gerookte tong, pasteitjes, speelkaarten enz. waren even zoo vele middelen om eenigermate aan het ongeduldig verlangen naar de exekutie te gemoet te komen. Ten vier ure in den morgen was het schavot bijna gereed. Even voor zeven uur verscheen Calcraft, om de toebereid selen voor de strafoefening in oogenschouw te nemen. Deze gewigtige persoon werd door de menigte met een welwillend gemeenzaam gemompel begroet. Hij baalde de schouders op en glimlachte. Na alles in orde be vonden te hebben vertrok hij weder bedaard. Een weinig vóór acht uur traden de sheriffs, de onder-sheriffs, de goeverneur van Newgate en eenige deurwaarders de cel len der veroordeelden binnen. Blanco werd het eerst aan Calcraft overgegeven, die hem de handen vastbond. Zijn biechtvader nam naast hem plaats. Hij dankte den goe verneur voor zijne hem betoonde goedheid; voorts wilde hij een zijner bewakers zien en liem omhelzen, doch deze weigerde dit. Vervolgens verzocht Blanco aan Calcraft om zijn „toilette" te voltooij en. Nu was de beurt aan Lopez, daarna aan Vincent Lopez en Duronno en eindelijk aan Lyons. Zij legden de grootste kalmte aan den dag, doch op het laatste oogenblik moest men hen ondersteunen. De voorzorgen der policie hebben ten gevolge gehad dat slechts twee personen zijn gewond. Een meeting van Vlamingen. Tot heden is de partij der vïaamsche beweging in België steeds met de vertegenwoordigers van het klerikaal element door velen, met meer of minder regt, vereenzel vigd. Moet men dit hieraan toeschrijven dat in de vïaam sche provinciën de bevolking met grootere innigheid aan het roomsch katholieke geloof verkleefd is, of dat de geestelijkheid op de bewoners van de beide Vlaanderens en Antwerpen in meerdere mate dan elders haar invloed kan doen gelden en hen tot hare werktuigen maken? We willen daaromtrent thans in geen onderzoek treden. Maar we willen met een enkel woord wijzen op het ver schijnsel dat zich in den boezem van de vlaarasch-kleri- kale partij eene verdeeldheid begint te openbaren die wij van ons standpunt niet betreuren mogen. In den grooten bond der voorstanders van de vïaamsche taal vïaamsche zeden een zoo heilzaam tegenwigt tegen den meer en meer toenemenden franschen geest tee kenen zich twee wel te onderscheiden nuances steeds duidelijker af. De liberale zienswijze dringt ook daar te krachtig door dan dat de meest verlichten zich ter wille van den strijd tegen het fransch element langer blinde lings zouden willen laten leiden. Moge nn al de groote vïaamsche partij tijdelijk daardoor in kracht verliezen, in zuiverder afronding van haar programma, in juister overeenstemming van hare bedoelingen met de te uiten verlangens, kan zij daardoor slechts winnen. Nog een weinig tijds zal er welligt maar noodig zijn of we zien het vlaanisch-klerikaal door het vlaamsch-liberaal element geheel op den achtergrond gedrongen. Van de scheiding die wij bespreken, vinden wij een nieuw blijk, zoowel in het beginsel, hetwelk aan de mee ting van het „Ylaemsch verbond", welke zondag te Gent plaats had, is ten grondslag gelegd, als in de wijze waarop deze door sommige vïaamsche dagbladen wordt beschreven en beoordeeld. Het doel der bijeenkomst leeren we uit de volgende aanhaling uit een vooraf verspreid manifest genoegzaam kennen: „Het regt en de vrijheid te eerbiedigen, voor de gelijkheid van alle burgers te waken, verspreiding van kennis, het ophouden van alle voogdijschap en de ontwikkeling van den menschelijken geest te bevorde ren dat alles is de taak van liet liberalisme. De taal is het voertuig der denkbeelden. In de taal van bet volk, welke de uitdrukking is van het eigenaardig volks karakter, moet men het bestuur uitoefenen, regtspreken, onderwijs geven. Door middel van zijn taal moet men het volk tot dat zedelijk leven brengen waarop bet regt lieeft. De Vlaanderens schitterden eens als de eersten in rang onder de beschaafde volken; onze geschiedenis en onze eer gebieden ons Vlamingen te blijven." Een tal van genootschappen had dan ook aan de roep stem gehoor gegeven. Men vond er afgevaardigden van het Taelminnend studenten genootschap, van Crom- brugghe's genootschap, Moed en vlijt, Vlamingen voor uit!, De morgenster, De veldbloem, Nederduitsche bond, de Hosiers, het Vlaemsch gezelschap, Vooruit, Geen tael geen volk, om slechts deze uit den grooten rijkdom te noemen. Onder de leden die het bureau uitmaakten trof men aan den raadsheerVerviers, de liooglecraar Heremans, de bekende letterkundigen Vuylsteke, Ecrevisse, Ver- snaeijen, Boone, A.Willems, Hiel, de Geyter enz., terwijl gentsche fabriekanten en werklieden