met deze vrijspreekt. Zeker is kier nog veel geheimzin-
nigs, en ontbreekt thans nog het licht, om dit te doen
verdwijnen; maar bewezen is het, dat de prins en de j
voornaamste personen der refugiés zeer vertrouwde j
vrienden had, en dat een der bewerkers van den moord-
aanslag op Wellington een broeder was van een zijner j
aide-de-camps. Met het plan tot dien aanslag is hij echter
geheel onbekend geweest, gelijk hij terstond na dit mis- j
drijf aan den hertog betuigde. Toen beeft lii) ook geheel
met de partij der uitgewekenen gebroken.
„Deze laatste heeft in Frankrijk den geest van wrevel
tegen de Bourbons zeer aangewakkerd. Maar veel scha-
delijker invloed heeft zij in de Nederlanden zeiven uit- i
geoefend. Van haar heeft de oppositie-partij in België
het geleerd, de regering te bestrijden, haar in een hate- j
telijk en bespottelijk daglicht te stellen, haar gezag te
ondermijnen, hare omverwerping voor te bereiden. Hare j
werking heeft alzoo medegewerkt tot het ontstaan van
den opstand in 1830, die geëindigd is met het verscheu-
ren van den band, welke Nederland en België gedurende
15 jaren had vereenigd."
die haar als 't ware is vooruitgevlogen Men bedenke j eigenlijke „zangkunst", en zou alleen met buitengewone
Een onzer vrienden te 's Gravenhage, die reeds meer
malen ook in ons blad het bewijs heeft geleverd juist te
kunnen oordeelen over muziekale uitvoeringen en die J
wij buitendien tot het uitspreken zijner meening volko-
men bevoegd achten, schrijft ons het volgende over
Carlotta Patti.
„Er schijnt eene algemeene zamenspanning in de
nederlandsche periodieke pers te bestaan, om de waar
heid ten aanzien van Carlotta Patti aan het publiek te
onthouden. Ik kanbijnageen blad opnemen zonder mij te
verbazen óf over de ongemotiveerde bewierooking óf over
de blijkbare poging der muziek-recensenten om hunne
ware opinie te verbloemen en zich met eenige vergoe
lijkende woorden van Patti af te maken, hoewel men
uit hunne opmerkingen over de kunstenaars, die haar
ter zijde staan, duidelijk ziet dat zij wel kunnnen beoor-
deelen hoe zwaar Patti inderdaad weegt. Het spijt mij
dat ook uw utrechtsche korrespondent doorhetalgemeen
hosanna-geroep waarvan de oorsprong wel niet raoei-
jelijk te gissen is zich heeft laten bedwelmen en mede
slepen. Maar ook met uwen gewonen haagschen korres
pondent ben ik het niet eenswant ofschoon hij niet in
die mate in de kunstmatige opgewondenheid deelde, was
zijne beschouwing daar toch niet geheel vrij van. Laten
we ons dus voegen bij de weinige stemmen die zich
geheel onafhankelijk en ongeinfluenceerd getoond heb
ben en beproeven uwe lezers die in de muziek belang
stellen de waarheid te leeven kennen.
„Na het koncert in Diligentia op 18 februarij, is Patti
hier nog tweemaal (29 februarij en 10 maart) opgetreden
en wel in den schouwburg, waardoor zij binnen den kring
van beoordeeling van het groote publiek viel, daar Dili
gentia alleen voor zijne leden toegankelijk is. Ik stel
dadelijk op den voorgrond, dat zij den 10 maart beter
bij stem was dan den 29 februarij, doch dit geeft mij geene
aanleiding om mijne algemeene opinie te wijzigen, die ik
u vrijmoedig zal mededeelen, en die nog al verschilt van
hetgeen de meeste couranten daaromtrent opgeven. Wat
zij ook zeggen mogen, ik durf van mijne zijde verklaren
en volhouden, dat Patti een dun, niet klankrijk geluid
bezit, hetwelk op het eerste gehoor zelfs een onaange-
namen indruk maakt, hoewel men er langzamerhand aan
gewent. Haar eigenlijk fort bestaat in de hooge toonen,
waar zij met hare moeijelijke stakkato's het publiek in
vervoering brengt, hoewel het geoefende oor ontdekt
dat zij niet altijd zuiver zijn. De uitdrukking zal mis
schien verbazend sterk geacht worden, maar onbevoor
oordeelde deskundigen zullen het mij toestemmen, dat
zij zingt als eene liefhebster. Gevoel moet men niet
bij haar zoeken, waarmede daarentegen zoo menige lief- j
hebster begaafd is. Moet ik hier nog meer bijvoegen?
