MIDDELBURGSCHE
C 0 U R A N T.
p
r 47.
Dingsdag
v
1864.
22 Maart.
Editie van maandag avond 8 ure.
Middelburg 21 maart.
In eene vergadering van liet departement Middelburg
der Maatschappij tot nut van 't algemeen is onlangs de
vraag gesteld of het ook aanbeveling verdiende ecu der
dagen, welke bij de verlossing van ons vaderland van
Fraukrijks overheersehing voor Middelburg in het
bijzonder van gewigt zijn geweest, afgescheiden van de
nationale feestviering, welke den 17 november van het
vorig jaar heeft plaats gehad, nogmaals, thans afzonder
lijk te vieren. In den geest van deze vraag lag, zoo wij
ons wel herinneren, vooral opgesloten, dat, indien er
plannen bestonden om een dier dagen feestelijk te her
denken, het departement alsdan zou voorgaan en trach
ten daaraan een leiding te geven, opdat de feestviering
op eene zooveel mogelijk gepaste wijze zou plaats hebben.
Naar aanleiding hiervan is 11. zaturdag besloten om den
30 april e. k., den dag waarop vijftig jaar geleden weder
voor 't eerst de nederlandsche vlag hier geheschen werd,
voor eene feestviering te bestemmen, en het departement
heeft thans den wensch kenbaar gemaakt dat zij, die zich
tot eene verdere feestviering wenschen aan te sluiten of
bereid mogten zijn daartoe in overleg met het bestuur
van het departement eene fcestkommissie zaraen te stel
len zich spoedig bij haar aanmelden.
In hoeverre reeds plannen omtrent deze feestviering
zijn vastgesteld weten wij niet. Alleen vernemen wij dat
de heer dr. S. Piecardt, predikant te Goes, zich op uitnoo-
diging bereid heeft verklaard bij die gelegenheid eene
feestrede te houden en dat men ook zal trachten een
matinée muzikale met een zeer geringen entreeprijs te
organiseren.
De tweede kamer, welke jl. vrijdag is niteengegaau, zal
hare werkzaamheden vermoedelijk den 19 april hervatten.
Met het oog op de schrikbarende uitbreiding der pok
ziekte in onze provincie, welke voortdurend slagtoffers
maakt, hebben wij reeds dikwijls de wenschelijkheid be
sproken van eenige medische policic-maatregclen omtrent
dit punt. Het nederlandsch geneeskundig tijdschrift
leverde dezer dagen weder een bewijs hoe de vcnvaar-
loozing der vakcine de meest heillooze gevolgen heeft.
Hier gold het de gemeente Stellendam in de nabijheid
van Goedereede.
Stellendam telt 853 inwoners, te zamen uitmakende
181 gezinnen. In 123 gezinnen kwam in het afgeloopen
jaar de ziekte voor en slechts 58 bleven derhalve vrij.
Het geheele cijfer der aangetasten bedroeg 332.
De 121 gezinnen, waarin de pokziekte zich vertoonde,
bestonden uit 632 personen. Hiervan waren 249 niet
gevakcineerd en werden 228 aangetast, ten gevolge waar
van 20 stierven. Van de genoemde 623 personen waren
354 gevakcineerd en werden slechts 94 aangetast, waar
van 2 stierven.
Van de niet-gevakcincerde kinderen tusschen 110
jaar werden 127 aangetast, terwijl onder de gevakcincerde
slechts 4 gevallen voorkwamen. Van de eerstgenoemde
stierven 14, van de laatstgenoemde geen.
Van de gevakcineerde personen welke in dit jaar zich
in den leeftijd van 10—30 jaren bevonden, werden 21
aangetast, hetgeen niet te verwonderen is, daar de voor
behoedende kracht der vakcine op lateren leeftijd
afneemt; van de niet-gevakcinecrdepersonen van boven-
genoemden leeftijd werden 64 aangetast. Van de laatste
stierven 3, van de eerstgenoemde geen.
Dergelijke opgaven maken, gelooven wij, alle verder
betoog overbodig.
Men schrijft aan het Utrechtsch dagblad uit 's Hage
„Naar wij vernemen bestaat bij onderscheidene officie
ren lust om aan de krijgsbedrijven in Sleeswijk en Jut
land een werkdadig aandeel te nemen, niet uit sympathie
voor de eene of andere partij, maar om te zien hoe men
de theorie der krijgskunst, zoowel in het open veld als
voor versterkte stellingen en vestingen, aldaar in prak
tijk brengt."
De te Leeuwarden sints verscheidene jaren bestaan
hebbende kies vereen iging Vaderland en Oranje heeft
besloten, zich met 1 april a. te ontbinden, omdat ver
schillende verkiezingen van den laatsten tijd het bewijs
hebben geleverd, dat hare pogingen geen doel treffen. In
de laatste jaren zijn namelijk meestal de kandidaten dei-
liberale kiezersvereenigingen gekozen.