in grooten getale aanwezig waren. Op tweeduizend, een cijfer dat echter zeer waarschijnlijk overdreven is, vinden we het getal der tegenwoordigen begroot. Dat de talenten waarmede bet woord werd gevoerd soms scherp' kontrasteerden behoeft naauwelijks te worden gezegd, evenmin als dat de gevoelens zeer uit elkaar liepen. Sommigen namen liet woord om te beweren dat de Vlamingen de terugvorde ring hunner regten met kracht moesten doordrijven, zon der zich in den strijd der staatkundige partij en te mengen. Maar naar deze luisterde men niet. Den bij val der ver gadering verwierven zij, d'ie aantoonden dat de Vlamin gen niets te verwachten hebben van de katholieke partij, maar dat op de liberalen hun hoop moet gevestigd zijn. „Het liberalisme en de vïaamsche beweging zeide de heer Vuylsteke onder daverende toejuichinghebben de zelfde strekking, omdat zij de zelfde beginselen ver tegenwoordigen." Dat met zulk een resultaat de klerikale bladen weinig ingenomen zijn, dat zij zich aan alle solidariteit onttrekken, dat zij zelfs liun spijt en teleurstelling niet trachten te verbergen, zal niemand verwonderen. „Er heeft zondag te Gent eene meeting plaats gehad, zegt het Antwexpsch handelsblad waerin de mïnisterieele party, welke zich vlaemscli noemt, ander- mael heeft bewezen hoedanig zy het vrye woord eerbiedigt en niettemin had men by hoog en leeg be loofd, dat het vrye woord voor iedereen zou geëerbiedigd worden. Wy verwyten liet den Vlamingen niet, die er aenwezig waren die, over het algemeen zullen dc vry- heid van denkwyze wel eerbiedigen; maerwy verwyten hun, dat zy aenspannen met diegenen, welke ons van nature vyandig zyn en zich niet anders tusschen de Vla mingen mengen, dan om hun noginaels magtcloos en verdeeld te maken." „Zoo als de vlaemsclie beweging van over een drytal weken zegt op hare beurt de Beurzen-courant was het oud-schouwburg vol. Fabriekanten hadden er hunne werklieden heen gezonden. „Men ziet dat het ministerialism zich het gezag voelt ontsnappen. Dan eerst maekt het zich de volkszaek ten nutte, maer brengt, gelyk alom, zynen aenmatigenden, hevigen, geweldigen geest acn. „De meeste redenaers wilden van geene verecniging tusschen Vlamingen van verschillende denkwyze; en, volgens hen, kon en mogt de vlaemsclie zaek slechts libe- rael zyn. „Het ontbrak dan ook. niet aen uitvallen tegen het katliolicismus en de dompers; men haelde onnauwkeurig de geschiedenis aen, en viel in eitermate partydige, uit- sluitelyke beschouwingen." Hetgeen sommige dagbladen omtrent deze bijeenkomst mededeelen is dan ook meer een karikatuur dan een verslag. Alleen op het bclagchelijke, dat een zoodanige meeting altijd meer of min kenmerkt, laten zij een kelder licht vallen. Als een staaltje hiervan nemen wij het vol gende uit het dagblad De stad Gent letterlijk over „M. li en tens, vanDendermonde. Ik ben eenen werkman, zegt de redenaar, die zyn gedacht komt uitdrukken, niet in hoogdravende woorden, maer in myne eenvoudige tael. Het zyn niet alleen de ministers, het zyn niet alleen de Kamers die de schuld wezen dat de Vlamingen aityd van achter gesteleen worden en geen regt voor hunne grieven bekomen, het is ook de eigene schuld der Vla mingen. Als men, gelyk in welke stad rondgaet, ziet men niet op alle huizen fransche opschriften In de wandelin gen, in de vergaderingen van maetschappyen, van bj'zon- deren, overal is het fransch dat men hoort, en nogthans zyn het meestal Vlamingen, welke die vreemde tael spreken. (Hier wordt de spreker door het lawyd in de zael onder broken en eindigt zyne redevoering in het midden van redekavelingen, welke ons beletten hem te liooren.) M. vuylsteke vraagt, dat het woord nu zou verleend worden aen persoonen die tegen zouden willen spreken. Het is een regt, zegt hy, dat men lien moet toelaten. (Goedkeuring in de zael). M. de coster-wittockx steltvoor, dat men zou bepalen dat de redenaers maer gedurende tien minuten zouden mogen spreken. De vergadering geeft er bare toestem ming aen. Het woord wordt aen M. billen, voorzitter van de Spin- ners-maatschappy, gegeven. Hy begint met te verklaren dat by in zynen eigen naem spreekt en door niemand is gezondeu. Eene stem in de zael. Door de kroclitmannen. M. billen. Volgens my is het de pligt van eiken Vla ming zich aen geene party te hechten, lietzy liberacl of katholiek; de werkman mag geene party hebben. Eene stem in de zael. Neen, hy moet zyn geweten ver- koopen gelyk gy voor een plaetsken van pylcenlieere. (Groot gerucht.) M. jules vuylsteke. Mynheeren, wy hebben op ons plaklcaet geschreven dat elk vry het woord mag voeren,', ik