Ja, juist datgene waarover de lofbazuinende bladen met j
de meeste luchtigheid beenstappen, als of het niets be-
teekende en men voor Patti eene uitzondering moest I
maken op den eisch, dien men aan alle artisten stelt: het
ontbreekt baar namelijk aan genoegzame methode en
tusschenbeide bederft zij nog de middelen waarover zij
beschikken kan, zoo als bijv. het geval is met de echo's j
in het air de l'Ombre uit het Pardon de Ploërrael. De- i
geen die dit van mevrouw Lemmens Sherrington (die
nog niet eens voor eene eerste zangeres doorgaat) en
dat het hier geen vrij optreden van eene artiste is, maar
eene spekulatie van een ondernemer, en het antwoord
op de vraag zal niet moeijelijk te vinden zijn.
„Het verschil tusschen methode en geen-methode werd
in den avond van 10 maart opgehelderd door de verrig-
tingen van den bariton Marchesi, die in het moeijelijke
air „Ezio" van Handel op de schitterendste wijze toonde,
wat zelfs onder ongunstige omstandigheden (waut zijne
stem klonk gefatigcerd) eene goede methode vermag; en
de zijne was meer dan goed, zij was prachtig.
„Zonder de medewerking van mannen als Laub, Jaëll
en Marchesi zouden dan ook dc koncerten van den onder
nemer Ullmann het kompleetate fiasco maken, want Patti
die hij in zijne advertentiën onder zijne „vier sterren van
de eerste grootte," rangschikt, is inderdaad de bleekste
ster van de vier. Maar zij is jong en bevallig, en dat
vergoedt in meuig oog vele andere afwezige begaafdheden.
„Op het koncert van den lOen verrukte Laub zijne toe
hoorders weder door zijne uitvoering van liet koncert
van Mendelssohn, waar hij de zwaarste passages overwon
met eene gemakkelijkheid, die niet liet raden hoe moei
jelijk zij waren. Als toegift onthaalde hij liet publick op het
sextet uit Lucie voor viool alleen. Jaëll scheen zijn eerste
allegro uit het koncert in Es van Beethoven met meer
liefde voor te dragen dan den 29en liet koncert van Men
delssohn. Moest ik zijn spel op dc beide avonden karak
teriseren, ik zou zeggen dat hij den 29 meer toonde wat
zijne vlugheid vermogt, terwijl hij den lOen meer den
komponist terug gaf en daardoor zorgvuldiger was in de
uitvoering.
„En nu keer ik nog eens tot Patti terug en tot de wei
nige stemmen waarop ik hierboven doelde, die zich tus
schen de algemeene loftuitingen durven verheffen. Ik
heb weinig bewijzen van zelfstandigheid in de hollaud-
sclie bladen gezien. De muzïek-recencent van de Nieuwe
rotterdamsche courant, die anders de artisten niet door
on vermengden lof bederft, scheen ten aanzien van Patti
in verlegenheid te verkeeren en wist door stylistische
wendingen een schijn van gemoedelijkheid aan zijne
I redeneringen te geven, waarin men tusschen de regels
I door kon lezen dat hij geene vrijheid vond om met het
i algemeene koncert in te stemmen. De heer H. A. Meyroos
(mij persoonlijk onbekend) schijnt in eene recensie, die
ik niet weet waar zij geplaatst is, de waarheid ronduit
te hebben durven zeggen; dit is mij gebleken uit een
j ingezonden stuk van zijne band in de Arnhemsche cou-
rant, waarin hij zijne meening nogmaals-motiveert tegen
degenen die hem dat zeer kwalijk genomen hebben. Hij
herhaalt daar, dat Patti niet in alle opzigten aan de
eischcn der kunst voldoet en daarom geen aanspraak
