van het zelfde verschijnsel melding gemaakt. Réaumur I heeft o. a. eene beschrijving geleverd van de famielje Kalleta, uit Malta afkomstig, waarvan al de afstammelin- gen van beider sekse op die wijze misvormd waren. En Mauper'fitfs spreekt van een huis te Berlijn waarin vijf geslachten met dezen overvloed van vingers en toonen elkander zijn opgevolgd. Thans moeten onderscheidene famieljes in Laag-Anjou (Frankrijk) nieuwe voorbeelden opleveren hoe dit gebrek meestal erfelijk is. Te Parijs is thans bijzonder de opmerkzaamheid gevestigd op zekere jufvrouw B, afstammelinge van eene oude hol- landsehe famielje, die bij eene overigens innemende schoonheid, even als sinds heugelijke tijden al de vrouwelijke leden van dat zelfde geslacht, genoemde overtolligheid deelachtig is. Onze schoone heeft er echter op uitmuntende \Vijze partij van wéten te trekken en aïzoo, wat velén tót ramp is, zich, als het ware, tót een voorregt gem'aakt. Zij heeft eene geheel eigenaar- dige vingerzetting uitgedacht en in toepassing weten te brengén op bét pianospel, waardoor zij een cffekt ver- j krijgt hetwelk tot nu voor onmogelijk was gebonden. I De resultaten van hare géoéfendheid moeten in dér daad verwonderlijk zijn. ftet gebrek heeft overigens bij mejuf- j vrouw B. niets stuitends. Dé tweede pink,want als I zoodanig doet de zesde vinger zich voor is zijdelings ouder de andere geplaatst en men moet goed opletten i om haai- iu 't oog te krijgen. De voeten doen in hun j fijn schoeisel dit gebrek zelfs niet gissen. Zij zijn smal en vertoonen eene aristokratischc buiging. Op het bal, j de wandelplaats enz. draagt mejufvrouw B. handschoenen met zes vingers, die opzettelijk voor haar vervaardigd j wórden, doch zij toont gaarne hare overtollige doch zeer fraai gevormde vingers, waarvan zij even goed als van de andere weet gebruik te maken. In hare slaapkamer j hangt een door Rubbens geschilderd portret van een barer voorouders, waarop deze groote kolórist de zes vingers van zijn model met gemoedelijke getrouwheid heeft wedergegeven. Men leest het vólgende in L'économie uit Öoornik: „Een zonderlinge weddingschap, welke geheel aan de engelsclie zeden doet denken, heeft jl. zondag plaats gehad. Twee jonge éngeiscken, de een te Tourcoing en de ander te Leuze verblijf houdende, hadden afspraak gemaakt om in vlugheid hij een tot dusver alhier onbe kenden wedloop met elkander te wedijveren. Na in rij tuigen te zijn aangekomen werden heide kampioenen, die zeer ligt gekleed waren en slechts zolen van caout chouc als schoeisel gebruikten, op ééne lijn geplaatst; op een gegeven teelten trachtten beiden met enorme spron gen, waarbij zij eene buitengewone vlugheid aan den dag legden, het doel te bereiken, hetwelk op 100 el afstands was bepaalddeze loop werd door den overwinnaar in 11 sekonden volbragt, terwijl liij zijn medgezel slechts de dikte van een mensch zoo als de sportterm luidt vooruit was. Nadat de weddingschap gewonnen was werden de beide springers, die zich erg in het zweet had den gewerkt, door hunne vrienden in warme dekens gewikkeld, waarna zij per rijtuig naar hun hotel werden teruggebragt. Onder de toeschouwers bij dezen zonder lingen wedloop waren vele engelschen, die deel hadden in de weddingschap, waarvan het cijfer 2500 franks bedroeg. Sedert 1 september jl. tot 10 dezer, de dag waarop te Parijs de jagt gesloten is, is in een winkel in de wijk der Hallen het volgende wild en gevogelte verkocht: 1800 herten en feëen; 50 wilde zwijnen, 5000 faizanten, 