MÏDDELBURGSCHE COURANT. r 37. Zaturdag 1864. 5 Maart. Editie van vrijdag avond 8 ure. BEKEKOIHARIIVCr. De burgemeester van Goes, maakt bij deze bekend 1. Dat van den vierden dezer maand Maart af tot dat de na te melden commissie hare werkzaamheden zal heb ben volbragt, op de secretarie dezer gemeente andermaal voor een ieder ter inzage zullen liggen Het uitgewerkte plan met algemeen lengte-profil en algemeene situatie-kaart van den spoorweg van Woensdrecht naar Goes, benevens de kaart, grond- teckening en verdere stukken betrekkelijk de perceelen in deze gemeente, welke ter onteigening voor den aan leg van dien spoorweg zijn aangewezen. 2. Dat op donderdag den 24 Maart aanstaande, des middags ten twaalf ure, eene commissie uit het collegie van gedeputeerde staten van Zeeland, ten raadhuize dezer gemeente zal bijeenkomen, tot het aanhooren der bezwaren, welke tegen den aanleg van bedoelden spoor weg en de daartoe behoorende werken mogten bestaan. Wordende de belanghebbenden, die deswege bezwa ren mogten hebben, uitgenóodigddezelve ten opge geven tijde en plaatse, bij voornoemde commissie in te brengen. En geschiedt hiervan deze bekendmaking ter voldoe ning aan artt. 11 en 12 der wet van den 28 augustus 1851 (Staatsblad no. 125). Gedaan te Goes, den 3 Maart 1864. De burgemeester voornoemd M. P. BLAAUBEEN. Öinnmlantr, Middelburg 4 maart. Bij de kommissie voor de internationale tentoonstel ling en wedstrijd voor brandspuiten, welke in julij e. k. alhier zal gehouden worden, is van het gemeentebestuur van Rotterdam berigt ontvangen dat de heer P. J. A. Francois, docent in de wis- en natuurkunde aan het gymnasium aldaar, benoemd is om deel uit te maken van de kommissie waaraan de beoordeeling van het inge- zondene zal worden opgedragen. Z. M. heeft als blijk van HD. goedkeuring en tevreden heid, verleend de bronzen medalje, ingesteld bij besluit van 22 september 1855, no. 64, en een loffelijk getuig schrift, aan J. Gladpootjes, ziekenoppasser bij de infir merie te Middelburg, wegens het aldaar met levensge vaar redden van een jongeling uit het water, op den 13 januarij jl. Tot lid van de tweede kamer der staten-generaal in het hoofdkiesdistrikt Roermond in plaats van mr. K. J. L. Cornelis, herbenoemd kantonregter, is gekozen mr. F. baron de Keversberg, met 641 van de 1169 uitgebragte geldige stemmen. Naar aanleiding dezer verkiezing schrijft de Haagselie courant het volgende „Een telegram berigt ons den uitslag der verkiezing voor een lid van de tweede kamer der staten-generaal in het kiesdistrikt Roermond. Wij behoeven niet te zeggen, dat wij dien uitslag betreuren. In de eerste plaats, om dat de kamer in den heer Cornelis een wakker, onafhan kelijk vertegenwoordiger, een vlug en talentvol spreker verliest, die, telkens wanneer limburgsche belangen in de kamer ter sprake kwamen, deze wist te toetsen aan eene gemoedelijke en wel gevestigde overtuiging. De openbare behandeling van de veel geruchtmakende zaak van den gewaanden graaf d'Hombres bewees, hoe krachtig de heer Cornelis voor konstitutionelc regten en vrijheden streed; de jongste beraadslagingen over de begrooting van buitenlandsche zaken toonden, hoe wel hij met Lim burgsche behoeften en bezwaren was vertrouwd. De heer Cornelis genoot om zijne vele verdiensten de achting zelfs zijner politieke tegenstanders. Maar in de tweede plaats vervult de uitslag der ver kiezing ons met leedwezen, omdat zij, in de plaats van den heer Cornelis, in de kamer een afgevaardigde