kan maken om te zijn waarvoor zij wordt uitgegeven:
eene chanteuse van den eersten rang. Dat hij niet alleen
I er zoo over denkt, staaft hij met aanhalingen uit het als
hoogst onpartijdig beroemde tijdschrift „Signalefür die
J musikalische Welt." Een berigt daarin uit Brussel zegt
I (koncert van 7 januarij), dat Patti niet met sukces gede-
i buteerd, maar in zekere mate fiasco gemaakt heeft; hare
1 uitvoering voldeed uiet aan de vereischten. Het verslag
van het koncert te Keulen (24 januarij) vermeldt, na
lioogen lof aan Laub en Jaëll te hebben toegezwaaid,
dat de ster van den avond zeer bleek naast lien was en
j aanhoudend bleekerwerd. „„Eerst toejuiching en terug
roeping, toen toejuiching zonder terugroeping, eindelijk
flaauwe toejuiching."" Ten slotte vermeldt de redakticin
het nommer van 9 februarij, dat zij te veel berigteu over
i de koncerten van Patti ontvangt, om die verder te kun-
nen opnemen, „hetgeen ook onnoodig is, daar zij zonder
j uitzondering in dezelfden geest luiden als de verslagen
over de koncerten te Brussel en te Keulen."
„Nu voeg ik er van mijn kant nog eene buitenlandsche
1 autoriteit bij, namelijk het Journal de Bruxelles, welks
j beschouwing te pikant is om er niet een klein uittreksel
van te geven: „Indien de heer Ullmann niet verstandig
j genoeg was geweest, om Jaëll en Laub, twee toonkunste
naars van den eersten rang, naast Patti te plaatsen, zou-
I den wij ronduit kunnen zeggen, dat die koncerten, sedert
drie maanden meteenblufaangekondigddieaan Barnum
herinnert, niets zijn dan très-mauvaises plaisanteries.
Maar de heide genoemde virtuozen hebben ons ruim
schadeloos gesteld voor de verveling, die mile. Patti ons
aandeed. Zij bezit eene buitengewone, maarniet fraaïje
stem. In de lage en middcltoonen is zij meer dan middel
matig; daar is alles dof, klankloos en bleek. De hooge
evenzeer van Patti gehoord heeft, en dan liet verschil toonen brengt zij zonder veel moeite uit, maar zij zijn
ten voordeele der eerstgenoemde niet opmerkt, moet be- schreeuwerig; zij doen u verbaasd staan, zonder u belia-
dwclmd zijn door den bluf die Patti is vooruitgegaan. gelijk aan te doen, zoo dat ge u spoedig begint te verve-
Na al dien ophef schijnt liet oordeel hard, maar mogen len. Die hooge noten, door sommige buitengemeen
wij het niet verbloemen: Patti is niet alleen niet de bewonderd, zijn wel eens vergeleken bij klarinettoonen;
eerste zangeres waarvoor men haar wil doen doorgaan, maar wat ons betreft, geven wij verre de voorkeur aan
maar zij is zelfs geene zangeres van bijzondere verdien- I de klarinet, wanneer zij door een knap kunstenaar be
sten. Maar van waar dan dien roem, vraagt men ligtelijk, speeld wordt. Mile. Patti verstaat volstrekt niets van de
inspanning en studie eene artiste kunnen worden. Geen
eelit toonkunstenaar zal ons tegen spreken, wanneer wij
beweren dat dergelijke vertooningen eene ramp zijn voor
de wezenlijke kunst."
„Om niet te wijdloopig te worden laat ik verscheidene
zinsneden weg, die in scherpheid niet achterstaan bij de
aangehaalde. Ik meen echter genoeg gezegd te hebben
om te doen zien, dat ik, welk bazuingeschal ook in onze
nederlandsche pers worde aangelievei), niet alleen sta in
mijn ongunstig oordeel over Patti als zangeres."
