaap werkelijk in het kamertje gevonden,
en wel opgesloten in een koffer. Het ligchaam van den
ongelukkige was in deerniswaardigen toestand, want
dagelijks werd hij meermalen door zijn vader en stief
moeder mishandeld, wat dan ook aan zijne wonden
duidelijk te zien was. Zijne voeten waren verstijfd en
zijne knieën krom getrokken. Men had hem gedurende