brengt, die de zege heeft behaald met middelen, waaraan wij onze goedkeuring niet kunnen hechten. Wat wij in den Courrier de la Meuse van zondagjl. omtrent den heer Fr. de Keverberg, „1'óternel candidat a la seconde cham- brq", lazen, was niet geschikt om ons voor dezen afge vaardigde, die het stelsel van zelfaanbeveling en stem- afbedeling niet alleen in praktijk bragt, maar op groote schaal in praktijk bragt, in te nemen de lezing echter van de cirknlaire, door den heer de Keverberg aan de kiezers gerigt, versterkt ons in die ongunstige opvatting. Dat manifest, waarin de bedoelingen van den minister Betz en den heer Cornelis op de meest partijdige en onver diende wijze worden miskend, en waarin de heer de Keversberg verklaart, dat thans zijne leus is: „Weg met met den minister en zijne fiscale plannen," heeft aan het nieuw benoemde lid het mandaat van ligtgeloovige kie zers doen opdragen, maar dat manifest werpt ook eene treurige schaduw over het karakter van hem, die de onkiescliheid zóó verre dreef, om de agitatie in Limburg te baat te nemen, ten einde door zelfaanbeveling een geacht volksvertegenwoordiger van zijn zetel te ver dringen." Ook te Zwolle zullen de kiezers eerlang worden opge roepen om een lid der tweede kamer af te vaardigen, ter vervanging van den heer mr. G. A. de Meester, die dezer dagen te Harderwijk is overleden. Van de kiezers in dit hoofdkiesdistrikt is het echter te verwachten dat zij het verlies, hetwelk het vrijzinnige element in de tweede ka mer geleden heeft, op waardige wijze zullen weten te herstellen. Uit het westelijk deel van Zuid-Beveland schrijft men ons: „Daar gedurende de strenge vorst geen sneeuw het ontloken winterkoren bedekte, heeft dit nog al veel te verduren gehad, ofschoon het er, de roode of australische tarwe uitgezonderd, vrij wel is doorgeworsteld. „Het koolzaad echter heeft veel geleden. Vooral de nachtvorsten hebben daaraan aanmerkelijke schade be rokkend. Het stond dan, wanneer het over dag dooide, des avonds als 't ware in het water, zoo dat het, als de warmte beneden het vriespunt daalde, spoedig in een ijzigen mantel gehuld werd. Op enkele plaatsen is reeds met het uitploegen een aanvang gemaakt. Gelukkig kan dat, hetwelk het leven behouden heeft, bij een gunstig voorjaar zich zoo voordeelig ontwikkelen, dat later de sporen der krenking verdwijnen. „Hier en daar is men met het zaaijen der paardenboo- nen begonnen. Overigens is er nog weinig leven of ont wikkeling op het land waar te nemen." Het bremer barkschip Java, waarop het deensche oor logschip Niels Joel jagt maakte, is gisteren te Brouwers haven binnengekomen. Men leest in het Handelsblad: „Is het werkelijk een in onze staatkundige geschie denis zoo vreemd verschijnsel, dat het interimair bestuur van het departement van buitenlandsche zaken eenigen tijd voortduurt? Bij de schrikbarende alarmkreten, die de oppositie bijna dagelijks aanheft, is het zeer natuurlijk, dat die vraag rijst. Ook wij wenschen, dat de aanvulling spoedig plaats hebbe, maar willen een antwoord geven op de vraag. Den 1 december 1825 werd de heer Verstolk van Soelen ad interim met het beheer van het departement belast en eerst den 10 maart 1826 werd hij definitief tot minister van buitenlandsche zaken benoemd. In julij 1833 werd de heer Hugo baron van Zuylen van Nyevelt tijdelijk belast met het beheer van het depar tement en zijn interim duurde tot september. Vervolgens werd hij in december van hetzelfde jaar op nieuw met het