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan den heer
H. M. Duparc, med. et art. obst. doctor te Amsterdam,
tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder
der orde van den Nischan Iftihar, hem door Z. H. den
bey van Tunis geschonken.
r egt er dijk e magt. Benoemd tot griffier bij het kan-
tongeregt te Vlissingen mr. W. van der Os, advokaat
aldaar.
staatsspoorwegen. Benoemd tot rijkskomraissaris
bij de maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen
jhr. C. A. E. A. van Panhuys.
nederlandsche rank. Benoemd, met ingang van
den 1 april eerstkomende, bij de naamlooze vennoot
schap de „Nederlandsche bank": tot president-direkteur
de heer mr. W. C. Mees; tot sekretaris-direkteur de heer
mr. J. H. Molkenboer; tot direkteuren de heerenJ. H.
Insinger, F. ltcndorp, J. van Heukelom, R. D. Wolter-
beek, allen tot dusverre in gelijke betrekking werkzaam;
benevens de heer H. IL Beels, thans direkteur der
Associatie-cassa te Amsterdam.
IVeBtrologle.
Vrijdag is te Leiden in 41jarigen ouderdom overleden
de heer Joannes Matthias Schrant, sedert 17 oktober
1862 hoogleeraar in de geneeskunde aan de hoogeschool
aldaar.
Gemengde bcrigten.
Maandag werd te Utrecht de groote bekende paar
denmarkt gehouden, waarop ongeveer 1000 paarden ter
verkoop waren aangehragt. De handel was levendig en
er werden vrij hooge prijzen besteed.
De leverancier van vruchten van Z. M. den koning,
van Litli, te 's Hage, lieeft jl. vrijdag de eerste nieuwe
aardappelen aan Z. M. aangeboden.
De regtbank te Berlijn moest dezer dagen zekeren
persoon als getuige hooren, welke op dit oogenblik bij
het pruissische leger in Slees wijk in dienst is. De opper
bevelhebber van het leger, bij wien men omtrent dezen
persoon onderzoek deed, berigtte dat hij zich onder de
voorposten bij Duppel bevond. De regtbank heeft daarop
de zaak geremitteerd tot „na de inneming der duppeler
stelling,"
De dencn bezitten, volgens eenberigtgevcv van een
fransch dagblad, nog een soort van geschut, hetwelk
zekerlijk in geen ander europeesch leger meer voorkomt.
Zij gebruiken namelijk nog kleine stukken van drie ka
nonnen, op een affuit vereenigd. Deze drie kanonnen
hebben een middellijn van twee en eene halve duim en
ontvangen elk eene lading van twintig kogels. Deze
kanonnen worden te gel ijker tijd afgeschoten en zestig
kogels vliegen alzoo naar den vijand. Op 600 schreden
draagt dit soort van geschut nog vrij juist.
In een engelsch tijdschrift vindt men eenige oud
heidkundige aanteekeningen van sir Emerson Tennent,
over het dezer dagen zooveel besproken Dannevirke.
Volgens dien schrijver zou dit bolwerk oorspronkelijk
door Harald Blaaland tegen een inval van Karei den
Groote opgerigt zijn. Ook bestond het ten tijde van
koning Olaf Tryggveson, die tusschen de jaren 995 en
1000 vóór Christus in Noorwegen regeerde en liet Dan
nevirke gebruikte tegen keizer Otto, die de denen met
geweld tot het christendom wilde hekeeren. Graaf Hako,
die de denen aanvoerde, sloeg menigen storm der duit-.
schers zegevierend af. Daarom trok keizer Otto zuid
waarts terug, verzamelde zijne oorlogschepen aan den
mond der Schlei, landde met zijne troepen bij het noor
den van het Dannevirke en zegevierde door het omtrek
ken van deze positie, zoo dat, gelijk de genoemde schrijver
opmerkt, zich aldaar dezer dagen, bij den aanval der
duitscliers, de geschiedenis der vroegere eeuwen heeft
herhaald.
De beijersche hoogleeraar Neumager, die zich tot
het doen eener driejarige wetenschappelijke reis in
Australië bevindt, heeft in een brief aan den heer Som-
mers te Londen de verschijning van eene komeet in het
jaar 1865 aangekondigd, die een aller heerlijkst schouw
spel zal opleveren, terwijl wij, door het schitterend licht
van den staat dier komeet, gedurende drie nachten geen
duisternis hebben zullen. Volgens dien geleerde, aan
wiens sombere voorspelling men echter, op grond van