35.000 patrijzen, 18.000 kwartels, 100.000 leeuwerikken, lijsters, roodborstjes en vijgeneters, 10.000 snippen, poel snippen en pluvieren; 700 trapganzen en gemeste hoen tjes; 4000 hazen en konijnen: te zamen 174,550 stuks, behalve 145.000 kippen, kapoenen, kalkoenen eenden enz. Volgens de Nieuwe rotterdamsche courant voorziet men zich tegenwoordig algemeen van eenig gedistilleerd, ten einde niet dadelijk de verhoogde belasting te moeten betalen. Dit is zoo sterk, dat in eene der kleinere steden de opbrengst van den nog niet verhoogden akcijns in de voorlaatste week/1200 meer bedroeg dan voorleden jaar. Als een meldenswaardig bewijs, hoeveel gelden tegenwoordig voor den verscben visch te Scheveningén door de kooplieden op bet strand besteed worden, kan dienen, dat eene mand rog donderdag verkocht is voor den ongehoorden prijs van zes gulden. Nog slechts een twintigtal jaren geleden kwam die visch bijna niet in aanmerking en plagtén de visscliers hem soms uit de netten weder in zee te werpen. De gewone prijs was des tijds tien cent. Niet zelden ziet men tegenwoordig voor een tarbot acht gulden en voor een kabeljaauw vijf gulden betalen. Thermoxn citerstand. 26 febr. 's a v. 11 u. 36 gr. 27 's morg. 7 u. 36 's iffidd. 1 u. 42 gr. öuitrnlrtnïr. Algemeen overligt. Hetgeen lord Palmérston donderdag avond ifl de zitting van het lagerhuis mededeelde geeft eenig licht aangaande het voorstel tot het houden eener konferentie. Zoo als we gisteren reeds met een enkel woord berigt hebben, zullen de vijandelijkheden echter niet gestaakt worden. Pruissen en Oostenrijk zullen alzoo de voldoening sma ken met vernieling en moord te mogen voortgaan, de ellende die over de bevolking van Denemarken gebragt wordt, moet nog door het vallen van talrijke offers ver groot worden, het bedrag der oorlogskosten dat Dene marken hij slot van rekening zal te betalen hebben, voor de gunst die men het bewezen heeft door het een bedui dend grondgebied te ontrooven, zal nogeenigemillioenen moeten klimmen. Want Engeland de heer Layard verklaarde het donderdag aller naïfst is van oordeel dat het geval bij het verdrag van Londen voorzien, volgens hetwelk Denemarken aanspraak op den bijstand, der mogendheden hebben zou nog volstrekt niet aanwezig is. Denemarken was wel van een geheel andere zienswijze, Denemarken had wel met nadruk de hulp van Engeland en Frankrijk ingeroepen, juist omdat het oordeelde, dat het zijne regten op de bescherming dier mogendheden thans kon doen gelden, maar dat regt van den sterksteEngeland was van een ander gevoe len en derhalveDenemarken heeft ongelijk. Engeland zal dus de vernieling van den oorlog lijde lijk blijven aanzien, het zal alleen langs diplomatieken weg de zaken zoo trachten te schikken als met zijne eigene veiligheid het best schijnt te strooken. Verder leert ons lord Palmerstons antwoord, hetwelk de heer Griffith hem ontlokt had, weinig dan het reeds gisteren door ons vermelde: dat Frankrijk en Rusland tot de kon ferentie vermoedelijk zullen toetreden, dat het bonds- bestuur nog niet geantwoord had, evenmin Denemarken, en eindelijk dat de troepen der geallieerden Kolding zouden blijven bezetten. Om de laatste verklaring zonder blozen te kunnen afleggen was zeker het stalen voorhoofd van lord Pal- i merston van onschatbare waarde. Het bezetten van j Kolding was ongetwijfeld geschied in strijd met de instruktie der pruissische regering; Oostenrijk en Pruis sen erkennen de geldigheid van het verdrag van 1852; J de onschendbaarheid