interimair beheer belast en eerst in julij 1834 ver vangen. Het interim duurde dus toen zeven maanden. Den 25 maart 1848 werd de heer G. graaf Schimmel- penninck benoemd tot tijdelijk minister en den 17 mei 1848 droeg hij het interimair bestuur over aan den baron Bentinck; eerst den 21 november daaraanvolgende, nadat dus het interim bijna acht maanden had voortgeduurd, werd een definitieve minister benoemd. Het ministerie van Hall-Rochussen trad den 23 febru- arij 1860 op zonder minister van buitenlandsche zaken, die eerst den 8 maart benoemd werd, maar niet vóór den 4 april deze funktiën aanvaardde; tot zoolang waren die funktiën tijdelyk opgedragen aan den minister van financiën. Den 13 november 1861 eindelijk werd de lieer Strens benoemd tot minister van buitenlandsche zaken ad inte rim cn bleef als zoodanig in funktie tot 1 februarij 1862, toen de optreding van een nieuw kabinet een einde maakte aan het interimair bestuur. Ziedaar met feiten wederlegd het beweren der oppo sitie, dat de lange duur van het tegenwoordig interimair bestuur zou zijn eene ongehoorde zaak." Dc Staatscourant van woensdag bevat het koninklijk besluit van den 6 februarij 1864, bepalende dc plaatsing- in het Staatsblad van de overeenkomst tussclien Neder land en Hannover gesloten betrekkelijk de aansluiting van de spoorweg Almelo-Salzbergenalsmede het konink lijk besluit van den 9 februarij 1864, waarbij zijn goedge- gekeurd de statuten der voor minder dan dertig jaren aangegane vereeniging: De christelijke afgescheiden gemeente te Haarlem, welke vereeniging mitsdien als regtspersoon is erkend. De stoomboot Gouverneur van Ewijck, die door de deensche kruisers was in beslag genomen, is volgens den haagschen korrospondent van den Précurseur zondagjl. weder vrij gelaten. De lading is te Trave- munde ontscheept, dewijl de deensche autoriteiten van Korsoer geweigerd hadden, de uitklaring naar Kiel aan te nemen en het gevaar, om zich naar laatstgenoemde plaats te begeven, te groot scheen. Men verneemt tevens, dat ook de oostcnrijksche gezant bij het deensche hof, aan zijn nederlandschcn ambtgenoot, den heer Rochus- sen, de belangen zijner landgenooten heeft opgedragen bij zijn vertrek uit Kopenhagen. Jl. maandag heeft de gemeenteraad te Deventer met 11 tegen 4 stemmen tot de opheffing van liet athenaeum besloten. De gemeenteraad van Roermond heeft besloten, ten einde eene hoogere burgerschool met öjarigen kursus, geheel op 's rijks kosten te bekomen, aan het verzoek van den minister van binnenlandsclie zaken te voldoen en de gebouwen van het vroegere jezuitenklooster, aan die gemeente toebchoorende, voor de hoogere burger school aan het rijk in gebruik af te staan. Verder heeft de raad besloten aan den bisschop ten behoeve van den bouw van een nieuw lokaal voor een bisschoppelijk kol- legie, eene som van ƒ40.000, benevens den grond en een jaarlLjkscli subsidie van ƒ1500 aan te bicden. Volgens den door de maatschappij tot exploitatie der staatsspoorwegen publick gemaakten staat was de op brengst der reeds in gebruik zijnde lijnen gedurende januarij als volgt Lijn Harlingen-Leemvarden, reiz., aant. 9284, 5002.15 bagage, kil. 26240, 251.52 goederen, 234.28 vee, 614.15 Lijn Bergen-op-Z.-Roozendaal, reiz., aant. 3176, 1009.17 i bagage, kil. 10150, 74.41 goederen, 76.47 vee, —.80 Lijn Breda-Tilburgreiz., aant. 2697, 1603.574 bagage, kil. 27480, 215.13 goederen, 883.97 vee, 193.14 Totaalƒ10.158.77

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1