De Stoompost deelt de volgende opgave mede van de
benoemingen en bevorderingen die onlangs bij het per
soneel voor den aanleg der staats-spoorwegen hebben
plaats gehad: Benoemd tot adjunkt-ingenieur, de civiel
ingenieurs D. N. Labrijn en B. A. A. Deenik; tot bouw
en werktuigkundige 3de klasse E. J. J. H. Rombouts;
tot opzigter 2de klasse L. van der TasC. Gosewinckel
en II. Nierstrasz; tot opzigter 3de klasse H. G. van dei-
Werf; tot opzigter 4de klasse J. van den Bree, J. G. van
Iientergliem en II. W. Brouwertot opzigter 5de klasse
D. Grevelink en C. W. D. Bromanverder zijn bij het
personeel benoemd: de civiel ingenieurs J. H. Ziegenhirt
von RosenthalG. A.Escher en jlir. E.P. E. van Meeuwen-
Bevorderd tot sektie-ingenieur, de acljunkt-ingcnieurs
A. C. Broekman en S. J. Vermaes; tot bouw- en werktuig
kundige 2de klasse, dc opzigter 2de klasse J. Swets Azn.
en de bouw- en werktuigkunde 3de klasse A.B.W.Langcn-
berg; tot adj.-ingenieur, de opzigter 5de klasse jlir. J. II.
Schorer van de Souburgentot bouw- en werktuigkundige
3de klasse, de opzigter 4de klasse F. Muller en dc opzig
ter 5de klasse H. H. Herboth; tot opzigter 1ste klasse, de
opzigter 2de klasse J. A. van Voorthuijzen en J. F. P.
Kalse; tot opzigter 2de klasse, de opzigter 3de klasse
W. Lor ent z', B. A. van Dorp en de opzigter 5de klasse
D. van der Tas Lzn.tot opzigter 3de klasse, de opzigter
4de klasse J. H. van Banning, J. J. van Waning, A. J.
Vorage, H. C. van der Hoorn, J. A. A. .Jonkergouw. J. W.
R. Raadman en P. L. Heptot opzigter 4de klasse, de
opzigter 5de klasse J. A. Frickc, J. H. Hedstëdt, E. C. J.
van der Horst, J. N. Breebaart, A. van der Togt en
F. II. van Etteger, alsmede de schrijvers M. J, Meeter en
II. W. Swijter; tot opzigter 5de klasse de schrijvers
J. H. Danner, G. F. Berch Gravenhorst, H. T. Klompé,
F. Hoogenstraten, W. A. A. Huijgens, Ph. P. Scheffelaar
Klots, J. A. A. van der Meij en M. Vlamings.
De Staatscourant van heden deelt het koninklijk be
sluit mede waarbij bewilliging is verleend op het over
gelegd ontwerp der akte van oprigting der naamlooze
vennootschap: Vereeniging Dagblad van Zuid-Holland
en 's Gravenhage, te vestigen te 's Gravenhage.
In de eerste serie is deelgenomen door de heeren I. J.
Lion voor vijf, II. G. Susan C.Hz. voor zeven, J. A.de la
Vieter voor vijf, Polak en zoon voor vijftien, L. van Ger-
revink zonen voor een, W. Twiss voor vier, IJ. D. C.
Suennondt voor vier, mr. D. van de Wijnperse voor een,
mr. II. M. Hoffmann voor een, jhr. S. Speelman voor tien,
E. C. Termeulen voor vier, M. G. van Heel, voor drie,
E. Vos voor zes, G. Nicola voor twee, dr. G. Simons voor
twee, mr. J. Des Tombe voor een, jhr. M. A. A. Beelaerts
van Blokland voor twee, P. M. Deerns voor twee,
D. Vreede voor twee, J. van der Crab voor een, J. D.
van Herwerden voor acht, P. J. van der Colff van Hooge-
veen voor twee, W. J. M. van Schmid voor twee, mr. W.
Nierstrasz van Tienhoven voor vijf, J. W. Sikman voor
vier, L. Vitalis voor een aandeelen.