der deensche monarchie moet door hen geëerbiedigd worden'Zij zijn volkomen overtuigd dat zij het grondgebied van Jutland niet overschrijden mogen, maar het bezetten van Kolding was om strategi sche redenen noodig. De odele lórd beweerde niet dat het regtmatig, dat het billijk was het was noodig. Wat wil men meer! Gisteren verklaarde lord Palmérston, ten gevolge eener tweede interpellatie, dat het traktaat van 1852 den grond slag der beraadslaging van de konferentie zoii uitmaken. De Postzeitung intusschen meent deze volgen derwij ze te kunnen opgevenDe europesehe mogendheden waarbor gen de autonomie der hertogdommen en hunne voortdu rende vereeniging; in de territoriale gesteldheid zal niets gewijzigd worden; de onderhandelingen zullen den loop van den oorlog niet stremmen. Tot nog toe blijkt het geenszins dat de bijeenkomst te Wurzburg bet resultaat heeft opgeleverd dat men daar van scheen te verwachten. Te Berlijn zoft men zelfs met den uitslag der beraadslagingen zoo zeer ingenomen zijn dat men, volgens het dagblad der regering, reeds alle hoop koestert dat de goede verstandhouding tusschen al de duitsche staten spoedig geheel zal hersteld zijn. Men schijnt dus liet besluit hetwelk volgens de DresdenerZeitung genomen is om, wat de regtskwestie betreft, aan de tegenwoordige zienswijze vastte houden, gering te achten en zich tevreden te stellen met het mede door de vergadering aangenomen beginsel om alles te vermijden wat de militaire operatiën der groote mogend heden zou kunnen belemmeren. Pruissen zoo meldt een telegram ons is alleen gezind tot de konferentie toe te treden, indien Sleeswijk geheel door de denen ontruimd is. Van het oorlogstoon eel hebben we heden niets nieuws te vermelden. lood der deensche bevolking. Het komitee der vergadering van duitsche afgevaar digden te Frankfort heeft een nieuwe oproeping gedaan, opdat de dnitschers aan de bevolking in Sleeswijk te j hülp kome'n. „Overal in de dorpen waar de öorlög heeft gewoed zoo léést men in dat stuk is het huisraad der boéren verbrand of beschadigdhunne bédden met tóebehooren hééft Then hiin ontnötüefl óm vóór het vervoer der ge kwetsten te dienenhet vee is geslagt of weggevoerd de huizen zijn van hunne rieten daken beroofd, de ge- heele graanoogst, tot zelfs het zaad, is opgegeten. Afge brande hoeven, menschen zonder huis of goed, en toch laat niemand een klagt hooren! zij weten dat inden oorlog de noodzakelijkheid wet wordt en ieder neemt wat hij vindt. Zij wachten zich wel, gelijk ooggetuigen bevestigen, om onze lmlp in te roepenzij willen liever omkomen dan bedelen." De kommissie voegt hierbij dat zij voorloopig reeds 10.000 tlialers heeft verzonden, om lieden te helpen die zoozeer medelijden vez-dienen; de noodige maatregelen zijn genomen ten einde dit gold aan de meest behoeftigen worde uitgedeeld. Doch, zoo als zij teregt opmerkt, hoe langer de oorlog duurt hoe meer de ellende zal toenemen. Men moet dus steeds geven en veel geven opdat de inwo ners van Sleeswijk in de ure des gevaars het groote vaderland op prijs leeren stellen. Dan zullen zij het nooit kunnen vergeten. Eene toepassing van de doodstraf. Maandag morgen heeft te Londen eene treurige exekutie plaats gehad. Zeven matrozen, die beschuldigd waren van muiterij en het vermoorden van hunnen ge zagvoerder, om zich van het vaartuig tc kunnen meester maken, waren ter doocl veroordeeld. Deze veroordeeling maakte een pijnlijken indruk op het publiek. Onder scheidene verzoekschriften, door de