verzoek u dat gy ons niet zoudt doen liegen. M. billen. Ik verzoek u my te laten voortsprekenals men iets te zeggen lieeft, dat men hier op de tribune komc. Van in 1830 tot heden toe lyden de Vlamingen. De katholieken zyn tot in 1847 aen hetbestuer geweest en hebben niets voor het vlaemsch gedaen. De liberale ministers zijn Walen en hebben ook niemondaffë voor het vlaemscli gedaen. Als men by eenen liberalen meester werkt en dat men in zyne denkwyze niet deelt, zal dien meester n uw brood afnemen en tot den bedelzak brengen eene stem. Scheidt er uit met uwen seisenpraet. De woeling was zoo groot in de zael, dat de redenacr verpligt is geweest de tribuen te verlaten. M. boone. Het spyt my dat men den spreker niet heeft laten voortspreken ^hetgeen hy gezegd heeft, heeft do vergadering niet bevallen, maer wat hy nog zou gezegd' hebben zou misschien nog min hebben bevallen, ik gevoel een innig spyt een werkman te liooren verklaren dat hy er geen belang by heeft liberael of katholiek te zyndat de werkman geene gedachten mag hebben en enkel een werktuig moet wezen. Dit is eene belcediging welke men den werkman onverdient toewerpt. (Toe juichingen). Wat, de werkman heeft er geen belang by katholiek of liberael te zyn? De werkman moet en is liberael; de werkman behoort tot de party die de vryheid van gewe ten en onderzoek uitroept, dat is zyn belang. De klerikalen hebben sedert 1830 tot aen 1847 niets voor de vlaemsehe zaek gedaen, het is waer de liberalen hebben sedert dien ook niet veel verrigt, maar wy zyn hier gekomen om hen te doen handelen, wy zyn hier byeen, om hen te zeggen dat zy de vlaemsehe zaek in handen moeten nemen of dat zy den steun van hut volk zullen verliezen. (Toejuichingen). Ik twyfel er niet acn of wy zullen lukken in onze poo gingen. Ik voor my, ik bemin de klerikale parly, ik bemin baergelyk eene antikiteit, ik zou haer willen in een glazenkasken stellen, om liaer als een zeldzaem ding der verledeneeeuwen in een kabinet te bewaren. (Gelach.) De liberalen moeten bier onder elkander hunne zaken verrigten. De klerikalen zyn naer den buiten gegaen en hebben even als de quinquets (olielampen) plaets ge- maekt voor het gazliclit en dat de quinquets nooit meer zullen terugkeeren, zal men de klerikalen in do stad ook nooit meer boven zienzy zyn vertrokken met de laeste diligenfeie. (Toejuichingen). M. de vos, een werkman, komt verklaren dat hy en zyne medeworkgezellen vragen dat het vlaemsch liet regt zou bekomen waarop het aenspraek heeft. Maer dat hy vlaming is en liberael, omdat liy weet dat de katho lieken geen ander doel hebben dan den werkman te ver drukken en te vernederen Dat zy al de neringdoende persoonen zouden ten onder brengen, al de herbergiers, door de inrigting van hunne zotte krochten en andere krochten, door de meuschen te verbieden van op den zondag te verkoopen, enz. M. van acker, advokact, een der opstellers van den Beurzen-courant. (Er ontstaet eene hevige beweging iii de zael toen deze redonaer zich aenbiedt. Deze bjeen- roeping is door de liberale afdeeling van den vlaemscben bond gedaen. Men heeft afdruksels uitgedeeld waerop ik met genoegen gezien heb dat het programma van het vlaemsch verbond gedrukt stond; maer liet voornaemste vond ik er niet op, de grondslagen, dat is, van alle ware Vlamingen zonder onderscheid te vereenigen, om de her stelling der vlaemsclie grieven te bekomen; om te stem men in de kiezingen tegen de kandidaten die het pro gramma van den bond niet willen aenveerden. Een enkel spreker heeft die herinnert, de andere hebben bet miskend. (Oh! oh!) Ik vraeg hun dat er geen misverstand zou be- staen, ik vraeg aen de leden van het komiteit of zy bera den zyn elk in zyne gezindheid te laten stemmen voor de kandidaten, die het programma van den bond hebben aengenomen. Eenige stemmen. Wy zyn den liberalen bond en trek ken ons uwen klerikalen bond niet aen! Andere stem men roepenja. M. van acker. De bond welke hier over eenige weken eene vergadering heeft gehouden en waeraen gy eene kleur hebt gegeven die hy niet had Eene stem. Neen, bet was te zien aen de krochtmannen, die gy had doen komen. M. van acker. Als my niet laet voortspreken, zal ik weggaen. M. vuylsteke.'Ik verzoek de vergadering den rede- naer te laten voortspreken, anders zal hy morgen in zyne jjazet zeggen, dat wy hem het woord hebben algc- noriie^. Van^lj^ïa^en. Laet hem spreken. zeg dus dat onder het vlaemsch op- zigt moet poogen de vlaemsehe zaek 'vobrul fen. Het vlaemsehe verbond is eene VvcreeujgirtSfcWalle ware Vlamingen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3