Men schrijft ons uit 's Gravenhage onder dagtccke-
ning van 19 maart:
„Over het adres van jhr. Mock en cle zijnen, tegen het
wetsontwerp tot wijziging in de gemeentebelastingen,
waarover hier zooveel te doen is geweest, heeft de kom
missie van verzoekschriften in de tweede kamer weinige
dagen geleden rapport uitgebragt. In weerwil van de
1654 handteekeningen die er onder stonden, schijnt de
kommissie er zoo weinig afdoende argumenten in ge
vonden te hebben, dat zij het in hare beschouwing
zamengenomen heeft met een adres van gelijke strekking
van jhr. Engelen van Pylsweert met honderd en zooveel
andere nijmegenaars, en aan beiden gezamenlijk tien of
vijftien regels heeft gewijd, eindigende met het voorstel
om er het liooge eerbewijs vau nederlegging ter griffie
aan te schenken, waartegen de kamer geen bezwaar
maakte. Omtrent, de wijze waarop de honderdtallen
onderteekenaren op het haagsche adres verkregen waren
(ofschoon 1654 uit eene bevolking van 84.000 nog niet
veel bcteekent), liepen hier ettelijke kluchtige anek
doten, wier strekking bevestigd wordt door den schrijver
van het volgende artikel, dat als ingezonden stuk in
no. 770 van het „Gemeenteblad, weekblad voor de bur
gerlijke administratie" voorkomt:
„„Men heeft in de residentie een ander middel ge
bezigd tot bestrijding, dat ik evenzeer ongelukkig geko
zen acht. De raad had de kamer bij adres verzocht om
het wetsontwerp te verwerpen. Van de ingezetenen van
's Ilage is nu een adres uitgegaan, om het verzoek
schrift van den raad te ondersteunen. Dat laatste adres
is door ruim 1600 personen ondertcekend. De tegen
standers der wet willen het doen voorkomen, als of die
1600 personen geheel vrijwillig, uit eigen beweging
geteekcud hebben; als of er geenerlei pressie hoege
naamd uitgeoefend is. Ik kan u de verzekering geven,
dat dit geheel en al onwaar is. Een nict-hagenaar, die
dezer dagen toevallig in de stad was, „een man die om
zijn stand en maatschappelijke positie alle vertrouwen
verdient," heeft mij medegedeeld „dat hij, door de stad
gaande, door een man is aangesproken, die hem verzocht
het adres in kwestie te onderteekenen."
„Dit zal bij hoog en bij laag tegengesproken worden;
men zal groote woorden gebruiken men zal op mij
schelden; men zal zeggen dat ik lieg. Maar ik kan u de
plegtige, de heilige verzekering geven dat hetgeen ik
geschreven heb, de waarheid, de zuivere waarheid is.
„Wat er nu ook zij van de waarde van het wetsont
werp, dat voor- en tegenstanders zoozeer in beweging
brengt, zeker is het dat de middelen van bestrijding, die
ik met een woord besprak, niet goed te keuren zijn.""
„Maar jhr. Mock en zijn adres hebben voor 't oogen-
blik uitgediend en zijn tot eene eervolle rust verwezen.
Wij houden ons hier nu meer met een ander onder
werp bezig, want altijd is er een of ander punt waarop,
onder de nieuwtjes van den dag, de aandacht van liet
publiek meer bijzonder valt. Het betreft een misbruik,
of moet men liet misschien met een zachter woord eene
verkeerde regeling noemen Een ingezonden stuk in de
Nieuwe rotterdarasche courant van 8 februarij (wel wat
oud, zult ge misschien zeggen) heeft namelijk de aan
dacht gevestigd op eene werkinrigting te Delft, die,
aanvankelijk bestemd om den werkeloozen arme gedu
rende den winter te ondersteunen, mooi op weg is om
eene vaste fabriek door alle jaargetijden heen te worden,
en wel bijzonder door eene handelwijze van wege het
departement van koloniën, die met de bekende rigting
van het tegenwoordig hoofd van dat departement zeker
niet strookt.
„Het bedoelde feit komt daarop neder, dat sommige
benoodigdheden voor de oost-inclische dienst worden
uitgezonderd van den algemeenen regel van aanbeste
ding, terwijl dat beginsel op andere wél wordt toegepast.
Zoo werden bijv. den 23 september des vorigen jaars
door de Nederlandsche handelmaatschappij in 'topen
baar aanbesteed niet alleen hangmatten, vangsnoeren en
springzeildoek, maar ook trombelioeften niet alleen
eskauzijnsche steen en hemden van imitatie-katoen,
maar ook splitringen pompons, haarkammetjes, kwas
ten, galonnen en 3000 paar zijden handschoenen (opdat
onze krijgslieden op het Waterloo-plein een elegant
figuur zoudeu maken)niet alleen 2550 halsdassen, maar
ook kwartiermutsen, enz. enz.
„Blijkbaar kan dus dit alles, in 't belang van 's lands
kas, worden aanbesteed; maar uit het bovengenoemde
ingezonden stuk blijkt, dat aan die bijzondere onderne
ming te Delft, die den naam heeft uit liefdadigheid te
worden gedreven, werk van gelijken aard zonder aanbe
steding onder de hand wordt opgedragen, en dat het
departement van koloniën er reeds voor eenige jaren
het koufektiewerk, dat is het vervaardigen van militaire