achtenswaardigste mannen onderteekend, werden aan de koningin aange boden, ten einde voor een gedeelte der veroordeelden gratie te vragen. De uitvoering der doodstraf bij zeven personen op één dag scheen zedelijk onmogelijk. Zondag avond hoeft de koningin aan twee hunner eene verwis seling van straf toegestaan. Deze twee zullen voor het overige van hun leven worden gebannen. Dc vijf ande ren hebben hunne straf ondergaan en zijn maandag morgen gehangen. Zij zijn moedig gestorven, met betuiging van berouw over hun misdrijf. Le précurseur deelt hieromtrent eenige bijzonderhe den mede voor welker juistheid hij instaat, en die een treurig denkbeeld geven van de zachtheid der zeden en den fijnen smaak inde meest verlichte, meest gedistin geerde en rijkste klassen der engelsclie maatschappij. „Kan men het gelooven dat de eigenaars van woningen die op Newgate het uitzigt hebben, zoodra de dag van de uitvoering der doodstraf op een 5tal menschen hekend was, de onbeschaamdheid hebben gehad om in de dagbla den hunne vensters te huur aan te bieden Kan men het gelooven dat de aantrekkelijkheid van het schouwspel van den doodstrijd van vijf menschen aan één galg den prijs van een goed geplaatst venster tot 500 franks stij gen deed, en dat hoogst fatsoenlijke personen met graagte een pond sterling betaalden voor het genoegen om op de daken te klimmen en van daar, tegen een schoorsteen geleundde laatste stuiptrekkingen der stervenden naar hartelust te kunnen gadeslaan? Zij die zoo hun goud verspillen zijn geen werklieden of menschen uit de lagere volksklasse. Overigens was er eene enorme massa volks op de been en de engelsclie policie, die hare bevolking kent, had tal van bijzondere maatregelen genomen om ongelukken te voorkomen. Barrières van een zeer groot weerstandbiedend vermogen waren op het plein opgerigt, om even als in sommige schouwburgen, een soort van doorgang te vormen, waardoor de menigte zich slechts in ééne rigting kon bewegen. Vijf honderd policiebeamb- ten hadden zich voorts op het plein van Newgate ver spreid om de menigte in bedwang te houden en te leiden. Men herinnerde zich ongetwijfeld dat zeven en vijftig jaar vroeger op dat zelfde plein dertig personen waren omgekomen, gestikt onder de massa nieuwsgierigen die zich verdrongen vóór de galg van zekeren Stecle, die in de geschiedenis der engelsclie regtspleging beroemd is." Volgens een ëngelsch dagblad was er zondag avond reeds eene groote menigte op de been, welke-des nachts met duizenden aangroeide. De straatjongens klommen op de schouders der nieuwsgierigen en de vrouwen scholden op de beschonken personenhet was een leven waarvan de zondag in Engeland geene voorbeelden bezit, hetwelk werd verhoogd door het schreeuwen van uitven ters, die warme aardappelen, pasteitjes en dergelijke arti kelen bij de algemeene drukte aan den man trachtten te brengen. De vrouwen vervulden bij bet dringen en schreeu wen geene ondergeschikte rol. Achter ieder venster zag men groepen van personen, die blijkbaar in dat gejoel en gedrang behagen schepten. Tot maandag bleven de op Newgate uitzigt hebbende vensters gesloten, maar naau- wclijks was de eerste klokslag van middernacht gehoord of zij werden geopend en de gelukkige huurders van zitplaatsen, ten koste van eenig goud, lieten ook hunne blikken óver de massa weiden. Vooral de engelsclie aristokratie had ziilk eene schoone gelegenheid tot uitspanning niet ongebruikt laten voorbijgaan. Ham,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2